De Lelylijn, een nieuwe kerncentrale in Borssele, een veiligere N-weg in Overijssel: dit zijn allemaal onderwerpen waarover partijen lobbyen richting de Rijksoverheid. Lobbyen gebeurt aan de...Show moreDe Lelylijn, een nieuwe kerncentrale in Borssele, een veiligere N-weg in Overijssel: dit zijn allemaal onderwerpen waarover partijen lobbyen richting de Rijksoverheid. Lobbyen gebeurt aan de lopende band door multinationals, maar ook decentrale overheden lobbyen. Sterker nog, regionale decentrale overheden lobbyen soms zelfs gezamenlijk met andere decentrale overheden uit de regio. In deze scriptie staat de volgende vraag centraal: “Onder welke omstandigheden werken regionale decentrale overheden samen in een lobbycoalitie richting de Rijksoverheid?” Aan de hand van theorieën omtrent georganiseerde belangen, aangevuld met de theorie over resource dependence heb ik drie verwachtingen opgesteld om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden. De eerste verwachting is dat decentrale overheden die relatief meer “power resources” (Korpi 1986, p.42), zoals financiële middelen, tot hun beschikking hebben, minder aan een lobbycoalitie zullen deelnemen dan decentrale overheden die minder van deze “power resources” kunnen gebruiken. Ten tweede verwacht ik dat wanneer het “organisatorische overleven” voor de decentrale overheden op het spel staat, zij eerder een lobbycoalitie beginnen dan wanneer dit niet zo is. Ten slotte verwacht ik dat een lobbycoalitie tussen decentrale overheden eerder plaatsvindt wanneer het gaat om diffuse belangen, die gelden voor meerdere decentrale overheden in de regio (Hassel 2010, p.161-162) dan wanneer het om specifieke belangen gaat. De kans op samenwerking is bij diffuse belangen groter. Ik heb deze verwachtingen onderzocht door een casusvergelijking van twee regionale lobbycoalities te doen op het beleidsterrein bereikbaarheid en mobiliteit, namelijk het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en Overleg Zeeuwse Overheden. Hiervoor heb ik een documentenanalyse gedaan waarbij ik begrotingen van de deelnemende overheden heb vergeleken en omgevingsplannen van de overheden heb geanalyseerd om diffuse en specifieke belangen te achterhalen. Ook heb ik interviews gedaan met acht lobbyisten en bestuurders van de deelnemende overheden en de lobbycoalities zelf, om de belangen scherper te krijgen en het belang van organisational survival te onderzoeken. Allereerst blijkt uit de resultaten dat regionale decentrale overheden veel samenwerken wanneer er sprake is van diffuse belangen die voor meerdere regionale overheden gelden. Daarnaast werken overheden vaak samen wanneer het organisatorisch overleven op het spel staat, of in ieder geval waarbij de overheden hun positie ten opzichte van de Rijksoverheid kunnen versterken. Hierbij is het nodig dat er onderling sprake is van een goede relatie, waarbij de partijen elkaar ook iets gunnen. Andere belangen die een rol kunnen spelen is dat de regionale stem meer impact zal hebben in Den Haag en dat er belangrijke kennis en middelen kunnen worden verworven bij de samenwerking. Ook de gemeenschappelijke cultuur kan een rol spelen. Voor de verwachting dat decentrale overheden met relatief een grotere beschikking tot power resources minder zouden samenwerken met andere decentrale overheden is in de resultaten geen bewijs gevonden. Dit betekent dat de resource dependence theorie (Hillman et al. 2009, p.1404) mogelijk bij deze casussen minder opgaat. Dit onderzoek biedt inzicht in de omstandigheden waaronder regionale decentrale overheden samenwerken en dat hierbij gedeelde belangen en het organisatorisch overleven een belangrijke rol spelen.Show less
De invloed van experts op het coronabeleid staat in dit onderzoek centraal. In Nederland is de invloed van het OMT op het beleid van de regering uitgebreid gediscussieerd. Dit adviesorgaan bestond...Show moreDe invloed van experts op het coronabeleid staat in dit onderzoek centraal. In Nederland is de invloed van het OMT op het beleid van de regering uitgebreid gediscussieerd. Dit adviesorgaan bestond gedurende de pandemie uit medische analisten. Het doel van het onderzoek is om de invloed van de personele samenstelling van een adviesorgaan te achterhalen. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen een monodisciplinair adviesorgaan en een multidisciplinair adviesorgaan. Aan de hand van een documentstudie naar de staten Nederland, België, Frankrijk en Spanje blijken dergelijke verschillen van invloed te zijn op politiek beleid. De personele samenstelling van een adviesorgaan heeft zowel politieke als maatschappelijke implicaties.Show less
Vanuit de academische literatuur bestaat de erkenning dat instituties invloed hebben op de Corporate Social Responsibility (CSR) van bedrijven. Een industriële sector die binnen de literatuur...Show moreVanuit de academische literatuur bestaat de erkenning dat instituties invloed hebben op de Corporate Social Responsibility (CSR) van bedrijven. Een industriële sector die binnen de literatuur onderbelicht wordt, is de auto-industrie. Deze industrie vormt een interessant punt van onderzoek, gezien het een broeikas intensieve sector is en het daardoor baat heeft bij CSR. De verschillende theoretische stromingen binnen de literatuur van CSR kunnen afzonderlijk geen verklaring bieden voor het feit dat het Duitse BMW beter presteert op het vlak van CSR dan het Amerikaanse Ford. Een combinatie van de belangrijke elementen uit de theorie kan dit wel. Met behulp van een vergelijkende casestudie toont dit onderzoek aan dat binnen de economieën van Duitsland en de Verenigde Staten (VS) de nationaal-institutionele variabelen corporatisme, nationale wetgeving en maatschappelijke druk effect hebben op de CSR-prestaties van bedrijven. Specifieke wetgeving op het vlak van CSR en milieu is hierbinnen de meest invloedrijke variabele. Verder onderzoek kan de interpretatie van deze bevinding versterken.Show less
Deze scriptie onderzoekt de invloed van stedelijke klimaatnetwerken en intergemeentelijke samenwerking op het lokaal klimaatbeleid van twee Nederlandse gemeenten die klimaatactie willen nemen.
