This study examines the effects of organizational communications of fun and social identity value (SIV) on the willingness of people atypical for a nonprofit organization to start volunteering at...Show moreThis study examines the effects of organizational communications of fun and social identity value (SIV) on the willingness of people atypical for a nonprofit organization to start volunteering at the nonprofit organization. The study had a 2-cell (control condition versus experimental condition) between-and-within participants experimental design. Participants with an identity atypical to that of the organization (n = 154) were allocated across conditions, were presented the nonprofit organization of the study and varying information about this organization, and completed a survey recording the study outcomes. Participants in the control condition received general information plus filler information about the nonprofit organization presented to them. Participants in the experimental condition received general information about the organization plus information about specific positive features of the nonprofit organization, including that the organization has fun work activities and values the participants’ social identity. Independent sample T-tests showed that participants in the experimental condition perceived higher organizational communications of fun and SIV, and higher anticipated respect and enjoyment, than control participants. A first hierarchical regression analysis showed that, beyond control variables, organizational communications of SIV led to higher feelings of anticipated respect in the participants. A second hierarchical regression analysis showed that, beyond control variables, organizational communications of fun led to higher feelings of anticipated enjoyment in participants. Mediation regression analysis showed that anticipated enjoyment mediated the effect of organizational communications of fun on the willingness to start volunteering. Theoretical and practical implications, strengths and limitations, and suggestions for future research, are discussed.Show less
Deze studie gaat over de gelddonatiebereidheid aan non-profitorganisaties van mensen met een identiteit die atypisch is voor de organisatie. Er wordt gefocust op de rol van...Show moreDeze studie gaat over de gelddonatiebereidheid aan non-profitorganisaties van mensen met een identiteit die atypisch is voor de organisatie. Er wordt gefocust op de rol van persoonlijkheidskenmerken (identificatie met de gehele mensheid (IWAH), collectivisme), organisatiekenmerken (warmte en competentie van de organisatie), in-groep favoritisme en de verwachting van op organisatie gebaseerde eigenwaarde (OBSE). De vraag is hoe de financiële donatiebereidheid aan non-profitorganisaties vergroot kan worden voor individuen met een identiteit die atypisch is voor de betreffende non-profitorganisatie. Het doel is om nieuwe kennis toe te voegen aan de wetenschappelijke literatuur en non-profitorganisaties inzicht te geven in het proces betreffende werving van financieel donateurs. Het design van het onderzoek is een cross-sectioneel vragenlijstonderzoek, waarbij vier non-profitorganisaties werden gepresenteerd aan vier soorten doelgroepen. De deelnemers hadden allen een identiteit atypisch voor de non-profitorganisatie die hen werd gepresenteerd tijdens het onderzoek (N = 114). Een eerste multipele regressieanalyse toonde dat warmte van de organisatie, maar niet competentie van de organisatie, een directe en positieve relatie heeft met verwacht OBSE. Een tweede multipele regressieanalyse toonde dat de persoonlijkheidskenmerken collectivisme en IWAH geen relatie hebben met gelddonatiebereidheid. Aanvullende multipele regressieanalyse toonde onder andere geen effect van IWAH op in-groep favoritisme. Mediatie-regressieanalyse toonde dat enkel warmte van de organisatie een indirect effect heeft op gelddonatiebereidheid, via verwacht OBSE als mediator. Moderatie-regressieanalyse toonde geen significante interacties. Theoretische en praktische implicaties, sterke punten, limitaties en suggesties voor nieuw onderzoek worden besproken.Show less
Deze studie richt zich op de motivatie van mensen om vrijwilligerswerk te doen voor een non-profitorganisatie waar zij een lage affiniteit mee hebben. Het design van het onderzoek is een drie-cel...Show moreDeze studie richt zich op de motivatie van mensen om vrijwilligerswerk te doen voor een non-profitorganisatie waar zij een lage affiniteit mee hebben. Het design van het onderzoek is een drie-cel tussenproefpersonen experiment (warmte van de organisatie conditie, communicatie sociale identiteitswaarde conditie, controle conditie). De participanten waren mannen tussen de 18 en 25 jaar die atypisch waren voor de organisatie van het onderzoek (N = 71). Een serie ANOVA’s toonde dat de manipulatie van de conditie communicatie sociale identiteitswaarde geslaagd was, en dat de manipulatie van de conditie warmte van de organisatie niet geslaagd was. Zowel een ANOVA als een multipele regressieanalyse toonde aan dat communicatie van de sociale identiteitswaarde niet leidt tot een hogere waargenomen aantrekkelijkheid van de organisatie. De multipele regressieanalyse, waarin communicatie van de sociale identiteitswaarde ook voorspeller was, toonde wel aan dat warmte van de organisatie tot een hogere aantrekkelijkheid van de organisatie leidt. Daarnaast toonde een multipele regressieanalyse dat de aantrekkelijkheid van de organisatie en altruïsme positieve voorspellers zijn voor de bereidheid voor vrijwilligerswerk. Een mediatie regressieanalyse toonde dat warmte van de organisatie en communicatie sociale identiteitswaarde geen indirect effect hebben op de bereidheid voor vrijwilligerswerk via de waargenomen aantrekkelijkheid van de organisatie. Een moderatie regressieanalyse toonde dat de karaktereigenschappen altruïsme en morele identiteit geen effect hebben op de relaties tussen voorspellers en uitkomsten. De theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor nieuw onderzoek zullen in de discussiesectie verder uitgelicht worden.Show less
