Examining the relationship between private art museums and elite legitimisation contributes to understanding postmodern philanthropy. Private museums shape a new museum landscape, proposing a...Show moreExamining the relationship between private art museums and elite legitimisation contributes to understanding postmodern philanthropy. Private museums shape a new museum landscape, proposing a display of art no longer driven by public funding, regulations, or state approval. The rise of private museums is linked to a growing desire by economic elites to embellish their reputation and public image by offering a justification for their wealth. Founders use their collections or loan artworks from public museums for display in their museums to engage with the public under the guise of cultural philanthropy. Over the last twenty years, private museums have significantly increased in numbers. That increase brought to the fore private museums’ problematic effects on public museums, their influence on the public’s taste and the contemporary art world. This thesis examines how three private museums, the Louis Vuitton Foundation, the Leeum Museum of Art and the Boros Collection, craft a powerful sign value to legitimise their founder’s personal, social and economic status.Show less
Het Maredolce-La Favaracomplex op Sicilië bestond uit een kasteel, een aangelegd meer, een tuin en een park voor de jacht. Het is deels gebouwd en aangelegd door de Normandische koning Rogier II ...Show moreHet Maredolce-La Favaracomplex op Sicilië bestond uit een kasteel, een aangelegd meer, een tuin en een park voor de jacht. Het is deels gebouwd en aangelegd door de Normandische koning Rogier II (1095-1156). Dit artikel onderzoekt in hoeverre er in dit complex sprake was van invloeden van de ‘moslimcultuur’. Hiervoor is het complex beschreven en het begrip ‘moslimcultuur’ onderzocht. Dit is gedaan aan de hand van vergelijkingen met andere kastelen en paleizen, aan de hand van de meest recente archeologische vindingen en door literatuuronderzoek. Vervolgens is er gekeken welke van de concepten opportunisme, syncretisme en ‘bewust gecreëerde nieuwe beeldtaal’ van toepassing is op het complex. Uit het onderzoek is gebleken dat het complex sterk onder invloed heeft gestaan van de ‘moslimcultuur’ en dat er eerder sprake is van architectonisch syncretisme voortgebracht door opportunisme, zowel van de moslims als van de Noormannen dan van een ‘bewust gecreëerde nieuwe beeldtaal’.Show less
This paper compares two feminist collectives that emerged shortly after each other. The first is the British Hackney Flashers, who formed in 1974 and disbanded in 1980. The second is the American...Show moreThis paper compares two feminist collectives that emerged shortly after each other. The first is the British Hackney Flashers, who formed in 1974 and disbanded in 1980. The second is the American Guerrilla Girls which started in 1985. The Hackney Flashers’ focus was the role of working-class women living in Hackney, a borough of London. These women had two jobs, a paid one working in the factories and an unpaid one as housewives. The Guerrilla Girls also focused on women but in the context of the art world, specifically the mis- and under- representation of women and female artists in museums. Both collectives used posters and humour to reach their different target audiences. This paper will analyse why both these collectives, which were seemingly unaware of each other, were drawn to these specific methods and which effect posters and humour have on the message they wanted to convey.Show less
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw werd het archief als statisch fenomeen onder de loep genomen in de zogenaamde archival turn. Het fotoboek The Lottery (2023) van de Amerikaanse fotograaf...Show moreSinds de jaren negentig van de vorige eeuw werd het archief als statisch fenomeen onder de loep genomen in de zogenaamde archival turn. Het fotoboek The Lottery (2023) van de Amerikaanse fotograaf Melissa Catanese (1979) is een voorbeeld van een werk dat te categoriseren is als archival art, een kunstvorm die reflecteert op deze verschuiving binnen het discours. In deze scriptie wordt aan de hand van interdisciplinaire literatuur over archieftheorie, historiografie, sociologie en fotografietheorie geanalyseerd hoe debatten met betrekking tot de waarheidsfunctie van het fotografisch archief inzicht bieden in The Lottery. In het fotoboek wordt materiaal gecombineerd uit verschillende typen archieven, waardoor de geselecteerde foto’s een onduidelijke herkomst hebben. Het proces van selectie en combinatie toont aan hoe de betekenis van fotografie binnen het archief ambigue is. Hierdoor kan het fotoboek worden gezien als een reflectie op het archief als een heterotopie. The Lottery wordt daarnaast besproken in relatie tot historiografische kwesties met betrekking tot narratief en fictie. The Lottery maakt gebruik van parafictieve strategieën, waarin de waarheidsfunctie van fotografie bevraagd wordt door een anachronistische lezing bij de kijker uit te lokken. De nieuwe betekenis die de foto’s krijgen in de context van het fotoboek zijn gebaseerd op vanzelfsprekendheden met betrekking tot gearchiveerde fotografie en realiteit. Dit toont aan hoe feit en fictie met elkaar verwikkeld zijn in dit werk, om deze eigenschap van het medium te bevragen.Show less
