Dit adviesrapport gaat in op de ervaringen en verwachtingen die ouders/verzorgers hebben van de school rondom ziekteverzuim van hun kind op havo/vwo. Het is voor de opdrachtgever (Nederlands...Show moreDit adviesrapport gaat in op de ervaringen en verwachtingen die ouders/verzorgers hebben van de school rondom ziekteverzuim van hun kind op havo/vwo. Het is voor de opdrachtgever (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid) van belang inzicht te krijgen in de perceptie van ouders/verzorgers op de aanpak van ziekteverzuim, met als doel professionals op scholen hierover te kunnen adviseren. Er is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar hoe gevoelige onderwerpen het beste bespreekbaar kunnen worden gemaakt door school bij ouders. Hieruit blijkt dat ouders/verzorgers wensen zich veilig te voelen tijdens het bespreken van gevoelige onderwerpen, waarbij een vertrouwelijke band en goede voorbereiding door school op het gesprek van belang zijn. Voor het empirisch onderzoek zijn tien ouders/verzorgers geïnterviewd over hun ervaringen rondom ziekteverzuim van hun kind op school en wat zij verwachten van de bejegening van de school. De resultaten uit empirisch onderzoek tonen aan dat ouders/verzorgers wisselende ervaringen hebben met het ziekmelden van hun kind en contact omtrent ziekteverzuim. Bij goede communicatie met school hebben ouders/verzorgers positievere ervaringen dan bij gebrek aan communicatie. De ervaringen rondom ziekteverzuim zijn positiever als de school meedenkt en samenwerkt met ouders/verzorgers. Daarnaast is gebleken dat ouders/verzorgers een duidelijk beleid rondom het ziekmelden verwachten en zij het initiatief tot contact vanuit school verwachten. Maatwerk blijkt van belang, want ouders/verzorgers verwachten persoonlijk contact en continuïteit van contactpersoon en een betrokken en proactieve mentor. Op basis van deze bevindingen wordt aanbevolen dat er door de opdrachtgever bewustzijn wordt gecreëerd op scholen over de verwachtingen van ouders/verzorgers. Het is van belang om scholen te adviseren en stimuleren om een protocol op te stellen wat hun verzuimbeleid is en om zich daaraan te houden. Het advies is om mentoren te trainen in het zijn van een proactieve mentor. Tot slot dienen scholen bewust te worden van de waarde die ouders/verzorgers hechten aan betrokkenheid door gesprekken te voeren met ouders over hun individuele behoeften wanneer er sprake is van ziekteverzuim.Show less
In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Hoe kan de GGD Hollands-Midden ouders van peuters bij een Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) het best informatie verschaffen over gezonde...Show moreIn dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Hoe kan de GGD Hollands-Midden ouders van peuters bij een Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) het best informatie verschaffen over gezonde voeding? Door middel van literatuur- en empirisch onderzoek is getracht deze vraag te beantwoorden. Concluderend is de behoefte van ouders aan informatie over gezonde voeding zeer persoonlijk. Overkoepelend heerst er een voorkeur voor het online ontvangen van informatie. Daarnaast hebben ouders moeite met het vinden van overzicht in de overvloed van bestaande informatie, en vinden zij een deel hiervan overbodig. Tegelijkertijd missen een aantal ouders informatie die aansluit op hun persoonlijke situatie. Positieve aspecten van de huidige informatievoorzieningen zijn de bestaande richtlijnen op vertrouwde websites als die van het Voedingscentrum. Uit dit onderzoek volgt het advies dat de GGD Hollands-Midden de nadruk kan leggen op online informatievoorzieningen over dit onderwerp, met een focus op persoonsgerichte informatie. Het is van belang dat deze informatie vrijblijvend is. Daarnaast is er een advies gericht op vervolgonderzoek, het huidige onderzoek had namelijk een kleine steekproef. Bij vervolgonderzoek is het relevant om een grotere steekproef te selecteren, om een vollediger beeld te kunnen schetsen. Uitkomsten van het huidige onderzoek kunnen worden meegenomen in de keuze voor een bepaalde invalshoek in toekomstige onderzoeken. Al met al is het belangrijk dat ouders de juiste informatie over gezonde voeding ontvangen om op die manier een positieve invloed te hebben op de voeding van hun kind. Dit kan namelijk mogelijke gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, voorkomen.Show less
