Achtergrond: Trauma door meegemaakte kindermishandeling beïnvloedt aanzienlijk de mate van ouderschapsstress en de kwaliteit van gezinsfunctioneren. Hoewel er uitgebreid onderzoek is gedaan naar...Show moreAchtergrond: Trauma door meegemaakte kindermishandeling beïnvloedt aanzienlijk de mate van ouderschapsstress en de kwaliteit van gezinsfunctioneren. Hoewel er uitgebreid onderzoek is gedaan naar ouderschapsstress bij moeders en de effecten van jeugdtrauma hierin, ontbreekt het aan diepgaand onderzoek naar vaders in deze context. Doelstellingen: Dit onderzoek richt zich op het verkennen van de vraag hoe jeugdtrauma de huidige opvoedervaringen van nieuwe vaders beïnvloedt, wat belangrijk is voor het doorbreken van de cyclus van intergenerationeel trauma. Methode: In totaal beantwoordden 191 nieuwe vaders van kinderen tussen de 0 en 3 jaar oud een online zelfrapportagevragenlijst die bestond uit de Childhood Trauma Questionnaire (CTQ), de Parental Stress Scale (PSS) en de Coparenting Scale (CRS). Met een mediatieanalyse werd gekeken in welke mate ouderschapsstress werd voorspeld door een verleden van kindermishandeling bij nieuwe vaders, en in welke mate gezinsfunctioneren dit verband medieerde. Resultaten: Meegemaakte kindermishandeling bleek geen directe of indirecte significante voorspeller van ouderschapsstress in dit onderzoek (β = .013, p = .841; z = -.014, p = .559). Het gezinsfunctioneren was echter wel een significante voorspeller van ouderschapsstress (β = -0.423, p < .001), wat aangeeft dat lager gezinsfunctioneren samengaat met hogere ouderschapsstress. De hypothese dat gezinsfunctioneren een mediator is in de relatie tussen meegemaakte mishandeling en ouderschapsstress werd niet ondersteund. Conclusie: De huidige studie is een aanzet tot nieuw onderzoek naar ervaringen van nieuwe vaders. Vaders hebben namelijk een steeds grotere rol in de opvoeding en kunnen trauma doorgeven aan hun kinderen. Het huidige onderzoek suggereert dat trauma bij vaders op een andere manier doorwerkt in ouderschap dan bij moeders. Hier moet rekening mee gehouden worden in toekomstige studies én bij de ontwikkeling van interventies of ondersteuningsprogramma’s.Show less
Although the well-documented vulnerability of parents with childhood trauma to relationship difficulties and parenting stress during the perinatal period, existing studies have primarily focused on...Show moreAlthough the well-documented vulnerability of parents with childhood trauma to relationship difficulties and parenting stress during the perinatal period, existing studies have primarily focused on mothers and have not differentiated between various types of childhood trauma (Chamberlain et al., 2019; Prachason et al., 2023). This study aims to address these gaps by investigating the impact of a history of emotional abuse or emotional neglect on the quality of partner relationships among fathers. Additionally, this study examined whether parenting stress mediates this relationship while correcting for cultural background, socio-economic status (SES), and psychological problems of the fathers. It was hypothesized that a history of emotional abuse and emotional neglect in fathers would be associated with lower quality partner relationships, and that parenting stress would mediate this relationship. A sample of 191 fathers, recruited through voluntary response sampling, completed the Childhood Trauma Questionnaire- Short Form, the Dyadic Adjustment Scale-7, and the Parental Stress Scale to assess experiences of emotional abuse or neglect, the quality of the partner relationship, and parenting stress, respectively. Regression analyses revealed a significant negative relationship between emotional neglect and partner relationship quality, as well as between parenting stress and partner relationship quality. No significant effects were observed for other variables. Furthermore, parenting stress did not mediate the relationship in either model. In summary, the findings indicate that fathers with a history of emotional neglect and fathers with parenting stress experience diminished quality in their partner relationships. Given that partner relationship quality influences the well-being of fathers and affects child development, it is essential to provide support for fathers with a history of emotional neglect (Christie et al., 2017). By incorporating insights from follow-up research into effective interventions, the well-being of both fathers and their children can be enhanced.Show less
Kinderen uit etnische minderheidsgroepen ondervinden achterstanden op school en ervaren een lagere kwaliteit zorg. Onderzoek naar onderliggende mechanismes is nodig om etnische ongelijkheden beter...Show moreKinderen uit etnische minderheidsgroepen ondervinden achterstanden op school en ervaren een lagere kwaliteit zorg. Onderzoek naar onderliggende mechanismes is nodig om etnische ongelijkheden beter te begrijpen. Echter, veel onderzoek bestudeerde de interacties tussen volwassenen. De huidige studie is een replicastudie (Spencer, Heitland, Montoya, Branje, & Bos, 2018) waarbij de neurale structuren die plaatsvinden bij interacties tussen volwassenen en kinderen met verschillende etnische kenmerken worden bestudeerd. In het huidige onderzoek werd met behulp van event-related potentials (ERPs) de neurale verschillen bij gezonde vrouwen (N = 81) gemeten terwijl zij keken naar ingroup (eigen etniciteit) en outgroup (andere etniciteit) kindergezichten. Daarnaast werd onderzocht of verschillen in ERP componenten gerelateerd zijn aan gedragsreacties door het meten van schattigheidsbeoordelingen en de motivatie om naar een kindergezicht te kijken. Eerdere resultaten met volwassengezichten als stimuli komen deels overeen met de resultaten van het huidige onderzoek, waarbij op de P200 component en de N170 component sterkere reacties werden gemeten op de outgroup stimuli en op de N200 component waren de reacties op de ingroup stimuli sterker. Op de N100 component werden geen verschillen gemeten. Ook speelde etniciteit geen rol in de schattigheidsbeoordelingen en de motivatie om een kindergezicht te bekijken. Alles samengenomen dragen deze bevindingen bij aan het begrijpen van onderliggende mechanismes in de omgang met kinderen uit etnische minderheidsgroepen.Show less
