Agressie en externaliserend probleemgedrag onder kinderen wordt in toenemende mate gezien als een maatschappelijk probleem. De rol van sociale cognitie bij deze probleemgedragingen krijgt steeds...Show moreAgressie en externaliserend probleemgedrag onder kinderen wordt in toenemende mate gezien als een maatschappelijk probleem. De rol van sociale cognitie bij deze probleemgedragingen krijgt steeds meer aandacht. Dit onderzoek richt zich op de sociaal cognitieve vaardigheden en onderzoekt in hoeverre de sociaal cognitieve vaardigheden tussen kinderen die een hoge mate van agressie en externaliserend probleemgedrag vertonen, afwijkt van kinderen die dit niet vertonen. Daarnaast wordt er gekeken naar het verband tussen sociaal cognitieve vaardigheden en kindkenmerken. De steekproef bestaat uit 32 jongens tussen de 7 en 14 jaar oud. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de Child Behavior Checklist, Wechsler Intelligence Scale for Children en de Sociaal Cognitieve Vaardigheden Test. Er is gebleken dat de sociaal cognitieve vaardigheden van kinderen die een hoge mate van agressie en externaliserend probleemgedrag vertonen en kinderen die dit niet vertonen gemiddeld ontwikkeld zijn. Daarnaast is gebleken dat er een positief verband bestaat tussen diverse sociaal cognitieve vaardigheden en agressie en externaliserend probleemgedrag indien er werd gecontroleerd op intelligentie. Tevens bleek er een verband te bestaan tussen meerdere sociaal cognitieve vaardigheden en intelligentie en leeftijd van het kind. Verklaringen voor de opvallende resultaten worden besproken. Geconcludeerd kan worden dat er zowel overeenkomsten als verschillen zichtbaar zijn in de sociaal cognitieve vaardigheden van kinderen die variëren in de mate van agressief en externaliserend probleemgedrag. En dat intelligentie samenhangt met meer complexe sociaal cognitieve vaardigheden. Deze uitkomsten dragen bij aan de kennis over het verband tussen sociaal cognitieve vaardigheden en agressief en externaliserend probleemgedrag en bieden informatie voor het ontwikkelen van effectieve preventie- en interventieprogramma’s voor kinderen die een hoge mate van agressie en externaliserend probleemgedrag vertonen.Show less
Externalizing problem behavior among adolescents is an important problem in the Dutch society. Earlier research showed that there is a relationship between externalizing problem behavior and moral...Show moreExternalizing problem behavior among adolescents is an important problem in the Dutch society. Earlier research showed that there is a relationship between externalizing problem behavior and moral reasoning, but it is not yet clear how this relationship can be explained. This study examines whether empathy mediates the relationship between moral reasoning and externalizing problem behavior, and whether this mediating effect differs for boys and girls and different ethnic groups. 484 high school students (50% boys) filled in a questionnaire which measured the amount of externalizing problem behavior, their level of moral reasoning and their dispositional empathy. The adolescents came from different ethnic groups and their average age was 14.97 years. T-tests, one-way ANOVA’s and regression analysis were used to answer the research question. Girls had a higher level of moral reasoning and scored higher on empathy. It turned out that empathy is a partial mediator between moral reasoning and externalizing problem behavior, for both boys and girls. This mediating effect was also found for the Turkish adolescents. When a distinction was made between different aspects of empathy, both Empathic Concern and Perspective Taking turned out to be partial mediators between moral reasoning and externalizing problem behavior. These findings can be used to design prevention- and intervention programs that focus on raising the levels of moral reasoning and empathy among adolescents. By doing this it is expected that youths will develop less externalizing problem behavior. These interventions can be carried out at high schools or juvenile detention centers, among others. More research needs to be done to examine the relationship between moral reasoning and externalizing problem behavior and to find out which variables influence this relationship.Show less