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van hulpverleningsorganisatie Enver. De centrale vraag van dit onderzoek is: ‘Op welke manier kan dwingende controle gesignaleerd en aangepakt worden door de...Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van hulpverleningsorganisatie Enver. De centrale vraag van dit onderzoek is: ‘Op welke manier kan dwingende controle gesignaleerd en aangepakt worden door de hulpverlening bij een complexe echtscheiding?’ In het adviesrapport wordt een antwoord gegeven op deze vraag aan de hand van meerdere deelvragen. In de wetenschappelijke discussie worden de zwakke en sterke punten van dit onderzoek besproken.Show less
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Stunt. De aanleiding hiervoor was het achterblijven van de taalontwikkeling van statushouders, ondanks de taalondersteuning die zij krijgen....Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Stunt. De aanleiding hiervoor was het achterblijven van de taalontwikkeling van statushouders, ondanks de taalondersteuning die zij krijgen. Volgens de professionals bij Stichting Stunt is het hoofd van de statushouders vaak te vol om de Nederlandse taal aan te leren, naast de dagelijkse activiteiten die ze doen. Hieruit volgt de hoofdvraag: “In hoeverre spelen stress, motivatie en culturele aspecten een rol in het leren van de Nederlandse taal bij statushouders uit Afrika en het Midden-Oosten?” Binnen het onderzoek is een literatuurstudie en etnografie uitgevoerd. De etnografie is bij Stichting Stunt uitgevoerd door middel van een participerende observatie en gesprekken met de statushouders en werknemers van Stichting Stunt. Uit de resultaten is gebleken dat er mogelijk sprake is van een duidelijke wisselwerking tussen culturele aspecten, motivatie en stress. Het opleidingsniveau en de vaardigheden van de statushouders lijken een rol te spelen in het leren van een nieuwe taal. Religie als culturele factor wordt weinig verbonden met het leren van een nieuwe taal. Uitdagingen zoals culturele verschillen en gezondheidsproblemen hangen mogelijk samen met de motivatie en stress. Verder kan stress worden veroorzaakt door privéomstandigheden en de uitdagingen van het leerproces. Uit deze gegevens is gebleken dat het aanpassen van de taallessen naar de leefomgeving van de statushouders het meest efficiënt kan werken. Dit kan resulteren in meer betrokkenheid bij de lessen en zo kan de Nederlandse taal ook effectief gebruikt worden in de werkplaatsen.Show less
Er is een casus verkregen over basisschool de Meerpaal die kampt met gedragsmatige in groep 4 t/m 8 waardoor er een minder veilig schoolklimaat heerst. De school wil handvatten gericht op hun...Show moreEr is een casus verkregen over basisschool de Meerpaal die kampt met gedragsmatige in groep 4 t/m 8 waardoor er een minder veilig schoolklimaat heerst. De school wil handvatten gericht op hun school om een veiliger schoolklimaat te creëren. Er wordt onderzocht wat leerkrachten kunnen doen om een veiliger klimaat te creëren voor groep 4 t/m 8. Dit is onderzocht door een vragenlijst op te stellen en door de leerkrachten van de Meerpaal in te laten vullen. Deze vragenlijst is opgesteld aan de hand van componenten uit wetenschappelijke onderzoeken en theorieën behaviorisme (Skinner, 1953), sociale leertheorie (Bandura, 1986) en zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2000). Hieruit zijn de volgende componenten gekomen: positive behavior support, sociaal-emotioneel welzijn, schoolregels, omgaan met gedrag, klassenmanagement en oudercontact. Dit is in de vragenlijst omgezet naar schalen met stellingen die worden beantwoord op