Depressie is een veel voorkomende stoornis, vooral bij vrouwen. Er zijn verschillende cognitieve en neurale risicofactoren die bijdragen aan depressiegevoeligheid. Brooding ruminatie is een...Show moreDepressie is een veel voorkomende stoornis, vooral bij vrouwen. Er zijn verschillende cognitieve en neurale risicofactoren die bijdragen aan depressiegevoeligheid. Brooding ruminatie is een belangrijke cognitieve risicofactor. Een belangrijke neurale risicofactor is abnormale connectiviteit in of tussen een van de netwerken van het triple netwerk model. Het doel van dit bachelorproject is om te onderzoeken wat er in het salience netwerk gebeurt bij vrouwen tijdens acute ruminatie. Hiermee proberen we inzicht te krijgen in eventuele neurale aanwijzingen voor depressiegevoeligheid. Hiervoor zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld; wat is het effect van acute ruminatie op het salience netwerk bij vrouwen? Wordt de grootte van het effect van ruminatie gemodereerd door de gevoeligheid voor depressie? Hebben deelnemers met een hoge score op brooding ruminatie ook een hoge score op de LEIDS? Voor dit onderzoek hebben vrouwelijke participanten verschillende vragenlijsten ingevuld en zijn er MRI-scans van de hersenen gemaakt; één tijdens ruminatie en één tijdens resting-state. Vervolgens is er een region of interest analyse op de scans, een moderatie analyse op het effect en een correlatie analyse op de resultaten van de vragenlijsten uitgevoerd. Hieruit blijkt dat tijdens acute ruminatie verschillende hersengebieden meer connectiviteit met het salience netwerk vertonen. Er zijn geen significante resultaten gevonden voor de moderatie en correlatie analyse. Concluderend, acute ruminatie leidt tot een verhoogde functionele connectiviteit met het salience netwerk, dit leidt niet tot meer depressieve gevoeligheid; hoge connectiviteit met het salience netwerk zou dus geen biologische marker zijn voor depressiegevoeligheid. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden een inclusievere groep te onderzoeken.Show less
In recent times, ketamine has gained significant attention in clinical research, particularly for its potential to treat major depressive disorder. However, the mechanisms underlying ketamine’s...Show moreIn recent times, ketamine has gained significant attention in clinical research, particularly for its potential to treat major depressive disorder. However, the mechanisms underlying ketamine’s antidepressant effects are unclear. Previous research has noted that ketamine influences heart rate variability (HRV). Several studies have found ketamine to decrease HRV, while one study observed an increase. It is uncertain whether this is a general effect of ketamine on HRV or whether this was found in individuals because vulnerability to depression strengthened this relationship. In line with this, prior literature established a relationship between HRV and vulnerability to depression. Thus, the current study aims to examine whether ketamine decreases HRV in a healthy (unmedicated) population. Additionally, it is the aim to investigate whether this effect is moderated by a cognitive vulnerability to develop depression. Fifteen female participants, aged 18 to 28 years of age, were analysed using heart rate variability measures and the Leiden Index of depression sensitivity (LEIDS-R). A paired t-test revealed that ketamine significantly decreased HRV 30-40 minutes after infusion. However, vulnerability to depression was not found to significantly moderate the relationship between ketamine and HRV. These findings contribute to the mixed literature on ketamine’s effects on HRV, suggesting variations between healthy and depressed populations. Future research aimed at replicating these findings, exploring cognitive vulnerability in individuals who were once depressed but recovered, and examining the long-term effects of ketamine on HRV is imperative.Show less