Financial stress has negative outcomes for both mental health and academic performances. The aim of the current study was to investigate the relationship between perceived financial stress among...Show moreFinancial stress has negative outcomes for both mental health and academic performances. The aim of the current study was to investigate the relationship between perceived financial stress among students, the actions they (intend to) take to resolve that stress and social support. 146 students from the UK with an age between 18 and 27 participated in the current study by completing an online survey. The results showed a positive relationship between perceived financial stress and the likelihood that they take action to resolve this stress. Two types of actions were found: adjusting income/expenses and seeking support from others. For both types of actions a gap between the intentions and actual actions taken was found. However, there was no significant moderating effect of perceived social support found on the relationship between financial stress and actions taken to resolve that stress. The results of the current study add knowledge to the topic of financial stress among students and can help researchers, policymakers and other professionals (e.g., social workers and counsellors) to understand the concept of the intention - action gap for students with financial stress.Show less
Dit onderzoek bestudeert hoe een atypische doelgroep voor een non profit organisatie kan worden aangetrokken om donateur te worden waarbij er wordt gekeken naar de communicatie van de sociale...Show moreDit onderzoek bestudeert hoe een atypische doelgroep voor een non profit organisatie kan worden aangetrokken om donateur te worden waarbij er wordt gekeken naar de communicatie van de sociale identiteitswaarde door een organisatie, competentie van een organisatie, sympathie en altruïsme. Het onderzoek is experimenteel van aard en had een tussenproefpersonen design met drie cellen: communicatie van de sociale identiteitswaarde door de organisatie, competentie van de organisatie en een controlegroep. De deelnemers waren mannen tussen de 18 en 25 jaar oud die atypisch waren voor de non profit organisatie in het onderzoek (N = 68). Een multipele regressieanalyse liet zien dat sympathie en de aantrekkelijkheid van de organisatie significant positief zijn gerelateerd aan donatiebereidheid. Een andere multipele regressieanalyse heeft aangetoond dat competentie van de organisatie significant positief gerelateerd is aan de aantrekkelijkheid van de organisatie en dat altruïsme niet significant is gerelateerd aan de aantrekkelijkheid van de organisatie. Mediatie regressieanalyses hebben een significant indirect effect gevonden voor competentie van de organisatie via aantrekkelijkheid van de organisatie op donatiebereidheid. Er is geen significant indirect effect gevonden van de communicatie van de sociale identiteitswaarde via aantrekkelijkheid van de organisatie op donatiebereidheid. Moderatie regressieanalyses toonden aan dat altruïsme het verband significant versterkte voor de relatie tussen communicatie van de sociale identiteitswaarde en aantrekkelijkheid van de organisatie en dat sympathie het verband significant versterkte voor de relatie tussen aantrekkelijkheid van de organisatie en donatiebereidheid. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor verder onderzoek worden besproken.Show less
Deze bachelor thesis richt zich op de motivatie van mensen, die atypisch zijn voor een non-profit organisatie, om vrijwilligerswerk te gaan doen bij deze organisatie. Het onderzoek had een...Show moreDeze bachelor thesis richt zich op de motivatie van mensen, die atypisch zijn voor een non-profit organisatie, om vrijwilligerswerk te gaan doen bij deze organisatie. Het onderzoek had een tussenproefpersonen experimenteel design met drie cellen (controle conditie vs. communicatie sociale identiteitswaarde conditie en controle conditie vs. warmte van de organisatie conditie). De deelnemers waren jonge mannen tussen de 18 en 25 jaar, die atypisch waren voor de non-profit organisatie van het onderzoek (N = 71). Er zijn ANOVA’s gedaan waaruit bleek dat de communicatie sociale identiteitswaarde manipulatie geslaagd was, terwijl de manipulatie van de warmte van de organisatie niet succesvol was. Daarnaast toonde een multipele regressieanalyse dat de communicatie van de sociale identiteitswaarde geen directe, positieve significante relatie heeft met de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie, maar de warmte van de organisatie wel. Bovendien liet een tweede multipele regressieanalyse zien dat altruïsme en de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie een directe, positieve significante relatie hebben met de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen voor de non-profit organisatie. Echter liet een mediatie regressieanalyse zien dat de communicatie van de sociale identiteitswaarde geen indirecte relatie heeft met de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen via de aantrekkelijkheid van de organisatie als mediator. Ook toonde een moderatie regressieanalyse aan dat de interactie van de warmte van de organisatie in combinatie met vertrouwen in de organisatie niet significant was, voor wat betreft het voorspellen van de ervaren aantrekkelijkheid van de organisatie. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties van het onderzoek worden op het laatst besproken.Show less
