Er komen steeds meer adoptiekinderen met special needs naar Nederland. Hoe deze kinderen zich ontwikkelen in vergelijking met adoptiekinderen zonder special needs en de gemiddelde algemene...Show moreEr komen steeds meer adoptiekinderen met special needs naar Nederland. Hoe deze kinderen zich ontwikkelen in vergelijking met adoptiekinderen zonder special needs en de gemiddelde algemene bevolking, daar is weinig over bekend. Het doel van dit scriptieonderzoek is om adoptiekinderen uit Taiwan in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar (N= 200) te verdelen in wel (n= 54) en geen special needs (n= 146) en ze onderling te vergelijken op de vragenlijst Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en op enkele vragen die gesteld werden aan de adoptieouders. De onderzoeksvraag luidt: zijn er verschillen tussen adoptiekinderen met en zonder special needs wat betreft de psychosociale factoren gemeten met de SDQ, het gebruik maken van voorzieningen (fysiotherapie, remedial teaching en logopedie), en het volgen van speciaal onderwijs? De resultaten laten zien dat de twee groepen onderling significant verschillen op de volgende SDQ domeinen: problemen met leeftijdsgenoten, prosociaal gedrag, totale probleemscore, ervaren impact van de problematiek, en daarnaast op het gebruik van voorzieningen en het volgen van speciaal onderwijs. Ouders van de special needs adoptiekinderen rapporteren meer problematiek dan de niet special needs groep en de algemene bevolking. Deze bevindingen demonstreren het belang om de kwetsbare doelgroep van special needs adoptiekinderen extra ondersteuning te bieden in de vorm van goede (preventieve) hulpverlening en goed afgestemde nazorg.Show less
This thesis examines the development of the Landsarchief (which is now known as the Arsip Nasional of the Republic of Indonesia (ANRI), the archival institution of the Dutch East Indies since it...Show moreThis thesis examines the development of the Landsarchief (which is now known as the Arsip Nasional of the Republic of Indonesia (ANRI), the archival institution of the Dutch East Indies since it was established on January 28, 1892 until the Japanese occupation in 1942. However, this thesis only focuses in the period of 1920s until early 1940s where the archives become more important not only for the government but also for the public. The process of establishing the Landsarchief did not go smoothly. It took years from the first proposal until it was finally approved in 1892. Its creation signified a new beginning to the archival development in the Dutch East Indies. From its inception until the Japanese occupation in 1942 and 1943, the Landsarchief experienced several internal reorganisations. The staff members of the Landsarchief played role in these reorganisations and in the decision making of the policies of the Landsarchief. This thesis also discuss the relationship between the Landsarchief of the Dutch East Indies with the ARA (Algemene Rijksarchief) in the Netherlands. As an archival institution that established in 1802, ARA shared many of its archival knowledge to the Landsarchief. Both of these archival institutions had a close relationship. In many occasions, before the Landsarchief emerged an policy or appointed a staff of the Landsarchief such as Landsarchivaris or Adjunct-Landarchivaris, the Governor General of the Dutch East Indies or the Algemene Secretaris as the person who were in charged in monitoring the activity of the Landsarchief often exchanged news and asked for advices from the Algemene Rijksarchivaris concerning the issues or problems that appeared in the Landsarchief. As a result of this, many of the policies were based on the advices of the Algemene Rijksarchivaris.Show less
Een problematische gezinssituatie kan ervoor zorgen dat ouders (tijdelijk) niet voor hun kind kunnen zorgen, waardoor het kind vrijwillig of middels een kinderbeschermingsmaatregel in een...Show moreEen problematische gezinssituatie kan ervoor zorgen dat ouders (tijdelijk) niet voor hun kind kunnen zorgen, waardoor het kind vrijwillig of middels een kinderbeschermingsmaatregel in een pleeggezin wordt opgevangen. Eerder onderzoek toont aan dat stabiliteit en continuïteit in de relatie tussen pleegouders en pleegkind belangrijk is voor (de ontwikkeling van) het kind, wat binnen de pleegzorg bereikt kan worden door binnen twee jaar een opvoedingsbesluit te nemen over waar het kind op gaat groeien. In het onderhavige onderzoek wordt door middel van een dossieronderzoek gekeken binnen welke termijn het opvoedingsbesluit genomen wordt en wordt getracht