In dit onderzoek is de huidige ouderbetrokkenheid bij het lezen op basisschool X onderzocht om hierna te bekijken hoe deze verhoogd kon worden. Door middel van een online vragenlijst, afgenomen bij...Show moreIn dit onderzoek is de huidige ouderbetrokkenheid bij het lezen op basisschool X onderzocht om hierna te bekijken hoe deze verhoogd kon worden. Door middel van een online vragenlijst, afgenomen bij 59 ouders, is de ouderbetrokkenheid gemeten. De ouderbetrokkenheid werd gemeten aan de hand van de drie deelaspecten: literaire middelen, leesactiviteiten en de leesattitude van de ouder. Aan de hand van de resultaten zijn een totaalscore en scores op de deelaspecten berekend. De betrouwbaarheid van de vragenlijst is gemeten, waaruit naar voren kwam dat de totaalscore een betere betrouwbaarheid gaf dan de losse deelaspecten. Hierdoor is vooral gekeken naar de totaalscore bij het doen van verdere analyses. De algehele ouderbetrokkenheid bij lezen op basisschool X bevond zich boven het gemiddelde. Echter viel op dat de participanten lager scoorden op twee items: bibliotheekbezoeken en praten over boeken. Om de ouderbetrokkenheid bij lezen op basisschool X te verhogen zal ingezet moeten worden op deze twee activiteiten. Ook viel op dat in dit onderzoek geen verschil gevonden is in ouderbetrokkenheid tussen de onderbouw en de bovenbouw, in tegenstelling tot bestudeerde literatuur. Het is mogelijk dat deze activiteiten en de afwezigheid van het verschil tussen de onder- en bovenbouw ook vindbaar is in de Nederlandse populatie. De hoge score op ouderbetrokkenheid kan te maken hebben met de hoge sociaaleconomische status van de wijk en de sociale wenselijkheid van de vragenlijst. Voor vervolgonderzoek is het wenselijk om meer scholen met verschillende sociaaleconomische statussen te laten participeren en meer items aan de vragenlijst toe te voegen.Show less
Door de dalende leesvaardigheid en leesmotivatie in Nederland en op basisschool X, heeft laatstgenoemde ingezet op het verhogen van de leesmotivatie van haar leerlingen. Naast leerkrachten hebben...Show moreDoor de dalende leesvaardigheid en leesmotivatie in Nederland en op basisschool X, heeft laatstgenoemde ingezet op het verhogen van de leesmotivatie van haar leerlingen. Naast leerkrachten hebben vooral ouders een grote invloed op de leesmotivatie van kinderen. Met deze reden wilde basisschool X inzicht krijgen in de ouderbetrokkenheid bij het lezen thuis van ouders van haar leerlingen. In dit onderzoek is aan de hand van een vragenlijst deze ouderbetrokkenheid in beeld gebracht, waarna adviezen zijn geformuleerd om de ouderbetrokkenheid bij het lezen thuis te kunnen verhogen. Verder is gekeken naar verschillen in ouderbetrokkenheid tussen vaders en moeders en tussen ouders van de onderbouw en bovenbouw. De ouderbetrokkenheid werd gemeten op een vijfpuntsschaal, waar een score van 1 samenhing met geen ouderbetrokkenheid bij het lezen en een score van 5 met een hoge mate van ouderbetrokkenheid. Op basisschool X scoorden de ouders bovengemiddeld: een 3.63 gemiddeld (N=60). Er werd geen verschil in ouderbetrokkenheid gevonden tussen vaders en moeders en tussen ouders van de onder- en bovenbouw. In vergelijking met andere activiteiten rondom het lezen, werd er minder over de inhoud van boeken gepraat en werd de bibliotheek minder bezocht door ouders van deze basisschool. Basisschool X zou deze activiteiten bij haar ouders kunnen stimuleren om op deze manier de ouderbetrokkenheid en de leesmotivatie te kunnen verhogen. School en ouders zullen een team moeten vormen om de leesmotivatie en daarmee leesvaardigheid van de Nederlandse leerlingen te vergoten.Show less