This thesis examines the causes of the current differences in water safety policy between japan and the Netherlands. Due to the increasing effects of climate change, countries along the coast may...Show moreThis thesis examines the causes of the current differences in water safety policy between japan and the Netherlands. Due to the increasing effects of climate change, countries along the coast may experience flooding problems sooner. A comparison of the causes of the differences could add value to the current knowledge regarding the future threat of flooding. The causes of these differences in approach are examined from the theory of policy learningShow less
Deze scriptie brengt aan de hand van een op Q-methodologie geïnspireerde kwalitatieve onderzoeksmethode de rolopvatting van medewerkers van Nederlandse rijksinspecties in kaart. Het vormt inzicht...Show moreDeze scriptie brengt aan de hand van een op Q-methodologie geïnspireerde kwalitatieve onderzoeksmethode de rolopvatting van medewerkers van Nederlandse rijksinspecties in kaart. Het vormt inzicht in de factoren die van invloed zijn op de rolopvatting van deze ambtenaren en schetst een gedetailleerd beeld van de relatie tussen rijksinspecties en ministeries.Show less
De rechter wordt niet alleen landelijk, maar ook lokaal regelmatig betrokken bij natuurzaken, ingeschakeld door milieuorganisaties. Wat verklaart de Nederlandse juridisering van natuurregelgeving?...Show moreDe rechter wordt niet alleen landelijk, maar ook lokaal regelmatig betrokken bij natuurzaken, ingeschakeld door milieuorganisaties. Wat verklaart de Nederlandse juridisering van natuurregelgeving? Deze vraag tracht dit onderzoek te beantwoorden middels Causal Process Tracing van een single casestudy, gebruikmakend van documentanalyse en interviews. Er wordt bekeken of en met welke afwegingen ten eerste het implementation gap plaatsvindt en ten tweede een belangengroep juridische actie onderneemt. De afwegingen van de verschillende actoren in het beleidsproces zijn bovendien achterhaald met behulp van ‘multi-s’ benaderingen, zoals multi-level goverance, horizontal governance en het multi-issue perspectief. Met dit onderzoek is het onderbelichte juridische aspect gekoppeld aan onderzoek naar het implementation gap en sociale bewegingen.Show less
Dit onderzoek gaat over de factoren die de transpositie van de richtlijn asielprocedure 2007 van het EU asiel- en migratiebeleid naar het Nederlands migratiebeleid verklaren en of dit heeft geleid...Show moreDit onderzoek gaat over de factoren die de transpositie van de richtlijn asielprocedure 2007 van het EU asiel- en migratiebeleid naar het Nederlands migratiebeleid verklaren en of dit heeft geleid tot een ander soort migratiebeleid in Nederland dan de EU zou willen.Show less
In dit onderzoek wordt er gekeken of de deelnemers van pensioenfondsen invloed hebben op het duurzame beleggingsbeleid van hun eigen pensioenfonds. Aan de hand van een document-analyse van...Show moreIn dit onderzoek wordt er gekeken of de deelnemers van pensioenfondsen invloed hebben op het duurzame beleggingsbeleid van hun eigen pensioenfonds. Aan de hand van een document-analyse van halfjaarverslagen van twee verschillende pensioenfondsen namelijk: Stichting pensioenfonds wonen en bedrijfspensioenfonds voor de landbouw wordt er geprobeerd een antwoord te vinden op de volgende onderzoeksvraag: Is de beroepsgroep van een pensioenfonds van invloed op de duurzame beleggingen van datzelfde pensioenfonds? Het antwoord op deze vraag is nee. Er is in de documenten geen concreet bewijs gevonden dat beroepsgroepen invloed hebben op het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds. Verder onderzoek is nodig om dit helemaal uit te sluiten omdat er veel verschillende pensioenfondsen zijn die allemaal een andere beroepsgroep bedienen met verschillende belangen en motivaties.Show less