Om de ontwikkeling van externaliserend en internaliserend probleemgedrag te onderzoeken zijn leeftijd, geslacht en temperament factoren die van invloed kunnen zijn op deze ontwikkeling. In deze...Show moreOm de ontwikkeling van externaliserend en internaliserend probleemgedrag te onderzoeken zijn leeftijd, geslacht en temperament factoren die van invloed kunnen zijn op deze ontwikkeling. In deze longitudinale studie is de mate van probleemgedrag bij kinderen van drie tot vier jaar onderzocht, waarbij gekeken is naar de éénjarige ontwikkeling van probleemgedrag en of deze ontwikkeling verschilt voor jongens en meisjes. Hiernaast is er in dit onderzoek gekeken naar de invloed van temperament op probleemgedrag, waarbij het geslacht van het kind als moderator werd getoetst. De steekproef bestaat uit 100 oudste kinderen uit gezinnen met twee kinderen, die drie jaar waren op het eerste meetmoment en vier jaar op het tweede meetmoment. Voor het onderzoeken van probleemgedrag is de Child Behavior Checklist gebruikt waar voor het onderzoeken van temperament de Childhood Behavior Questionnaire is gebruikt, die beide werden ingevuld door de ouders van de kinderen. Uit de repeated measures ANOVA’s, gebruikt om de ontwikkeling van zowel probleemgedrag als temperament te toetsen, blijkt dat zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag toeneemt als kinderen een jaar ouder worden. Een verschil tussen jongens en meisjes is gevonden in de subschaal agressief gedrag, wat in hogere mate bij jongens voorkomt dan bij meisjes. Temperament blijkt niet te veranderen wanneer kinderen ouder worden en is niet verschillend voor jongens en meisjes. Uit het moderatiemodel, getoetst met een hiërarchische regressieanalyse, blijkt dat de relatie tussen temperament en probleemgedrag niet verschilt voor jongens en meisjes. Daarentegen voorspellen ongunstige factoren van temperament op driejarige leeftijd wel een hogere mate van probleemgedrag op vierjarige leeftijd. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat niet alle kinderen hun problematische gedrag ontgroeien en dat de mate van zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag toeneemt wanneer kinderen ouder worden. Vroege signalering van probleemgedrag bij kinderen is van belang, net als het controleren van het temperament van jonge kinderen omdat een ongunstiger temperament kan leiden tot een hogere mate van probleemgedrag.Show less
In eerder onderzoek is gevonden dat het executieve functioneren bij kinderen sterk samenhangt met gedragsproblemen. Echter in weinig onderzoek is een differentiatie gemaakt tussen verschillende...Show moreIn eerder onderzoek is gevonden dat het executieve functioneren bij kinderen sterk samenhangt met gedragsproblemen. Echter in weinig onderzoek is een differentiatie gemaakt tussen verschillende domeinen van het executieve functioneren en van gedragsproblemen. In het huidige onderzoek is onderzocht welk component van het executief functioneren het sterkste verband vormt met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen bij kinderen van twee tot en met vijf jaar. Ouders uit een steekproef van 705 kinderen uit de algemene kinderpopulatie (2-5 jaar) hebben Nederlandse versies van de Behavior Rating Inventory of Executive Function Preschool Version (Gioia, Espy & Isquith, 2003) en de Child Behavior Checklist 1½-5 jaar (Achenbach & Rescorla, 2000) ingevuld. Uit de analyses blijkt dat vooral jongens met externaliserend probleemgedrag de meeste problemen ondervinden met inhibitie (rho(362)=.74, p<.01). Kinderen met internaliserend probleemgedrag hebben de meeste problemen met cognitieve flexibiliteit (rho(362)=.62, p<.01). De overige correlaties waren tevens significant maar minder sterk, bijvoorbeeld emotieregulatie in verband met internaliserend probleemgedrag (rho(362)=.55, p<.01). De conclusie is dat er een relatie is tussen het disfunctioneren van de hersenen met betrekking tot de executieve functies en probleemgedrag. Inhibitie is het component van executief functioneren die het sterkste verband vormt met externaliserende problemen en cognitieve flexibiliteit met internaliserende problemen.Show less