Op basisschool Wissel daalt het aantal excellente rekenaars. Leerkrachten kunnen door het geven van feedback de motivatie en rekenprestaties van leerlingen verbeteren. Daarom is onderzoek gedaan...Show moreOp basisschool Wissel daalt het aantal excellente rekenaars. Leerkrachten kunnen door het geven van feedback de motivatie en rekenprestaties van leerlingen verbeteren. Daarom is onderzoek gedaan naar de volgende onderzoeksvraag: ‘Welke vormen van feedback worden momenteel gegeven in een rekenles van groep 3 tot en met 6 op basisschool Wissel en hoe zou de inzet van feedback geoptimaliseerd kunnen worden?’. Deze vraag is onderzocht door middel van gestructureerde observaties bij zeven leerkrachten op de basisschool. In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen taakgerichte, aanpakgerichte, zelfregulatiegerichte en persoonsgerichte feedback. Een combinatie van de eerste drie vormen is het meest effectief. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen de aard (bevestigend, kritisch, constructief en/of neutraal), doelgerichtheid (doelgericht of niet-doelgericht) en doelgroep (klas, groepje of individu) van feedback. Een combinatie van bevestigende, kritische en constructieve feedback is het meest effectief. Verder is doelgerichte feedback effectiever dan niet-doelgerichte feedback en is feedback gericht op individuen effectiever dan feedback gericht op de klas of een groepje. Op basisschool Wissel wordt het vaakst feedback op zelfregulatie gegeven. Het advies aan leerkrachten is om voornamelijk een combinatie van taakgerichte, aanpakgerichte en zelfregulatiegerichte feedback in te zetten. Verder wordt met name niet-doelgerichte feedback gegeven. Het advies is daarom vaker doelgerichte feedback in te zetten. Feedback gericht op een individu wordt al het vaakst ingezet op de basisschool. In vervolgonderzoek zou een training aan leerkrachten gegeven kunnen worden, waarbij zij leren reflecteren op hun eigen manier van feedback geven tijdens rekenen.Show less
Een combinatie van taakgerichte, aanpakgerichte en zelfregulatiegerichte feedback aan de individuele leerling blijkt het meest effectief om in te zetten tijdens de rekenles in de middenbouw van het...Show moreEen combinatie van taakgerichte, aanpakgerichte en zelfregulatiegerichte feedback aan de individuele leerling blijkt het meest effectief om in te zetten tijdens de rekenles in de middenbouw van het basisonderwijs. Daarnaast zou deze feedback doelgericht, bevestigend, kritisch en constructief van aard moeten zijn om effectief te zijn. Vanuit basisschool X kwam de vraag welke vormen van feedback er nu worden gegeven in het rekenonderwijs van hun school en hoe dit verbeterd zou kunnen worden. Hierbij was de verwachting dat taakgerichte feedback de meest voorkomende vorm van feedback zou zijn. Bij dit onderzoek is gekozen voor beschrijvend onderzoek aan de hand van een gestructureerde observatie. Aan dit onderzoek deden 7 leerkrachten van basisschool X mee uit de groepen 3, 4, 5 en 6. Uit dit onderzoek bleek dat zelfregulatiegerichte en niet-doelgerichte feedback het meeste voorkwam op basisschool X. De aard hiervan was voornamelijk bevestigend en het was gericht aan de individuele leerling. Het advies uit dit onderzoek kan worden meegenomen om de rekenprestaties op basisschool X te kunnen verbeteren om zo weer in een stijgende trend te komen. Hierbij moeten voldoende momenten en observatieleden beschikbaar zijn voor de geplande observaties.Show less
