In dit scriptieonderzoek is een analyse-instrument opgesteld voor het taalkundige fenomeen equivocatie. Het doel van dit onderzoek was tweeledig: er is (1) een analyse-instrument voor equivocatie...Show moreIn dit scriptieonderzoek is een analyse-instrument opgesteld voor het taalkundige fenomeen equivocatie. Het doel van dit onderzoek was tweeledig: er is (1) een analyse-instrument voor equivocatie ontwikkeld, dat (2) is toegepast op het discours van de jonge Nederlandse politicus Thierry Baudet. De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal stond, was: Hoe is een deductief analyse-instrument voor equivocatie op te stellen en wat kan er aan de hand van dit instrument worden vastgesteld over het discours van politicus Thierry Baudet? Dit onderzoek is een abductief onderzoek: met bevindingen uit het empirische materiaal is de theorie over equivocatie aangevuld en is het analyse-instrument verder aangescherpt (Alvesson & Sköldberg, 2000; Peirce, 1923). Equivocatie is de taalhandeling van het ontwijkend communiceren. De taalhandeling komt voor in communicatieve conflictsituaties, ook wel avoidance-avoidance conflict situations genoemd. Die conflictsituaties doen zich voor wanneer alle reacties op een vraag of stelling een negatieve uitkomst hebben voor de spreker of voor zijn omgeving (bijvoorbeeld wanneer de spreker moet kiezen tussen liegen of iemand kwetsen met de waarheid). In zulke situaties biedt equivocatie uitkomst (Bavelas, Black, Bryson, & Mullett, 1988; Bavelas, Black, Chovil, & Mullett, 1990a). Om vast te stellen of er sprake is van equivocatie, formuleren Bavelas et al. (1988) vier criteria: (1) de boodschap moet de eigen mening van de zender, (2) de inhoud van de boodschap moet helder zijn, (3) er moet duidelijk zijn wie de ontvanger van de boodschap is en (4) de boodschap moet aansluiten op de context. In politieke situaties komt equivocatie vaker voor dan in alledaagse situaties. Dat komt doordat politici vaak in de media verschijnen, rekening moeten houden met hun potentiële electoraat (zij moeten hun boodschappen zo voorzichtig mogelijk verwoorden om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken (Bavelas et al., 1988)) en niet alleen namens zichzelf spreken, maar ook namens hun partij. Politici doen hun best hun gezicht te beschermen en om een gewenst beeld van zichzelf te construeren in de media – het principe van face-work (Goffman, 1967b) hangt samen met deze mediatisering (Cushion & Thomas, 2013; De Leeuw & Van Wichelen, 2005; Wodak & Krzyżanowski, 2017). Politici doen vaker dan gewone burgers hun best om commitment aan hun uitspraken te verzwakken, zonder daarbij onoprecht of vaag te lijken. Equivocatie is een strategie die voor dat doeleinde uitkomst biedt. Equivocatie maakt namelijk calculated ambivalence mogelijk – het verpakken van een dubbele boodschap in een taaluiting (Hatakka, Niemi, & Välimäki, 2017; Wodak & Engel, 2013). De praktische toepassing van calculated ambivalence noemen Bull & Simon-Vandenbergen (2014) doublespeak. Het analyseren van (mogelijk) equivocatief discours biedt de mogelijkheid te bekijken wat de onderliggende betekenis van de geuite woorden zou kunnen zijn (Bull & Simon-Vandenbergen, 2014). In het analyse-instrument dat in dit onderzoek is opgesteld, zijn verschillende technieken gebundeld die Bull & Simon-Vandenbergen (2014) en Hatakka, Niemi & 4 Välimäki (2017) hebben afgeleid uit deductieve discoursanalyses. Het instrument bestaat uit vier categorieën met bijbehorende strategieën: 1. Onderwerp ontwijken – 1.1. Ontkenning, 1.2. Antwoorden vermijden, 1.3. Ophef bagatelliseren 2. Aandacht afleiden – 2.1. Vergelijkingen maken, 2.2. Disconnectie benadrukken 