The current study examined the effects of pop-up notifications on the inconsistency effect, investigating to what extent participants were able to remember information from the text when they were...Show moreThe current study examined the effects of pop-up notifications on the inconsistency effect, investigating to what extent participants were able to remember information from the text when they were distracted by a pop-up notification. It was also examined to what extent the possible effect of the pop-up notifications differed for participants with an above-average degree of social media use and for participants with an average degree of social media use. In addition, it was investigated whether pop-up notifications influence the reading comprehension of participants. These research questions were investigated through an experiment. Participants read sixty simple texts, sentence by sentence, from a screen. Half of the texts contained inconsistent information and in both consistent and inconsistent conditions, the participant was interrupted by a pop-up notification. During reading, the reading times per sentence were measured to find out whether the readers noticed the inconsistency and whether they were distracted by the pop-up notification. The results showed that the pop-up notifications had no effect on the availability of information earlier in the text and that regardless of the pop-up notification, there was an inconsistency effect, with reading times for the target sentence in the inconsistent text being longer than reading times for the target sentence in the consistent text. In addition, there was no significant difference between the group with an above-average level of social media use and the group with an average level of social media use. Furthermore, the pop-up notification did not significantly affect reading comprehension. In short, in the current study, participants were not significantly distracted by the pop-up notifications, but given the small sample size, further research is needed.Show less
Within school environments many texts are read on screens. These screens are often multifunctional and used for multiple tasks. This opens up the possibility of distractions in the form of pop-up...Show moreWithin school environments many texts are read on screens. These screens are often multifunctional and used for multiple tasks. This opens up the possibility of distractions in the form of pop-up notifications. The current study looks at the effect of pop-up notifications on reading comprehension. It makes use of the contradiction paradigm, which uses reading times to comment on the storing of information in a reader’s working memory. The paradigm can be used when comparing consistent stories with contradicting stories. Target sentences in contradicting stories are read slower than the same sentences in consistent stories. In the current study twenty-one participants, read a total of 60 stories. Half of these stories are interrupted by pop-ups, making four conditions: uninterrupted consistent; uninterrupted contradicting; interrupted consistent stories and interrupted, contradicting stories. The reading times of the target sentences in different conditions are compared. The first research question focuses on the overall effect of pop-ups on reading comprehension, by comparing the reading times in all four conditions. No significant difference in reading times was found. Therefore no evidence was found for an effect of pop-ups on reading comprehension. Research question two looked into a difference in response to the interruption, between people with lower and higher levels of reading skills. Participants were divided into two groups based on a Maze Task. The results show no significant difference in reading times between the groups. The last research question looked at the effect of interruptions on the answering of comprehension questions asked directly after reading the texts. There was no significant difference in the percentage of questions answered correctly between interrupted and uninterrupted texts. Therefore no evidence was found for an effect of pop-up notifications on reading comprehension. In total the current study found no evidence of a negative effect of pop-ups on reading comprehension.Show less
