In mei 2018 ging de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht in de Europese Unie (EU). De AVG bracht de EU een nieuw juridisch kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Aan...Show moreIn mei 2018 ging de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht in de Europese Unie (EU). De AVG bracht de EU een nieuw juridisch kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Aan publieke en private organisaties was vervolgens de opdracht om de werkprocessen conform de AVG te krijgen. De Dienst Wegverkeer (RDW) heeft hiervoor een privacybeleid opgesteld, welke in 2018 is geïmplementeerd in de werkprocessen. Dit onderzoek betreft een evaluatie van dit privacybeleid. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag van toepassing: In hoeverre is het privacybeleid van de RDW succesvol en in hoeverre valt dit te verklaren? Voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag is gebruikgemaakt van literatuur en veldonderzoek in de vorm van interviews bij RDW medewerkers. Hoogerwerf heeft vier factoren beschreven aan de hand waarvan het succes of falen van beleid verklaard kan worden. Dit zijn: doelgerichtheid, relevante informatie, macht en integratie. De invulling van deze factoren zijn leidend geweest bij interviews met RDW medewerkers ter evaluatie van het privacybeleid van de RDW. Het onderzoek concludeert dat het privacybeleid van de RDW redelijk succesvol valt te noemen, in die zin dat zij haar doelen (bescherming van persoonsgegevens conform AVG) in voldoende mate heeft behaald. Dit resultaat gaat wel gepaard met een groot aantal kanttekeningen en verbeterpunten, verdeeld over alle factoren van Hoogerwerf.Show less
Goede doelen organisaties gebruiken steeds vaker sociale media om aandacht te krijgen voor verschillende kwesties. Via sociale media bereiken goede doelen organisaties een groot en divers publiek,...Show moreGoede doelen organisaties gebruiken steeds vaker sociale media om aandacht te krijgen voor verschillende kwesties. Via sociale media bereiken goede doelen organisaties een groot en divers publiek, maar met welke doelstellingen gebruiken zij deze platformen? Er is al onderzoek naar belangenorganisaties en welke platformen zij gebruiken en met welke doelgroepen zij werken. Ook is er onderzoek waarom sociale media interessant kan zijn voor non-profitorganisaties, maar niet waarom zij dit gebruiken. In dit onderzoek wordt specifiek gekeken naar goede doelen organisaties, omdat zij een belangrijk algemeen maatschappelijk nut hebben. Er wordt onderzocht welke platformen zij gebruiken, tot welke doelgroepen zij zich richten en daarnaast wordt er gekeken met welke doelstellingen zij deze sociale media platformen gebruiken en of deze doelstellingen verschillen per doelgroep. Hieruit volgt onderzoeksvraag ‘Hoe gebruiken organisaties die zich inzetten voor goede doelen sociale media?’ Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is er een overzicht gemaakt van de relevante literatuur, aangevuld met de theorie van Guo en Saxton (2013) over de piramide van doelstellingen, te weten informatie, gemeenschap en actie. Voor het empirisch gedeelte zijn er interviews afgenomen en er is data verzameld van de sites van verschillende goede doelen organisaties. Uit dit kwalitatieve onderzoek is gebleken dat goede doelen organisaties sociale media gebruiken om mensen te informeren over wat hun organisatie doet en welke impact zij hebben. Voor de doelstelling informatie gebruiken goede doelen organisaties vooral Twitter, met een divers publiek bestaande uit massa- peer- en elitepubliek. Het grootste deel van de berichten die goede doelen organisaties sturen vallen onder deze doelstelling. Op Facebook en Instagram bouwen zij een onlinegemeenschap met mensen die geïnteresseerd zijn in de organisatie. Deze onlinegemeenschap wordt vervolgens geactiveerd om elkaar en de organisatie te helpen. Facebook dient hier vooral de leeftijdscategorie 40+, Instagram de leeftijdscategorie 40-. Aanvullend zijn TikTok, Snapchat, LinkedIn en YouTube genoemd als relevante platformen. Opvallend is dat respondenten bij de doelstelling actie inspireren noemen en een grote nadruk leggen op entertainment en interactie.Show less
