Naar aanleiding van de problemen in de uitvoering en de roep om de menselijke maat weer terug te brengen is recent het 'werken volgens de bedoeling' als beleidsinstrument geïntroduceerd binnen het...Show moreNaar aanleiding van de problemen in de uitvoering en de roep om de menselijke maat weer terug te brengen is recent het 'werken volgens de bedoeling' als beleidsinstrument geïntroduceerd binnen het openbaar bestuur. Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de beleidsprestatie. In dit kwalitatieve onderzoek is onderzocht in hoeverre de doelstellingen van het IUC-veranderprogramma ‘Vooruit naar de Bedoeling’ zijn gerealiseerd voor wat betreft de uitvoering van de aanbestedingswet en hoe de mate van succes zich laat verklaren? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn de succes- en faalfactoren van Hoogerwerf et al. (2021) gebruikt waaraan dialoog en reflectie als wezenlijk onderdeel van ‘werken volgens de bedoeling’ zijn toegevoegd als verklarende variabele. De verwachting was dat het ‘werken volgens de bedoeling’ tot een beter begrip zou leiden van de te realiseren kwaliteit van de dienstverlening. Op basis van de resultaten in dit onderzoek is dat echter niet aangetoond want hoewel het belang van conforme uitvoering van de Aanbestedingswet niet in twijfel wordt getrokken, wordt de doel-middelen relatie nog niet breed aanvaard en geaccepteerd en ervaren stakeholders van het IUC (vooralsnog) niet dat interactie leidt tot het gezamenlijk reflecteren op de te leveren bedoeling en/of dat hun bedoeling meeweegt in de oordeelsvorming en het handelen van een IUC-medewerker; regels en oneigenlijke doelen lijken nog steeds te prevaleren. Desalniettemin zijn er tekenen die erop duiden dat deze werkwijze potentie heeft om waarde toe te voegen aan de kwaliteit van de uitvoering. De data uit dit onderzoek laten namelijk zien dat dit beleidsinstrument 'werken volgens de bedoeling' potentie kan hebben wanneer het voeren van een dialoog met stakeholders en gezamenlijke reflectie op de bedoeling meer tot wasdom komt en dat het de moeite waard is om verder te onderzoeken hoe de elementen dialoog en reflectie bijdragen aan het discours over de kwaliteit van de dienstverlening, over de doeltreffendheid van de beleidsuitvoering en hoe kan worden voorkomen dat de bedoeling ‘gets lost in translation’.Show less
De energietransitie is een van de belangrijkste opgaven van deze generatie. Bij de klimaattop van de Verenigde Naties die in 2015 plaatsvond in Parijs is een akkoord gesloten met 195 landen,...Show moreDe energietransitie is een van de belangrijkste opgaven van deze generatie. Bij de klimaattop van de Verenigde Naties die in 2015 plaatsvond in Parijs is een akkoord gesloten met 195 landen, waaronder 27 Europese Unie lidstaten, om het huidige energiesysteem te transformeren ten behoeve van het klimaat. De afspraken hebben ondertussen een weg gevonden tot op het gemeentelijke bestuursniveau. Afspraken die voortkomen uit Multi-level Governance kennen verschillende beleidsrondes waarop actoren invloed kunnen uitoefenen. Er is veel informatie bekend over de invloed van private actoren op de afspraken die gemaakt zijn op nationaal en internationaal niveau. In dit onderzoek wordt er gekeken naar het gemeentelijke bestuursniveau. Er wordt gekeken naar de invloed van private actoren op het Rotterdams Klimaatakkoord voor de Haven en de industrie en hoe de metagovernancepositie van de Gemeente Rotterdam van invloed is geweest op de uitkomsten in het akkoord. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is er een kwalitatieve en deductieve single casestudy uitgevoerd en de onderzoeksgegevens zijn verzameld door middel van interviews en deskresearch. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat private actoren het overgrote deel van hun beleidswensen volledig terug zien komen in de uitkomsten die hebben geleid tot het Rotterdams Klimaatakkoord voor de Haven en industrie. De Gemeente Rotterdam is voor het behalen van de CO-reductiedoelstelling afhankelijk van de kennis, expertise, producten en diensten van de private actoren. De invloed die de overheid heeft komt voornamelijk voort uit de financiële middelen, maar op gemeentelijk niveau zijn de financiële middelen niet van voldoende omvang om invloed uit te oefenen op de uitvoering van alle private actoren. Doordat private actoren beschikken over de hulpmiddelen waarvan de gemeente afhankelijk is, hebben zij een machtspositie binnen het Multi-level Governance netwerk. Bij de uitvoering van de energietransitie is er tussen de private actoren ook sprake van onderlinge afhankelijkheden. Hierdoor kunnen per project de machtposities van de private actoren ook wisselen. De gemeente heeft voornamelijk een invloedrijke rol doordat zij wel de macht hebben over het samenstellen en het bepalen van het einddoel van het netwerk. Samenvattend kan worden gezegd dat private actoren een invloedrijke rol hebben bij gemeentelijke beleidsakkoorden en neemt de gemeente deel als gelijkwaardig lid aan het Multi-level Governance netwerk. Er is voornamelijk sprake van invloed van de gemeente vooraf aan de onderhandelingen bij het samenstellen en bepalen van het einddoel van het netwerkShow less
