The results of this research show that female participants have more positive attitudes towards English loanwords than male participants. Female participants were consistently more positive...Show moreThe results of this research show that female participants have more positive attitudes towards English loanwords than male participants. Female participants were consistently more positive regarding statements 1, 2 and 3 or, respectively, this is an ordinary Dutch sentence, the use of [loanword] is appropriate in this sentence and I would also make use of this sentence as can be found in Figure 1. Furthermore, there is significant correlation at the 0.05 level between both statement 2 and statement 3 and gender, which means that female participants have scored significantly higher than male participants for these statements. The results of this research also suggest that the mean scores of the participants become consistently lower when age increases for each of the statements. Figure 2 shows that the mean scores for the statements mentioned above consistently decrease when ages of the participants increase. These data suggest that older participants have more negative attitudes towards loanwords than younger participants. In furthermore, there is significant negative correlation at the 0.05 level between the statement I would also make use of this sentence and age. This implies that the attitudes towards using these loanwords are significantly more negative when the ages of the participants increase. This research indicated that most participants do not prefer alternative words to the used loanwords. Table 11 (in section 4.3) indicates that crash is the loanword with the most preferred alternatives as it is preferably replaced by ongeluk and neerstorten, according to nine and ten participants, respectively. Table 11 also indicates that seven participants prefer vraaggesprek to interview, six participants prefer behaald or gepresteerd to gescoord and five participants prefer peiling(en) and voorlopige uitslagen to exit polls. Preferred alternatives to the other loanwords were only provided by four participants or less, and are therefore not widely supported among the participants. In addition, the majority of the loanwords (all except crash) are catachrestic. Furthermore, the results of this research suggest that the participants generally consider that the used loanwords are more precise than other Dutch words. The second favoured reason is that participants consider that the used loanwords sound better regarding pronunciation, which can be found in Table 12.Show less
Het werk van de journalist is door de jaren heen altijd aan verandering onderhevig geweest. Waar in de vorige eeuw de uitvinding van de radio en de televisie invloed had, heeft de komst van het...Show moreHet werk van de journalist is door de jaren heen altijd aan verandering onderhevig geweest. Waar in de vorige eeuw de uitvinding van de radio en de televisie invloed had, heeft de komst van het internet en daarmee ook social media het werk van de journalist de afgelopen jaren opnieuw veranderd, en ook dat van sportjournalisten in Nederland. In Nederland is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar ontwikkelingen in de sportjournalistiek. In dit onderzoek is daarom op de sportredacties van de krant De Telegraaf (Telesport), het weekblad NUsport en het maandblad ELFVoetbal geïnventariseerd in hoeverre het werk van sportjournalisten in Nederland de laatste jaren is veranderd door de komst van nieuwe media. Het onderzoek werd uitgevoerd onder vier redacteuren per redactie, die kwalitatief werden geïnterviewd. Uit die interviews blijkt dat de ontwikkelingen op de redacties door de komst van nieuwe media niet snel verlopen. Van een multimediale journalist die de competenties heeft om snel op meerdere platformen te publiceren is anno 2011 op de redacties van Telesport, NUsport en ELFVoetbal nog geen sprake.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Functioneert Newspeak slechts retorisch of is het retorisch juist krachtig? Hoe komt die retorische kracht of zwakte dan tot stand en welke gevolgen heeft dit voor het subject?