factoren te analyseren die van invloed zijn op het nemen van dit opvoedingsbesluit. Uit analyses van de geïnventariseerde gegevens kan worden geconcludeerd dat een pleeggezinplaatsing een positieve ontwikkeling van het kind bevordert; er worden significant minder ontwikkelingsproblemen gerapporteerd tijdens de pleeggezinplaatsing dan ten tijde van de uithuisplaatsing. Daarnaast hebben kinderen significant minder kans op een permanente plaatsing in het pleeggezin wanneer er sprake is van huiselijk geweld als aanleiding tot de uithuisplaatsing, een bezoekregeling met de vader of een drugsverslaving van de moeder. Aan de andere kant wordt de kans op een permanente plaatsing in het pleeggezin groter met elk jaar dat de ondertoezichtstelling langer duurt.Show less
In de eerste eeuwen na Chr. veranderen de Romeinse ideeën rondom de eeuwenoude traditie van de spectacula. Deze scriptie doet onderzoek naar de verandering. Wat veranderde er rondom de beeldvorming...Show moreIn de eerste eeuwen na Chr. veranderen de Romeinse ideeën rondom de eeuwenoude traditie van de spectacula. Deze scriptie doet onderzoek naar de verandering. Wat veranderde er rondom de beeldvorming van de spectacula en hoe kwam dit. De Romeinse filosofen Cicero en Seneca en de kerkvaders Tertullianus en Augustinus spelen een belangrijke rol in het onderzoek.Show less
This thesis studies a seventeenth-century Dutch travel account titled Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling written by Frans Jansz. van der Heiden. The book was first...Show moreThis thesis studies a seventeenth-century Dutch travel account titled Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling written by Frans Jansz. van der Heiden. The book was first published in 1675 and had numerous editions between the seventeenth and nineteenth centuries. Van der Heiden was a Dutch East India Company sailor made his journey to India in 1661. His journey was an unlucky one: within few days of his departture from Batavia, the former principle trading settlement of the Dutch east India Company, their ship Ter Schelling encountered a terrible hurricane and subsequently the author and his shipmates got shipwrecked on the coast of Bay of Bengal. After endured so many plights they managed to reach an island of Bengal. But Van der Heiden and his shipmate’s bad luck did not end there. In the course of the journey they had to join the Mughal army as conscripted soldiers and served the army for fifteen months. However, this fateful journey enabled Van der Heiden to visit some parts of eastern and north eastern India that is, Bengal, Assam and it’s neighbouring regions. During his journey he experienced the local culture, religion and society. He also made a close observation of the Mughal army and warfare. Upon his return home Van der Heiden published his book based on his travel experience. The book was written in a popular style of the period which offers sensational description of his journey and practical and real information of the areas he visited. The book has so far been largely neglected by scholars. Some scholars discard the importance of the book terming it as fictitious and unreal. They argue that the book does not provide real, interiesing and new information on Asia. The thesis demonstrates that apart from its sensational description,Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling provides real, important and new information on Asia, particularly India, which can be used by the historians writing on these regions. The thesis shows that the book provides information on the Mughal army and Mughal warfare which very few European and even Asian sources could supply. Apart from army and warfare the book gives valuable information on the rural economy and life of ‘subaltern’ people of these regions which may offer a new perspective in studying the early modern history of India.Show less
This thesis studies a seventeenth-century Dutch travel account titled Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling written by Frans Jansz. van der Heiden. The book was first...Show moreThis thesis studies a seventeenth-century Dutch travel account titled Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling written by Frans Jansz. van der Heiden. The book was first published in 1675 and had numerous editions between the seventeenth and nineteenth centuries. Van der Heiden was a Dutch East India Company sailor made his journey to India in 1661. His journey was an unlucky one: within few days of his departture from Batavia, the former principle trading settlement of the Dutch