Met de toenemende verantwoordelijkheden van gemeenten en het tegelijkertijd dalende vertrouwen in de lokale bestuursvorm, wordt roep om een oplossing steeds groter. Burgerparticipatie heeft zich al...Show moreMet de toenemende verantwoordelijkheden van gemeenten en het tegelijkertijd dalende vertrouwen in de lokale bestuursvorm, wordt roep om een oplossing steeds groter. Burgerparticipatie heeft zich al bewezen als een middel om vertrouwen in de overheid en elkaar te versterken. Maar in een poging participatieve ongelijkheid aan te pakken en de opkomst van meer digitale communicatiemiddelen gebruiken steeds meer gemeenten online participatiemethoden. Corona heeft dit in een stroomversnelling gebracht. Het blijft echter onduidelijk op online participatie ook kan helpen in het terugwinnen van vertrouwen. Daarom richt dit onderzoek zich op de vraag hoe online participatie het vertrouwen in het lokaal bestuur beïnvloedt. Hiervoor is gekeken naar gebruik van de tool CitizenLab in de gemeente Utrecht. Op basis van literatuur werd verwacht dat de toegankelijkheid, responsiviteit en transparantie van online participatie een positief effect op vertrouwen in het lokaal bestuur zouden hebben. Na analyse van beleidsdocumenten en gehouden interviews kan worden geconcludeerd dat het responsieve aspect van online participatie in Utrecht een positief effect heeft op het vertrouwen in het lokaal bestuur, omdat men daardoor vindt dat de gemeente zorgen of opmerkingen serieus neemt, goed luistert en hierom het lokaal bestuur als geheel ook als ontvankelijk wordt gezien. Online participatie wordt ook als toegankelijk en transparant ervaren, maar een positief verband tussen de toegankelijkheid of transparantie van online participatie en vertrouwen in lokaal bestuur kon niet worden aangetoond in dit onderzoek. Transparantie lijkt wel een belangrijke rol te spelen in online participatie en dient daarom verder onderzocht te worden.Show less
In dit paper wordt onderzoek gedaan naar het effect van langer doorwerken op de mentale gezondheid bij ouderen. De pensioenleeftijd is sinds 2013 omhoog gegaan, om kosten te besparen op de...Show moreIn dit paper wordt onderzoek gedaan naar het effect van langer doorwerken op de mentale gezondheid bij ouderen. De pensioenleeftijd is sinds 2013 omhoog gegaan, om kosten te besparen op de rijksbegroting. De stijging van de deze pensioenleeftijd heeft mogelijk effect op de mentale gezondheid van ouderen, doordat dit een drastische verandering is voor deze groep aangezien men langer moet blijven werken. Het is hierbij interessant om het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd op de mentale gezondheid te onderzoeken. Aan de hand van 3 regressies wordt gezocht naar empirisch bewijs dat statistisch significant is. Er zijn geen statistisch significante resultaten uit de regressies gekomen. Er kan hierdoor geen effect van langer doorwerken op de mentale gezondheid van ouderen worden aangetoond. Vervolg onderzoek moet beter uitkomst bieden om de consistentie in literatuur wat betreft werk en mentale gezondheid te verbeteren.Show less
Dit deductieve kwantitatieve onderzoek toont aan dat belangengroepen in Nederland bestaan uit voornamelijk oudere, hogere opgeleide en autochtone personen. Diversiteit in termen van leeftijd,...Show moreDit deductieve kwantitatieve onderzoek toont aan dat belangengroepen in Nederland bestaan uit voornamelijk oudere, hogere opgeleide en autochtone personen. Diversiteit in termen van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, politieke voorkeur en migratieachtergrond (zowel los als samengebundeld) heeft geen invloed op de politieke toegang van belangengroepen. Het budget van een belangengroep speelt echter wel een rol in hun politieke toegang. Deze bevindingen hebben normatieve implicaties, aangezien ze wijzen op een gebrek aan inspanningen van politiek en bestuurlijke actoren om gelijke representatie en participatie van diverse groepen te bevorderen. Het onderzoek benadrukt de noodzaak van een democratisch systeem dat inclusief, representatief en responsief is. Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van de Comparative Interest Group-survey (Beyers, Fink-Hafner, Maloney, Novak, & Heylen, 2020) Er zijn echter beperkingen in de data en metingen gebruikt in dit onderzoek, waardoor verder onderzoek nodig is om bias in het drukgroepsysteem in Nederland te onderzoeken, bijvoorbeeld met een focus op intersectionaliteit.Show less
