Dit onderzoek gaat over de rechtstreekse invloed van de ideologische positie van oppositiepartijen op de manier van oppositie voeren in Nederland tussen 2002 en 2012. In de literatuur is er...Show moreDit onderzoek gaat over de rechtstreekse invloed van de ideologische positie van oppositiepartijen op de manier van oppositie voeren in Nederland tussen 2002 en 2012. In de literatuur is er aandacht voor de getrapte invloed van ideologische positie, maar de rechtstreekse invloed van de ideologische positie op oppositiegedrag blijft onderbelicht. Bij een rechtstreekse invloed van de ideologische positie is er sprake van een direct verband tussen de ideologische positie en het oppositiegedrag. Bij getrapte invloed wordt daarentegen gekeken naar andere factoren die een rol spelen binnen de relatie tussen ideologische positie en oppositiegedrag. De ideologische afstand tussen de oppositiepartijen en de regering of de regeringservaring van een partij is hiervan een voorbeeld. Met andere woorden: bij rechtstreekse invloed is er een duidelijke en directe relatie tussen de ideologie van een oppositiepartij en de manier waarop deze oppositie voert, terwijl bij getrapte invloed andere factoren van invloed zijn op de manier van oppositie voeren. Vanwege het gebrek aan onderzoek naar de rechtstreekse invloed van de ideologische positie, is dit een verkennend onderzoek. In dit onderzoek wordt de GAL/TAN schaal gebruikt voor de ideologische positionering van de oppositiepartijen. Deze schaal kan worden gezien als de progressieve/conservatieve of sociaal-culturele dimensie van het politieke spectrum. Verwacht wordt dat oppositiepartijen die rechts (TAN) zijn op de GAL/TAN schaal voor een actievere manier van oppositie voeren kiezen dan partijen die links (GAL) zijn op de GAL/TAN schaal. TAN-partijen zijn immers voor een grotere overheid die een morele autoriteit is op het gebied van sociaal-culturele vraagstukken; een actievere manier van oppositie voeren kan daarom worden gezien als een uiting van de ideologie van TAN-partijen. Ook wordt verwacht dat partijen met een extreme ideologische positie kritischer oppositie voeren dan partijen met een ideologie in of rond het centrum. Uit het onderzoek blijkt dat TAN-oppositiepartijen inderdaad constructiever oppositie voeren dan GAL-partijen. Daarbij is er geen significant verschil gevonden in het oppositiegedrag tussen partijen met een extreme ideologische positie en partijen met een gematigde ideologische positie.Show less
De vorming van het minderheidskabinet Rutte I, zorgde voor een unieke situatie in de Eerste Kamer. Voor het eerst in zeer lange tijd trad er een kabinet aan zonder meerderheid in die Kamer....Show moreDe vorming van het minderheidskabinet Rutte I, zorgde voor een unieke situatie in de Eerste Kamer. Voor het eerst in zeer lange tijd trad er een kabinet aan zonder meerderheid in die Kamer. Hierdoor kreeg de Eerste Kamer snel het verwijt te politiek te handelen ten opzichte van kabinetsbeleid. Of deze bewering klopt is hier onderzocht met behulp van de stemverhoudingen, de novelles en de ingediende moties.Show less
In dit onderzoek wordt ingegaan op de mate van congruentie van preferenties tussen de kiezer en het parlement ten aanzien van postmaterialisme. In de Nederlandse parlementaire democratie kan...Show moreIn dit onderzoek wordt ingegaan op de mate van congruentie van preferenties tussen de kiezer en het parlement ten aanzien van postmaterialisme. In de Nederlandse parlementaire democratie kan vertegenwoordiging worden bezien vanuit verscheidene dimensies. De mate van congruentie op de postmaterialistische dimensie wordt onderzocht aan de hand van de dimensionaliteit in het politieke spectrum, partijpolitieke waarden, sociologische factoren en institutionele factoren. De daadwerkelijke resultaten komen tot stand door kiezersonderzoek te vergelijken met standpunten in de Algemene Beschouwingen van de jaren '80 tot het begin van het nieuwe millennium. Dergelijk onderzoek naar congruentie is niet eerder uitgevoerd met betrekking tot postmaterialisme.Show less