Het Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift ...Show moreHet Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift 'Raket' en de boeken die ze schreven. 'Raket' functioneerde als platform in een tijd waarin 'Oor' en andere muziekkranten nauwelijks of geen aandacht besteedde aan punk. Ter introductie van het onderwerp bevat deze scriptie een hoofdstuk dat uigebreid ingaat op het ontstaan van punk in zowel Amerika, Engeland en Nederland. De Rotterdammers hadden geen eenduidige politieke ideologie aanhingen werden ze wel degelijk beïnvloedt door het anarchisme en communisme. Rotterdam was in de jaren zestig en zeventig het Maoïstische bolwerk van Nederland. Ook het spanningsveld tussen de Rotterdamse en Amsterdamse punkscene zal aanbod komen. In deze scriptie wordt dus het brede spectrum aan activiteiten van de Rondos onderzocht waarbij de politieke ideologie centraal staat.Show less
In deze scriptie wordt aan de hand van het levensverhaal van drie criminele Joodse broers uit Amsterdam uitgelegd hoe men aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw...Show moreIn deze scriptie wordt aan de hand van het levensverhaal van drie criminele Joodse broers uit Amsterdam uitgelegd hoe men aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw tegen criminaliteit aankeek. In de wetenschap was er een nieuwe discussie ontstaan over de aard van de criminelen. Lombroso concludeerde dat misdadigers slecht waren van nature en achtergebleven waren in de evolutie. Zij waren dan ook een afwijkende soort mensen. Hiertegen in opstand kwam de Franse school die vond dat men ook moest kijken naar de sociale omstandigheden. Toch kwamen zij uiteindelijk er toch ook op uit dat criminelen biologisch anders van aard waren dan 'normale mensen.' Hieruit concludeerde strafrechters zoals de Nederlander J.A. van Hamel dat wanneer men toch 'onverbeterlijk' was het ook geen zin had om hen langdurig op te sluiten. In Nederland had men namelijk net het cellulaire gevangenisstelsel ingevoerd. Dit hield in dat elke gevangene in een eigen cel werd opgesloten en daar soms jarenlang werd vastgehouden om zo tot 'bezinning' te komen. Uiteindelijk bleek deze praktijk te zorgen voor krankrzinnigheid en verbeterden de gevangenen juist niet. Maar het bouwen van cellulaire gevangenissen had veel geld gekocht en ondertussen was dit een heikel punt geworden in de politieke. Het duurde dan ook nog jaren voordat er eindelijk verandering in kwam en men niet meer eenzaam werd opgesloten. Terwijl men in de wetenschap en op politiek niveau druk bezig was met het beslissen over het lot van de gevangenen hadden in de praktijk politieagenten het meest te maken met criminelen. Ook de gebroeders Vet kwamen regelmatig in contact met agenten. Hoe agenten uit die tijd tegen criminelen aankijken blijkt niet zo veel te verschillen van hoe de wetenschappers erover denken. Ook de agenten lijken geen oog te hebben voor de omstandigheden die mensen tot hun criminele daden aanzet. Ook zij spreken zich over het algemeen minderwaardig uit over deze mensen. Uiteindelijk is er dan de pers, tegenwoordig gezien als de kritische noot in onze samenleving. Uit de artikelen waarin de gebroeders Vet voorkomen blijkt dat er van enige kritiek op de rechtsgang toen geen sprake was. Concluderend is er te zeggen dat de klassenverschillen toentertijd zo groot waren dat men geen enkel inlevingsvermogen had waardoor men ook niet kon begrijpen waarom mensen tot criminelen daden kwamen.Show less
Because of his military experience Powell knew which strategies would work and not work. He knew which strategies would benefit the success of a military mission. The outcome of the Vietnam War...Show moreBecause of his military experience Powell knew which strategies would work and not work. He knew which strategies would benefit the success of a military mission. The outcome of the Vietnam War left a big hole in the confidence of the invincibility of the U.S. Colin Powell kept himself busy with the question how it was possible that the U.S lost the Vietnam War. What were the reasons for military defeat, for loss of confidence by the American people and what strategies could have worked to make the war end in a success, or, whether or not the war should have happened in the first place? Powell thought about this throughout his military career, from the end of the Vietnam War until the beginning of the 1990’s. Powell came up with different questions which should be thought over and answered before the U.S could go into another international