This research addresses employee friendliness (EF) of organizations. It is examined with an online cross-sectional survey study whether among employees (n = 160) indicators of the domains of...Show moreThis research addresses employee friendliness (EF) of organizations. It is examined with an online cross-sectional survey study whether among employees (n = 160) indicators of the domains of organizational employee friendliness (i.e., EF-jobs, EF-leadership, EF-policies, EF-work climate) relate to respect and occupational self-efficacy as determinants of work well-being and work performance. A first hierarchical regression analysis showed that a safe and healthy work climate, as an indicator of EF-work climate, related directly and positively to occupational self-efficacy. Furthermore, it was found with bootstrap mediation regression analysis that a safe and healthy work climate (EF-work climate) relates indirectly and positively to work well-being and work performance via occupational self-efficacy as a mediator. A second hierarchical regression analysis showed that a moral, safe, and healthy climate (EF-work climate), work-family support (EF-work policies), and transformational and authentic leadership behaviors (EF-supervision), related directly and positively to respect. Hereafter, bootstrap mediation regression analysis showed that these indicators of domains of organizational employee friendliness related indirectly and positively to work well-being and work performance via respect as a mediator. Theoretical and practical implications, strengths and limitations, and suggestions for further research, are discussed.Show less
Dit onderzoek richtte zich op de bereidheid van mensen die atypisch zijn voor een non-profit organisatie om vrijwilligerswerk te doen. Het onderzoek had een tussen-proefpersonen factorieel ontwerp ...Show moreDit onderzoek richtte zich op de bereidheid van mensen die atypisch zijn voor een non-profit organisatie om vrijwilligerswerk te doen. Het onderzoek had een tussen-proefpersonen factorieel ontwerp (condities: 'warmte van de organisatie', 'communicatie van de sociale identiteitswaarde' tegenover een controlegroep). De deelnemers aan het onderzoek waren jonge mannen (N= 66); deze groep was atypisch voor de onderzochte non-profit organisatie. Uit manipulatiechecks met ANOVA's bleek dat de manipulatie van de communicatie van de waarde van de sociale identiteit succesvol was, maar dat de manipulatie van de ervaren warmte van de organisatie niet succesvol was. Uit een hiërarchische regressieanalyse volgde dat zowel de ervaren aantrekkelijkheid van de non-profit organisatie als altruïsme en identificatie met de hele mensheid direct bijdroegen aan de bereidheid om vrijwilliger te worden. Een multipele regressieanalyse liet zien dat de ervaren warmte van de organisatie een positieve bijdrage leverde aan de aantrekkelijkheid van een non-profit organisatie, terwijl de ervaren communicatie van sociale identiteitswaarde geen bijdrage leverde. Mediatieregressieanalyse liet, zowel vanuit de ervaren warmte van de organisatie als vanuit de ervaren communicatie van de sociale identiteitswaarde, geen indirect effect zien via de aantrekkelijkheid van de non-profitorganisatie op de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen. Uit een moderatieregressieanalyse volgde tenslotte dat het effect van de ervaren communicatie van de sociale identiteitswaarde op de ervaren aantrekkelijkheid van een non-profitorganisatie versterkt wordt door het persoonlijkheidskenmerk 'identificatie met de hele mensheid'. Daarentegen werd het effect van de ervaren warmte op de ervaren aantrekkelijkheid van een non-profitorganisatie niet gemodereerd door het persoonlijkheidskenmerk altruïsme. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor verder onderzoek worden besproken.Show less
This study concerns willingness to volunteer for non-profit organisations (NPOs), and assesses aspects suspected to account for why people decide to volunteer for a charity. Our study was a cross...Show moreThis study concerns willingness to volunteer for non-profit organisations (NPOs), and assesses aspects suspected to account for why people decide to volunteer for a charity. Our study was a cross-sectional survey study among members of the American public (N = 143) and tested whether affinity with an NPO as well as openness to diversity affect willingness to volunteer for an NPO of which one is not a member (an outgroup NPO). We detected, based on a multiple regression analysis, that affinity with an outgroup NPO directly and positively predicts likeability of the NPO while openness to diversity is controlled for. Subsequently, a mediation regression analysis displayed that affinity with an outgroup NPO affects willingness to volunteer indirectly via likeability of the NPO. Moreover, a separate multiple regression analysis showed openness to diversity to directly and positively relate to perspective-taking if controlling for affinity. Yet, as also displayed by a mediation regression analysis, openness to diversity does not indirectly relate to willingness to volunteer through perspective-taking. Thus, as a last multiple regression analysis yielded, likeability of an outgroup NPO, but not perspective-taking, directly and positively predicts willingness to volunteer for the NPO. Additionally, a moderation regression analysis indicated that affinity with an outgroup NPO and openness to diversity do not interact to influence likability of the NPO. Theoretical and practical implications, limitations as well as suggestions for future research are discussed.Show less