3. Rechtvaardigen – 3.1. Verzachtende omstandigheden aandragen, 3.2. Afstand nemen in woord, 3.3. Afstand nemen in daad, 3.4. Excuses zonder volledige verantwoordelijkheid 4. Ethos en Pathos – 4.1. Ad hominem, 4.2. Slachtofferschap claimen, 4.3. Provocatief taalgebruik Dit instrument is toegepast op het discours van politicus Thierry Baudet. Eerst is, aan de hand van de eisen voor duidelijke communicatie van Bavelas et al. (1988), vastgesteld welke beweringen van Baudet als equivocatief kunnen worden aangemerkt. In het onderzoekscorpus, dat bestaat uit zeven verschillende fragmenten waarin Baudet zich in een conflictsituatie bevindt, is hij 268 keer aan het woord. Hij maakt in 165 van die gevallen gebruik van equivocatie. Het analyse-instrument voor equivocatie blijkt redelijk geschikt om het discours van Baudet te analyseren. Zo blijkt uit de analyse dat hij vaak zijn uitingen legitimeert door verzachtende omstandigheden aan te dragen, de aandacht afleidt van het onderwerp of de aanval opent op het ethos van zijn tegenstander. Tijdens de analyse is het instrument, met de bevindingen uit de empirie, verder aangescherpt. De strategieën kunnen worden verdeeld in twee hoofdcategorieën, die beide een belangrijk doel van de spreker weergeven: (1) Rechtvaardigen, waaronder de strategieën Ontkenning, Verzachtende omstandigheden aandragen (met alle bijbehorende substrategieën), Afstand nemen in woord en Excuses zonder volledige verantwoordelijkheid vallen en (2) Aandacht afleiden, waaronder de strategieën Ophef bagatelliseren, Antwoorden vermijden (met alle bijbehorende substrategieën), Vergelijkingen maken, Disconnectie benadrukken en Ethos en Pathos (met alle bijbehorende substrategieën) vallen. Verder blijkt dat twee strategieën meer gespecificeerd konden worden. De strategie Antwoorden vermijden is uitgebreid met substrategieën Legitimeren met bewijzen, Meer uitleg geven, Verkeerd begrepen en Context benadrukken. De strategie Verzachtende omstandigheden aandragen is gespecificeerd met substrategieën Claim van duidelijkheid, Claim van onwetendheid en Ander onderwerp aansnijden. Dit onderzoek draagt bij aan een stevigere conceptuele en methodische basis voor het onderzoek naar equivocatie. Om dat onderzoek nog verder aan te vullen, zijn meer analyses nodig. Niet alleen van het discours van (extreem)rechtse politici, maar ook van meer gematigde en (extreem)linkse politici. Een andere belangrijke bijdrage aan het onderzoeksgebied kan worden gevormd door de analyse van het discours van de opponenten van de politici die equivocatief taalgebruik hanteren – hoe gaan zij daarmee om en hoe kunnen zij equivocatie herkennen en adresseren? Ten laatste zou het goed zijn het onderzoeksgebied aan te vullen vanuit andere disciplines, zoals de sociologie, antropologie of de psychologie. Zo kan een completer beeld van het fenomeen equivocatie ontstaan.Show less
Discussianten kunnen hun argumentatie om uiteenlopende redenen naar voor brengen door middel van een multimodale (of visuele) metafoor. Deze scriptie stelt de vraag wat een adequate argumentatieve...Show moreDiscussianten kunnen hun argumentatie om uiteenlopende redenen naar voor brengen door middel van een multimodale (of visuele) metafoor. Deze scriptie stelt de vraag wat een adequate argumentatieve reconstructie van multimodale (of visuele) metaforiek mag heten. Een argumentatieve reconstructie behelst de reconstructie van argumentatie in verbale premissen. De bestaande literatuur biedt verschillende handvatten om de vertaalslag te maken van een uiting met visuele elementen naar een argumentreconstructie. Tegelijkertijd biedt geen van de bestaande benaderingen een theoretische en methodische