Decennia aan onderzoek wijst uit dat de verhouding tussen de politieke en de ambtelijke sfeer een van de meest bediscussieerde onderwerpen binnen de bestuurskunde is. Dit komt doordat er regelmatig...Show moreDecennia aan onderzoek wijst uit dat de verhouding tussen de politieke en de ambtelijke sfeer een van de meest bediscussieerde onderwerpen binnen de bestuurskunde is. Dit komt doordat er regelmatig frictie bestaat tussen de politiek en de uitvoering, wat een soepele beleidsopzet en beleidsimplementatie in de weg staat. In tijden van de wereldwijde coronapandemie is de Nederlandse overheid er echter in geslaagd om de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) bijzonder snel te ontwikkelen en door te voeren in de praktijk. Dit roept vragen op over of de coronacrisis wijzigingen heeft aangebracht in de politiek- ambtelijke verhoudingen ten voordele van beleidsontwikkelingen en implementaties. In dit kwalitatieve onderzoek wordt aan de hand van het bekende principaal-agent model en het relatief nieuwe principaal-steward model een samenwerkingsvisie bestudeerd die de nieuwe politiek-ambtelijke verhoudingen tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering omschrijft. Een continuüm-benadering van de modellen laat zien dat mede als gevolg van de NOW-regeling elementen van het principaal- steward model hun intreden doen in een overheersend principaal-agent relatie tussen het ministerie en de uitvoeringsorganisatie. Het onderzoek concludeert dat de NOW-regeling onderdeel uitmaakt van een bredere tendens die ervoor zorgt dat politiek-ambtelijke verhoudingen aan verandering onderhevig zijn en dat de context hier bovendien een primaire rol in speelt.Show less
Masterscriptie over het burgerparticipatietraject bij Winkelcentrum de Kopermolen in de Leidse Merenwijk, waarbij er een koppeling wordt gelegd met interactief beleid.
Blockchain technologie heeft een aantal kenmerken die er voor zorgen dat het gezien wordt als dé toekomst voor veilige informatieopslag. Echter zijn er nog weinig onderzoeken gedaan naar de werking...Show moreBlockchain technologie heeft een aantal kenmerken die er voor zorgen dat het gezien wordt als dé toekomst voor veilige informatieopslag. Echter zijn er nog weinig onderzoeken gedaan naar de werking van deze technologie binnen de publieke sector. Estland is een van de weinige landen waar blockchain technologie reeds is geïmplementeerd. Echter bleek uit de bevindingen van dit onderzoek dat Estland slechts een aantal elementen van de technologie heeft gebruikt, voornamelijk hebben ze ingezet op het gebruiken van het hashing systeem, dat een belangrijke rol speelt binnen de blockchain technologie. Daarnaast bleef het land grote aantallen cyberincidenten kennen. Om die redenen is geconcludeerd dat binnen de case van blockchain technologie in Estland een geringe impact van de technologie op gebied van de cybersecurity in het land is aangetroffen. Meer onderzoek naar blockchain in de publieke sector is nodig om de daadwerkelijke impact op gebied van cybersecurity vast te stellen.Show less
In dit onderzoek is met behulp van kwalitatieve methoden onderzoek gedaan naar de rol van publiek leiderschap bij de creatie van de maatschappelijke meerwaarde en hoe publiek leiderschap kan...Show moreIn dit onderzoek is met behulp van kwalitatieve methoden onderzoek gedaan naar de rol van publiek leiderschap bij de creatie van de maatschappelijke meerwaarde en hoe publiek leiderschap kan bijdragen aan het bevorderen en behouden van het “werken volgens de bedoeling” binnen een uitvoeringsorganisatie.Show less