east India Company, their ship Ter Schelling encountered a terrible hurricane and subsequently the author and his shipmates got shipwrecked on the coast of Bay of Bengal. After endured so many plights they managed to reach an island of Bengal. But Van der Heiden and his shipmate’s bad luck did not end there. In the course of the journey they had to join the Mughal army as conscripted soldiers and served the army for fifteen months. However, this fateful journey enabled Van der Heiden to visit some parts of eastern and north eastern India that is, Bengal, Assam and it’s neighbouring regions. During his journey he experienced the local culture, religion and society. He also made a close observation of the Mughal army and warfare. Upon his return home Van der Heiden published his book based on his travel experience. The book was written in a popular style of the period which offers sensational description of his journey and practical and real information of the areas he visited. The book has so far been largely neglected by scholars. Some scholars discard the importance of the book terming it as fictitious and unreal. They argue that the book does not provide real, interiesing and new information on Asia. The thesis demonstrates that apart from its sensational description,Vervarelyke schip-breuk van‘T Oost-Indisch Jacht Ter Schelling provides real, important and new information on Asia, particularly India, which can be used by the historians writing on these regions. The thesis shows that the book provides information on the Mughal army and Mughal warfare which very few European and even Asian sources could supply. Apart from army and warfare the book gives valuable information on the rural economy and life of ‘subaltern’ people of these regions which may offer a new perspective in studying the early modern history of India.Show less
Several scholars recognize the significant transformation that the local elites underwent during the first half of the twentieth century (precisely during the period of Ethical Policy) in the...Show moreSeveral scholars recognize the significant transformation that the local elites underwent during the first half of the twentieth century (precisely during the period of Ethical Policy) in the Netherlands Indies. However, these scholars mainly focus on the transformation of Javanese elites and pay attention to administrative and political perspectives of this transformation. In this paper, I use Memories van Overgave along with additional reports to show that on Java and the Outer Provinces (mainly Sumatra) the local elites were not only involved in administrative and political matters but also in economics. Furthermore, under the increasing influence of the Dutch, the local elites developed into two different groups: the traditional and the new elites. As a result of the Dutch policies during this time, the traditional elite fundamentally changed in order to maintain their connection with the colonial government. In fact, they mostly shifted their attitude toward Western education from a negative to a positive one in order to fulfill requirements of the colonial administration reform, while barely changing their attitudes on economic and political issues. Interestingly enough, many of the new elites descended from traditional nobility and received Western training. However, unlike the traditional elites, they took part in business and political affairs. This new elite transformed the hierarchies within indigenous culture during the late colonial period and later went on to become the leaders of the anti-colonial movements in the archipelago.Show less
Hannibal Barcas and Scipio Africanus have been compared often by many authors, but only a few have studied both in depth and even fewer have actually compared them in a fair and equal manner. In...Show moreHannibal Barcas and Scipio Africanus have been compared often by many authors, but only a few have studied both in depth and even fewer have actually compared them in a fair and equal manner. In this Thesis I attempt to place both generals next to each other on three grounds: education, strategy and tactics. Very little is explicitly known about the first subject, but it's fair to say that both generals are very well trained when they recieve their position at the head of their army. Though Hannibal's study is aimed at being a general and nothing else, Scipio's is more aimed at becoming a political figure in ancient Rome, where public offices accompanied military ones. Strategically speaking there is a lot of confusion due to Rome and Carthage