Uit eerder onderzoek naar verveling en intelligentie bleek dat een lagere intelligentie gerelateerd was aan een hogere mate van verveling. Op basis van bestaande theorieën over verveling is te...Show moreUit eerder onderzoek naar verveling en intelligentie bleek dat een lagere intelligentie gerelateerd was aan een hogere mate van verveling. Op basis van bestaande theorieën over verveling is te verwachten dat verveling schoolprestaties negatief zal beïnvloeden. Toch is er in het verleden weinig onderzoek gedaan naar de onderlinge relaties tussen intelligentie, verveling en schoolprestaties op de basisschool. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te krijgen in hoe de relaties tussen bovengenoemde variabelen zijn op de basisschool. Er wordt in dit onderzoek specifiek gekeken naar schoolprestaties bij begrijpend lezen. Aan dit onderzoek namen 245 leerlingen uit groep acht deel, geworven onder 12 basisscholen. Gemeten zijn: verveling in het algemeen gemeten met de Boredom proneness scale (Farmer & Sundberg, 1986), verveling bij begrijpend lezen gemeten met de AEQ-M (Goetz & Hall, 2014) en intelligentie met de Raven SPM (Raven, J., Raven, J.C., & Court, J.H., 2004). Ook werd er gekeken naar controle en waarde van studenten en de relatie hiervan met schoolprestaties. Als indicator van schoolprestaties zijn Cito-scores gebruikt. Er was een zeer zwak negatief verband tussen algemene verveling en schoolprestaties. Verveling specifiek bij begrijpend lezen had geen verband met bijbehorende prestaties. Intelligentie bleek niet gerelateerd aan algemene verveling en niet aan verveling bij begrijpend lezen. Verveling speelde bij de relatie tussen intelligentie en prestaties geen rol. Als voorspellers voor begrijpend lezen prestaties bleken intelligentie en controle een unieke bijdrage te leveren.Voor leerkrachten in groep acht lijkt het niet noodzakelijk om het onderwijs aan te passen, om verveling te verminderen.Show less