Deze scriptie vergelijkt de manier waarop zes GDPR-toezichthouders – op basis van dezelfde Europese regelgeving – in de praktijk opereren. Dit gebeurt aan de hand van het theoretisch kader van...Show moreDeze scriptie vergelijkt de manier waarop zes GDPR-toezichthouders – op basis van dezelfde Europese regelgeving – in de praktijk opereren. Dit gebeurt aan de hand van het theoretisch kader van Bovens en Wille (2020) waarin de formele, organisatorische en uitvoerende macht centraal staan. De bekeken landen zijn Nederland, België, Ierland, Finland, Frankrijk en Malta. Uit deze internationale vergelijking blijkt dat de formele macht in de zes bekeken Europese landen in beperkte mate van elkaar verschilt: wel valt op dat het toezicht in Frankrijk relatief minder onafhankelijk is van de overheid. De capaciteiten (organisatorische macht) van de toezichthouders verschillen per land: de hoeveelheid budget en personeel en de kwaliteit van het personeel verschilt sterk per land. Opvallend is dat alle toezichthouders meer budget zouden willen. Ook de uitvoerende macht verschilt sterk tussen de verschillende landen. Er is in de internationale vergelijking een kwalitatief verband gevonden tussen de organisatorische macht en de uitvoerende macht: landen die de capaciteit van hun toezichthouder uitgebreider hebben ingericht, hebben een sterkere uitvoerende macht: zij zijn met andere woorden effectiever, transparanter en hebben meer impact. Per land verschilt wel hoe sterk deze uitvoerende macht aanwezig is.Show less