verantwoording waarbij (1) elementen worden vertaald naar letterlijke premissen en (2) expliciet wordt gemaakt welke delen van een uiting worden genegeerd of vervangen en welke informatie moet worden toegevoegd en (3) de argumentatie wordt vertaald naar het juiste argumentatieschema. Op basis van een combinatie van bestaande inzichten is het mogelijk aan elk van de drie hierboven geformuleerde eisen tegemoet te komen. Aan de hand van een analyse van de poster Time van de Indonesische kunstenaar Ferdi Rizkiyanto laat ik zien dat de visuele metafoor in zijn werk kan worden vertaald naar een argumentatieve reconstructie in pragma-dialectische termen. Tegelijkertijd laat de analyse zien dat de reconstructie van argumentatie inherent een kwestie is van interpretatie.Show less
De populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een...Show moreDe populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een standpunt. Dit argument komt in de argumentatieve praktijk veelvuldig voor, vooral in het communicatieve domein van de politiek. Deze scriptie richt zich op de mogelijkheden en het gebruik van talige middelen in de presentatie van het argumentum ad populum. Hiertoe is zowel een theoretisch-analytisch als een corpusonderzoek naar de populistische variant van ad populum-argumentatie beschreven, dat uit drie onderdelen bestaat: (1) een theoretische afbakening van het argument, (2) een inventarisatie van talige presentatiemogelijkheden van het argument in de argumentatieve praktijk en een analyse van het strategisch potentieel van deze mogelijkheden, en (3) een corpusonderzoek naar de presentatie van het argumentum ad populum door Geert Wilders. Opvallende talige kenmerken waarmee een discussianten zijn ad populum-argumentatie strategisch kan presenteren zijn een perspectiverend werkwoord en de representaties van aantallen. In een corpusonderzoek is het gebruik van het argumentum ad populum door de populistische politicus Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 2004 tot en met 2016 geanalyseerd en ter vergelijking een corpus van bijdragen van de eveneens populistische politicus Henk Krol aan de APB van 2012 tot en met 2016. Uit een kwantitatieve analyse naar verschillende presentationele kenmerken komt naar voren dat de keuzes die Wilders significant vaker maakt dan Krol passen binnen een strategie die overeenkomt met de doelen van zijn populistische politieke stijl, waarbij het verwijzen naar en identificeren met de kiezer voorop staat. Deze keuzes die hij maakt in de presentatie van zijn argumentatie appelleren namelijk aan contextafhankelijke normen en conventies van een democratische rechtsstaat die ervoor zorgen ervoor dat politici een verantwoordelijkheid hebben om de inwoners van het land te vertegenwoordigen.Show less
Het doel van dit onderzoek is het maken van een overzicht van de voor- en tegenargumenten in het vluchtelingendebat in de Nederlandse dag- en opiniebladen, De Volkskrant, De Telegraaf, Elsevier en...Show moreHet doel van dit onderzoek is het maken van een overzicht van de voor- en tegenargumenten in het vluchtelingendebat in de Nederlandse dag- en opiniebladen, De Volkskrant, De Telegraaf, Elsevier en De Groene Amsterdammer, in de periode 26 september 2015 tot en met 26 december 2015. De aanleiding hiervoor is de meta-discussie waarin kritisch gekeken wordt naar de argumentatie in het vluchtelingendebat. De discussiebijdragen zouden bestaan uit ‘leugentjes om bestwil’, ‘verdraaide feiten’ en ‘vergelijkingen van appels met peren’. Deze meta-discussie richt zich dus op de mate van redelijkheid van de discussiebijdragen, terwijl een duidelijk overzicht van de inhoudelijke argumenten ontbreekt. Dit