Adolescence is a volatile developmental period in which peers, and especially close friends, take the spotlight in influencing behavior and learning. A common developmental disorder in adolescence...Show moreAdolescence is a volatile developmental period in which peers, and especially close friends, take the spotlight in influencing behavior and learning. A common developmental disorder in adolescence is attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD), which might also influence learning in the peer context. Although research on observational learning has shown that children learn better from their peers than from adults, little attention has been paid to adolescents and the role of different peer relationship types, friendship quality, and ADHD symptoms. In our study, 203 adolescents aged 10–15 years performed an observational reinforcement learning task in four conditions (i.e., individually; with a friend; a known neutral classmate; an unknown peer) and filled out sociometric nominations and questionnaires measuring friendship quality and ADHD symptoms. Results showed that adolescents learned significantly better from a peer than individually, but there was no difference in learning performance between the social observational learning conditions (i.e., friend; neutral classmate; unknown peer). Furthermore, there was no significant interaction effect of peer relationships and friendship quality on observational learning, and the relationship between ADHD symptoms and observational learning was not mediated by friendship quality. However, ADHD symptoms had a significant negative effect on observational reinforcement learning. These findings show that adolescents benefit from learning from a peer, regardless of the relationship with that peer, encouraging the implementation of peer learning in education. Finally, the results indicate that individuals with ADHD symptoms are potentially disadvantaged in their ability to learn from peers, highlighting the importance of developing interventions to foster observational learning.Show less
Sinds 11 maart 2020 wordt er gesproken van een wereldwijde pandemie. Dit huidige onderzoek vond plaats in de periode november/december 2020, waarbij de coronamaatregelen invloed zouden kunnen...Show moreSinds 11 maart 2020 wordt er gesproken van een wereldwijde pandemie. Dit huidige onderzoek vond plaats in de periode november/december 2020, waarbij de coronamaatregelen invloed zouden kunnen hebben op vriendschapskwaliteit en academische prestaties van adolescenten. Er is in deze studie onderzocht wat de invloed is van de coronamaatregelen op het online en fysieke contact met leeftijdsgenoten van jonge adolescenten. Daarnaast zijn de relaties tussen contact met leeftijdgenoten, vriendschapskwaliteit en schoolresultaten onderzocht. De volgende online vragenlijsten zijn afgenomen bij 119 adolescenten met de leeftijd van 12 t/m 16 jaar: zelfrapportage vragenlijsten over covid-19 en schoolresultaten, de NRI en Lerid FQS. In november/december waren de coronamaatregelen strenger dan in september/oktober, maar er is geen significant verschil waargenomen in het online en fysieke contact met leeftijdsgenoten tussen deze periodes. Er is wel gevonden dat er bij meer online contact met leeftijdsgenoten, sprake is van een lagere vriendschapskwaliteit bij de jonge adolescenten. Fysiek contact met leeftijdsgenoten heeft echter geen significant effect op de vriendschapskwaliteit. Daarnaast blijkt dat er bij meer online en fysiek contact met leeftijdsgenoten, sprake is van significant lagere schoolresultaten bij de jonge adolescenten. Daarentegen hebben vriendschapskwaliteit en de interactie van contact met leeftijdsgenoten en vriendschapskwaliteit geen significante effecten op de schoolresultaten. Voor het welzijn (vriendschapskwaliteit) en de schoolresultaten van de jonge adolescenten is het dus aan te raden het online contact met leeftijdsgenoten te verminderen. Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is om te kijken naar het contact met leeftijdsgenoten tijdens en zonder de coronamaatregelen en het onderzoek offline te doen.Show less
De adolescentie is een periode waarin adolescenten grote ontwikkelingen doormaken op zowel sociaal-emotioneel, mentaal als cognitief gebied. Zo worden vriendschappen steeds hechter, wordt de...Show moreDe adolescentie is een periode waarin adolescenten grote ontwikkelingen doormaken op zowel sociaal-emotioneel, mentaal als cognitief gebied. Zo worden vriendschappen steeds hechter, wordt de vaardigheid van abstract denken verbeterd en ontwikkelen de adolescenten een eigen identiteit. In het huidige onderzoek werd gekeken naar de invloed van vriendschapskwaliteit en zelfvertrouwen op academische prestaties, gedragsmatige problemen en emotionele problemen bij jonge adolescenten. Dit onderzoek vond plaats tijdens de coronacrisis en 119 participanten van 12 tot 16 jaar oud hebben de volgende vragenlijsten ingevuld: de NRI, FQS, RSES, SDQ en een samengestelde zelfrapportage vragenlijst over de schoolcijfers. Er werden drie meervoudige regressieanalyses uitgevoerd. Er is geen significant effect gevonden van vriendschapskwaliteit op academische prestaties, gedragsmatige problemen en emotionele problemen bij de adolescenten. Tevens is er geen significant effect gevonden van zelfvertrouwen op academische prestaties en gedragsmatige problemen. Er is echter wel een significant negatief effect gevonden van zelfvertrouwen op emotionele problemen. Dit betekent dat er bij een hogere mate van zelfvertrouwen minder emotionele problemen worden ervaren door de adolescenten. Het onderzoek is in belang van het psychische welzijn van de adolescenten. Zo zou bijvoorbeeld kunnen worden gekeken naar een interventie voor het verhogen van het zelfvertrouwen om emotionele problemen te verminderen. In een vervolgonderzoek zou het interessant zijn om een grotere leeftijdsrange te onderzoeken, waaronder de vroege-, midden- en late adolescentie vallen, en zouden er ook oudervragenlijsten meegenomen kunnen worden.Show less
