Deze studie onderzoekt de invloed van reflectief functioneren van moeders tijdens de zwangerschap op twee hieraan gerelateerde moeder-kind factoren. In eerder onderzoek is een verband gevonden...Show moreDeze studie onderzoekt de invloed van reflectief functioneren van moeders tijdens de zwangerschap op twee hieraan gerelateerde moeder-kind factoren. In eerder onderzoek is een verband gevonden tussen reflectief functioneren na de zwangerschap en sensitiviteit van de moeder en Theory of Mind bij het kind. Er is echter weinig bekend over de invloed van reflectief functioneren tijdens de zwangerschap op deze factoren. Het doel van deze studie is hier meer duidelijkheid over te geven. Hiertoe zijn 114 moeder-kind dyades (48 meisjes) onderzocht. Reflectief functioneren is tijdens de zwangerschap gemeten aan de hand van het Zwangerschapsinterview. Sensitiviteit is onderzocht tijdens vrij spel van moeder en kind, zes maanden na de geboorte. Voor Theory of Mind is ‘volgen van de blik’ onderzocht. Dit is gedaan door te observeren of de 12 maanden oude baby de wijsrichting van de onderzoeker met de blik volgde. De gegevens werden geanalyseerd met logistische regressie. Uit de analyses bleek dat er geen significant verband was tussen reflectief functioneren en volgen van de blik ( = -0.32, SE = 0.20, p = .103). Wat betreft sensitiviteit kwam de richting van de voorspelling overeen met de verwachting, maar was de voorspellende waarde van de onderliggende categorieën te klein om als significant naar voren te komen ( = -0.38, SE = 0.42, p = .368 voor lage sensitiviteit en = 0.38, SE = 0.21, p = .070 voor hoge sensitiviteit). Omdat de resultaten uit dit onderzoek erop wijzen dat sensitiviteit kan worden voorspeld vanuit reflectief functioneren, wordt vervolgonderzoek aanbevolen.Show less
De cognitieve vaardigheden van het kind hangen samen met een goed verloop van alle andere ontwikkelingsgebieden. Verondersteld wordt dat het moederlijk reflecteren (RF) en het sensitieve...Show moreDe cognitieve vaardigheden van het kind hangen samen met een goed verloop van alle andere ontwikkelingsgebieden. Verondersteld wordt dat het moederlijk reflecteren (RF) en het sensitieve opvoedgedrag positief van invloed zijn op deze cognitieve ontwikkeling. Deze studie onderzoekt dit bij 82 moeders in de leeftijd van 18-28 jaar (M = 24.70, SD = 2.40) met hun eerstgeboren twintig maanden oude baby (50% jongens). Aan de hand van het Parent Development Interview en observaties tijdens de Free Play zijn respectievelijk het moederlijk RF en sensitiviteit gemeten. Voorlopers van de cognitieve ontwikkeling bij het kind zijn gemeten middels een werkgeheugen en inhibitie taak. RF en de mate van sensitiviteit in het opvoedgedrag bleken geen invloed te hebben op de voorlopers van de cognitieve ontwikkeling. Het moederlijk RF bleek wel samen te hangen met sensitieve opvoedgedrag. Hoe meer RF moeder vertoont, hoe meer zij sensitief gedrag in de opvoeding laat zien. Vervolgonderzoek is nodig om het verband tussen het RF en opvoedgedrag van de moeder op de cognitieve ontwikkeling te onderzoeken.Show less
De ontwikkeling van empathie bij kinderen is een belangrijk aspect van het opgroeien. Empathie ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van verschillende andere ontwikkelingsdomeinen, zoals sociaal...Show moreDe ontwikkeling van empathie bij kinderen is een belangrijk aspect van het opgroeien. Empathie ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van verschillende andere ontwikkelingsdomeinen, zoals sociaal begrip en emotionele competentie. Het is daarom belangrijk onderzoek te doen naar de ontwikkeling van empathievoorlopers en factoren die hierop van invloed zijn, om op die manier het begin van de empathieontwikkeling in kaart te brengen. In het huidige onderzoek is gekeken naar 95 moeders tussen de 17 en 24 jaar en hun eerste kind. Er is gekeken naar de invloed die sensitief gedrag van moeder heeft op de ontwikkeling van globale empathie, zelf-troostend gedrag, duur van een verhoogd arousal-niveau bij het kind en latentietijd van de kindreactie. Daarnaast is gekeken of reflectief functioneren (RF) dan wel prenataal RF van invloed is op deze relatie. Er is een interactie-effect gevonden van sensitiviteit en RF op globale empathieontwikkeling. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat moeders met slecht RF niet goed kunnen reflecteren op stress van het kind, waardoor ze op dat moment zelf ook gestrest raken en hun sensitiviteit afneemt. Dit significante effect is niet gevonden voor prenataal RF. Er werd tevens geen effect gevonden voor sensitiviteit en (prenataal) RF op de overige variabelen.Show less
Sociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de...Show moreSociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij jonge kinderen bestudeerd. Daarbij is eveneens onderzocht of verschillende risicofactoren, onder andere middelenmisbruik en psychopathologie, van invloed zijn op de moeder- en kindfactoren. De ouderlijke eigenschappen zijn ouderlijke warmte, ouderlijke vijandigheid, ouderlijke overbescherming en reflectief functioneren. De sociale vaardigheden zijn imiteren en delen. De steekproef bestond in totaal uit 42 moeders met een gemiddelde leeftijd van 22.1 jaar (SD = 2.63). De kinderen van deze moeders (56.8% meisjes) hadden een gemiddelde leeftijd van 20.0 maanden (SD = 0.84). Het reflectief functioneren is gemeten met behulp van het Pregnancy Interview (PI), het ouderlijk gedrag is gemeten met behulp van The Parental Cognitions and Conduct Toward the Infant Scale (PACOTIS) en de sociale vaardigheden zijn gemeten met behulp van de Visual Perspectives (VP) en het Autisme Diagnostisch Observatie Schema (ADOS). Dit onderzoek toont aan de hoeveelheid risicofactoren aanwezig bij moeder een negatieve invloed heeft op het reflectief functioneren van moeder en de sociale vaardigheid imiteren van het kind. Daarnaast is er geen relatie gevonden tussen het reflectief functioneren van moeder, ouderlijke gedragingen en de ontwikkeling van sociale vaardigheden van het kind. Meer onderzoek is nodig voor meer duidelijkheid over de invloed van risicofactoren.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar verschillen in het niveau van reflectief functioneren (RF) en problemen in de emotieregulatie tussen (aanstaande) moeders van 17 tot en met 25 jaar uit een laag- en...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar verschillen in het niveau van reflectief functioneren (RF) en problemen in de emotieregulatie tussen (aanstaande) moeders van 17 tot en met 25 jaar uit een laag- en een hoog-risicogroep en naar de mate waarin problemen in de ER verklaard kunnen worden door het niveau van RF. Daarnaast is gekeken naar verschillen in de mentale ontwikkeling tussen kinderen van 6 maanden oud uit een laag- en hoog-risicogroep en naar de mate waarin de mentale ontwikkeling voorspeld kan worden op basis van RF en ER bij de moeder. Aan het onderzoek hebben 125 moeders deelgenomen (laag-risicogroep: 72, hoog-risicogroep: 53), waarvan gegevens van 56 moeders en kinderen zijn meegenomen in het onderzoek naar de mentale ontwikkeling (laag-risicogroep: 32, hoog-risicogroep: 24). Gegevens zijn verkregen door middel van het Pregnancy Interview, de Difficulties in Emotion Regulation Scale en door de mentale schaal van de Bayley Scales of Infant Development. Uit dit onderzoek komt naar voren dat moeders uit de hoog-risicogroep een significant lager niveau van RF hebben, F (1, 123) = 39.86, p < .001, en significant meer problemen in de ER hebben, F (1, 123) = 10.24, p = .002, dan moeders uit de laag-risicogroep. Problemen in de ER worden voor een klein deel verklaard door het niveau van RF, F (1, 123) = 4.98, p = .027, maar voor een groter deel door de risicogroep, F (1, 123) = 15.59, p < .001. Kinderen uit de risicogroepen verschillen niet significant van elkaar in hun mentale ontwikkeling. Een significant effect voor de invloed van RF en ER bij de moeder op de mentale ontwikkeling van het kind is niet gevonden. Door de gevonden relatie tussen de risicogroep, RF en ER kunnen interventies in de praktijk effectiever ingezet worden. Meer onderzoek naar het effect op de mentale ontwikkeling van het kind is nodig om meer duidelijkheid over deze relatie te krijgen.Show less