overzicht geef ik in de vorm van een Argumentenkaart aan de hand waarvan ik voor de meest voorkomende argumentatietypen bepaal welke drogredenen daadwerkelijk voorkomen. Met behulp van de terminologie van de pragma-dialectiek wordt van probleemoplossend domein en het doel delibereren, via het actietype publiek debat in de massamedia ingezoomd op het concrete speech event vluchtelingendebat in de dag- en weekbladen van 26 september 2015 tot en met 26 december 2015. Ondanks dat het vluchtelingendebat als een polyloog, een discussie tussen meerdere deelnemers, kan worden bestempeld, wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van de pragma-dialectische analysemethode, omdat het doel van dit onderzoek verschilt van het doel van de polylogische aanpak en omdat voor deze laatste aanpak nog geen duidelijke methode bestaat. Een aspect uit de polylogische aanpak dat wel gebruikt wordt voor dit onderzoek is het nemen van de open kwestie als uitgangspunt, geïntroduceerd door een ‘w-vraag’: ‘Wat zijn de argumenten voor en tegen het binnenlaten van vluchtelingen in Nederland?’. De pragma-dialectische analyse wordt aangevuld met de werkwijze en inzichten van de Argumentenfabriek. Uit dit onderzoek blijkt dat vaagheid een alomtegenwoordig probleem is in de argumentatie in het vluchtelingendebat. Het is in veel gevallen onduidelijk wat de discussiant precies bedoelt, doordat terminologie en subargumenten niet worden gespecificeerd. De vage formuleringen brengen bovendien met zich mee dat bepaalde tegengestelde argumenten inhoudelijk gezien gerelateerd zijn. Uit de inventarisatie van de argumenten komt verder naar voren dat pragmatische en vergelijkingsargumenten het meeste voorkomen. De mogelijke ontsporingen van deze argumentatieschema’s, respectievelijk de drogreden van het hellend vlak en de valse vergelijking, ontstaan doordat de kritische vragen niet naar tevredenheid kunnen worden beantwoord door de vage formuleringen.Show less
Een veel gehoorde uitspraak de afgelopen jaren is dat terrorisme met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Hoe dat moet gebeuren, verschilt van persoon tot persoon. Ook politieke partijen...Show moreEen veel gehoorde uitspraak de afgelopen jaren is dat terrorisme met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Hoe dat moet gebeuren, verschilt van persoon tot persoon. Ook politieke partijen debatteren over het complexe probleem dat terrorisme heet. In deze scriptie heb ik onderzocht welke beelden politici hanteren als zij spreken over terrorisme. De beelden die politici gebruiken om hun standpunt kracht bij te zetten, worden ook wel frames genoemd. Bij het gebruik van een frame accentueert de spreker of schrijver bepaalde stukjes informatie, terwijl andere stukjes worden weggelaten. Door middel van framing probeert een spreker of schrijver zijn bericht via een bepaalde benadering op zijn publiek over te brengen. Een zender probeert volgens Van Gorp (2006, p. 46) zijn frames zo te construeren dat het publiek deze frames overneemt en de realiteit op dezelfde manier gaat benaderen. Met behulp van de methode van Van Gorp (2007b) heb ik zes frames ontdekt in de onderzochte debatten: het oorlogsframe, ‘terrorisme begint in eigen land’-frame, islamframe, discriminatieframe, slappe wetgevingsframe en ‘we laten ons niet bang maken’-frame. Ik ben tot de conclusie gekomen dat politieke partijen in hun politieke opvatting minder frames gebruiken dan in de onderzochte debatten, maar dat de frames over het algemeen wel aansluiten bij hun politieke kleur. De VVD en ChristenUnie, twee conservatieve politieke partijen, benadrukken in de debatten ook een progressieve aanpak. Erwin Lamme, journalist bij Joop, problematiseert het Kieskompas van Krouwel, omdat progressief volgens hem iets anders is dan links in het politieke 5 spectrum. Progressiviteit is gericht op vooruitgang als grote mate van vrijheid, weinig armoede en weinig milieuvervuiling. Op basis van deze definitie zijn ook de VVD en ChristenUnie progressief. Andersom gebruikt de SP, een progressieve politieke partij, een conservatief frame. Lamme bestempelt de SP als links-conservatief, omdat deze partij minder de vooruitgang benadrukt dan progressieve partijen.Show less