De uiteenlopende belangen van de overheid en de schoolbesturen zorgen ervoor dat het Curaçaose onderwijsomgeving niet effectief functioneert. De schoolbesturen vertrouwen niet in het project zoals...Show moreDe uiteenlopende belangen van de overheid en de schoolbesturen zorgen ervoor dat het Curaçaose onderwijsomgeving niet effectief functioneert. De schoolbesturen vertrouwen niet in het project zoals die op dit moment uitgevoerd wordt. Er heerst een gevoel dat de overheid een leerlingvolgsysteem wil opleggen aan de schoolbesturen, die daardoor ook bang zijn dat de vrijheid van onderwijs aangetast gaat worden. Het is als het ware een gevecht tussen bezuinigen en de vrijheid van onderwijs. Garantie over de duurzaamheid van een gecentraliseerd leerlingvolgsysteem ontbreekt. Botsing van belangen van de eigen organisatie (schoolbestuur en ingehuurde externe partij door de overheid) en de belangen van de netwerk als geheel (gezamenlijke belang) zorgt ervoor dat een volledig sterke commitment niet gerealiseerd kan worden. Van een sterke/intensieve betrokkenheid van de schoolbesturen is er ook geen sprake, gezien de schoolbesturen geen keuzes kan maken in prioriteren. Gebrek aan flexibiliteit, wederkerigheid, het geven van meer betrokkenheid vanuit de overheid en het tekort aan commitment vanuit zowel de door de overheid ingehuurde externe partij (door gebrek aan interne expertise) en de schoolbesturen zorgen ervoor dat de Curaçaose onderwijsomgeving niet effectief functioneert. Bovendien speelt collectief leiderschap een zeer beperkte rol binnen de Curaçaose onderwijsomgeving. Ondanks dat er sprake is van een algemene betrokkenheid van de schoolbesturen in het project digitalisering binnen het onderwijs, worden elementen van collectief leiderschap zoals autoriteit, zelfsturende besluitvorming, informatie-uitwisseling en verantwoordelijkheid niet gedelegeerd op cruciale momenten. Bij het definiëren van de missies en processen is er geen sprake van collectief leiderschap geweest, omdat de element zelfsturende besluitvorming en autoriteit niet gedelegeerd werd aan de subgroep ondanks dat de missie digitalisering binnen de scholen niet goed geleid kan worden door de overheid (kerngroep). De overheid loopt dan expertise en kennis mis bij het prioriteren van belangen. Door gebrek aan richtinggevende taal vanuit de stuurgroep, empathische taal vanuit de kerngroep (overheid), tweerichtingscommunicatie tussen de stuurgroep en de kerngroep; en gebrek aan communicatienormen ontstaan er verschillende interpretaties, loopt de stuurgroep en de kerngroep kennis en expertise mis en wordt de leiderschapsrol autoriteit door elkaar gehaald. Bovendien is er sprake van een gebrek aan een goede (informele) relatie tussen de stuurgroep en de kerngroep en die ook niet gefaciliteerd wordt door een persoon. Hierdoor wordt de element informatie-uitwisseling niet gerealiseerd om een hoogkwalitatief project te bereiken. Door gebrek aan informele relatie tussen de subgroepleden worden informatie niet snel genoeg met elkaar gedeeld. Het komt ook voor dat door het ontbreken van informele relaties bepaalde leden opportunistisch gedrag tonen die dan ten koste gaan van de collectiviteit.Show less
Dit onderzoek betreft twee transnationale anti-corruptie waakhonden Transparency International en Groups of States Against Corruption. Beide organisaties hebben een wereldwijde invloed op het...Show moreDit onderzoek betreft twee transnationale anti-corruptie waakhonden Transparency International en Groups of States Against Corruption. Beide organisaties hebben een wereldwijde invloed op het gebied van de voorkoming en bestrijding van corruptie. In dit onderzoek wordt gekeken naar de de organisatietype, de activiteiten en de bevoegdheden van beide waakhonden.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht hoe organisaties gebruik maken van media-aandacht in hun lobbystrategie. Specifiek wordt gekeken naar de manier waarop organisaties in de zorgsector in de periode...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht hoe organisaties gebruik maken van media-aandacht in hun lobbystrategie. Specifiek wordt gekeken naar de manier waarop organisaties in de zorgsector in de periode 2019-2020 gebruik maken van media-aandacht in het NRC Handelsblad en De Volkskrant. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag wat voor organisaties gebruik maken van deze vorm van outside lobbying en op welke manier organisaties dit doen. Door de keuze voor de periode 2019 en 2020 wordt er zowel een “regulier” jaar onderzocht waarin de zorgsector relatief normaal functioneerde als een crisisjaar waarin het coronavirus de zorgsector op haar kop zette. Hiermee wordt ook gekeken naar de verschillen in het gebruik van media-aandacht in de lobbystrategie van organisaties in een regulier jaar ten opzichte van een crisisjaar.Show less