This research examines the willingness to donate money among members of the general public through the lens of social categorization. It concerns a cross-sectional questionnaire study. The...Show moreThis research examines the willingness to donate money among members of the general public through the lens of social categorization. It concerns a cross-sectional questionnaire study. The participants were 100 members of the general public in the United States, recruited through the Academic Prolific platform. A first multiple regression analysis showed that affinity with the non-profit organization has a positive direct relationship with willingness to donate money. Age and gender were used as control variables in this multiple regression, which also showed a positive direct relationship with willingness to donate. A second multiple regression analysis showed that both social identity match with the organization and person-organization fit have positive relationships with affinity with the non-profit organization. A first mediation analysis showed that social identity match has an indirect, positive relationship with willingness to donate through affinity with the non-profit organization. A second mediation analysis showed that person-organizational fit has an indirect, positive relationship with willingness to donate through affinity with the non-profit. Finally, a moderation analysis showed that Perceived Donation Efficacy (PDE) has no significant influence on the relationship between affinity with the non-profit organization and willingness to donate. Theoretical and practical implications and limitations and suggestions for further research are discussed.Show less
Dit onderzoek richt zich op de bereidheid van het algemeen publiek om geld te doneren aan non-profitorganisaties en de rol daarbij van affiniteit met de organisatie, met als voorspellers persoon...Show moreDit onderzoek richt zich op de bereidheid van het algemeen publiek om geld te doneren aan non-profitorganisaties en de rol daarbij van affiniteit met de organisatie, met als voorspellers persoon-organisatiefit, een sociale identiteitsmatch met de organisatie en sociale nabijheid bij de organisatie. Het betrof een cross-sectioneel vragenlijstonderzoek en participanten (N = 100) waren deelnemers van het algemeen Amerikaans publiek, geworven via Academic Prolific. Uit een eerste multipele regressieanalyse, waarbij leeftijd en geslacht controlevariabelen waren, bleek dat er een significante positieve directe relatie was van affiniteit met de organisatie met donatiebereidheid in de vorm van geld. Uit een tweede multipele regressieanalyse bleek dat persoon-organisatiefit en een sociale identiteitsmatch met de organisatie beide een positieve directe relatie hadden met affiniteit met de organisatie. Uit deze analyse bleek echter ook dat sociale nabijheid bij de organisatie geen significante relatie had met affiniteit met de organisatie. Uit mediatieregressieanalyses bleek dat zowel persoon-organisatiefit als een sociale identiteitsmatch met de organisatie, maar niet sociale nabijheid bij de organisatie, een indirecte positieve relatie hadden met gelddonatiebereidheid via affiniteit met de organisatie. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen van het onderzoek en suggesties voor toekomstig onderzoek worden besproken.Show less
This research examines the influence of affinity with the non-profit organization on the willingness to donate in volunteering among members of the general public. Affinity with the non-profit...Show moreThis research examines the influence of affinity with the non-profit organization on the willingness to donate in volunteering among members of the general public. Affinity with the non-profit organization is predicted using three predictors. The first predictor is personal relevance of the nonprofit, the second predictor is social identity match and the third predictor is the need to belong. This was investigated through a cross sectional design questionnaire survey conducted among members of the general American public. The participants were recruited via Academic Prolific (N = 100). A multiple regression analysis showed that personal relevance of the nonprofit, social identity match, and the need to belong are directly and positively related to affinity with the nonprofit. In addition, the mediation analysis showed that personal relevance of the nonprofit, social identity match and the need to belong are indirectly and positively related to the willingness to volunteer through affinity with the non-profit organization. The theoretical and practical implications are discussed. In addition, limitations and suggestions for further research are also discussed.Show less