Deze scriptie stelt de vraag: op welke verschillende manieren worden metaforen gebruikt door voorstanders van een ruimhartig asielbeleid enerzijds, en voorstanders van een restrictief asielbeleid...Show moreDeze scriptie stelt de vraag: op welke verschillende manieren worden metaforen gebruikt door voorstanders van een ruimhartig asielbeleid enerzijds, en voorstanders van een restrictief asielbeleid anderzijds? Drie Tweede Kamerdebatten, die plaatsvonden in maart en april 2015, vormen het corpus van de scriptie. De metaforen worden allereerst geïdentificeerd, en vervolgens geïnterpreteerd met behulp van de conceptuele metaforen-theorie (Lakoff & Johnson, 1980) en verschillende analyses van migratiemetaforen door meerdere auteurs (onder anderen Van der Valk 2003, Laarman 2013), waarvan sommigen ook de conceptuele metaforen-theorie hanteren. De geïnventariseerde metaforen zijn ingedeeld op brondomein (de letterlijke betekenis van een woord) en vervolgens ingedeeld in metaforen waarmee gepleit wordt voor een ruimhartig asielbeleid en metaforen waarmee gepleit wordt voor een restrictief asielbeleid. Voorstanders van een ruimhartig asielbeleid gebruiken metaforen die een framing geven van de huidige en toekomstige rol van ontvangende landen, een framing van hoe het asielbeleid zou moeten worden ingericht en opvallend veel metaforen die een negatieve framing geven van vluchtelingen. In de metaforen van voorstanders van een restrictief asielbeleid worden vluchtelingen uitgebeeld als een dreiging voor Nederland en/of Europa. Er wordt met onder meer de watermetafoor, verkeersmetafoor en de containermetafoor een dreigend verlies van controle over de aantallen vluchtelingen geschetst die naar Nederland of Europa komen.Show less
´Het heeft er alle schijn van dat de corruptie binnen de wereldvoetbalbond FIFA nog steeds gaande is. Hoe verklaar je anders dat het WK voetbal van 2022 in Qatar gehouden wordt?’ In de...Show more´Het heeft er alle schijn van dat de corruptie binnen de wereldvoetbalbond FIFA nog steeds gaande is. Hoe verklaar je anders dat het WK voetbal van 2022 in Qatar gehouden wordt?’ In de taalgebruikerspraktijk wordt veelvuldig gebruik gemaakt van argumentatie ter verklaring. Toch is er door argumentatietheoretici nog maar weinig over geschreven. Wat is verklarende argumentatie precies, en vooral: hoe moeten we dit argumentatietype beoordelen? Binnen de pragma-dialectische argumentatietheorie, het theoretisch kader waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt, bestaat er nog veel onduidelijkheid met betrekking tot de analyse en beoordeling van verklarende argumentatie. Zo vragen Hitchcock en Wagemans (2011, p. 192-193) zich af of het volgende argument als kenteken- of als causale argumentatie beoordeeld dient te worden: hij heeft een infectie, want hij heeft koorts. Wordt de koorts hier verklaard op basis van een kentekenrelatie (koorts wijst op infectie) of op basis van een causale relatie (infectie leidt tot koorts)? In dit onderzoek wordt verklarende argumentatie geanalyseerd, gereconstrueerd en wordt bekeken welke beoordelingscriteria van toepassing zijn op verklarende argumentatie. Daarnaast