Deze masterscriptie onderzoekt of de allernieuwste methoden voor het schoolvak Nederlands voor de onderbouw van havo en vwo een oplossing bieden voor de leescrisis en geschikt zijn om te gebruiken...Show moreDeze masterscriptie onderzoekt of de allernieuwste methoden voor het schoolvak Nederlands voor de onderbouw van havo en vwo een oplossing bieden voor de leescrisis en geschikt zijn om te gebruiken voor burgerschapslessen.Show less
Deze scriptie kijkt naar de effecten van de representatie van homoseksualiteit in de adolescentenromans 'De dagen van de bluegrassliefde', 'Ons derde lichaam' en 'Oliver' van Edward van de Vendel...Show moreDeze scriptie kijkt naar de effecten van de representatie van homoseksualiteit in de adolescentenromans 'De dagen van de bluegrassliefde', 'Ons derde lichaam' en 'Oliver' van Edward van de Vendel en hoe deze ingezet kunnen worden voor het burgerschapsonderwijs.Show less
In deze scriptie staat het Nederlandse prefix ge- centraal, dat verschillende functies heeft. In de literatuur lijkt er nog geen consensus te bestaan over de status van ge-; het is nog maar de...Show moreIn deze scriptie staat het Nederlandse prefix ge- centraal, dat verschillende functies heeft. In de literatuur lijkt er nog geen consensus te bestaan over de status van ge-; het is nog maar de vraag of we (nog) wel kunnen spreken van één prefix ge-, of dat er eigenlijk verschillende prefixen zijn met dezelfde vorm. Tijdens het beantwoorden van deze vraag houd ik me onder andere bezig met syntactische, morfologische en etymologische kwesties.Show less
In Nederlandse comparatieve complementen kunnen zowel nominatief pronomina als oblique pronomina gebruikt worden. In deze scriptie wordt beargumenteerd dat dit het gevolg is van een verschil in...Show moreIn Nederlandse comparatieve complementen kunnen zowel nominatief pronomina als oblique pronomina gebruikt worden. In deze scriptie wordt beargumenteerd dat dit het gevolg is van een verschil in onderliggende syntactische structuur van de betreffende complementen, namelijk dat oblique pronomina deel zijn van phrasal comparatives en nominatief pronomina van clausal comparatives. Aan de hand van de analyse van Bhatt & Takahashi (2011) wordt dit verklaard door uit te gaan van een 3-degree hoofd analyse voor phrasal comparatives en een 2-degree hoofd voor clausal comparatives.Show less
Taal is een krachtig middel waarmee niet alleen onze eigen visie op de werkelijkheid beïnvloed kan worden, maar waarmee we ook de visie van anderen kunnen beïnvloeden. Dit wordt ook wel framing...Show moreTaal is een krachtig middel waarmee niet alleen onze eigen visie op de werkelijkheid beïnvloed kan worden, maar waarmee we ook de visie van anderen kunnen beïnvloeden. Dit wordt ook wel framing genoemd: door het gebruik van specifieke woorden en beelden in je boodschap zet je een verhaal neer dat een bepaald stuk van de werkelijkheid belicht en een ander stuk juist vervaagt. Een goede methode voor het destilleren en analyseren van frames is een deductieve kwalitatieve inhoudsanalyse. Het nadeel aan deze methode is dat er voldoende geschreven materiaal moet bestaan om een onderzoekscorpus te kunnen samenstellen. Wanneer er onvoldoende geschreven materiaal voorhanden is, zal er op alternatieve wijze data moeten worden verzameld. In deze scriptie is onderzocht in hoeverre het interviewen van personen een bruikbare methode is om frames te destilleren en deze vervolgens te analyseren aan de hand van een inductieve (kwalitatieve) inhoudelijke framinganalyse. De casus die in dit onderzoek centraal staat is het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor. Door middel van 10 semigestructureerde interviews is een gesproken onderzoekscorpus samengesteld. Om na te gaan in hoeverre deze methode bruikbaar is, is daarnaast ook een onderzoekscorpus met geschreven materiaal (nieuwsartikelen, social media-uitingen, stakeholdercommunicatie) samengesteld. Om te onderzoeken welke frames er uit de corpora gedestilleerd kunnen worden en welke reasoning en framing devices te herkennen zijn, zijn beide corpora door middel van een inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd. De resultaten laten zien dat het destilleren van frames via interviews een bruikbare methode is voor een framinganalyse. De gedestilleerde frames uit het gesproken corpus bevatten in veel gevallen dezelfde of vergelijkbare reasoning en framing devices, waardoor er veel overeenkomstige frames in de verschillende corpora gedestilleerd zijn. Op basis daarvan kan geconcludeerd worden dat het verzamelen van data voor het onderzoekscorpus via interviews een bruikbare alternatieve methode is om frames te destilleren en te analyseren aan de hand van een inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse.Show less