having different strategies than their generals. Despite this, Hannibal's and Scipio's plans are dominated by the lack of supplies, shaping and altering their ideas on winning the war. It has to be said that Hannibal has to contend with Rome from the start, making his road to victory a lot harsher and it begs questioning if it's fair to blame Hannibal for the power the structure of Rome's alliance. Finally tactically, the similiarities are obvious. Scipio has often been called a copycat, but unjustly so. Hannibal's envelopment tactic relies on him being on the defensive, whereas Scipio has to be on the offensive. This fundamental difference in style is easily overlooked. Based on these three aspects, it has to be said that a comparison between these two great generals has to be done with utmost care. Education is largely unknown field, due to the ancients themselves not exploring it. Strategic ideas are clouded by the aims of the cities themselves and underlying political territories they fight on. Most interesting of all is the tactical difference between them which begs for further exploration.Show less
Achtergrond: In de westerse cultuur wordt voorlezen beschouwd als één van de belangrijkste activiteiten om de taalontwikkeling te stimuleren. Op school en in de thuissituatie wordt dan ook vaak...Show moreAchtergrond: In de westerse cultuur wordt voorlezen beschouwd als één van de belangrijkste activiteiten om de taalontwikkeling te stimuleren. Op school en in de thuissituatie wordt dan ook vaak voorgelezen vanuit een prentenboek. In een prentenboek zijn zowel de illustratie als de tekst een belangrijke bron van informatie die door het kind geïntegreerd moeten worden in een samenhangend mentaal model. Ondanks veelvuldig onderzoek naar voorlezen is niet bekend welke volgorde van aanbieden, ofwel het apart aanbieden ofwel het simultaan aanbieden van tekst en illustratie, kinderen het meest ondersteunt om de tekst en de illustratie te kunnen integreren om verhaalbegrip te ontwikkelen. Onderzoeksvraag: Is de volgorde waarop tekst en illustraties aangeboden worden, van invloed op het verhaalbegrip bij 5 jarige kleuters? Methoden: Aan dit onderzoek deden 27 kinderen mee, afkomstig uit groep twee van twee basisscholen in een middelgrote stad. Van de 27 kinderen was 51,9% van het mannelijk geslacht en 48,1% van het vrouwelijk geslacht. De kinderen hadden een leeftijd van 4;9 tot 6 jaar. De gemiddelde leeftijd bedroeg 5;6 jaar(SD = 3,72). De kinderen werden aselect toegewezen aan 1 van de 3 groepen (between-subject experiment). Er was een groep die eerst de tekst te horen kreeg, een groep die eerst de illustratie te zien kreeg en een groep die gelijktijdig met de tekst de illustratie te zien kreeg. Na het voorlezen werd hen 3 typen vragen gesteld: vragen die beantwoord konden worden op basis van de tekst, op basis van de illustratie en op basis van zowel de illustratie als de tekst. Conclusie: Kinderen besteedden ongeacht de volgorde van aanbieden even vaak en even lang aandacht aan de illustratie. Alhoewel verwacht werd dat kinderen die de tekst en de illustratie simultaan aangeboden kregen een beter verhaalbegrip op zouden bouwen, bleek het aanbieden van de illustratie en de tekst op verschillende momenten niet van invloed op het totale aantal correct beantwoorde vragen. Er bleek naar verwachting wel een significant verschil tussen het aantal correct beantwoorde vragen en het type vraag, maar dit bleek niet afhankelijk van de volgorde van aanbieden. Over het algemeen werden de tekstvragen significant beter beantwoord dan de illustratie vragen of de illustratie en tekst vragen.Show less
Indonesia is the largest archipelago in the world, which consists of more than 17,000 islands. As an archipelago country, Indonesia has a maritime potential. Ironically, Indonesia does not have the...Show moreIndonesia is the largest archipelago in the world, which consists of more than 17,000 islands. As an archipelago country, Indonesia has a maritime potential. Ironically, Indonesia does not have the capacity to explore more its potential. This thesis describes that there are certain requirements that need to be fulfilled in order to achieve maritime power in the period before Indonesia, both economic and political. In this thesis, port development is chosen to represent the effort of the Dutch colonial government to enhance maritime power. The main question of this thesis is how did the Dutch colonial government of the Netherlands Indies exercise the maritime power in competition with the British in 1824-1914? To answer the research question, I