Deze scriptie onderzoekt hoe de NSDAP erin slaagt om een grote electorale aanhang te verwerven in de jaren tussen 1928 en 1933. Dit wordt gedaan door enerzijds te onderzoeken aan welke idealen en...Show moreDeze scriptie onderzoekt hoe de NSDAP erin slaagt om een grote electorale aanhang te verwerven in de jaren tussen 1928 en 1933. Dit wordt gedaan door enerzijds te onderzoeken aan welke idealen en stromingen binnen de Weimar-samenleving de NSDAP appelleert, en anderzijds door te onderzoeken hoe de bestaande sociale en politieke context de opkomst van de NSDAP beïnvloedt. Met behulp van Nazi-propaganda wordt gekeken naar de manier waarop de partij zich manifesteerde in de samenleving.Show less
This proposed research aims to discuss how obstetrical care in the Dutch East Indies was constructed in the 1930s. It will be depicted that the performance of colonial obstetric care system and the...Show moreThis proposed research aims to discuss how obstetrical care in the Dutch East Indies was constructed in the 1930s. It will be depicted that the performance of colonial obstetric care system and the debates and perspectives which are mainly from four physicians. These physicians had different races, two were Dutch, one was Javanese and one was American. They showed their different perspectives on advancing obstetric care in rural regions and tried to be practical depending on the situation in villages. However, these physicians were male, but their patients were female. The gender gap had to be crossed when male obstetricians helped mothers to deliver. This gap emanated from their unequal status: women seldom had opportunities to express their opinion and were written about from male perspectives. Based on the articles which these four physicians wrote, this research will explain the urban-rural divide of obstetric care, the attitude of indigenous medicine, gender questions, racial differences and colonial imaginations.Show less
Vandaag de dag wordt het als logisch geaccepteerd dat koloniën zoals Indonesië in de twintigste eeuw recht hadden op onafhankelijkheid. In de eerste helft van de twintigste eeuw was dit lang niet...Show moreVandaag de dag wordt het als logisch geaccepteerd dat koloniën zoals Indonesië in de twintigste eeuw recht hadden op onafhankelijkheid. In de eerste helft van de twintigste eeuw was dit lang niet altijd het geval. Om te onderzoeken wat de heersende mening van politieke stromingen in Nederland en onder Nederlanders in de kolonie was van het idee van een onafhankelijk Indonesië is in deze scriptie gekeken naar toonaangevende kranten uit de laat-koloniale periode. Hiervoor zijn vier kranten gebruikt uit zowel Nederland als Nederlands-Indië, zowel liberaal als socialistisch georiënteerd. Het onderzoek is opgedeeld in drie perioden: van de afkondiging van het Ethisch Beleid in 1901 tot de communistische opstand in 1926/27, van 1927 tot de bezetting door Japan in 1942, en van de proclamatie van de Indonesische onafhankelijkheid in 1945 tot de erkenning hiervan door Nederland in 1949. Dankzij de online collectie van ingescande kranten van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher, kon worden nagegaan hoe vaak bepaalde sleutelbegrippen in de kranten voorkwamen. Uit het onderzoek blijkt dat verschillen in mening in de kranten van verschillende politieke stromingen in de genoemde perioden er wel waren, maar er ook een consistente overeenkomst was. Er wordt eigenlijk in elke onderzochte krant in elke periode negatief aangekeken tegen het idee van een onafhankelijk Indonesië, alleen de mate waarin verschilt.Show less
Wat is de waarde van zilver voor de wereldhandel? En welke rol speelt China in de zilverhandel? In deze scriptie is geprobeerd antwoord te geven op bovenstaande vragen.