This study examines the factors that influence the job hopefulness and job search intentions of job seekers with a disability and/or health impairment. Perceived labour market discrimination,...Show moreThis study examines the factors that influence the job hopefulness and job search intentions of job seekers with a disability and/or health impairment. Perceived labour market discrimination, occupational self-efficacy (OCSE) and coping (preparation and raising awareness) are taken into account. The online cross-sectional survey was distributed through organisations and Academic Prolific, resulting in both Dutch and native English-speaking participants, with different types of disabilities and health-impairments (N = 169). A multiple regression analysis revealed that perceived labour market discrimination did not relate to OCSE beyond control variables (age, job status). A mediation analysis found that perceived labour market discrimination related directly and negatively to job hopefulness, without mediation by OCSE. Another multiple regression analysis found that OCSE related directly and positively to job hopefulness beyond control variables (age, handicap visibility). A subsequent mediation analysis found a positive direct effect of OCSE on job search, but this was not mediated by job hopefulness. Lastly, moderation analyses showed no significant moderation by either of the coping styles on the relationship between perceived labour market discrimination and OCSE. Theoretical and practical implications, as well as limitations and suggestions for further research, are also discussed.Show less
This research addresses the willingness to join a nonprofit organization as a volunteer of people who perceive that their social identity is different from the social identity of the current...Show moreThis research addresses the willingness to join a nonprofit organization as a volunteer of people who perceive that their social identity is different from the social identity of the current volunteers of the organization. Specifically, a social identity approach was applied, and it was predicted that for non-volunteers who have atypical social identities the organizational warmth, organizational morality, and organizational communications about the value of social identity, would influence the motivation to join the non-profit organization through psychological safety and organizational trust as mediators. The online research, for which non-volunteers who have atypical social identities were recruited as research participants via the Academic Prolific Online Platform (n = 184), had a 4-cell between subjects’ experimental design (organizational warmth, organizational morality, communications of social identity value versus ‘Wikipedia information’ control condition). The participants were presented the US Fire Brigade as type of non-profit organization, were thereafter randomly allocated across the experimental conditions, and subsequently completed a questionnaire that recorded the variables of the research. The data was analyzed using one-way ANOVAs and multiple mediating regressions analyses. ANOVAs showed that the manipulations of organizational warmth and the organizational communications about the value of social identity were successful, but also that the manipulation of organizational morality was not successful. Subsequently, a one-way ANOVA showed that organizational warmth and the organizational communications about the value of social identity instilled trust in the organization and sense of psychological safety in the participants. Thereafter, mediation regression analyses showed that organizational warmth and organizational communications about social identity value related significantly and indirectly related to the motivation to join the non-profit organization as a volunteer through organizational trust and sense of psychological safety. The implications, limitations, and suggestions for further research, of the study are discussed.Show less
Many non-profit organisations employ not only volunteers, but also paid workers, to achieve their organisational objectives. This research examines whether the volunteers of a non-profit...Show moreMany non-profit organisations employ not only volunteers, but also paid workers, to achieve their organisational objectives. This research examines whether the volunteers of a non-profit organisation report appraisal and autonomous respect, job satisfaction and intent to remain a volunteer with the organisation, when they perceive that the paid workers of the organisation display self-sacrifice on behalf of the organisation and interactional justice. The research had a cross sectional survey design and the participants were volunteers working with paid workers in a non-profit organisation (a hospice; N = 52 hospice volunteers). Multiple regression analyses were conducted to test the hypotheses about direct effects. Among volunteers, autonomous and appraisal respect were found positively and directly related to job satisfaction. Additionally, among volunteers, interactional justice received from the paid workers of the organisation was found positively and directly related to autonomous respect, appraisal respect, and job satisfaction. Furthermore, among volunteers, perceived self-sacrifice on behalf of the organisation by the paid workers of the organisation was found directly and positively related to appraisal respect. Thereafter, a mediation regression analysis was conducted to test the hypothesis about the indirect effect. The mediation regression analysis showed that among volunteers, interactional justice received from the paid workers of the organisation relates positively and indirectly to job satisfaction through appraisal respect as a mediator. The theoretical and practical implications, as well as the limitations and suggestions for further research, are discussed.Show less