Het aanleren van woordenschat aan NT2-leerlingen (leerlingen met Nederlands als tweede taal) in kleuterklassen is een cruciaal onderdeel voor de taalontwikkeling van de leerlingen en hun algehele...Show moreHet aanleren van woordenschat aan NT2-leerlingen (leerlingen met Nederlands als tweede taal) in kleuterklassen is een cruciaal onderdeel voor de taalontwikkeling van de leerlingen en hun algehele academisch succes. Echter is het effectief vormgeven van woordenschatonderwijs aan deze doelgroep een uitdaging voor basisscholen. Dit onderzoek richt zich op het identificeren van effectieve strategieën voor het geven van woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in kleuterklassen alsmede onderzoek naar het gebruik van deze strategieën op een specifieke basisschool. Middels een literatuurstudie zijn er drie principes vastgesteld die bijdragen aan effectief woordenschatonderwijs: 1. Integreer de moedertaal in het onderwijs, 2. Verhoog de hoeveelheid verbale interactiemomenten 3. Werk met directe instructiemomenten. Uit semi-gestructureerde interviews met vijf werknemers van een basisschool die zich met het kleuteronderwijs bezighouden blijkt het volgende. Als eerste heeft de school de integratie van de eerste taal in haar onderwijs nog niet in grote mate geïmplementeerd. Daarnaast blijkt dat leerkrachten actief didactische impulsen geven om interactie tussen leerlingen te bevorderen. Ten slotte wordt vastgesteld dat de school bekend is met het concept van directe instructiemomenten, maar dat er niet altijd voldoende tijd beschikbaar is om dit toe te passen. Deze bevindingen bieden inzichten voor leerkrachten en ondersteunend personeel om woordenschat effectiever te implementeren voor NT2-leerlingen in kleuterklassen.Show less
This study investigates the effect of social media interruptions on reading processes, specifically coherence monitoring during the reading of short stories. The primary research question asks if...Show moreThis study investigates the effect of social media interruptions on reading processes, specifically coherence monitoring during the reading of short stories. The primary research question asks if social media interruptions affect readers ability to detect inconsistencies in texts and whether frequent social media users are less affected than infrequent users. This research is important because of the growing use of digital devices in classrooms and education, emphasizing the importance of understanding their impact on learning processes. The study employed an experimental design using the contradiction paradigm. Participants (N = 21) read short stories under different conditions: consistent and inconsistent stories, and with and without interruptions that mimicked social media notifications. The reading time of each sentence was recorded and the study also gathered information about participants’ social media habits using a survey. The results showed a significant effect on consistency, with significantly longer reading times for inconsistent sentences compared to consistent ones, this means participants noticed the inconsistency in the text. However, no significant effect of social media interruptions on this coherence monitoring was found. There was also no difference between frequent and infrequent social media users in how interruptions affected them. The conclusion is that social media interruptions might not disrupt reading as much as expected, possibly because the interruptions in this study were brief and infrequent. More research with a larger sample is needed to confirm these findings and explore their implications. The study highlights the importance of managing digital distractions in learning environments and suggests strategies such as ensuring a quiet setting and using focus modes to help minimize interruptions.Show less
Leerkrachten ervaren een nieuwe vakdidactische uitdaging in het vormgeven van het onderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas (Bisschop et al., 2022). In deze scriptie wordt onderzocht wat...Show moreLeerkrachten ervaren een nieuwe vakdidactische uitdaging in het vormgeven van het onderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas (Bisschop et al., 2022). In deze scriptie wordt onderzocht wat effectief woordenschatonderwijs is voor NT2-leerlingen in de kleuterklas. Hiervoor zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: "Wat is er bekend over het geven van effectief woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas?" en "In hoeverre wordt wat er bekend is over woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen toegepast op een basisschool?". De eerste onderzoeksvraag is door middel van literatuuronderzoek beantwoord. Uit dat onderzoek zijn drie principes geformuleerd: 1) Het verhogen van het aantal verbale interactiemomenten tussen leerlingen; 2) Het integreren van de eerste taal van de NT2- leerlingen in het onderwijs; en 3) Het aanbieden van directe woordenschatinstructie. De tweede gebruikte onderzoeksmethode is het afnemen van semi-gestructureerde interviews bij vijf individuen die betrokken zijn bij het woordenschatonderwijs van één bepaalde basisschool. Uit de data-analyse is gebleken dat op deze basisschool vaak ingezet wordt op principe 1) verbale interactie tussen leerlingen, bijna niet op principe 2) integratie eerste taal NT2-leerlingen, vanwege gebrek aan kennis over de effectiviteit van deze methode en minder dan wenselijk ingezet wordt op principe 3) directe woordenschatinstructie vanwege tijdgebrek. Voor elk van de drie principes wordt een aantal aanbevelingen geformuleerd om het woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuters te verbeteren.Show less