In de jaren 70 kwam Augusto Pinochet door middel van een coup aan de macht in Chili. Zijn banden met de VS werden altijd als warm beschouwd, maar in deze scriptie worden kanttekeningen geplaatst...Show moreIn de jaren 70 kwam Augusto Pinochet door middel van een coup aan de macht in Chili. Zijn banden met de VS werden altijd als warm beschouwd, maar in deze scriptie worden kanttekeningen geplaatst bij deze relatie. Onder Pinochet werd Operatie Condor opgezet, een project van geheime diensten in Latijns-Amerika dat tot doel had zoveel mogelijk dissidenten binnen en buiten het continent te liquideren.Show less
Na 1934 ontstond in Spanje een verwarde strijd waarin twee groeperingen tegenover elkaar kwamen te staan. Dit mondde in 1936 uit in een burgeroorlog die de internationale gemeenschap niet ongemoeid...Show moreNa 1934 ontstond in Spanje een verwarde strijd waarin twee groeperingen tegenover elkaar kwamen te staan. Dit mondde in 1936 uit in een burgeroorlog die de internationale gemeenschap niet ongemoeid heeft gelaten. Het Europese politieke klimaat werd tijdens het Interbellum beheerst door het nationaalsocialisme en fascisme van Duitsland en Italië. De nadruk werd steeds meer op het communistische gevaar van de Sovjet-Unie gelegd, waardoor de oorlog een internationaal karakter kreeg. Duitsland en Italië steunden Franco in zijn strijd tegen het communisme. De Westerse democratieën kozen daarentegen voor een non-interventiepolitiek om de oorlog af te bakenen en een internationaal conflict te vermijden. De Sovjet-Unie besloot de republikeinen wel militair te steunen. Daarnaast kregen de republikeinen steun van individuen die in de milities van de Internationale Brigades vochten. Ook Nederlanders vochten mee in deze Internationale Brigades. De Nederlandse regering besloot echter het non-interventiebeleid van de Westerse democratieën te volgen. Ook de katholieken en fascisten in Nederland hadden weinig op met de republikeinen en kozen de kant van de nationalisten. De linkse politieke partijen steunden de republikeinen wel in hun strijd tegen Franco. Hier zijn vooral de SDAP en de CPN belangrijk in geweest. De Nederlandse politieke partijen waren verdeeld over alle facetten van de Spaanse Burgeroorlog. Bij dit onderzoek is vooral gekeken naar de tegenstelling tussen de meest onverenigbare kranten binnen het Nederlandse politieke discours, namelijk de linkse Tribune/het Volksdagblad/de Waarheid enerzijds en de rechtse Telegraaf en de katholieke Tijd anderzijds. Voorafgaand aan het onderzoek zijn zeven frames gekozen, waarna is getoetst of de berichtgeving binnen die frames kan worden gevangen. Dit zijn het politiekdebatframe, het crisisframe, het diplomatieframe, het geopolitieke frame, het sociale frame, het ronselarijframe en het goed/foutframe.Show less
Om te voorkomen dat de inherent subjectieve ervaring van Minimal Art slechts omschreven wordt met persoonlijke en dus mogelijk arbitraire gevoelsoordelen, is voor dit onderzoek uitgegaan van het...Show moreOm te voorkomen dat de inherent subjectieve ervaring van Minimal Art slechts omschreven wordt met persoonlijke en dus mogelijk arbitraire gevoelsoordelen, is voor dit onderzoek uitgegaan van het soort ervaring dat tot stand komt door enkele concrete aspecten van het toeschouwerschap, zoals beweging, tijd en waarneming. Deze condities, allen extern aan het object, dienden als houvast om tot enkele concrete ijkmeters te komen waarmee de ervaring van Minimal Art te objectiveren valt. Ongeacht de focus op de ruimte, op het lichaam of op een groepering kunstwerken bij elkaar, blijken enkele aspecten ontegenzeggelijk van toepassing in een analyse van de ervaring. De verstreken tijd, de vereiste of gemaakte beweging en enkele formele aspecten blijken ontegenzeggelijk van belang in de ervaring van Minimal Art en zouden zodoende niet mogen ontbreken in een objectivering van de complexe ervaring van deze verder zo eenvoudige vormen.Show less
Invloed van de beeldvorming in Europa over het Osmaanse rijk en de christelijke achtergrond op het schrijven van Europese diplomaten in het Osmaanse over de religieuze verschillen tussen 1550 en 1780.