mission or war. These questions together are better known as the Powell Doctrine. From the end of the Vietnam War until the first part of the 1990s there was the establishment and the rising of the Powell Doctrine as military and political Doctrine. From the second part of the 1990s onwards the Powell Doctrine has come into conflict with a new way of intervening: humanitarian intervention and the fight against terrorism. The position of the Powell Doctrine has come under scrutiny. The Afghanistan and Iraq Wars had America question whether or not there was still a future for the Powell Doctrine. The ups and downs of the Powell Doctrine will be the red threat throughout this thesis. But more interesting has been the fact how Powell himself followed his own doctrine throughout his political career.Show less
Door de strategische ligging en de aanwezigheid van olie is de afgelopen decennia de rol van het Midden-Oosten in de wereldpolitiek belangrijker geworden. De Verenigde Staten ontwikkelden hiervoor...Show moreDoor de strategische ligging en de aanwezigheid van olie is de afgelopen decennia de rol van het Midden-Oosten in de wereldpolitiek belangrijker geworden. De Verenigde Staten ontwikkelden hiervoor de Twin Pillar Strategy, een strategie die de landen Saoedi-Arabie en Iran als belangrijkste steunpilaren voorzag. Door de Iraanse revolutie werden de presidenten Carter en Reagan gedwongen om deze te veranderen.Show less
Two major processes occurred in the east Asian region. One; the decline of the strong position of the traditional Chinese trading network and two; the start of major migrant streams originating...Show moreTwo major processes occurred in the east Asian region. One; the decline of the strong position of the traditional Chinese trading network and two; the start of major migrant streams originating from the Chinese mainland. Both of these processes made use of a similar infrastructure that was laid out over the seas. But was there a connection between the these two phenomena other than time? I use the Dutch port Batavia as case study to examine this problem.Show less
Unlike the general pattern in post-war Indonesian that the revolution dynamic swept the traditional rulers away—killing some and humiliating all, there was a great intention in West Borneo to re...Show moreUnlike the general pattern in post-war Indonesian that the revolution dynamic swept the traditional rulers away—killing some and humiliating all, there was a great intention in West Borneo to re-embrace to the traditional aristocracy, who were welcoming the return of the Dutch. On the other hand, revolutionary sentiment supporting the Unitarian-Indonesia rang weaker. Actually, during the short Japanese interregnum, the traditional sovereignty in West Borneo was devastated: all of the ruling sultans were killed, together with some prominent royal members. Interestingly, the traditional authority was soon restored, just after the capitulation. The questions for this research revolve around: Why did the revolutionary republican fail to emerge which meant that fragile commitment to the new nation Indonesia was shown? On the other hand, why was its political development strongly marked by the prevailing of “re-clientelism”? In doing so, this research traces back the political development focus on two rapid changes: post-kongsi war in the late eighteenth century and post-Japanese interregnum. It argues that although, post-kongsi war, Batavia intended to exercise more direct control over its margin, the colonial government eventually only institutionalized the ethic bossism which enhanced strong ethnic political identity. As a consequence, the society still lived within their-own ethnic columns with brokered authority but very limited aces to the state practice by which later provided only weak support to the newly independence state of Indonesia.Show less
In dit artikel wordt de ontwikkeling van de herinnering van de slag op de Zuiderzee belicht. De herinnering van de slag wordt onderzocht aan de hand van objecten en literatuur. De slag op de...Show moreIn dit artikel wordt de ontwikkeling van de herinnering van de slag op de Zuiderzee belicht. De herinnering van de slag wordt onderzocht aan de hand van objecten en literatuur. De slag op de Zuiderzee wordt vooral in Hoorn en Monnickendam herinnerd. In dit onderzoek wordt de herinnering van de slag tussen 1573 en 1800 behandeld. In het eerste hoofdstuk wordt de ontwikkeling van de herinnering van de slag in Hoorn aan de hand van objecten behandeld. In het tweede hoofdstuk komt de herinnering van de helden van de slag in Hoorn en Monnickendam aan bod.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