Woordenschat vormt een essentieel onderdeel van het curriculum op basisscholen, waarbij zowel receptieve als productieve woordenschat wordt ontwikkeld (Vermeer, 2001; Van Koeven & Smits, 2020)....Show moreWoordenschat vormt een essentieel onderdeel van het curriculum op basisscholen, waarbij zowel receptieve als productieve woordenschat wordt ontwikkeld (Vermeer, 2001; Van Koeven & Smits, 2020). Dit onderzoek richt zich op het belang van effectief woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas en de mate waarin deze effectieve strategieën worden toegepast op basisschool X. Uit de gevonden literatuur zijn drie principes geformuleerd over effectief woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas, namelijk: 1. Het verhogen van het aantal verbale interactiemomenten tussen leerlingen 2. Het integreren van de eerste taal van NT2-leerlingen in het onderwijs 3. Het aanbieden van directe woordenschatinstructie Het onderzoek beantwoordt de onderzoeksvraag door een literatuuronderzoek en het afnemen van interviews met vijf medewerkers van basisschool X, die samen verantwoordelijk zijn voor het woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen in de kleuterklas. Het doel is inzicht krijgen in de praktijk van het woordenschatonderwijs aan NT2-leerlingen op basisschool X en aanbevelingen te doen voor verbetering van het woordenschatonderwijs. Uit de semi- gestructureerde interviews is te halen dat de school de drie principes nog niet volledig toepast. Wanneer de school meer verbale interactiemomenten faciliteert tussen NT1- en NT2- leerlingen kan de woordenschatontwikkeling van NT2-leerlingen verbeteren. Daarnaast blijkt uit de interviews dat de eerste taal van NT2-leerlingen over het algemeen nog niet geïntegreerd wordt in het onderwijs. Als de basisschool de eerste taal van deze leerlingen toelaat, kan dat zorgen voor een snellere woordenschatontwikkeling bij de NT2-leerling. Ten slotte blijkt uit de interviews dat de school bekend is met directe woordenschatinstructies, maar dit om uiteenlopende redenen niet altijd toepast.Show less
The purpose of the current study was to examine whether being interested in a particular text topic affects reading comprehension processes and products of skilled and less-skilled comprehenders...Show moreThe purpose of the current study was to examine whether being interested in a particular text topic affects reading comprehension processes and products of skilled and less-skilled comprehenders differently. Fifty-two upper elementary school children read six expository texts, three of which the topic of the text was rated as interesting and three of which the topic was rated as uninteresting. Eye-tracking was used to monitor the processes while reading. Reading comprehension products were assessed by two types of questions (i.e., literal and inferential), each designed to reflect a different level of comprehension. Students were also asked about how much knowledge they already had about each of the topics. The results indicated that being interested in a topic does not change reading comprehension processes of both skilled and less-skilled comprehenders, suggesting that they do not benefit from interesting topics compared to noninteresting topics. In addition, topic interest affected the amount of literal questions answered correctly. However, no such results were shown for inferential questions. With skilled comprehenders scoring better on both types of questions, and no interest topic x reading comprehension skill interaction being observed, this indicates that less-skilled comprehenders also do not benefit enough from an interesting topic regarding reading comprehension products. The results are discussed in the light of standards of coherence, cognitive abilities, and background knowledge.Show less