This thesis examines the tangibility of Beijing's current policies in the Greater Central Asia theatre in the light of the changing circumstances - an analysis that is then extended to Beijing's...Show moreThis thesis examines the tangibility of Beijing's current policies in the Greater Central Asia theatre in the light of the changing circumstances - an analysis that is then extended to Beijing's anticipatory abilities. Due to accelerating tendencies and looming shifts, the volatile Greater Central Asian region contains great potential for socio-economic, religious and political upheaval. By picking out two of these anomalies - and analyzing the retributions on local, national and regional levels - the sustainability of Beijing's policies is measured. These two challenges are the changing U.S. commitment in Afghanistan, and the creeping tendencies within the Pakistani jihadist scene, and the global jihadist doctrine.Show less
This thesis explores the language situation on the Isle of man, and looks into the ongoing language revitalization thereof. The research outlines what steps a language revitalization process...Show moreThis thesis explores the language situation on the Isle of man, and looks into the ongoing language revitalization thereof. The research outlines what steps a language revitalization process consists of, which steps are the most efficient and how they may be applied to the Manx Gaelic language situation, whether Manx Gaelic can be revitalized, and whether the language attitudes of the inhabitants of the Isle of Man have an influence on the ongoing revitalization effort. The results of this thesis were gathered though the means of a survey, and through the participants’ replies, the optimal method of Manx Gaelic language revitalization is found, and this approach is outlined.Show less
Om het vertrouwen in de journalistiek te verbeteren is het belangrijk om de accountability te verhogen. Journalisten moeten transparant zijn in hun werkwijze en waar nodig verantwoording afleggen....Show moreOm het vertrouwen in de journalistiek te verbeteren is het belangrijk om de accountability te verhogen. Journalisten moeten transparant zijn in hun werkwijze en waar nodig verantwoording afleggen. Een mogelijkheid hiervoor is bijvoorbeeld een ombudsman, maar deze is duur. Twitter, populair onder journalisten, is wellicht een goedkope oplossing. Iedere journalist is op Twitter zijn eigen ombudsman (Meier, 2009). Maar dat ligt lastiger, omdat Twitter ook een middel is om journalistieke producties te promoten. Een inhoudsanalyse naar duizend tweets van programmamakers van NOS op 3 toont aan dat frames (Esser en D’Angelo, 2003) die positief zijn voor de accountability vaker voorkomen dan frames die negatief zijn en vooral gericht ter promotie. Twitter maakt de nieuwsrubriek transparanter, omdat het een kijkje in de keuken biedt. Vooral foto’s verduidelijken het dagelijkse nieuwsproces. Echter, interviews met verschillende redacteuren van de nieuwsrubriek laten zien dat het gebruik van Twitter individueel verschilt. Een duidelijk handboek is nodig om alle neuzen dezelfde kant op te wijzen. Op die manier kan Twitter beter gebruikt worden als accountabilitytool, want die mogelijkheid lijkt het wel te bieden. Voorwaarde is dat het publiek beter aangesproken wordt, zodat er ook input komt vanuit de kijker. Nu zijn er nog nauwelijks conversaties, dus is er weinig verantwoording nodig. Al bestaat de kans dat het publiek helemaal geen behoefte heeft aan transparantie en verantwoording.Show less
In de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou...Show moreIn de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou deze toespraak hoop en troost kunnen bieden gedurende de nog altijd voortdurende kredietcrisis? Tacitus (vertaling 2003, 95) stelde al dat mensen tijdens turbulente tijden als een crisis, meer behoefte hebben aan ‘grote’ en ‘troostrijke’ woorden. Wanneer men hier ontvankelijk voor is, is het aannemelijk dat men ook vatbaarder is voor eventuele retorische of manipulatieve uitwerkingen van dergelijke ‘troostrijke’ woorden. Middels het gebruik van frames en metaforen kunnen mensen (veelal onbewust) in een bepaalde denkrichting worden gestuurd. In deze scriptie is onderzocht welke frames en metaforen er zijn gebruikt in de troonredes met betrekking tot de crisis: ‘Welke crisisframes en crisismetaforen worden er in de troonredes gebruikt ten tijde van de crisisperioden uit de 20ste en 21ste eeuw, welke functies vervullen zij, en zijn er per periode typerende crisisframes en crisismetaforen aan te wijzen?’ Hierbij is uitgegaan van een kwalitatieve analyse, die gebaseerd is op talige elementen. Zowel de aanwezigheid en de spreiding van de crisisframes (en ondersteunende metaforen bij deze frames) bínnen een crisistijd, als de dominante crisisframes door de verschillende crisistijden heen, zijn in kaart gebracht. Zoals was te verwachten door het officiële, onafhankelijke en ingetogen karakter van het genre van de troonrede, komen er geen tot weinig opvallende en niet-conventionele frames en metaforen voor. De subtielere varianten die zijn aangetroffen in het geanalyseerde metaforische taalgebruik, zijn veelal gebaseerd op algemene concepten. In totaal konden er vijf crisisframes (met bijbehorende ondersteunende metaforen) worden onderscheiden: de crisis als bedreiging (voornamelijk ondersteund door de pressiemetafoor), de crisis als beproeving (de krachtmetafoor), de crisis als exogeen effect (de natuurrampmetafoor), de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen (de krachtmetafoor en de ziektemetafoor) en de crisis als illustratie van positieve aspecten (de bouwmetafoor). Bij een vergelijking van de aangetroffen crisisframes door de crisistijden heen, valt het op dat het bedreigingsframe in vroegere crisistijden (zoals De Grote Depressie en de Tweede oliecrisis) overheerst. Later lijkt dit frame echter steeds meer plaats te maken voor het beproevingsframe en het frame van de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen. Waar de focus eerst lijkt te liggen op de ontreddering en het (naderend) gevaar, gaat het later steeds meer om het ombuigen van de nare crisisomstandigheden naar herstel.Show less