In het werk Memory Burn 1-9 (2020) van kunstenaar Kiymet Dastan worden negen discs langzaam verbrand. Het is een poging van Dastan om ‘vergeten’ te materialiseren. In dit essay wordt ingegaan op de...Show moreIn het werk Memory Burn 1-9 (2020) van kunstenaar Kiymet Dastan worden negen discs langzaam verbrand. Het is een poging van Dastan om ‘vergeten’ te materialiseren. In dit essay wordt ingegaan op de rol die materiaal en toeschouwers spelen in Memory Burn 1-9 in het proces van het herinneren. Zo wordt er met een new materialist theoretisch raamwerk van Maria Zirra gekeken naar hoe het toekennen van agency aan de verbrande discs hun rol slechts beperkt beïnvloedt. Tevens is er onderzocht hoe de destructie van de discs juist materiële herinneringen toevoegt in plaats van verwijdert. De invloed van de toeschouwer blijkt essentieel tijdens het proces van betekenisgeving aan de verbrande discs, wat zowel bij de absent presence theorie van Jacques Derrida als de ideeën van punctum en ‘that-has-been’ van Roland Barthes naar voren komt. Daarnaast laten de fetish theory van Christian Metz en social memories zoals Aleida Assmann die omschrijft, zien hoe het proces van het verbranden naast verlies ook verlangen en herkenning creëert bij toeschouwers. Het verbranden van de discs blijkt dan ook niet enkel een representatie van ‘vergeten’ te zijn, maar dient juist als toegang tot herinneringen van toeschouwers.Show less
Taxidermy within contemporary art is a relatively new phenomenon, however, it can be used to express various societal concepts and issues, such as relationships between humans and animals, the meat...Show moreTaxidermy within contemporary art is a relatively new phenomenon, however, it can be used to express various societal concepts and issues, such as relationships between humans and animals, the meat and fur trade or animal rights activism. A case study of Katarzyna Kozyra’s Pyramid of Animals can be considered valuable, given that it also features a video of an animal’s slaughter next to the sculpture. Artworks including taxidermy can gather greatly varying receptions, which is the base for this paper. The effectiveness in propelling the artowrks’ message as well as their response is important to analyse.Show less
Ecology and participatory art projects are relevant topics in current day artistic practices, yet how can art be of influence on the social matter of the planning and use of the public space in the...Show moreEcology and participatory art projects are relevant topics in current day artistic practices, yet how can art be of influence on the social matter of the planning and use of the public space in the urban environment? Commonly, ecological and participatory art practices and exhibitions take place within four walls of white cube galleries or project spaces where they reach an already initiated and versed art viewing audience. Meanwhile the public sphere is managed by city governments and cannot be intervened with by civilians who do live in the spaces as their everyday surroundings. This paper looks at two different methods of artistic practices and exhibitions that take place in curated environments made by artists as well as interventions in public spaces by inhabitants of an environment in order to understand how artistic interventions can play a role in the reclaiming livability in the urban landscape. These two approaches will be analyzed through two different case studies.The paper comes to the finding that artists and urban interventionists need to collaborate to build a sustainable and engaged practice.Show less