worked with primary sources and secondary sources, such as Politieke Verslagen en Berichten uit de Buitengewesten, Haringhuizen-Schoemaker collection, 1872-1970, and some books that related to maritime development in Southeast Asia. I present political and economic development that contributed to the maritime power development. I also present six major ports development as representation of maritime power in the Netherlands Indies. The result shows that the Dutch colonial government the Dutch was able to fulfill the requirements to achieve maritime power by conquering the Outer Islands and their economic potential. The result also show that even though KPM (Koninkelijke Paketvaart Maatschappij)created a strong network of shipping lines they failed to maximize the effort to compete the British Singapore maritime power until the Great War.Show less
There are five known platonic solids: the tetrahedron, the cube, the octahedron and the dodecahedron and the icosahedron. The cube and the octahedron are dual to each other: every face on the cube...Show moreThere are five known platonic solids: the tetrahedron, the cube, the octahedron and the dodecahedron and the icosahedron. The cube and the octahedron are dual to each other: every face on the cube corresponds to a vertex on the octahedron and vice versa. The same holds for the dodecahedron and the icosahedron, while the tetrahedron is its own dual. Thus, up to duality, there are only three types: the tetrahedron, which consists of four triangles; the cube, which consists of six squares; and the dodecahedron, which consists of twelve pentagons. They share the property that each vertex lies on three different faces, but the number of vertices on each faces grows. A natural question now arises: can we not continue this trend and create more platonic solids?Show less
De Grieks-Romeinse droomtraditie waar het in dit stuk over gaat, is slechts een onderdeel van de Grieks-Romeinse cultuur. Net als andere tradities, was de droomtraditie onderhevig aan acculturatie....Show moreDe Grieks-Romeinse droomtraditie waar het in dit stuk over gaat, is slechts een onderdeel van de Grieks-Romeinse cultuur. Net als andere tradities, was de droomtraditie onderhevig aan acculturatie. Waar het dus om gaat is te onderzoeken hoe Grieks-Romeins de beschreven droomtradities wel niet waren. Jaren-, zelfs eeuwenlange contacten binnen de mediterrane wereld vormden de culturen die zich in de oudheid ontwikkelden.Show less
In dit onderzoek staat het commissarisschap van Dirk van Domburg (1648/49-1712) te Danzig in het eerste decennium van de achttiende eeuw centraal. Aan de orde komt de relatie van de Staatse...Show moreIn dit onderzoek staat het commissarisschap van Dirk van Domburg (1648/49-1712) te Danzig in het eerste decennium van de achttiende eeuw centraal. Aan de orde komt de relatie van de Staatse commissaris met het Danziger stadsbestuur en zijn contacten met de plaatselijke Hollandse kooplieden. Het was daarbij vooral het onafhankelijke karakter van de Hollandse handelsgemeenschap, in combinatie met de macht van de Derde Orde (de burgervergadering) over het stedelijke bestuur, die in hoge mate het aanzien van het Staatse commissarisschap bepaalden. Van Domburg moest zich daarbij manoeuvreren tussen de vrij autonome en individuele aard van de Oostzeehandel (met een gemeenschap van kooplieden die voornamelijk was samengesteld uit vele kleine tot middelgrote handelshuizen) en zijn wens om collectieve voordelen voor de Hollandse gemeenschap te bewerkstelligen.Show less
Het Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift ...Show moreHet Rotterdams punkcollectief de Rondos waren actief tussen 1978 en 1983. Deze scriptie behandeld alle activiteiten zoals: de band (songteksten, muziek, artwork) het eigen opgerichte tijdschrift 'Raket' en de boeken die ze schreven. 'Raket' functioneerde als platform in een tijd waarin 'Oor' en andere muziekkranten nauwelijks of geen aandacht besteedde aan punk. Ter introductie van het onderwerp bevat deze scriptie een hoofdstuk dat uigebreid ingaat op het ontstaan van punk in zowel Amerika, Engeland en Nederland. De Rotterdammers hadden geen eenduidige politieke ideologie aanhingen werden ze wel degelijk beïnvloedt door het anarchisme en communisme. Rotterdam was in de jaren zestig en zeventig het Maoïstische bolwerk van Nederland. Ook het spanningsveld tussen de Rotterdamse en Amsterdamse punkscene zal aanbod komen. In deze scriptie wordt dus het brede spectrum aan activiteiten van de Rondos onderzocht waarbij de politieke ideologie centraal staat.Show less
