Shamanism was first described at the end of the seventeenth century. Since then everywhere in the world this phenomenon is mentioned. When we look at the contemporary societies of the South...Show moreShamanism was first described at the end of the seventeenth century. Since then everywhere in the world this phenomenon is mentioned. When we look at the contemporary societies of the South American mainland shamanism is part of their daily life as their world is animated. The function of the shaman is to be a mediator between the society and the spirits, reaching a trance state by using hallucinogenic substances. Not only in South American Tropical Forest societies is this the case, but also in the Siberian Arctic region. Shamanism is not a restricted phenomenon, but a widespread one. Without his tools the shaman can not contact the spirits. Tropical forest shamans use for example maracas, benches, snuffing tubes, snuffing trays and idols. They have their counterparts in the archaeological record where since the migration of the Saladoid and Huecoid peoples into the Caribbean islands shamanistic paraphernalia are found like, three-pointers, rattles, nostril bowls, snuffing tubes, snuff plateaus, and incense burners. These categories were also available among the Taíno as shamanism was also part of their society. Rattles, benches, snuffing tubes, special cohoba vessels, ceremonial pestles, vomiting spatulas, and cohoba stands were used. The egalitarian Saladoid society changed into a stratified society of the Taíno. Shamanism was not restricted anymore to the shaman or behique, but also the cacique used shamanistic paraphernalia and cohoba.Show less
De oorspronkelijke opzet van dit onderzoek was om meer te weten te komen over de onderlinge relaties tussen munten uit de Laat Romeinse periode waarop op de muntzijde architectuur is afgebeeld, de...Show moreDe oorspronkelijke opzet van dit onderzoek was om meer te weten te komen over de onderlinge relaties tussen munten uit de Laat Romeinse periode waarop op de muntzijde architectuur is afgebeeld, de afgebeelde architectuur zelf en het door het rijk gevoerde beleid. Hierbij werd gebruik gemaakt van een aantal specifieke vragen, gebaseerd op criteria bepaald en gebruikt door Thera T. Smit bij een eerder onderzoek betreffende dit onderwerp. 37 Het verschil met het onderzoek van Smit is dat dit onderzoek zich toespitst op de muntslagen geïntroduceerd met Diocletianus’ monetaire hervorming tot aan de laatste Romeinse of Byzantijnse munten waarop architectuur is afgebeeld. Om deze reden en om te pogen meer inzicht te verkrijgen in de achterliggende redenen voor de keuze van bepaalde architectuur op een bepaald type munt, is er afgeweken van de opzet van Smit. Voor het onderzoek is ook gebruikt gemaakt van een tabel waarin gegevens, verkregen uit verschillende literaire bronnen, over een relatief groot aantal relevante objecten, zijn opgenomen. Een dergelijke werkwijze is noodzakelijk vanwege het aantal objecten waarmee men te maken heeft en omdat al snel duidelijk wordt dat zij zijn te verdelen in een aantal groepen waarin de individuele objecten een bepaald thema delen en onderling slechts qua vormgeving en detail van elkaar verschillen. Bovendien hebben de munten uit de betreffende periode een significant ander karakter dan munten uit eerder periodes, zoals die behandeld zijn door Smit. In tegenstelling tot eerdere muntuitgaven, zijn op uitgaven uit de periode van Diocletianus’ hervormingen en daarna vrijwel geen individueel te identificeren bouwwerken afgebeeld. Munten uit deze periodes laten veelal dezelfde “anonieme” bouwwerken zien, die overigens als algemeen model vaak wel zeer herkenbaar zijn zoals bij munten van het Wachtpost type.38 Het is echter niet altijd geheel duidelijk wat elk specifiek afgebeeld element precies moet voorstellen en vaak zijn er meerdere verklaringen mogelijk. De anonimiteit van de afgebeelde structuren en het thematische karakter van de munt-uitgaven behoren ook tot de redenen waarom de oorspronkelijk bepaalde methodes en technieken, gebaseerd om die van Smit, achteraf slechts beperkt toereikend blijken te zijn voor onderzoek van objecten uit de Laat Romeinse periode. Omdat deze observatie een van de belangrijkste is met betrekking tot architectonische muntbeelden uit de periode, is er voor gekozen de oorspronkelijke opzet niet te wijzigen. Een andere belangrijke observatie is dat relaties tussen architectonisch muntbeeld en Rijksbeleid, alsmede het belang van enkele terugkerende elementen op het muntbeeld van bepaalde muntseries, niet helder naar voren komen zonder munten, waarvan het muntbeeld niet van architectonische aard is, bij de analyse te betrekken. Het verdient daarom aanbeveling aan eenieder die zicht waagt aan een verdere verdieping in het onderwerp, in ieder geval alle typen munten uit een bepaalde serie, met én zonder architectuur op het muntbeeld, in beschouwing te nemen.Show less
This bachelor thesis concerns the Etruscan “canopic” urns and funerary rites. The canopic urn, an anthropomorphic ceramic cinerary urn which represents the deceased, was a special product from the...Show moreThis bachelor thesis concerns the Etruscan “canopic” urns and funerary rites. The canopic urn, an anthropomorphic ceramic cinerary urn which represents the deceased, was a special product from the Chiusi region. They were produced between c. 670 and 580 BC and have – with three exceptions – only been found within the area of the city of Chiusi and its territory (Chiana Valley, central Italy). The urns stood on miniature thrones or chairs and were placed with the grave set either in so-called tombe a ziro (shaft tombs cut out of the tufa containing a large dolium covered with stone slaps) or, from c. 650 BC onward, in small chamber tombs. Numerous canopic urns – especially the youngest type, the so-called tipo evoluto (end of the 7th – beginning of the 6th century BC), show a circular hole in the centre of the cranium. This study attempts to determine its function. In the course of time various hypotheses have been proposed, which are all taken into critical examination. The author argues that the cranial hole can be related to funerary rites, libation in particular.Show less