This paper applies Karl Marx’s definition of alienation to art produced by artificial intelligence system Dall-E. This is achieved by examining Dall-E’s productions through the lens of historic...Show moreThis paper applies Karl Marx’s definition of alienation to art produced by artificial intelligence system Dall-E. This is achieved by examining Dall-E’s productions through the lens of historic texts, namely Walter Benjamin’s text on ‘The Work of Art in the Age of Technological Reproducibility’ and Leo Tolstoy’s book ‘What is Art’, further supported by contemporary literature on artificial creativity in relation to the remaining role of the artist. The resulting analysis indicates that Dall-E’s production process is divided as framed by Marxist definitions, thereby making it difficult to trace artistic mastery. In the following section, the analysis of creativity results in the idea that alienation in Dall-E is better understood as a shaded artistic freedom. Contrastingly, in the final section Dall-E shows that it can overcome its own alienating aspects by becoming universal and multi-usable, aligning democratic results.Show less
This thesis explores the emergence of Parametricism in the early 2000s through a comparative of the transitional phase between the precedent architectural styles and the evolving parametric...Show moreThis thesis explores the emergence of Parametricism in the early 2000s through a comparative of the transitional phase between the precedent architectural styles and the evolving parametric paradigm. While devoid of parametric modeling tools, these proto-parametric designs demonstrate a profound communicative capacity in articulating and organizing society’s heterogeneous nature. In investigating three case studies between 1999 and 2002, this research highlights a shift towards a heightened Urban Relationality and Urban Functionalism. Contextualized within the digital turn, the examples coincide in their integration of architectural semiology and a focus on socio-spatial relations. The designs foster positive spillovers within their proximate social and urban environments by transcending modernism’s functionalism through multi-functional approaches and an aestheticized architectural practice. Highlighting the constraints imposed by Patrik Schumacher’s Parametricist manifesto, this research underscores the transformative potential of transitional phases advocating for opening the Parametricist discourse to allow for creative exploration and progress in light of pressing contemporary issues.Show less
In de zeventiende eeuw ontstaat er in de Republiek der Nederlanden een interessant fenomeen: volwassen vrouwen beginnen met het vervaardigen van imposante pronkpoppenhuizen, ook wel ...Show moreIn de zeventiende eeuw ontstaat er in de Republiek der Nederlanden een interessant fenomeen: volwassen vrouwen beginnen met het vervaardigen van imposante pronkpoppenhuizen, ook wel ‘poppekonstkabinetten’ genoemd. De pronkpoppenhuizen van Petronella De la Court (1624-1707), Petronella Dunois (1650-1695), Petronella Oortman (1656-1716) en Sara Ploos van Amstel Rothé (1699-1751) kunnen geteld worden tot de topstukken van de Nederlandse museumcollecties door hun goed bewaarde staat en rijkelijke aankleding. Deze bijzondere stukken worden elke dag bewonderd door vele museumbezoekers en geven een belangrijke inkijk in het dagelijks leven van de welgestelde burgerij in de zeventien en achttiende-eeuwse Republiek. In deze scriptie is - aan de hand van de informatie die de poppenhuizen verschaffen over het dagelijks leven van de gegoede burgerij in de Republiek - onderzocht op welke manier het Hollandse pronkpoppenhuis functioneerde binnen het leven van de vrouw in deze kringen.Show less
Vermeer was born and baptised as a Protestant. Due to his marriage to the Catharina Bolnes, a Catholic woman of high society, Vermeer converted to the Catholic faith. Vermeer started as a history...Show moreVermeer was born and baptised as a Protestant. Due to his marriage to the Catharina Bolnes, a Catholic woman of high society, Vermeer converted to the Catholic faith. Vermeer started as a history painter. Among his first known works are large paintings with religious (Catholic) subject matter. Later, he mainly painted small genre pieces. One of his last works, however, is Allegory of the Catholic Faith, an enormous painting. In this thesis it is argued that the change in painted subject matter is a result of Vermeers conversion to Catholicism. His religious paintings are most probably commissioned. Since the Protestant faith was the State religion in the 17th century Netherlands and the Catholic faith was officially prohibited, the market for paintings with Catholic subject matter was very limited: eligible clients were either hidden churches, or rich Catholic civilians. Economic motives - Vermeer had a large family to maintain - may have urged him to tap into a new market. Genre paintings were popular at the time. The small format of Vermeer's genre paintings involved less costs. Unknown is whether these genre paintings were commissioned. It is assumed that his genre paintings were sold immediately after, of even before, they were finished. Half of Vermeer's paintings were bought by his patrons, the Protestant couple Van Ruijven-De Knuijt from Delft. No relation is apparent between Vermeer's shift to (mainly) genre painting and his stilistic development. Vermeer's fame is mainly due to his non-religious later work, especially his genre pieces.Show less