Children are known to rely on others’ facial expressions to guide their behavior and to use their own affective state to elicit desired reactions. Recent facial mimicry literature argues that...Show moreChildren are known to rely on others’ facial expressions to guide their behavior and to use their own affective state to elicit desired reactions. Recent facial mimicry literature argues that automatic imitation of others’ emotional expressions can be altered based on social motivations. The present study aimed to explore the impact of learning about children’s internalizing and externalizing behaviors on young adults’ facial mimicry to children’s sad dynamic displays. Potential moderations of implicit gender bias and time spent with children were also investigated. Our final sample included 25 young adults (80% females) between the ages of 18 and 30. Participants’ frowning responses to primary-school aged children’s video displays of sad facial expressions were measured via facial electromyography (fEMG). Using a within-subject design, facial mimicry was assessed before and after learning about children’s behaviors. Participants additionally estimated a total weekly hours they spend with children and completed an adapted Implicit Association Task (IAT) measuring their implicit gender bias towards children’s behaviors. Results did not reveal any significant change in young adults’ facial responses after learning about children’s behaviors, suggesting that internalizing behaviors did not elicit increased mimicry compared to externalizing behaviors and baseline. An interaction of participants’ implicit gender bias was found with behavior and time (p = .04). Adults with greater positive bias tended to mimic internalizing children more than externalizing children. Lastly, no moderation of time spent with children was found, which might be a result of a lack of variability in the sample. The present study tentatively points towards a moderation of implicit gender bias on adults’ affiliative motivations. Prevention and intervention programs may be needed to increase caregivers and teachers’ sensitivity and responsivity to high risk children’s emotional expressions.Show less
Adults’ facial responses to children’s anger expressions contribute to emotion socialization. As children’s gender and adults’ gender-emotion biases predict variation in other socialization...Show moreAdults’ facial responses to children’s anger expressions contribute to emotion socialization. As children’s gender and adults’ gender-emotion biases predict variation in other socialization behaviours, we explored whether these factors would predict adults’ facial responses to children’s anger expressions in the present study. Furthermore, we investigated whether learning contextual information about the children would modulate adults’ responses using a within-subjects study design. Fifty-five participants (46 women, mean age = 21 years) viewed neutral-to-angry morphs while their facial responses were recorded using electromyography. This task was repeated after they learned to associate the children with internalizing or externalizing behaviours. Gender-emotion bias was measured using a modified implicit association test (IAT). Prior to the learning task, adults showed a pattern of corrugator (frown) activation and deactivation in response to children’s anger. Neither children’s gender nor adults’ bias predicted facial responses. After the learning task, a similar pattern of corrugator activity was nonsignificant in response to girls. Adults showed greater corrugator deactivation in response to boys, although neither their gender bias nor children’s behaviour predicted facial responses. These findings provide more evidence that learning about children’s social context can modulate adults’ facial responses to children’s emotional expressions. The implications for research on gendered emotion socialization are discussed.Show less
Throughout development, children rely heavily on social referencing to help them make difficult choices and to regulate their emotions and behavior. The expressions and facial mimicry of parents,...Show moreThroughout development, children rely heavily on social referencing to help them make difficult choices and to regulate their emotions and behavior. The expressions and facial mimicry of parents, teachers and other adults who are part of a child’s life play a large role in this process. Although it was first believed that this mechanism was just another part of motor mimicry, results of previous studies tell us otherwise. It appears that expressions and mimicry are strongly influenced by context, such as likeability, bias, and similarity. Based on this knowledge, the current study looked at the effect of externalizing behavior and gender of a child on the automatic facial responses of adults and took a possible moderating effect of an existing gender bias into account. The sample consisted of 25 participants who completed two EMG tasks to measure facial mimicry and the IAT to measure gender bias. Results show that there appears to be a difference in mimicry when looking at happy boys. Participants frown more towards happy externalizing boys than towards happy internalizing boys, a possible sign of disapproval. Bias also appeared to have an effect. Only participants with a lower bias score showed the aforementioned behavior towards happy boys, possibly because of the influence of expectations and empathy. The results show us that a small amount of information can influence the way adults behave towards children, even if the viewer is not familiar with the child.Show less