In dit onderzoek is gekeken wat voor feedback gegeven wordt in het rekenonderwijs in groep 3 tot en met 6 van basisschool X en hoe deze feedback verbeterd kan worden. Hierbij is het feedbackgedrag...Show moreIn dit onderzoek is gekeken wat voor feedback gegeven wordt in het rekenonderwijs in groep 3 tot en met 6 van basisschool X en hoe deze feedback verbeterd kan worden. Hierbij is het feedbackgedrag van de 7 leerkrachten van deze groepen in rekenlessen geobserveerd aan de hand van een gestructureerde observatie met een observatieformulier. Per leerkracht is één of twee keer geobserveerd door twee observanten. Er is gekeken naar het soort feedback, de doelgerichtheid, de aard van feedback en de doelgroep. Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met wat in de literatuur als effectieve feedback wordt beschouwd. Aan de hand daarvan is een advies samengesteld. Gevonden werd dat zelfregulatiegerichte feedback het meest gegeven wordt. Deze feedback wordt voornamelijk niet-doelgericht gegeven en is het meest bevestigend van aard. Bovendien wordt vooral feedback aan individuen gegeven. Geadviseerd wordt om naast zelfregulatiegerichte feedback net zo vaak taakgerichte- en aanpakgerichte feedback te geven. Deze feedback moet doelgericht worden gegeven en is voornamelijk effectief als het in een combinatie van bevestigende-, kritische- en constructieve feedback wordt gegeven. Het geven van individuele feedback is effectief en wordt goed gedaan op basisschool X. Een beperking van dit onderzoek is de onherleidbaarheid naar leerkrachten toe. Hierdoor kan niet specifiek per leerkracht een advies gegeven worden. In het vervolg kan op de school een ‘feedbackcoach’ aangewezen worden, die de leerkrachten kan observeren aan de hand van het ontwikkelde observatieformulier en directe feedback kan geven aan de leerkrachten over hun feedbackgedrag.Show less
In dit onderzoek wordt de focus gelegd op het optimaliseren van de inzet van feedback in het rekenonderwijs op basisschool X. Momenteel wordt op deze basisschool een dalende trend in...Show moreIn dit onderzoek wordt de focus gelegd op het optimaliseren van de inzet van feedback in het rekenonderwijs op basisschool X. Momenteel wordt op deze basisschool een dalende trend in rekenprestaties ervaren die niet te verklaren is door andere factoren. Effectief feedback geven zou een potentiële strategie kunnen zijn om het rekenonderwijs te versterken. Voor dit onderzoek is de literatuur over effectieve feedback bestudeerd. Bovendien is door middel van gestructureerde observaties in kaart gebracht hoe zeven leerkrachten van de groepen 3 tot en met 6 van basisschool X feedback geven tijdens de rekenlessen. Er is gebruik gemaakt van een aangepaste versie van het meetinstrument ‘feedbackgedrag leerkrachten’, waarbij een verdeling gemaakt wordt tussen de vorm van feedback, doelgerichtheid, aard van feedback en doelgroep. De resultaten laten zien dat de vorm ‘feedback op zelfregulatie’ het meest gegeven wordt. Aanpakgerichte feedback en persoonsgerichte feedback worden het minst gegeven. Bovendien geven de leerkrachten vooral feedback die niet doelgericht is. Bij de resultaten over de aard van de feedback valt het op dat de meeste feedbackmomenten bevestigend waren. Feedback die zowel bevestigend, constructief als kritisch was, kwam weinig voor. Tot slot had de meeste feedback de individuele leerling als doelgroep. Om de inzet van feedback te optimaliseren zouden de leerkrachten meer feedback op aanpak en taak kunnen geven en de hoeveelheid persoonsgerichte feedback nog verder kunnen minimaliseren. Verder zou feedback effectief zijn als deze doelgericht is en bevestigend-constructief-kritisch van aard is. Wat betreft de doelgroep van de feedback zijn geen aanpassingen nodig.Show less