Niet elk kind is een geboren krantenlezer. Aangezien deze jonge doelgroep bezig is met hun taalontwikkeling, kan ‘volwassen’ nieuws vaak lastig te lezen zijn. Maar kinderen hebben zeker interesse...Show moreNiet elk kind is een geboren krantenlezer. Aangezien deze jonge doelgroep bezig is met hun taalontwikkeling, kan ‘volwassen’ nieuws vaak lastig te lezen zijn. Maar kinderen hebben zeker interesse in nieuws. Het Jeugdjournaal weet veel jonge kijkers te boeien en er zijn speciale nieuwspagina’s en kranten voor kinderen, waaronder de landelijke krant Kidsweek en de regionale krant Jong010. Deze zijn alleen in een andere stijl geschreven dan nieuwsmedia voor volwassenen. Dit onderzoek probeert inzicht te bieden in deze specifieke stijl gericht op kinderen tot 12 jaar. Want hoe schrijf je een aantrekkelijk en duidelijk nieuwsartikel voor kinderen? Hoe zorg je ervoor dat kinderen interesse in nieuws krijgen en met plezier de krant lezen? Onderzoek naar de specifieke stijl voor kinderen en jongeren is gedaan door Wackers (2008), Goldhoorn (2011) en Van Elburg (2011). Wackers onderzocht de stijl van NOS Headlines, een website gericht op jongeren vanaf 15 jaar. Goldhoorn vergeleek de kinderkrant Kidsweek met hun jongerenvariant 7Days, terwijl van Elburg 7Days vergeleek met de Volkskrant en Metro. Dit onderzoek borduurt voort op hun resultaten en kijkt naar twee kranten onderling die allebei schrijven voor kinderen tot 12 jaar: Kidsweek en Jong010. Hier wordt gekeken naar de stilistische verschillen en overeenkomsten tussen beide kranten. Aan de hand van literatuur, enkele interviews en de stijlboeken van beide kranten is er een stijlmodel opgesteld. Dit model is gebaseerd op de stijldeugden duidelijkheid en aantrekkelijkheid, twee van de vier stijldeugden die Braet (2007) heeft omschreven in Retorische Kritiek. Aan de hand van dit model zijn er 120 artikelen (in de vorm van nieuwsverhalen) geanalyseerd. Jong010 en Kidsweek zijn hier ieder met 60 artikelen vertegenwoordigd. Zowel de tekst van de artikelen zelf, als de koppen zijn geanalyseerd. Bij dit onderzoek is naast een eerste codeur ook een tweede codeur gebruikt, in de vorm van Goldhoorn. Zij analyseerde 20 artikelen (waarvan 10 van Kidsweek en 10 van Jong010) met hetzelfde stijlmodel. Hierdoor is de betrouwbaarheid vergroot. De resultaten van de stijlanalyse zijn, indien mogelijk, naast de resultaten van de onderzoeken van Wackers (2008), Goldhoorn (2011) en Van Elburg (2011) gelegd. Hieruit valt te zien dat beide kranten duidelijker zijn dan nieuwsmedia voor volwassenen en dat beide redacties rekening houden met hun doelgroep. Uit de analyse van Jong010 en Kidsweek kwam naar voren dat Jong010, wanneer het gaat om artikellengte, zinslengte koplengte en het gebruik van tussenkoppen, duidelijker is dan Kidsweek. Alleen de woorden van Jong010 zijn langer dan die van Kidsweek. Hoewel Jong010 qua lengtes duidelijker is, gebruiken ze meer moeilijke woorden, meer instanties en (iets) meer Engelse woorden dan Kidsweek. Qua aantrekkelijkheid gebruikten beide kranten een scala aan stijlfiguren, al gebruikte Jong010 in totaal meer stijlfiguren dan Kidsweek. Daarnaast zette Jong010 vaker ‘persoonlijk maken’ en ‘directe aanspreking’in. Verder was Kidsweek op enkele gebieden spreektaliger dan Jong010. Ze gebruiken meer tussenwerpsels/ellipsen en meer accent aigu’s. 3 Uit de kopanalyse kwam naar voren dat Jong010 meer instanties gebruikt in de koppen dan Kidsweek. Verder waren er geen verschillen tussen de twee koppen. Beide kranten gebruiken geen buitenlandse (leen)woorden, maar wel veel Engelse (leen)woorden in hun koppen. Dit verschilt met de resultaten uit Van Elburg’s analyse. Op basis van dit onderzoek zijn een aantal aanbevelingen gedaan aan de redactie van Jong010 en de redactie van Kidsweek. Naast enkele individuele adviezen kunnen beide kranten het gebruik van instanties nog verminderen. Verder wordt het aangeraden om meer rijm te gebruiken om de tekst aantrekkelijker te maken. De beperkingen van dit onderzoek kunnen eventueel in een groter onderzoek worden opgevangen, waar meerdere codeurs grotere corpera kunnen analyseren. Daarnaast worden er enkele ideëen geopperd voor een lezersonderzoek op het gebied van stijl.Show less