2012-12-31T00:00:00Z, 2012-12-31T00:00:00Z
This thesis examines the content and form of the ambivalence displayed by indigenous inhabitants of North Formosa in their relations with the VOC servants in the seventeenth century (1642-1662,...Show moreThis thesis examines the content and form of the ambivalence displayed by indigenous inhabitants of North Formosa in their relations with the VOC servants in the seventeenth century (1642-1662, 1664-1668). It offers an ethnographic reconstruction of North Formosa, two narratives of the encounter with foregrounded indigenous characters, and an analysis of the name of Basay for a reconsideration of the nature of the Basay community. With its three experiments of historical writing, this thesis not only provides a reconstruction of North Formosa and its inhabitants but also reflects upon the potential of using non-indigenous sources to write indigenous history. The conclusion confirms that ambivalence is inevitable for the Basay who acted as the middlemen between local inhabitants and the Dutch in the North Formosan trading network, whereas other North Formosans like the River Peoples and the Kavalan felt freer to act according to their wills. Also, although non-indigenous sources show the potentials for reconstructing indigenous history, there are also challenges such as turning fragmented ethnographic details into a coherent ethnography and building the roundness of indigenous characters by foregrounding them in the chain of historical events. This thesis recommends ways to overcome these challenges and indicates ‘to be written’ as the burden of indigenous writers for a mixture of purposes.Show less
Growing demand or declining availability of water makes distribution decisions based on water scarcity an increasingly acute problem across the globe. In my research, I focused on the question...Show moreGrowing demand or declining availability of water makes distribution decisions based on water scarcity an increasingly acute problem across the globe. In my research, I focused on the question whether water scarcity can lead to conflict. To investigate how water and conflict are connected I used two theories which are the most relevant when dealing with the connection between water and conflict, Water Wars theory and Resource Curse theory. I studied the Darfur conflict case and the Chinese environmental conflict case to find out if water scarcity can lead to conflict.Show less
This dissertation focuses on the ideas and beliefs of Hendrik Brugmans, an interesting and influential man during the start of the European integration process right after the Second World War.
This thesis investigates the relationship between the Russian tsarist state and the four most important Russian Christian sects, the Khlysty, Skoptsy, Dukhobors, and Molokans, in the period 1801...Show moreThis thesis investigates the relationship between the Russian tsarist state and the four most important Russian Christian sects, the Khlysty, Skoptsy, Dukhobors, and Molokans, in the period 1801-1881. First the developments of the Russian Orthodox Church and the tsarist state following the Russian Orthodox Church schism (raskol), which gave rise to Russian religious dissent, are discussed, before moving on to an in-depth assessment of the history and beliefs of the four sects mentioned above. In the second part of the thesis the attitudes of the three tsars that ruled Russia between 1801 and 1881, Alexander I, Nicholas I, and Alexander II, are clarified, before the views of the sectarians on the policies of the three rulers are considered. It is then argued that these rulers, and Nicholas I specifically, vilified the sectarians as class of (imaginary) enemies as part of their state formation policies. In practice this meant the (forced) expulsion of many of the sectarians to the fringes of the Russian empire. The sectarians themselves, in turn, developed tools to cope with these conditions, and in some cases in their new role as frontier colonists became the epitome of Russianness in the multi-ethnic regions of the empire. This thesis therefore not only pays attention to the changing political situation of tsarist Russia in the nineteenth century and the state views on sectarianism, but also to the ways in which marginalized groups outside the Russian Orthodox Church reconciled their religious and ethnic identities with the demands of the state.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