een 7-punts Likertschaal en er zijn open vragen gesteld. De data zijn geanalyseerd door gemiddelden en standaarddeviaties te berekenen en de open vragen te categoriseren. De gemiddelden zijn relatief hoog (5), wat betekent dat de vragenlijst overwegend positief is ingevuld. Hierdoor is gekeken naar subschalen binnen een schaal. Hieruit kwam dat de school kan werken aan positief klimaat, veilig klimaat, omgaan met ongewenst, sociaal-emotioneel welzijn en klassenmanagement. Er wordt aangeraden om aan alle componenten te werken, omdat bij alle componenten er ruimte is voor verbetering. De aanbevelingen aan de school zijn om hieraan te werken en dit schoolbreed te doen waarbij alle betrokkenen op school deelnemen aan het maken van beslissingen.Show less
In dit rapport wordt op basis van literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek een advies gegeven aan TeamNEXT, een multidisciplinair team dat zich richt op casuïstiek waarin behandelaren en ouders...Show moreIn dit rapport wordt op basis van literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek een advies gegeven aan TeamNEXT, een multidisciplinair team dat zich richt op casuïstiek waarin behandelaren en ouders vastlopen of vragen hebben over de juiste timing van interventies. Zij adviseren vanuit het Neurosequentiële Model van Therapie (NMT), waarmee de ontwikkeling van een kind volledig in kaart wordt gebracht om te bepalen welke interventie het best bij dat kind past. Het onderzoek beschreven in dit rapport is uitgevoerd naar aanleiding van de tweeledige adviesvraag van TeamNEXT betreffende 1) het wetenschappelijke inzicht achter het NMT en 2) de ervaringen van behandelaren aan wie zij advies hebben verstrekt. Naar aanleiding van de adviesvraag zijn er twee specifieke, meetbare onderzoeksvragen opgesteld. De eerste onderzoeksvraag die beantwoord wordt in dit adviesrapport luidt als volgt: “In hoeverre is het verschil tussen de hersenontwikkeling van jongens en meisjes na jeugdtrauma relevant en zou het beschreven moeten worden in het Neurosequentiële Model (NMT)?”. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een literatuuronderzoek. De tweede onderzoeksvraag is “In hoeverre zijn de adviezen van TeamNEXT aan behandelaren opgevolgd en wat zijn de voornaamste redenen voor het wel of niet opvolgen van dit advies?” en wordt beantwoord middels semigestructureerde interviews met behandelaren die advies hebben ontvangen van TeamNEXT. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat er zowel overeenkomsten als verschillen zijn tussen jongens en meisjes op het gebied van traumarespons en -verwerking. Daarbij zouden de verschillen uitgebreider kunnen worden beschreven in het NMT. In totaal waren vier behandelaren bereid om deel te nemen aan een interview. Drie daarvan waren al bekend met het NMT. De adviezen van TeamNEXT werden door alle behandelaren als positief beoordeeld. Zij gaven aan bevestiging te hebben gekregen van hun eigen handelen en nieuwe inzichten uit het advies te hebben vergaard. De ervaringen met de uitvoering van de adviezen waren echter wisselend. Sommige behandelaren kregen te maken met praktische belemmeringen, zoals een tekort aan doorverwijsmogelijkheden, weinig tijd, en ernstige problematiek, waardoor het niet mogelijk was om het advies volledig op te volgen. Toch zouden alle vier de behandelaren een adviestraject bij TeamNEXT aanraden aan collega’s met een complexe of vastlopende casus. Al met al kan er worden geadviseerd om de verschillen tussen jongens en meisjes wat betreft traumarespons en -verwerking mee te nemen in het advies naar behandelaren. Verder 2 zou TeamNEXT rekening kunnen houden met de haalbaarheid van de gegeven adviezen, waarbij voornamelijk meer rekening moet worden gehouden met de praktische belemmeringen. Concreet zouden er meer doorverwijsmogelijkheden gecreëerd kunnen worden, zoals het opstellen van een lijst van behandelaren die werken volgens de werkwijze van het NMT en de geadviseerde behandelingen van TeamNEXT uit zouden kunnen voeren.Show less