Er is een casus verkregen over basisschool de Meerpaal die kampt met gedragsmatige in groep 4 t/m 8 waardoor er een minder veilig schoolklimaat heerst. De school wil handvatten gericht op hun...Show moreEr is een casus verkregen over basisschool de Meerpaal die kampt met gedragsmatige in groep 4 t/m 8 waardoor er een minder veilig schoolklimaat heerst. De school wil handvatten gericht op hun school om een veiliger schoolklimaat te creëren. Er wordt onderzocht wat leerkrachten kunnen doen om een veiliger klimaat te creëren voor groep 4 t/m 8. Dit is onderzocht door een vragenlijst op te stellen en door de leerkrachten van de Meerpaal in te laten vullen. Deze vragenlijst is opgesteld aan de hand van componenten uit wetenschappelijke onderzoeken en theorieën behaviorisme (Skinner, 1953), sociale leertheorie (Bandura, 1986) en zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2000). Hieruit zijn de volgende componenten gekomen: positive behavior support, sociaal-emotioneel welzijn, schoolregels, omgaan met gedrag, klassenmanagement en oudercontact. Dit is in de vragenlijst omgezet naar schalen met stellingen die worden beantwoord op een 7-punts Likertschaal en er zijn open vragen gesteld. De data zijn geanalyseerd door gemiddelden en standaarddeviaties te berekenen en de open vragen te categoriseren. De gemiddelden zijn relatief hoog (5), wat betekent dat de vragenlijst overwegend positief is ingevuld. Hierdoor is gekeken naar subschalen binnen een schaal. Hieruit kwam dat de school kan werken aan positief klimaat, veilig klimaat, omgaan met ongewenst, sociaal-emotioneel welzijn en klassenmanagement. Er wordt aangeraden om aan alle componenten te werken, omdat bij alle componenten er ruimte is voor verbetering. De aanbevelingen aan de school zijn om hieraan te werken en dit schoolbreed te doen waarbij alle betrokkenen op school deelnemen aan het maken van beslissingen.Show less
Abstract The primary goal of this study was to investigate the effect of personal interest on reading comprehension. All eighteen participants received three texts that fit their personal interests...Show moreAbstract The primary goal of this study was to investigate the effect of personal interest on reading comprehension. All eighteen participants received three texts that fit their personal interests (high interest condition) and three texts that did not (low interest condition). After the participants read the texts, their reading comprehension was measured using two types of text questions. In addition, a measure of overall reading motivation was obtained. By differentiating between literal and bridging questions, the current study aimed to get insights into the underlying cognitive processes of reading comprehension. Repeated Measures ANOVA’ s did not show a significant effect of personal interest on reading comprehension, nor when using literal or bridging questions as outcome variables. There was neither an interaction-effect of overall reading motivation. The lack of significant results could be explained by a ceiling effect. An exploratory analysis showed significant chi-square relationship between personal interest and prior knowledge. Overall, we concluded that the study should be repeated with younger participants before final conclusions can be drawn. To get deeper understanding of the underlying cognitive processes, future research should also incorporate on-line measurements of reading comprehension. Abstract (Nederlands) Het voornaamste doel van de huidige studie was om de invloed van persoonlijke interesse op tekstbegrip te onderzoeken. Alle achttien participanten kregen drie teksten toegewezen over onderwerpen die bij hun persoonlijke voorkeur pasten (hoge interesse conditie) en drie onderwerpen die dat niet deden (lage interesse conditie). Na het lezen werd tekstbegrip met twee type tekstvragen gemeten en aanvullend werd een meting gedaan van de algemene leesmotivatie. Door onderscheid te maken tussen letterlijke en overbruggende tekstvragen werd voorzichtig beoogd inzicht te verkrijgen in onderliggende begripsprocessen. Repeated measures ANOVA ’s liet en geen significant effect zien van persoonlijke interesse op het tekstbegrip, ook niet met letterlijke- of overbruggende vragen als uitkomstvariabelen. Er was ook geen interactie-effect met algemene leesmotivatie. Het uitblijven van een effect zou verklaard kunnen worden door een plafondeffect. Met een exploratieve chi-kwadraattoets werd wel een significant resultaat gevonden wat suggereerde dat de mate van voorkennis samenhangt met persoonlijke interesse. Geconcludeerd werd dat de huidige studie zou moeten worden herhaald met jongere participanten voordat sluitende conclusies kunnen worden getrokken. Om dieper inzicht te verkrijgen in onderliggende begripsprocessen, zijn vervolgstudies nodig waarbij ook daadwerkelijk een meting tijdens het lezen wordt gedaan.Show less