wordt een veelgebruikte presentatiewijze van verklarende argumentatie onderzocht, namelijk de presentatie van verklarende argumentatie met de zin ‘hoe verklaar je anders dat …’. Welke retorische voordelen zijn er te behalen wanneer verklarende argumentatie met deze zin wordt gepresenteerd? Uit analyse blijkt dat verklarende argumentatie uit vier elementen bestaat: (1) de verklaring in de conclusie, (2) het argument, (3) de gevolgtrekking en (4) een achtergrondtheorie ofwel ‘een algemene regel’. Aan de hand van deze analyse wordt een voorstel gedaan om alle verklarende argumentatie als kentekenargumentatie met een achterliggende causale algemene regel te reconstrueren en beoordelen. Dit is niet het geval in de reeds bestaande pragma-dialectische reconstructiemodellen, waar verklarende argumentatie soms als causale- en soms als kentekenargumentatie wordt gereconstrueerd en beoordeeld. Uit dit onderzoek blijkt echter dat de kritische vragen bij kentekenargumentatie het meest geschikt zijn voor de beoordeling van alle verklarende argumentatie. Daarnaast neemt het nieuwe reconstructievoorstel de onduidelijkheid weg over het achterliggende argumentatieschema van verklarende argumentatie en kunnen alle elementen van een verklarende redenering in de reconstructie worden opgenomen. De presentatie met de zin ‘hoe verklaar je anders dat …’ blijkt drogredelijke trekken te hebben. De zin maakt namelijk dat de bewijslast zowel verschoven als ontdoken wordt. Opvallend is dat taalgebruikers soms meerdere argumenten voeren om hun verklarende conclusie te ondersteunen. Alleen bij de beoordeling van kentekenargumentatie bestaat de vraag naar meerdere tekens om de aanvaardbaarheid van de conclusie te vergroten. Dit kan betekenen dat taalgebruikers intuïtief aanvoelen dat hun verklarende argument op een kentekenrelatie is gebaseerd.Show less
In deze scriptie wordt het aanbod en de toetsing van argumentatieve vaardigheden als onderdeel van het schoolvak Nederlands in de zesde klas vwo van het voortgezet onderwijs onderzocht. Ik...Show moreIn deze scriptie wordt het aanbod en de toetsing van argumentatieve vaardigheden als onderdeel van het schoolvak Nederlands in de zesde klas vwo van het voortgezet onderwijs onderzocht. Ik onderzoek het aanbod van argumentatieve vaardigheden in de meest recente edities van drie veel gebruikte lesmethoden voor het schoolvak Nederlands: Nieuw Nederlands, Talent en Op Niveau. Uit de bespreking van deze lesmethoden blijkt dat de methoden op belangrijke punten van elkaar verschillen door het gebrek aan een wetenschappelijke basis voor het Nederlandse argumentatieonderwijs. Met mijn bespreking van argumentatievragen uit vijf vwo-eindexamens Nederlands laat ik zien welke problemen het gebrek aan overeenstemming tussen lesmethoden onderling en tussen lesmethoden en het eindexamen met zich meebrengen. De examens kunnen op basis van geen enkele onderzochte methode probleemloos gemaakt worden. Ook de examenvragen zelf blijken de leerling te verhinderen om tot een juist antwoord te komen: een aantal examenvragen blijkt foutief of wijkt af van de eindtermen die in de examenprogramma’s gepresenteerd worden. In deze scriptie draag ik de pragma-dialectische argumentatietheorie aan als mogelijke wetenschappelijke basis voor Nederlands argumentatieonderwijs. Het onderscheid van drie argumentatieschema's (argumentatie gebaseerd op een kentekenrelatie, vergelijkingsrelatie of causale relatie) en bijbehorende kritische vragen biedt de leerling een handvat voor een gerichte analyse en beoordeling van argumentatie.Show less