De ontwerper, het doel, de betekenis en de eigenaar van historische sieraden zijn moeilijk te achterhalen. In dit onderzoek worden drie verschillende zestiende-eeuwse zeemonsters bestudeerd. Deze...Show moreDe ontwerper, het doel, de betekenis en de eigenaar van historische sieraden zijn moeilijk te achterhalen. In dit onderzoek worden drie verschillende zestiende-eeuwse zeemonsters bestudeerd. Deze hangers worden met de ornamentprenten van de zestiende-eeuwse Antwerpse Hans I Collaert (1525/30-1580) geassocieerd. Eén van de drie hangers vertoont grote gelijkenis met een ontwerp van Hans I Collaert, maar bij de andere twee zijn veel verschillen op te merken. Verschillende studies hebben al aangetoond dat ontwerpers als de familie Collaert hun ontwerpen veelal baseerden op bredere culturele en maatschappelijke interesses, waaronder zeemonsters. De ontwerpen van deze drie sieraden kunnen ook gezien worden als onderdeel van een regionale noordelijke ornamentstijl en een bredere culturele interesse in zeemonsters, met een rijk zeemonstermotief, gekenmerkt door een beeldentaal van woeste zeemonsters.Show less
This thesis researches the presumed connection between the theory of semiotics and the work of contemporary text-based artist Nora Turato (1991). More specifically, Turato’s publication pool 5 ...Show moreThis thesis researches the presumed connection between the theory of semiotics and the work of contemporary text-based artist Nora Turato (1991). More specifically, Turato’s publication pool 5 (2022) will be used as a case study to answer the research question: ‘To what extent does Nora Turato’s artists’ book pool 5 integrate text and visual design to create a distinct form of expression within the realm of text-based arts?’. By analyzing Turato’s use of the medium of the artists’ book, situated in text-based arts, this thesis aims to explore the supposed connection between the arts and semiotics, while also situating the work of Turato in a broader contextual sphere. Using the perspectives of visual analysis and semiotics, this thesis aims to extend the understanding of the relationship between authorship, language, and meaning within text-based contemporary art.Show less
In de tweede helft van de zeventiende eeuw werkte Georgius Everhardus Rumphius (1627-1702) in dienst van de VOC aan een lijvig boek betreffende de natuurlijke historie van het gewest Ambon,...Show moreIn de tweede helft van de zeventiende eeuw werkte Georgius Everhardus Rumphius (1627-1702) in dienst van de VOC aan een lijvig boek betreffende de natuurlijke historie van het gewest Ambon, getiteld D’Amboinsche Rariteitkamer (1705). Voor een groot deel van de informatie over de in dit boek beschreven soorten, was hij afhankelijk van de inheemse bevolking en andere niet-Europese bewoners van Ambon. Hoewel er in recente literatuur over de Rariteitkamer kritische analyses zijn uitgevoerd met betrekking tot ongelijke machtsverhoudingen tussen Rumphius en zijn informanten, bestaat er nog steeds het beeld dat hij een uitzonderlijk figuur was die in staat was exclusieve informatie te verkrijgen door zijn goede verhouding ten opzichte van zijn niet-Europese medebewoners op Ambon. Hij zou zichzelf namelijk meer met hen identificeren dan met zijn eigen Europese komaf. In dit artikel wordt aan de hand van demografie, biografische notities en de tekst van de Rariteitkamer dit beeld genuanceerd.Show less
In deze scriptie is onderzocht op welke manier Felix de Rooy (1952) de thematiek van het einde der tijden visueel heeft geïnterpreteerd en geuit in het spiegeldrieluik Apocalypse uit 1986. Hiervoor...Show moreIn deze scriptie is onderzocht op welke manier Felix de Rooy (1952) de thematiek van het einde der tijden visueel heeft geïnterpreteerd en geuit in het spiegeldrieluik Apocalypse uit 1986. Hiervoor is De Rooy en zijn oeuvre eerst gepositioneerd binnen de Caribische kunstcontext, om vanuit daar zijn werkwijze en de kernbegrippen cross culture en cross time te kunnen duiden. De rol van de collagetechniek met zijn kenmerken is onderzocht met betrekking tot het werk Apocalypse. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de rol van de gevonden spiegel in de betekenis en het narratief van het werk. Om dat te kunnen duiden, is eerst onderzocht op welke manier het oeuvre van De Rooy, en specifiek het werk Apocalypse, past binnen de bewegingen van de Trash Art en Found Object Art. Daarna is aan de hand van het begrip agency de rol van de gevonden spiegel in de betekenis van het werk geduid.Show less
