In dit onderzoek is het voorspellend vermogen van de executieve functies werkgeheugen, inhibitie en volgehouden aandacht van kinderen in groep 2 voor het rekenniveau in groep 3 onderzocht. Daarbij...Show moreIn dit onderzoek is het voorspellend vermogen van de executieve functies werkgeheugen, inhibitie en volgehouden aandacht van kinderen in groep 2 voor het rekenniveau in groep 3 onderzocht. Daarbij is onderzocht of er een verschil is in rekenniveau voor kinderen van ouders die wel of geen oudertraining met betrekking tot het executief functioneren hebben gevolgd. Vier taken van de Amsterdamse Neuropsychologische Taken (ANT) zijn afgenomen bij 112 kinderen uit groep 2 van het reguliere basisonderwijs, 67 jongens en 53 meisjes: Sustained Attention Objects 2 keys (SA02), Baseline Speed (BS), Go-NoGo (GNG) en Spatial Temporal Sequencing (STS). Een jaar later is door middel van de toets voor rekenen-wiskunde van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito) het rekenniveau bepaald. Van de drie executieve functies bleek alleen het werkgeheugen in groep 2 een significante voorspeller te zijn voor het rekenniveau in groep 3. Hoe beter het werkgeheugen in groep 2, des te hoger het rekenniveau in groep 3. Kinderen waarvan de ouders een oudertraining hebben gevolgd hadden een significant hoger rekenniveau in groep 3.Show less
Youth with an Autism Spectrum Disorder can also have an other clinical disorder, for example a depression. This depression could be a multiple disability for this youth with autism. The youth with...Show moreYouth with an Autism Spectrum Disorder can also have an other clinical disorder, for example a depression. This depression could be a multiple disability for this youth with autism. The youth with an Autism Spectrum Disorder and depression can have more limits in daily functioning, in comparison to youth with only an Autism Spectrum Disorder. It’s important to know at which aspects in daily functioning the youth with both disorders have the greatest limits. Because if these aspects are known, the youth can be supported at these aspects. This results in the following question: In which degree do Dutch children and youth from 4 to 18 years with an Autism Spectrum Disorder and an depression have limits in their adaptive skills? The level of the youth with both disorders are compared with the youth with autism, the youth with a depression and with the youth without psychopathology on four adaptive skills; contact with other children; contact with parents, adults and authority; school, work and future and the adaptive skill autonomy. This research with 635 participants shows that there’s a difference between youth with both disorders and youth with an Autism Spectrum Disorder on the adaptive skill autonomy. Youth with both disorders and youth with only a depression differ on the adaptive skill contact with other children. These results indicate that youth with both disorders mainly have a multiple disability at the adaptive skill autonomy. Youth with both disorders need support to improve their level of this adaptive skill.Show less
Er is onderzoek gedaan naar het verband tussen slaap en internaliserende problemen als state¬-kenmerk en internaliserende problemen als trait-kenmerk. Het verschil tussen beide verbanden is...Show moreEr is onderzoek gedaan naar het verband tussen slaap en internaliserende problemen als state¬-kenmerk en internaliserende problemen als trait-kenmerk. Het verschil tussen beide verbanden is onderzocht om te achterhalen of er verschil bestaat tussen de twee vormen internaliserende problemen. Slaap wordt uiteengezet als slaapkwantiteit en slaapkwaliteit. De steekproef bestaat uit 97 kinderen op het basisonderwijs in de leeftijd van negen tot 11 jaar (M= 10.00, SD= 0.791). Er wordt gebruik gemaakt van vier vragenlijsten die ouders en kinderen thuis invullen. Het slaaplogboek gedurende zeven dagen en de Sleep Disturbance Scale (SDSC) om slaapkwantiteit en slaapkwaliteit te meten. De Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) is gebruikt om internaliserende problemen als state-kenmerk te onderzoeken en de Early Adolescent Questionnaire, Revised (EATQ-R) om internaliserende problemen als trait-kenmerk te meten. Uit de resultaten is gebleken dat internaliserende problemen als state-kenmerk een verband vertonen met maten van slaapkwaliteit. Namelijk met uitgeslapen gevoel (R=0.405; p<0.001), stoornissen bij het inslapen en doorslapen (R=0.222; p=0.029) en overmatige slaperigheidsproblemen (R=0.252; p=0.013). Internaliserende problemen als trait-kenmerk vertonen geen verband met maten van slaapkwaliteit. Beide vormen van internaliserende problemen vertonen geen verband met slaapkwantiteit. De conclusie is dat er een verschil bestaat tussen de vormen van internaliserende problemen wat betreft slaapkwaliteit; internaliserende problemen als state-kenmerk vertoont in tegenstelling tot internaliserende problemen als trait-kenmerk wel een verband met slaapkwaliteit. Mogelijk komt dit doordat internaliserende gedragsproblemen (als state-kenmerk) het gevolg zijn van slaapproblemen, maar dat internaliserende gedragsproblemen geen invloed hebben op slaapproblemen (als trait-kenmerk). Er kunnen echter ook diverse methodologische verklaringen een rol spelen die worden besproken in deze scriptie.Show less