In de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de...Show moreIn de eerste eeuwen na Christus was het Romeinse Rijk een multicultureel, meertalig rijk dat vele verschillende gebieden en volkeren omvatte. Latijn, als taal van veroveraars en als taal van de keizerlijke administratie, had een unieke positie in het rijk. Deze positie als belangrijkste taal van het rijk deelde Latijn slechts in sommige delen van het rijk met het Grieks. De Romeinen veroverden niet alleen verschillende koninkrijken en volkeren maar ook verschillende taalgebieden en vele provinciale talen bleven in gebruik in de eerste eeuwen na Christus binnen de grenzen van het Romeinse Rijk. In mijn thesis beantwoord ik de vraag hoe deze provinciale talen in gebruik bleven naast het Latijn en Grieks en welke interactie er plaatsvond tussen deze talen in de eerste drie eeuwen na Christus en hoe dit ons beeld van het de acculturatie in het Romeinse Rijk beïnvloedt. Om deze vraag te beantwoorden, heb ik een inventarisatie gemaakt van de inscripties van de verschillende provinciale talen die werden geschreven in de eerste drie eeuwen na Christus. De acht talen die zijn geattesteerd in de eerste drie eeuwen na Christus zijn: Neo-Phrygisch en Pisidisch in Klein-Azië, Aramees en Hebreeuws in de oostelijke provincies, Libisch en Neo-Punisch in Noord-Afrika, Lusitanisch in het Iberisch schiereiland en Gallisch in Frankrijk. Deze inventarisatie geeft een overzicht in de hoeveelheid inscripties geschreven in een provinciale taal en de domeinen waarin deze inscripties werden gebruikt. Mijn onderzoek omvat het hele Romeinse Rijk, van de Britse eilanden tot Syrië en van Noord-Afrika tot Klein-Azië en creëert zo de mogelijkheid om verschillende gebieden met elkaar te vergelijken. Aan de ene kant maak ik zeer intensief gebruik van epigrafisch materiaal omdat ik inscripties in vele verschillende talen en uit verschillende gebieden behandel, maar aan de andere kant is mijn gebruik van de inscripties gelimiteerd omdat ik de inscripties niet in detail lees of behandel. Epigrafisch materiaal levert een vruchtbare benadering voor de studie van sociale verandering en acculturatie. Taal is een belangrijk deel van de identiteit van personen en volkeren. Omdat taal een essentieel deel uitmaakt van cultuur, is het een belangrijk aspect binnen acculturatiestudies. Taalgebruik, zowel publiek en privé, kan een uiting zijn van culturele identiteit, maar het is een ook middel tot intercultureel contact of integratie en stijgen op de sociale ladder. Dit onderzoek plaatst taalgebruik stevig binnen het overkoepelende acculturatiedebat over het Romeinse rijk.Show less
The figure and work of Arnolt Schlick, especially his 'Spiegel der Orgelmacher und Organisten', is presented in the light of the general Renaissance debate. Regarding a.o. the position of the...Show moreThe figure and work of Arnolt Schlick, especially his 'Spiegel der Orgelmacher und Organisten', is presented in the light of the general Renaissance debate. Regarding a.o. the position of the artist and the arts, this case-study suggests a more nuanced definition to both a nineteenth-century, still strong in music history writings, and a revisionist point of view.Show less
Deze scriptie onderzoekt de problematiek die zich voordoet op het moment dat een staat overheidsbeleid wil maken voor een taboeonderwerp. Als casus van onderzoek wordt het bordeel Campo Alegre op...Show moreDeze scriptie onderzoekt de problematiek die zich voordoet op het moment dat een staat overheidsbeleid wil maken voor een taboeonderwerp. Als casus van onderzoek wordt het bordeel Campo Alegre op Curacao gebruikt. In 1949 opende het Gouvernement van Curacao een staatsbordeel en legaliseerde daarmee de lokale prostitutie. Dit was wel in strijd met het toenmalige wetboek van strafrecht. Bovendien was het voor Nederland daardoor niet mogelijk om een VN verdrag ter bestrijding van prostitutie en mensenhandel te ondertekenen. Het bordeel bestaat nog steeds al is het onder een andere naam.Show less
In this thesis I compare nine sources from Jewish and Greek backgrounds between 200 B.C. and 200 A.D. The overarching subject is eschatology, divided into chapters about afterlife, judgement and...Show moreIn this thesis I compare nine sources from Jewish and Greek backgrounds between 200 B.C. and 200 A.D. The overarching subject is eschatology, divided into chapters about afterlife, judgement and revelations.Show less
