Subklinische depressieve symptomen en neurale activatie tijdens cognitieve taakuitvoering

Subklinische depressieve symptomen (SDS) worden erkend als risicofactoren voor de ontwikkeling van een klinische depressie, dat een negatieve invloed heeft op het cognitief functioneren. Onderzoek suggereert dat deze gebreken mogelijk voortkomen uit effecten van SDS. Dit impliceert dat de invloed van SDS al zichtbaar is in cognitieve taken, voordat de volledige stoornis zich ontwikkelt. Het executive control network (ECN), betrokken bij de uitvoering van cognitieve taken, functioneert minder goed bij mensen met een klinische depressie. Het is echter nog onvoldoende onderzocht of dergelijke veranderingen ook/al voorkomen bij mensen met SDS. Deze studie onderzoekt of er ook/al een relatie bestaat tussen de mate van SDS en de functionaliteit van het ECN (gemeten via de activatietijd van het ECN tijdens een werkgeheugentaak) bij een niet-klinische steekproef bestaande uit 26 vrouwelijke deelnemers (19-34). Er werd verwacht dat hogere depressiescores samenhangen met een langere ECN...Show moreSubklinische depressieve symptomen (SDS) worden erkend als risicofactoren voor de ontwikkeling van een klinische depressie, dat een negatieve invloed heeft op het cognitief functioneren. Onderzoek suggereert dat deze gebreken mogelijk voortkomen uit effecten van SDS. Dit impliceert dat de invloed van SDS al zichtbaar is in cognitieve taken, voordat de volledige stoornis zich ontwikkelt. Het executive control network (ECN), betrokken bij de uitvoering van cognitieve taken, functioneert minder goed bij mensen met een klinische depressie. Het is echter nog onvoldoende onderzocht of dergelijke veranderingen ook/al voorkomen bij mensen met SDS. Deze studie onderzoekt of er ook/al een relatie bestaat tussen de mate van SDS en de functionaliteit van het ECN (gemeten via de activatietijd van het ECN tijdens een werkgeheugentaak) bij een niet-klinische steekproef bestaande uit 26 vrouwelijke deelnemers (19-34). Er werd verwacht dat hogere depressiescores samenhangen met een langere ECN-activatietijd. Aan de hand van fMRI-data werd de ECN-activatie gemeten tijdens cognitieve taakuitvoering. SDS werden gemeten met de Beck Depression Inventory en de depressie subschaal van de Hospital Anxiety and Depression Scale (Beck 1996; Zigmond & Snaith, 1983). Een multiple regressieanalyse met mate van SDS als voorspeller van ECN-activatietijd toonde geen significant effect (p = .61). De bevindingen suggereren dat er binnen deze steekproef geen lineair verband bestaat. Mogelijk treden veranderingen in ECN-activatie pas op bij ernstigere stadia van depressie. Beperkingen zijn onder meer de kleine steekproef en het gebruik van meetinstrumenten ontworpen voor klinische populaties. Toekomstig onderzoek met grotere, diverse steekproeven wordt aanbevolen om de rol van het ECN als vroege biomarker verder te onderzoeken.Show less

Leiden University Student Repository

Documents

In Collections

Subklinische depressieve symptomen en neurale activatie tijdens cognitieve taakuitvoering