Renters associations in the Netherlands are struggling with decreasing membership numbers and connecting with their constituency, threatening their ability to participate in- and shape policymaking...Show moreRenters associations in the Netherlands are struggling with decreasing membership numbers and connecting with their constituency, threatening their ability to participate in- and shape policymaking in a futureproof way (Raeflex, 2021; Terlingen, 2016). Yet renters organisations are expected to play a bigger part representing interests in policies regarding residential issues (Ministry of the Interior and Kingdom Relations, 2022) and are perceived to have a mandate on behalf of ‘the renters’ (Terlingen 2016). In this paper, the relationship between membership involvement (x) and group accountability (y) will be investigated with a quantitative, deductive approach. It will be built on the (quantitative) frameworks by Fraussen et al., (2021) for ‘group accountability’ with dimensions of ‘information, discussion and consequence’ and Albareda (2018) for ‘member involvement’ with dimensions of ‘interaction, decision making and local chapters’. The case being investigated is five renters organisations of the housing corporation QuaWonen within the Krimpenerwaard (South-Holland). Semi-structured interviews will be conducted with the executive level of renters organisations. The research question posed is: ‘How does membership involvement affect group accountability from the perspective of the board members of renters organisations?’ Findings tentatively show that the ability of renters organisations to function as transmission belts, translating policy preferences of their members, is mainly limited by membership involvement. Members can experience barriers to involvement. Accountability is improved by involvement through by being informed, being able to discuss and asking questions.Show less
Samenvatting Sinds 2000 wordt er meer aandacht besteed om een manier te vinden of representatieve bureaucratie kan bijdragen om hoogwaardige gezondheidszorg te blijven leveren aan een steeds meer...Show moreSamenvatting Sinds 2000 wordt er meer aandacht besteed om een manier te vinden of representatieve bureaucratie kan bijdragen om hoogwaardige gezondheidszorg te blijven leveren aan een steeds meer divers wordende bevolking. De manier van leiderschap zou kunnen bijdragen aan de mate representatie. Deze scriptie zal onderzoeken in hoeverre de transformationele en transactionele leiderschapsstijlen invloed hebben op de actieve representatie van gender en de sociaal- culturele achtergrond van de medewerkers binnen de GGZ-instelling Altrecht. Dit gebeurt aan de hand van de onderzoeksvraag: ‘In hoeverre hebben transformationeel en transactioneel leiderschap invloed op de actieve representatie van gender en sociaal-culturele achtergrond in de GGZ-instelling Altrecht?’ Door middel van kwalitatief, inductief onderzoek is er geprobeerd een antwoord te geven op deze vraag. Om te onderzoeken in hoeverre deze invloed bestaat zijn er zes interviews afgenomen met twee leiders binnen Altrecht en vier medewerkers die direct onder deze leiders werken. Uit dit onderzoek is gebleken dat het medewerkers gebruik maken van hun sociaal-culturele achtergrond in hun werk. In dit onderzoek had de mannelijke leider meer transactioneel leiderschap in verhouding met net wat meer transformationeel leiderschap van de vrouwelijke leider. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke medewerkers sociaal-cultureel actief inzetten, dus beide geslachten evenveel. Op basis van de onderzochten factoren is er geen bewijs gevonden dat de leiderschapsstijl een directe invloed heeft op de actieve representatie van de sociaal-culturele achtergrond van de medewerkers. Evenzo is er geen bewijs gevonden dat gender hier invloed op heeft. Er is wel een aanwijzing gevonden dat als de leider zich openstelt en zich uitspreekt naar de medewerkers, dat dit mogelijk invloed heeft op de actieve representatie van de sociaal-culturele achtergrond. Om antwoord te geven op de hoofdvraag: ‘In hoeverre hebben transformationeel en transactioneel leiderschap invloed op de actieve representatie van gender en sociaal-culturele achtergrond in de GGZ-instelling Altrecht?’ Is het antwoord, dat de manier van leiderschap weinig tot geen invloed heeft op de sociaal- culturele actieve representatie van de medewerkers in de GGZ-instelling Altrecht.Show less