Op cognitief en sociaal gebied vinden er veel veranderingen plaats in de adolescentie. Een belangrijke sociale verandering is de toename in vriendschapskwaliteit. Verder hebben deze veranderingen...Show moreOp cognitief en sociaal gebied vinden er veel veranderingen plaats in de adolescentie. Een belangrijke sociale verandering is de toename in vriendschapskwaliteit. Verder hebben deze veranderingen invloed op het mentale welzijn van (jonge) adolescenten. In deze studie is onderzocht wat de invloed is van vriendschapskwaliteit en academische prestaties op het zelfvertrouwen en ervaren van stress in jonge adolescenten tijdens de coronacrisis. Hiervoor hebben 119 participanten tussen de 12 en 16 jaar een online vragenlijst ingevuld over vriendschapskwaliteit (FQS; Bukowski et al., 1994, en NRI-RQV; Buhrmeister & Furman, 2008), zelfvertrouwen (RSES; Rosenberg, 1965) en het ervaren van stress (ASQ; Anniko et al., 2018). Academische prestaties is onderzocht door middel van zelfrapportage van schoolcijfers. Er is een significant negatief effect gevonden van academische prestaties op het ervaren van stress. Dit betekent dat er bij hogere academische prestaties een mindere mate van stress ervaren wordt door de adolescenten. Er is geen significant effect gevonden van academische prestaties op het zelfvertrouwen, en ook geen significant effect van vriendschapskwaliteit op het zelfvertrouwen en ervaren van stress in jonge adolescenten. Een implicatie van het huidige onderzoek zou een interventie kunnen zijn waar bij adolescenten met lagere academische prestaties goed gekeken wordt naar of ze op het goede niveau zitten (VMBO/HAVO/VWO) en de aandacht wordt gevestigd op andere competenties. Hierdoor kan het mentale welzijn van deze adolescenten verhoogd worden. Mogelijk vervolgonderzoek zou een bredere leeftijdsrange van de adolescentie kunnen onderzoeken en meerdere culturen kunnen meenemen.Show less
Geluk kan leiden tot veel positieve uitkomsten voor adolescenten op fysiek, cognitief en sociaal gebied, zoals een gezonder hart, meer creativiteit en meer sociale connecties. In dit onderzoek werd...Show moreGeluk kan leiden tot veel positieve uitkomsten voor adolescenten op fysiek, cognitief en sociaal gebied, zoals een gezonder hart, meer creativiteit en meer sociale connecties. In dit onderzoek werd onderzocht wat het effect is van executief functioneren en academische prestaties op het geluk van jonge adolescenten en of deze effecten werden gemodereerd door de klassensfeer tijdens de coronacrisis. Dit is onderzocht aan de hand van een robuuste hiërarchische meervoudige regressie, waarin geluk de afhankelijke variabele is, en de gecentreerde variabelen executieve functies, academische prestaties en klassensfeer, en de interactie-termen executief functioneren x klassensfeer en academische prestaties x klassensfeer de onafhankelijke variabelen zijn. In totaal hebben 119 adolescenten van 12 tot en met 16 jaar oud vier online zelfrapportage vragenlijsten ingevuld, waaronder de Subjective Happiness Scale, de Webexec, en twee zelfgemaakte vragenlijsten voor de academische prestaties en de klassensfeer. De resultaten laten zien dat jonge adolescenten met een hogere mate van executief functioneren ook gelukkiger zijn. Daarnaast zijn er geen significante effecten gevonden van academische prestaties en de klassensfeer op geluk en geen significante interactie-effecten van executieve functies x klassensfeer en academische prestaties x klassensfeer op geluk. De resultaten impliceren dat het van belang is om in het onderwijs meer te focussen op het vergroten van de executieve functies, bijvoorbeeld door middel van computertrainingen, aangezien dit voor meer geluk kan zorgen. Voor vervolgonderzoek wordt het aangeraden om een bredere leeftijdsrange van adolescenten mee te nemen, gebruik te maken van meerdere meetmethodes voor de variabelen, of te controleren voor opleidingsniveau en problemen thuis.Show less