A quarter of students is not able to read reasonably well at the end of elementary school. The number of students that voluntarily read in their spare time is also decreasing. However, reading is...Show moreA quarter of students is not able to read reasonably well at the end of elementary school. The number of students that voluntarily read in their spare time is also decreasing. However, reading is an important presentation mode in order to understand information. The ability to process information is important in order to function in society. The purpose of this thesis is to research which factors influence story comprehension. The effect of presentation mode, child-specific-factors and reading skills on the ability to understand information was investigated. For instance, the influence of a reading comprehension-test and the class-level on the comprehension scores for each presentation mode was examined. Furthermore, the effect of the level of intrinsic reading-motivation and the frequency of reading in spare time on the scores of comprehension for reading was investigated. An experiment was carried out in which 82 students from grade 4, 5 and 6 answered comprehension questions about three stories that they have read, listened to and viewed. The participants also filled in questionnaires about reading, listening and viewing frequency and about intrinsic motivation. The analysis of the results showed that scores for comprehension differed between text and video, but not between audio and the other presentation modes. The highest scores are reached by viewing a story. The results showed also that the effect of presentation mode on the level of story comprehension is not different for various reading comprehension-test scores and class-levels. Eventually, only a small part of the comprehension score can be explained by intrinsic reading-motivation and the amount of reading in spare time. Intrinsic reading-motivation is the best explainer for this relationship. Implications for theory and practice were also discussed. Follow-up research could for example focus on different aspects of story comprehension, like retelling a story or predicting how a story will continue.Show less
Basisschool de Meerpaal heeft te maken met een dalend aantal leerlingen op school. Leerlingen voelen zich niet altijd veilig en daarom is de school op zoek naar handvatten voor een veiliger...Show moreBasisschool de Meerpaal heeft te maken met een dalend aantal leerlingen op school. Leerlingen voelen zich niet altijd veilig en daarom is de school op zoek naar handvatten voor een veiliger schoolklimaat. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Wat kunnen leerkrachten van multiculturele basisschool de Meerpaal doen om een veiliger klimaat te creëren voor de groepen 4 tot en met 8? Acht leerkrachten hebben een online vragenlijst ingevuld die verdeeld was over vijf onderwerpen: Positive Behavior Support, schoolbeleid, omgaan met gedrag, klassenmanagement en ouder-leerkrachtrelatie. Deze onderwerpen sluiten aan bij drie theorieën, namelijk het behaviorisme, de sociale leertheorie en de zelfdeterminatietheorie. Daarnaast zijn er vragen gesteld over de schoolregels en zijn er een aantal open vragen gesteld. Uit de resultaten blijkt dat het gemiddelde van de vijf onderwerpen hoog is, maar dat er toch enkele aandachtspunten zijn. De resultaten laten zien dat van de subcategorieën positief, veilig en voorspelbaar klimaat, een positief klimaat het laagste gemiddelde heeft. Daarnaast geven leerkrachten aan dat er een eenduidig plan moet komen voor de school. Het wordt aanbevolen dat leerkrachten van basisschool de Meerpaal sociaalemotionele vaardigheden bij leerlingen aanleren en sociale relaties bevorderen, bijvoorbeeld door middel van een methode. Daarnaast is het belangrijk dat alle leerkrachten op de hoogte zijn van het schoolbeleid en hier ook achter staan. Ook wordt aangeraden om aandacht te besteden aan positief gedrag en gewenst gedrag te stimuleren, bijvoorbeeld door middel van een schoolbreed beloningssysteem. Eventueel vervolgonderzoek kan zich richten op een passende manier voor het omgaan met ongewenst gedrag.Show less
