Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
open access
Hoe worden verzwegen gebeurtenissen en ervaringen uit het verleden van de eerste generatie Indische Nederlanders en Indonesiërs in Nederland onderzocht en gepresenteerd door de tweede en derde...Show moreHoe worden verzwegen gebeurtenissen en ervaringen uit het verleden van de eerste generatie Indische Nederlanders en Indonesiërs in Nederland onderzocht en gepresenteerd door de tweede en derde generatie? Ik beantwoord deze vraag door eerst een impressie van de historische context te geven. Vervolgens bespreek ik de daaruit volgende integratie van de Indische Nederlanders in Nederland, waarbij Indisch zwijgen en hun manier van aanpassen centraal staan. Daarna komt mijn casus uitgebreid aan bod: de zoektocht van mijn tante naar het verleden van haar ouders, uitgaande van persoonlijke objecten uit de koffer van haar vader. Tenslotte bespreek ik voorbeelden van resultaten van zoektochten naar het verzwegen verleden van de eerste generatie en manieren van generatieoverdracht van de tweede en derde generatie Indische Nederlanders. Mijn casus loopt als een rode draad door de scriptie heen.Show less
Het kwalitatieve, verkennende en deels retrospectieve onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Pleegzorgadvies Nederland, richt zich op de transitie naar volwassenheid bij pleegkinderen en...Show moreHet kwalitatieve, verkennende en deels retrospectieve onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Pleegzorgadvies Nederland, richt zich op de transitie naar volwassenheid bij pleegkinderen en residentieel geplaatste kinderen. De respondenten bestaan uit 18 jongvolwassenen tussen de 18 en 30 jaar oud, afkomstig uit pleeggezinnen en residentiële instellingen. Middels face-to-face semigestructureerde interviews naar de belevingen is getracht een antwoord te formuleren op de hoofdvraag: “Hoe hebben jongvolwassenen, opgegroeid in pleeggezinnen of residentiële instellingen, de transitie naar volwassenheid bereikt, hoe reflecteren zij op hun jeugd en wat is hun mening over de hulpverlening?” Uit dit onderzoek blijkt dat de transitie naar volwassenheid beter wordt doorlopen indien er in de jeugd sprake is geweest van stabiele opvoedsituaties en de mogelijkheid om tijdens de transitie terug te vallen op een sociaal netwerk. Veel wisselingen van woonplek, residentiële plaatsingen op jonge leeftijd en traumatische gebeurtenissen en problemen in de jeugd, lijken daarentegen factoren te zijn die de transitie naar volwassenheid moeizamer doen verlopen. Over het algemeen kunnen jongvolwassenen zich met behulp van enige ondersteuning redelijk tot goed redden.Show less
With this master thesis research is conducted using two clarifying theories of autism spectrum disorder (ASD); namely the influence of Theory of Mind (ToM) and Executive Functions (EF) on the...Show moreWith this master thesis research is conducted using two clarifying theories of autism spectrum disorder (ASD); namely the influence of Theory of Mind (ToM) and Executive Functions (EF) on the social behavior of children with ASD and normal developed children. The average age of these children was between 10;6 and 10;7 years. In this research 27 children participated diagnosed with ASD and 83 healthy children participated as control group. Also the parents of both groups of children participated, and were required to fill in questionnaires. Social skills were measured with the help of the Social Skills Rating System (SSRS), and executive skills were measured using the Dysexecutive Questionnaire (DEX). Furthermore, ToM skills of 27 children with ASD and 83 children from the control group were identified, using the Social Cognitive Skills Test (SCVT). Findings in this study do not confirm the hypothesis that ToM and EF are important theories in relation to the development of social skills by the ASS group. However, in the control group EF appeared to be a good predictor for social behavior.Show less
The aim of this study was to investigate whether cognitive factors, aspects of personality and social factors were associated with reactive and proactive aggression and the influence of these...Show moreThe aim of this study was to investigate whether cognitive factors, aspects of personality and social factors were associated with reactive and proactive aggression and the influence of these factors on the two types of aggression in young adults between 12 – 17 years of age (n =84, M = 13.5, SD = .919). The studied variables were Behavioral Regulation and Metacognition, Sensitivity to Punishment, Reward responsiveness, Impulsivity/fun-seeking and Drive, Callous-unemotional traits and Social skills. The instruments used were ‘Reactive-Proactive Aggression Questionnaire’ (RPQ), ‘Behavior Rating Inventory of Executive Function’ (BRIEF), ‘Sensitivity to Punishment and Sensitivity to Reward Questionnaire’ (SPSRQ), ‘Inventory of Callous-Unemotional Traits’ (ICU) and ‘Social Skills Rating System’ (SSRS). The questionnaires were distributed among participating adolescents and their parents with the help of schools. In the current study Behavioral Regulation, Impulsivity/fun-seeking, Drive and Callous-unemotional traits were associated with Reactive aggression, although these did not remain significant predictors in regression analyses when proactive aggression and callous-unemotional traits were included. Proactive aggression was associated with Drive and Callous-unemotional traits. Reactive aggression and Callous-unemotional traits were the only significant predictors of proactive aggression in regression analysis, with Callous-unemotional traits as the strongest predictor.Show less
In deze studie staat de invloed van slaaprestrictie op emotieregulatie van kinderen centraal. Op basis van de literatuur werd ondersteld dat slaaprestrictie een negatieve invloed heeft op...Show moreIn deze studie staat de invloed van slaaprestrictie op emotieregulatie van kinderen centraal. Op basis van de literatuur werd ondersteld dat slaaprestrictie een negatieve invloed heeft op emotieregulatie. Het experimentele onderzoek vond plaats gedurende drie weken onder 57 proefpersonen van acht tot en met elf jaar (M=9.90, SD=0.80). In de eerste week werd de baseline slaapduur gemeten, waarna twee weken volgden waarin de slaapduur gedurende drie nachten een uur per nacht werd beperkt of verlengd. De slaapduur werd gemeten met een slaaplogboek en de emotieregulatie met The Ultimatum Game. Door middel van gepaarde t-toetsen werd onderzocht of slaapbeperking zorgde voor meer afwijzingen in The Ultimatum Game. Er werden hiervoor geen significante effecten gevonden. Uit dit onderzoek blijkt dat slaaprestrictie gedurende drie nachten geen negatieve invloed heeft op de emotieregulatie van kinderen.Show less