Dit onderzoek richt zich op genderrepresentatie in het Nederlands basisonderwijs. Onderzoek naar genderrepresentatie is van belang om gendergelijkheid in de samenleving te bevorderen. Gezien het...Show moreDit onderzoek richt zich op genderrepresentatie in het Nederlands basisonderwijs. Onderzoek naar genderrepresentatie is van belang om gendergelijkheid in de samenleving te bevorderen. Gezien het onderwijs ook wel als het ‘hart van de samenleving’ wordt gezien is het niet meer dan logisch om specifiek in dit domein inspanningen te leveren om gelijke kansen te creëren voor iedereen. Hierbij ligt er een grote rol voor leerkrachten weggelegd aangezien zij een rolmodel zijn voor leerlingen. Alvorens men uitspraken kan doen over de gendergelijkheid in het onderwijs is het van belang om te onderzoeken wat de rol van docenten hierin is. In diverse onderzoeken is bewezen dat docenten een positieve invloed hebben op leerlingen waarmee zij dezelfde identiteit delen (Dhillon, 2020). Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op de gender en de religieuze achtergrond van een docent. In de literatuur ontbreekt het aan kennis over de invloed van religie op de visie van docenten als het aankomt op genderrepresentatie. Het doel van dit onderzoek is na te gaan in hoeverre de religieuze identiteit van docenten in het basisonderwijs van invloed is op genderrepresentatie. Ook is onderzocht of er sprake is van passieve of actieve genderrepresentatie en hoe hier invulling aan wordt gegeven. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre heeft religie invloed op de houding en het gedrag van docenten binnen het primair basisonderwijs met betrekking tot passieve en actieve genderrepresentatie? Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is een cross-sectioneel vergelijkend onderzoek uitgevoerd. Middels semigestructureerde interviews zijn data verzameld over de onderwerpen gender en religie. De onderzoekseenheden bestaan uit docenten van groep 7 en 8 die lesgeven in het basisonderwijs in Nederland. Aan de hand van interviews is onderzocht welke verschillen de respondenten zien tussen mannelijke en vrouwelijke leerkrachten met betrekking tot de (leer-)ondersteuning en behandeling van meisjes en jongens. Daarnaast is onderzocht welke individuele en contextuele factoren van invloed zijn op genderopvattingen, en daarmee ook op genderrepresentatie. Om een beeld te schetsen van de religieuze invloed zijn de respondenten verdeeld in twee groepen, namelijk religieuze en niet-religieuze docenten.Show less
Hoe draagt leiderschap bij aan de samenwerking tussen stakeholders in een context van een wicked problem. Samenwerking heeft betrekking op publiek-privaat of publiek-publiek samenwerking.
Publieke organisaties hebben met regelmaat te maken met organisatieverandering, bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen in de samenleving of de implementatie van nieuwe wetgeving. In de...Show morePublieke organisaties hebben met regelmaat te maken met organisatieverandering, bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen in de samenleving of de implementatie van nieuwe wetgeving. In de literatuur over organisatieverandering is veel geschreven over succesfactoren voor een organisatieveranderingen. Fernandez & Rainey (2006) hebben allerlei elementen samengevoegd tot acht factoren die bij dragen aan het behalen van de organisatieverandering doelen. In dit onderzoek zijn vijf van de acht factoren getoetst in de praktijk om te beoordelen welke factoren een succesvolle bijdrage kunnen leveren aan de organisatieverandering bij de veiligheidsregio. Daarmee beoogt het onderzoek bij te dragen aan de kennis over de factoren die een positief effect leveren aan succesvolle organisatieverandering binnen de publieke sector.Show less
In 2015 is Staatsolie officieel begonnen met het realiseren van haar droom: het vinden van olie in de Surinaamse wateren. In 2020 heeft zij deze droom gerealiseerd. In de periode tussen 2015 en...Show moreIn 2015 is Staatsolie officieel begonnen met het realiseren van haar droom: het vinden van olie in de Surinaamse wateren. In 2020 heeft zij deze droom gerealiseerd. In de periode tussen 2015 en 2020 hebben de successen en stappen die Staatsolie heeft ondernomen om haar droom te realiseren haar ontwikkeling in een stroomversnelling geplaatst. Dit heeft ernaartoe geleid dat bedrijfsprocessen, -structuren en complete -systemen zijn veranderd om met deze ontwikkelingen mee te kunnen groeien. Deze ontwikkelingen kunnen zowel positieve als negatieve effecten met zich meebrengen.Show less