Er is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn...Show moreEr is al veel onderzoek gedaan naar de overtuigingstechniek framing. Met framing kunnen lezers beïnvloed worden, omdat met framing een bepaalde kijk op een onderwerp wordt geactiveerd. Er zijn verschillende theorieën die voorspellingen doen over de effectiviteit van overtuigings-middelen. In deze scriptie is nagegaan of resultaten over framing die volgden uit wetenschap-pelijk onderzoek, als kennis worden toegepast in het bedrijfsleven. O’Keefe en Jensen (2007) concludeerden uit hun meta-analyse dat bij teksten over mondhygiëne het preventieve positieve frame het meeste effect heeft op gedragsverandering. Bij een preventief positief frame wordt gedrag aanbevolen dat voorkomt dat negatieve effecten optreden (‘Als je met deze tandpasta poetst, voorkom je gaatjes’). Als een negatief effect wordt voorkomen, is dat positief. Behalve preventieve positieve frames, zijn er ook preventieve negatieve frames (‘Als je niet met deze tandpasta poetst, krijg je gaatjes’), maar ook detectieve positieve frames (‘Als je met deze tand-pasta poetst, wordt tandplak verwijderd’) en detectieve negatieve frames(‘Als je met deze tand-pasta poetst, blijft tandplak zitten’). Bij een detectief frame is er al sprake van een bepaalde situatie, die opgelost kan worden of die behouden kan worden. De laatste drie types van framing zouden minder effectief zijn. Frames die refereren aan de negatieve gevolgen van het gedrag, zogenaamde fear appeals, zouden zelfs averechts kunnen werken (Jansen et al. 2008). Tand-pastamerken zouden deze informatie goed kunnen gebruiken, om de verkoop van hun tandpasta te vergroten. Middels een corpusonderzoek is nagegaan of het type framing dat volgens het onderzoek van O’Keefe en Jensen (2007) het meest effectief is, namelijk preventieve positieve framing, ook het meest wordt gebruikt in teksten die de tandpasta’s van de acht grootste tand-pastamerken moeten promoten. Ook is geanalyseerd hoeveel procent van de teksten in beslag genomen werden door de verschillende types framing. Gebleken is dat in bijna alle teksten gebruik werd gemaakt van een positief frame. Het frame dat door O’Keefe en Jensen (2007) als meest effectief was bestempeld, preventief positief, werd echter niet significant vaker gebruikt dan het detectieve positieve frame. Het lijkt er dus op dat de schrijvers van tandpastateksten niet het advies hebben opgevolgd dat volgens de wetenschap het meest effectief was. Wanneer er een negatief frame werd ingezet, stond daar in alle gevallen minstens één positief frame tegenover. De schrijvers hebben dus waarschijnlijk wel rekening gehouden met angst voor tandartsen, en dat het niet effectief zal zijn om alleen nega-tieve situaties voor te spiegelen wanneer mensen al bang zijn. De tekstlengtes bleken nogal te verschillen, zowel tussen de merken als binnen de mer-ken, waardoor het om goed te kunnen vergelijken nodig was om niet alleen het aantal woorden per type framing te tellen, maar ook het totale aantal woorden per tandpastatekst. Door de tellingen in percentages te weergeven, kon beter vergeleken worden welk type framing het grootste deel van de teksten in beslag nam. Uit deze analyse bleek dat het preventieve positieve frame niet significant het grootste percentage van de teksten in beslag nam. Het percentage tekst waarin preventief positief geframed werd, verschilde niet van het percentage tekst waarin detectief positief geframed werd. Ondanks dat volgens O’Keefe en Jensen (2007:633) preven-tieve positieve framing het meest effectief is in teksten over mondhygiëne, is dat type framing niet het meest gebruikte type framing is in teksten over tandpasta’s gebleken.