Deze studie onderzocht hoe leerkrachten in het speciaal onderwijs cluster 4 effectief begrijpend leesonderwijs kunnen geven. De volgende onderzoeksvraag werd in overleg met Pedologisch Instituut De...Show moreDeze studie onderzocht hoe leerkrachten in het speciaal onderwijs cluster 4 effectief begrijpend leesonderwijs kunnen geven. De volgende onderzoeksvraag werd in overleg met Pedologisch Instituut De Brug te Leiden opgesteld: waar kan rekening mee gehouden worden met het kiezen van een nieuwe begrijpend lezen methode, passend bij de doelgroep SO-cluster 4? Er werden drie wetenschappelijke overzichtsartikelen geraadpleegd voor beschikbare wetenschappelijke kennis over begrijpend leesonderwijs. Op basis van deze literatuur werden er zes elementen van effectief begrijpend leesonderwijs geselecteerd: woordenschat & achtergrondkennis, leesstrategieën, leesmotivatie, technisch lezen, rijke taalomgeving en interactie. Het praktijkonderzoek was een vragenlijst met stellingen, gebaseerd op deze zes elementen. De vragenlijst werd na een pilot verspreid onder leerkrachten van PI De Brug (N=11). Per element werd de gemiddelde score van de respondenten berekend. Uit de vragenlijst bleek dat leerkrachten woordenschat & achtergrondkennis en leesmotivatie het belangrijkst vonden. Technisch lezen werd als minst belangrijk gezien, en het element interactie blijkt redelijk moeilijk toepasbaar voor de doelgroep. Daarnaast hadden leerkrachten wisselende visies op het element leesstrategieën. Alle zes elementen zijn belangrijk voor het bieden van effectief begrijpend leesonderwijs op een cluster 4 school, maar de praktische toepasbaarheid lijkt per element te verschillen. Omdat er slechts 11 respondenten waren, kunnen de resultaten niet zonder meer gegeneraliseerd worden naar iedere SO-school. Toekomstig onderzoek naar de verhouding tussen de specifieke behoeften van cluster 4 leerlingen en de praktische toepassing van de zes elementen zou een relevant vervolg zijn van deze studie.Show less
In deze scriptie is onderzocht welke elementen van effectief begrijpend onderwijs het meest belangrijk zijn voor het begrijpend leesonderwijs op speciaal onderwijs cluster vier van school PI de...Show moreIn deze scriptie is onderzocht welke elementen van effectief begrijpend onderwijs het meest belangrijk zijn voor het begrijpend leesonderwijs op speciaal onderwijs cluster vier van school PI de Brug. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst die is gebaseerd is op drie belangrijke overzichtsdocumenten. In de vragenlijst werden zes belangrijke elementen voor effectief begrijpend lezen uitgevraagd: woordenschat en achtergrondkennis, leesstrategieën, leesmotivatie, technisch lezen, rijke taalomgeving en interactie. In totaal hebben elf personeelsleden de vragenlijst volledig ingevuld. De resultaten uit de vragenlijst zijn berekend per element. Per schaal is er gekeken naar spreiding en gemiddelde. Hieruit kwam naar voren dat PI de Brug alle elementen belangrijk vindt, maar dat de elementen woordenschat en achtergrondkennis, leesmotivatie en leesstrategieën het belangrijkst worden gevonden voor de specifieke doelgroep.Show less
Basisschool de Meerpaal heeft in een casusomschrijving (zie bijlage A) aangegeven problemen te ervaren met de veiligheid van het schoolklimaat. In deze scriptie wordt daarom onderzocht wat...Show moreBasisschool de Meerpaal heeft in een casusomschrijving (zie bijlage A) aangegeven problemen te ervaren met de veiligheid van het schoolklimaat. In deze scriptie wordt daarom onderzocht wat leerkrachten van basisschool de Meerpaal kunnen doen om een veiliger klimaat te creëren voor de groepen vier tot en met acht. Om dit te onderzoeken wordt een vragenlijst afgenomen bij de leerkrachten van de Meerpaal. Vanuit theorieën zoals het behaviorisme (Skinner, 1953) en de sociale leertheorie (Bandura, 1999) in combinatie met verschillende wetenschappelijke artikelen zijn vijf schalen opgesteld met stellingvragen. Leerkrachten geven aan in hoeverre ze het eens of oneens zijn met een bepaalde stelling op een zeven punts-Likertschaal, van zeer mee oneens tot zeer mee eens. De vijf schalen zijn PBS, schoolbeleid, klassenmanagement, omgaan met gedrag en oudercontact. Daarnaast worden nog vragen gesteld over de huidige schoolregels en wordt de vragenlijst afgesloten met drie open vragen. De resultaten uit de vijf schalen benadrukken dat de school zich moet richten op het verbeteren van het schoolbeleid en het sociaal-emotionele welzijn van de kinderen, aangezien op deze schaal de laagste gemiddelde score is behaald. De school zal (preventief) moeten werken aan het sociaal-emotioneel welzijn van de kinderen. Ook wordt aangeraden een eenduidig plan op te stellen, waar het hele team achter staat. Daarnaast zal er meer aandacht moeten worden besteed aan het verduidelijken van de schoolregel; ik ben respectvol naar een ander’. Tot slot zal de school moeten werken aan zowel het positieve klassenklimaat als het positieve schoolklimaat, door een schoolbreed beloningssysteem te implementeren.Show less