Uit literatuur over de geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw blijkt dat de doopsgezinde beweging in die dagen gebukt ging onder veel ruzies en...Show moreUit literatuur over de geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw blijkt dat de doopsgezinde beweging in die dagen gebukt ging onder veel ruzies en scheuringen. Vragen over de zuiverheid van de gemeente, de toepassing van de ban en over het gezag van de ambten verdeelden de gemoederen keer op keer. Hoe moest de grens tussen de doopsgezinden en de wereld worden afgebakend? Die vraag vormde voor veel doperse vermaners een dilemma wat telkenmale terugkwam. Zo ook voor Jan Jansz Muusse, de vermaner van de Friese gemeente in Zaandam. Het dagboek wat hij vanaf 1651 zes jaar lang bijhield, geeft een goed beeld van de problemen die in de gemeente speelden, maar ook op welke wijze de vermaner en dienaars van de gemeente met deze problemen om zijn gegaan. Dit werkstuk gaat dieper in op de positie van het dienaarschap in de gevoelige context van het gemeenteleven; waarbij de vraag centraal staat op welke wijze het dienaarschap van de Friese Doopsgezinde gemeente te Zaandam en Westzaan in de tweede helft van de zeventiende eeuw zich te weer stelde wanneer de gemeente bedreigd werd door scheuringen en ruzies.Show less
This master thesis comprises the mechanisms of Romanization in four different cities in Liguria, i.e. Albingaunum, Albintimilium, Luca and Luna. In the first chapter an article of Terrenato is...Show moreThis master thesis comprises the mechanisms of Romanization in four different cities in Liguria, i.e. Albingaunum, Albintimilium, Luca and Luna. In the first chapter an article of Terrenato is discussed, as well as the recent debate on Romanization, and the existing models proposed by Curchin. In the second chapter, Liguria before the Romans is discussed, as well as the relationship between Liguria and Rome, and the aftermath with regard to Liguria. In chapter three the 'indigenous cities' of Albingaunum and Albintimilium are discussed in the light of Romanization mechanisms. The same is done in chapter four for the colonial cities of Luca and Luna. In chapter five, a conclusion is given to answer the question of which mechanisms of Romanization were in process in these four different (types of) cities and if we can distinguish some kind of pattern.Show less
This thesis tries to contribute to the discussion of how Japanese contemporary artists place themselves on the Western art market. To be more precise, it will help us to understand how Japanese...Show moreThis thesis tries to contribute to the discussion of how Japanese contemporary artists place themselves on the Western art market. To be more precise, it will help us to understand how Japanese contemporary artists are playing on Japanese stereotypes through the Western gaze and how they use those stereotypes to their advantage.Show less
In 1961 Banbury Borough Council signed the Town Development Act, giving them licence to expand Banbury and double the population. This thesis looks at central and local government policies to...Show moreIn 1961 Banbury Borough Council signed the Town Development Act, giving them licence to expand Banbury and double the population. This thesis looks at central and local government policies to analyse why the Borough Council decided to make this decision that would drastically change Banbury from a small market town into an industrial centre for many different businesses. In order to do this it looks at the build up to signing the Act and what the main motivating factors were. It tests five hypotheses of why the Council decided to expand: opportunism, the desire to increase the rateable value of Banbury, the need to diversify industry, the Borough Council's need to increase their own power, and finally, fear of the town dying.Show less