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht hoe de informatie die in medicijnadvertenties gericht op artsen staat, wordt ingezet om de arts te overtuigen een bepaald medicijn voor te schrijven. Het onderzoek...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht hoe de informatie die in medicijnadvertenties gericht op artsen staat, wordt ingezet om de arts te overtuigen een bepaald medicijn voor te schrijven. Het onderzoek wordt gedaan aan de hand van de pragma-dialectische argumentatietheorie. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat er een bepaalde argumentatiestructuur ten grondslag ligt aan medicijnadvertenties gericht op artsen. Het standpunt is ‘schrijf middel X voor aan uw patiënten’ en wordt altijd ondersteund met pragmatische argumentatie die het welzijn van de patiënt benadrukt. Die argumentatie wordt onderbouwd met de informatie die expliciet in de advertentie te vinden is: met kenmerken van het medicijn.Show less
In dit onderzoek wordt de beleefdheidstheorie (Brown & Levinson 1987) gekoppeld aan ontwijkings- en verkleiningstechnieken ten behoeve van verantwoordelijkheid (Kampf 2009) door analyses van de...Show moreIn dit onderzoek wordt de beleefdheidstheorie (Brown & Levinson 1987) gekoppeld aan ontwijkings- en verkleiningstechnieken ten behoeve van verantwoordelijkheid (Kampf 2009) door analyses van de taalhandeling ‘excuses’. In dit onderzoek worden twee zaken onderzocht. Allereerst wordt in de analyse nagegaan of er door sprekers die in het openbaar spreken op een of andere manier gebruik wordt gemaakt van beleefdheidsstrategieën of ontwijkingstechnieken. Daarnaast wordt aan de hand van dit onderzoek getracht te bepalen wat de invloed van beide technieken is op de beleefdheid van een openbaar excuus. De woorden uit drie excuustoespraken van politici, drie excuustoespraken van dienstverleners en drie excuustoespraken van sporters zijn gelabeld op plaatsen waar deze woorden een beleefdheidsstrategie of ontwijkingstechniek bevatten. Het gaat om toespraken van premier Rutte, minister Timmermans, staatssecretaris Teeven, ING directeur Jan Hommen, NS directrice Ingrid Thijssen met ProRail directeur Paul Dirix, BlackBerry directeur Stephen Bates, profvoetballer Erik Pieters, schaatser Sjinkie Knegt en profvoetballer Luis Suaréz. De toespraken bevatten allen een excuus, er moet sprake zijn van een excuus en moeten daarnaast zijn vastgelegd op video; om ook omgevingsfactoren te kunnen beoordelen. Tevens was voor de keuze van de toespraak van belang dat de excuustoespraak een korte toespraak bevat en niet louter het zeggen van het woord ‘sorry’ of ‘excuses’. Op basis van de vier manieren voor verantwoordelijkheidsontwijking van Kampf (2009) en de vier basis componenten voor een excuus (Deutschmann 2003) is een analysemodel ontwikkeld om ontwijkings- en verkleiningsmanoeuvres te detecteren en te labelen. Het analysemodel bevat vier strategieën waarbinnen technieken en wijzen zijn geformuleerd om verantwoordelijkheid te ontwijken of verkleinen: (1) de formulering van de remedie, (2) de belediging (het delict) en verantwoordelijkheid, (3) de beledigde en verantwoordelijkheid en (4) de belediger en verantwoordelijkheid. Met behulp van dat analysemodel en de ruim veertig beleefdheidsstrategieën van Brown & Levinson (1987) zijn de negen excuustoespraken geanalyseerd. Uit die analyse is gebleken dat alle negen sprekers gebruik maken van ontwijkingstechnieken waarmee zij verantwoordelijkheid proberen te ontwijken. Van de vier strategieën blijkt strategie twee de meest gebruikte ontwijkingsstrategie. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat met het gebruik van ontwijkingen van het delict op een (in verhouding) onopvallende manier gemanoeuvreerd worden met de verantwoordelijkheid.Show less