Een aanzienlijk deel van de Nederlandse jonge adolescenten kampt met emotionele- en gedragsmatige problemen. Daarnaast is er een dalende trend te zien in de leermotivatie van adolescenten. Het doel...Show moreEen aanzienlijk deel van de Nederlandse jonge adolescenten kampt met emotionele- en gedragsmatige problemen. Daarnaast is er een dalende trend te zien in de leermotivatie van adolescenten. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in factoren die mogelijk bijdragen aan de emotionele- en gedragsmatige problemen en de leermotivatie van jonge adolescenten. Er werd gekeken naar de factoren vriendschapskwaliteit en klassenklimaat. Het onderzoek is uitgevoerd tijdens de coronacrisis. Adolescenten tussen de 12 en 16 jaar hebben de volgende vragenlijsten ingevuld: NRI, LERID FQS, zelfgemaakte vragenlijst over klassenklimaat, SDQ en de REMO. De data is geanalyseerd met behulp van twee robuuste meervoudige regressies en één enkelvoudige regressie. De resultaten lieten zien dat vriendschapskwaliteit en klassenklimaat geen significante effecten hebben op emotionele- en gedragsmatige problemen bij jonge adolescenten, en dat vriendschapskwaliteit geen significant effect heeft op de leermotivatie. Echter is er wel een trend gevonden, waaruit blijkt dat er bij een hogere mate van vriendschapskwaliteit sprake is van minder gedragsmatige problemen bij de adolescenten, hoewel dit effect niet significant is. Deze gevonden trend biedt inzichten voor interventies die vriendschapskwaliteit verhogen om zo gedragsmatige problemen tegen te gaan. Vervolgonderzoek is nodig voor het onderzoeken van verschillen in gender, culturen, en vroege- en late adolescentie met betrekking tot de invloed van vriendschapskwaliteit (en klassenklimaat) op leermotivatie, emotionele- en gedragsmatige problemen.Show less
Vrienden spelen een grote rol in de ontwikkeling van adolescenten. Naarmate de vriendschappen hechter worden, neemt de invloed van die vriendschappen toe op de leermotivatie en daarmee op de...Show moreVrienden spelen een grote rol in de ontwikkeling van adolescenten. Naarmate de vriendschappen hechter worden, neemt de invloed van die vriendschappen toe op de leermotivatie en daarmee op de academische resultaten. Er is voor zover bekend weinig onderzoek gedaan naar vriendschapskwaliteit en leermotivatie door vrienden op academische resultaten, vooral tijdens de coronacrisis. In dit huidige onderzoek wordt er gekeken naar het effect van leermotivatie door vrienden op academische resultaten en of dit effect gemodereerd wordt door vriendschapskwaliteit bij jonge adolescenten. Daarnaast wordt er gekeken naar het effect van vriendschapskwaliteit op academische resultaten. In totaal hebben 119 adolescenten tussen de 12 en 16 jaar de volgende vragenlijsten ingevuld: Lerid Friendschip Quality Scale (FQS), de Network of Relationships Inventory (NRI), Relationship and Motivation scale (REMO) en zelfrapportage van hun gemiddelde cijfers van de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde . Een hiërarchische regressie analyse met bootstrap liet voor geen van de effecten een significant resultaat zien. Een mogelijke verklaring hiervoor is de invloed van de coronamaatregelen op de vriendschap, de leermotivatie en schoolresultaten van adolescenten. Het is van belang dat er onderzoek gedaan wordt naar de effecten van vriendschap en leermotivatie door vrienden op academische resultaten in coronatijd. Dit zou de onderwijspraktijk kunnen helpen bij het maken van interventies om de academische resultaten van adolescenten te verbeteren. Mogelijk kan er vervolgonderzoek gedaan worden naar de invloed van familiebanden op de leermotivatie en academische resultaten, aangezien de adolescenten door de coronamaatregelen meer tijd thuis doorbrengen dan met hun vrienden.Show less
During adolescence peers, especially friends, become increasingly important. These peers can provide each other with learning experiences by observing each other’s behaviour. The aim of this study...Show moreDuring adolescence peers, especially friends, become increasingly important. These peers can provide each other with learning experiences by observing each other’s behaviour. The aim of this study was to investigate the effect of peer relationships, friendship quality and self-esteem on observational reinforcement learning in adolescence. In this study, 232 participants from 10 to 15 years old performed an observational reinforcement learning computer task in four different conditions: individual learning, learning from an unknown peer, learning from a neutral classmate and learning from a friend. In this computer task participants had to learn which of two stimuli had a higher probability of reward. Besides, the participants completed friendship quality questions and a self-esteem questionnaire. A mixed ANOVA showed that adolescents learn significantly better when learning from a peer compared to when learning individually. However, the relationship with this peer (friend, neutral classmate or unknown peer) has no significant effect on reinforcement learning outcomes. Furthermore, our results showed no significant differences in reinforcement learning between adolescents with lower friendship quality and adolescents with higher friendship quality and no significant differences in reinforcement learning between adolescents with a lower self-esteem and adolescents with a higher self-esteem. Our study also did not find a significant interaction effect of peer relationships and friendship quality on observational reinforcement learning and no significant interaction effect of peer relationships and self-esteem on observational reinforcement learning. Thus, our study suggests that adolescents’ learning outcomes are better when they learn with peers, but the relation to the peer whom they learn with matters less. Future studies could further extend the knowledge on the topic of observational reinforcement learning, peer relationships, friendship quality and self-esteem in adolescents by examining cross-cultural differences from early to late adolescence in both a controlled and natural setting.Show less