Van kinderen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) wordt gedacht dat zij problemen ondervinden in emotieherkenning. ADHD bevat drie subtypen, namelijk aandachtstekort, hyperactief...Show moreVan kinderen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) wordt gedacht dat zij problemen ondervinden in emotieherkenning. ADHD bevat drie subtypen, namelijk aandachtstekort, hyperactief/impulsief en het gecombineerde subtype. Een mogelijk en nog niet veel onderzocht component onderliggend aan emotieherkenning is volgehouden aandacht. De centrale vraag richt zich op jongens waarbij wordt ingegaan op de relatie tussen symptomen van de subtypen van ADHD en emotieherkenning in gezichtsexpressies en stem bij anderen en of volgehouden aandacht daar invloed op heeft. De steekproef bevat 20 jongens van 7 tot 13 jaar. Ouders vulden een vragenlijst in over symptomen van subtypen van ADHD. Kinderen beoordeelden op de computer via foto’s emoties in het gezicht en via geluidsfragmenten emoties in de stem. Tevens is via een computertaak volgehouden aandacht gemeten. Symptomen van het gecombineerde subtype hebben een verband met het aflezen van verbaasde gezichten. Hoe meer symptomen van dit subtype, hoe meer ze herkennen. Voor de overige subtypen en emoties zijn geen verbanden aangetoond. De verbanden tussen symptomen van het aandachtstekortsubtype en emotieherkenning van blije en droevige stemmen wijzen erop dat hoe meer symptomen van het subtype, hoe meer ze deze emoties in stemmen herkennen. Voor de overige subtypen en emoties zijn geen verbanden aangetoond. Parameters van volgehouden aandacht hebben op de hiervoor genoemde aangetoonde verbanden invloed. Alleen de parameter impulsiviteit heeft geen invloed op het verband tussen symptomen van aandachtstekortsubtype en het herkennen van blije stemmen. Verder heeft de parameter fluctuatie in het werktempo invloed op de relatie tussen symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit en het herkennen van verbaasde gezichten. Aanbevelingen voor verder onderzoek zijn een grotere steekproef en kinderen includeren met een diagnose voor een subtype van ADHD. Daarnaast kunnen verschillen in subtypen van ADHD tussen jongens en meisjes worden onderzocht en tussen kinderen met en zonder diagnose. Verdere aanbeveling is een longitudinaal onderzoek.Show less
Met de Tobii eyetracker zijn tijdens het lezen van letters en woorden de oogbewegingen gemeten van 260 kinderen (leeftijd in maanden: M = 77,8; SD = 3,2) gezeten in groep 3 op 15 verschillende...Show moreMet de Tobii eyetracker zijn tijdens het lezen van letters en woorden de oogbewegingen gemeten van 260 kinderen (leeftijd in maanden: M = 77,8; SD = 3,2) gezeten in groep 3 op 15 verschillende scholen in Nederland. Onderzocht is of kinderen letters in het parafoveale veld kunnen herkennen zonder op deze letters te fixeren. Daarnaast is onderzocht of deze beginnende lezers reeds fixeren op de prefered viewing location (PVL) in een woord. We veronderstelden een verband tussen het parafoveaal waarnemen van letters en het fixeren op de PVL tijdens het lezen van woorden. Geconcludeerd kan worden dat 75% van de kinderen de rechter- en 67% van de kinderen de linker letter in het parafoveale veld kan waarnemen zonder te fixeren. De helft van alle kinderen fixeert op de PVL in een woord. Zowel de parafoveale waarneming als het fixeren op de PVL hangt samen met het lezen van- en aantal keer fixeren op woorden. Kinderen die een grotere visuele span hebben en/of op de PVL fixeren lezen vaker woorden correct en maken minder fixaties tijdens het lezen van de woorden. Eveneens is onderzocht of er een relatie is tussen scores op de RAN-taak en de oogbewegingen van kinderen. Er zijn significante verbanden gevonden tussen de scores op de RAN-taak en parafoveale waarneming.Show less