Door middel van discoursanalyse van vier vroeg-zestiende-eeuwse pelgrimsverslagen wordt inzicht gegeven in de verwoording van de ontmoeting met andere culturen. Het gaat om vier pelgrims uit de...Show moreDoor middel van discoursanalyse van vier vroeg-zestiende-eeuwse pelgrimsverslagen wordt inzicht gegeven in de verwoording van de ontmoeting met andere culturen. Het gaat om vier pelgrims uit de Nederlanden die via Venetië naar het Heilige Land reizen. De pelgrims hebben verschillende achtergronden en zij maken de reis vanuit verschillende motivaties. In de vier verslagen is het discours van inclusie-exclusie dominant waarbij de vier pelgrim-schrijvers gebruik maken van dezelfde taalconstructies. Er is wel verschil in frequentie van toepassing van deze constructies. Een ander verschil is de mate waarin de pelgrim-schrijvers aandacht besteden aan de ontmoeting met de 'ander'. Het discours dat zij gebruiken voor de verwoording van hun persoonlijke reiservaringen, zegt iets over de individuele identiteit van de pelgrim-schrijver. De keuze voor de formulering van de ontmoeting met de 'ander' wordt door onder andere de sociale, maatschappelijke en politieke context beïnvloed.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht op welke manieren middlebrow-weerwoord tot uiting komt in drie publieksromans van Willy Corsari (1897-1998). De onderzochte romans zijn: De man zonder uniform ...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht op welke manieren middlebrow-weerwoord tot uiting komt in drie publieksromans van Willy Corsari (1897-1998). De onderzochte romans zijn: De man zonder uniform (1933), Schip zonder haven (1938) en Charles en Charlotte (1956). Voor de onderzochte romans geldt dat daarin op verschillende manieren sprake is van 'talking back' en van bemiddeling.Show less
Hoewel dilemmatische argumentatie dikwijls is beschreven in de klassieke retorica en de formele logica, hebben moderne argumentatietheoretici zich nog nauwelijks over dit type argument gebogen....Show moreHoewel dilemmatische argumentatie dikwijls is beschreven in de klassieke retorica en de formele logica, hebben moderne argumentatietheoretici zich nog nauwelijks over dit type argument gebogen. Eerder (retorisch of logisch) onderzoek heeft zich beperkt tot de definitie of formeel logische vorm van dit type argument los van zijn context. Argumentatietheoretisch onderzoek kan juist een nieuw perspectief op dilemmatische argumentatie bieden waarmee ook de redelijkheid en de functie van dilemmatische argumenten in hun context kunnen worden onderzocht. Deze scriptie analyseert dilemmatische argumentatie vanuit een pragma-dialectisch kader. Op basis van inzichten uit de pragma-dialectische argumentatietheorie worden drie verschillende typen dilemmatische argumenten onderscheiden. Voor elk type wordt in deze scriptie een argumentatiepatroon met bijbehorend beoordelingsinstrumentarium opgesteld om de redelijkheid van dit type argument te kunnen toetsen. Vervolgens wordt aan de hand van drie casus de strategische functie van dilemmatische argumentatie onderzocht. De analyses van deze casus laten zien dat dilemmatische argumentatie de mogelijkheid biedt om niet alleen het eigen argument naar voren te brengen maar ook tegelijkertijd te anticiperen op een mogelijke kritische reactie van de tegenpartij.Show less
In de literatuur zijn er verschillende definities en conceptualisaties van populisme in omloop en deze verschillende conceptualisaties worden ook op verschillende manieren gemeten. Dit onderzoek...Show moreIn de literatuur zijn er verschillende definities en conceptualisaties van populisme in omloop en deze verschillende conceptualisaties worden ook op verschillende manieren gemeten. Dit onderzoek heeft als doel de kernelementen van populisme vast te stellen en twee meetmethodes om populisme empirisch te meten met elkaar te vergelijken. Op deze manier komt er inzicht in de voor- en nadelen van elke onderzoeksmethode. De centrale vraag in deze scriptie is: In hoeverre profileren de PVV en FvD zich populistischer dan de VVD en GL in de voorbereide bijdragen van de Algemene Politieke Beschouwingen van 1 november 2017? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er eerst vastgesteld dat populisme in ieder geval bestaat uit twee kernelementen. Het eerste element is people-centrism. Een populist spreekt uit naam van dit volk en meent de belangen van dit volk mee te nemen in zijn politieke besluiten. Het tweede element is anti-elitism. Het benadrukken van de afstand tussen de establishment of de ‘elite’ (die in dit onderzoek als een en hetzelfde worden gezien) is iets dat in alle besproken definities voorbij komt. Vervolgens zijn twee deelanalyses uitgevoerd. De politicologische analyse is een man-machine contentanalyse, voorgesteld door Rooduijn & Pauwels (2011), waarbij het corpus eerst wordt geanalyseerd op het voorkomen van woorden die kunnen verwijzen naar een van de twee kernelementen van populisme. Daarna worden de alinea’s die een of meerdere woorden uit de woordenlijst bevatten, handmatig geanalyseerd op het voorkomen van de kernelementen. De taalkundig-stilistische analyse meet het populistisch gehalte van het corpus door te kijken naar de stijlmiddelen waarvan het aannemelijk is dat ze van invloed zijn op de uiting van populisme. In beide analyses hebben de PVV en FvD een hoger populistisch gehalte dan de VVD en GL, waaruit af te leiden is dat deze twee partijen zich populistischer profileren dan de VVD en GL in deze bijdragen. De man-machine contentanalyse geeft meer inzicht in de populistische inhoud van de tekst, terwijl de taalkundig-stilistische analyse juist meer inzicht geeft in hoe een populistische stijl tot uiting komt. Als vervolgonderzoek zou het interessant zijn om een methode te ontwikkelen waarin beide meetmethoden met elkaar gecombineerd worden.Show less
Een paar dagen na de persconferentie van 28 september stonden er in het NRC twee oordelen over het taalgebruik van de persconferentie: ‘Moeilijke taal is rem op effectieve coronabestrijding’ ...Show moreEen paar dagen na de persconferentie van 28 september stonden er in het NRC twee oordelen over het taalgebruik van de persconferentie: ‘Moeilijke taal is rem op effectieve coronabestrijding’ (Altenburg & Punselie, 2020) en ‘Coronacrisis is nu ook een communicatiecrisis’ (Redactie NRC, 2020). Naar aanleiding onder andere deze media-oordelen, die negatief waren over de begrijpelijkheid van het taalgebruik in de toespraken van persconferenties over het coronavirus, is het begrip begrijpelijkheid geoperationaliseerd om de toespraken te analyseren. Een stilistische analyse op taalkundige grondslag is uitgevoerd op toespraken uit twee specifieke persconferenties: 19 mei en 28 september 2020. Verschillende media-oordelen verwezen specifiek naar 28 september, waardoor deze interessant is om te analyseren. Op de persconferentie van 19 mei is geen directe kritiek geleverd, maar bleek na de exploratieronde grotendeels hetzelfde woordaantal en dezelfde potentieel problematische stijlmiddelen te bevatten. Het doel van dit onderzoek is om aan te tonen dat de toespraken op stilistisch niveau aan begrijpelijkheid hadden kunnen toenemen. Dit doel wordt bereikt door het onderbouwen van de media-oordelen met wetenschappelijke inzichten. Dit zijn inzichten in de wijze waarop bepaalde formuleringskeuzes een negatieve bijdrage leveren aan de begrijpelijkheid van een tekst. In een stijlanalyse op taalkundige grondslag worden er op systematische wijze verbanden gelegd tussen stilistische middelen op microniveau en globale indrukken op macroniveau. De centrale vraag is hoe de toespraken uit de persconferenties over het coronavirus van 19 mei en 28 september begrijpelijker konden worden gemaakt, afgaande op wetenschappelijke inzichten over begrijpelijk taalgebruik. Om de begrijpelijkheid van de toespraken stilistisch te analyseren zijn vier tekstkenmerken opgesteld: 1) Zinscomplexiteit, 2) Samenhang, 3) Woordmoeilijkheid en 4) Concreet taalgebruik. Deze tekstaspecten zijn opgesteld door gebruik te maken van de media-oordelen over de persconferenties en relevante literatuur over begrijpelijkheid van tekstkenmerken in combinatie met een exploratieronde van de toespraken om na te gaan welke stijlmiddelen uit de literatuur relevant zijn om te analyseren. De stijlanalyse is volledig berust op een kwalitatieve analyse (het interpreteren van stijlmiddelen). Om de betrouwbaarheid en validiteit van het analyse zoveel mogelijk te waarborgen zijn er heldere criteria opgesteld om de stijlmiddelen op te sporen en te analyseren. Een kwantitatieve analyse bleek niet haalbaar te zijn vanwege het ontbreken van een betekenisvol extern vergelijkingspunt. Uit de analyse is gebleken dat de gezamenlijke inzet van de geobserveerde stilistische middelen die tot elk van deze tekstaspecten gerekend konden worden, voldoende aanwijzingen geven om te veronderstellen dat de toespraken uit de persconferenties van 19 mei en 28 september 2020 aan begrijpelijkheid konden toenemen. Op basis van wetenschappelijke inzichten over begrijpelijk taalgebruik en in vergelijking met denkbare formuleringsalternatieven is aannemelijk gemaakt dat bepaalde stijlmiddelen van de toespraken uit beide persconferenties minder begrijpelijk waren. Het is de gezamenlijke inzet van de geobserveerde stijlmiddelen die een negatieve invloed hebben op de begrijpelijkheid van de tekst zonder dat één categorie hiervoor verantwoordelijk kan worden gehouden.Show less