In deze scriptie gaat het over grammatica in een populistische communicatiestijl. In eerdere onderzoeken naar populistische communicatie zijn verschillende grammaticale elementen aangewezen waarbij...Show moreIn deze scriptie gaat het over grammatica in een populistische communicatiestijl. In eerdere onderzoeken naar populistische communicatie zijn verschillende grammaticale elementen aangewezen waarbij een verschil in gebruik zichtbaar was tussen populistische en nietpopulistische politici. Deze onderzoeken concentreerden zich vooral op de rechterflank van het politieke spectrum. Het doel van het onderzoek in deze scriptie is om te verkennen of deze grammaticale kenmerken ook gelden voor links-populistische politici. Specifiek is onderzoek gedaan naar de syntactische positie van het volk en de aanwezigheid van complementatie. Deze kenmerken zijn geanalyseerd in bijdragen aan de Algemene Politieke Beschouwingen van 2018 en 2019. Het onderzoek is uitgevoerd op speeches van de rechts-populistische Baudet en de als links-populistisch geoormerkte Marijnissen. Daarnaast werden deze politici vergeleken met de niet-populistische Asscher, die in dit onderzoek functioneert als neutrale ‘controle-groep’. Uit de analyse van de syntactische posities komt een patroon naar voren dat bij de drie politici hetzelfde van aard is. Elke politicus verwijst het meest naar het volk in de centrale subjectspositie. De analyse van complementatie laat echter wel een duidelijk contrast zien tussen de niet-populistische Asscher aan de ene kant en de populistische Baudet en Marijnissen aan de andere kant. De resultaten van beide onderzoeken vormen een indicatie voor een positief antwoord op de centrale vraag van het onderzoek, namelijk dat de rechtspopulistische Baudet en de links-populistische Marijnissen overeenkomen in het gebruik van de geselecteerde grammaticale elementen.Show less
Het kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij...Show moreHet kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij veel verschillende grenzen om zich aan te houden: zowel de discussieregels als grenzen van het actietype. Deze grenzen zijn vastgelegd in de Nederlandse Reclame Code (NRC), die in stand wordt gehouden door de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep (CvB) van de Stichting Reclame Code (SRC). Ook de adviezen van de Stichting zijn gebonden aan een kader. Het doel van dit onderzoek is analyseren in hoeverre de gronden waarop de RCC en het CvB hun beslissingen baseren, verfijnd kunnen worden aan de hand van de inzichten uit de pragmatiek. In de pragmatiek is al veel geschreven over misleiding, maar er is nog geen systematische manier om uitingen te analyseren. Daarom is – na het behandelen van de literatuur over coöperatie, liegen, manipulatie en bedrog vanuit een Griceaans perspectief – een eerste poging gedaan om een operationele definitie op te stellen. Deze is vervolgens gebruikt om drie dossiers van de SRC te (her)analyseren. In deze zaken hebben zowel de RCC als het CvB uitspraken gedaan, die niet altijd overeenkwamen, wat erop duidt dat er niet zonder meer overeenstemming is als het gaat om uitspraken over misleiding. Dit biedt ook de mogelijkheid tot verfijning van de gronden. Uit de analyse bleek dat er zeker manieren zijn waarop de inzichten uit de pragmatiek de gronden van de uitspraken kunnen verfijnen. Allereerst door de operationele definitie van misleiding mee te nemen, waarbij verschillende elementen geëxpliciteerd worden, die nu slechts gevoelsmatig behandeld lijken te worden. Daarnaast door niet alleen op de letterlijke tekst te focussen, ontstaat er een mogelijkheid ook het effect van implicaties en implicaturen te zien, die worden opgeroepen maar niet letterlijk aanwezig zijn. Als laatste is er nog een praktisch punt, dat in de behandeling van de RCC al verder wordt doorgezocht naar statistische onderbouwing van argumenten van de twee partijen. Hoewel er nog een aantal kanttekeningen en verbeterpunten te noemen zijn bij de analyse en resultaten/conclusies, laat dit onderzoek wel een mogelijkheid zien. De uitspraken over misleiding van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kunnen consistenter worden onderbouwd, door inzichten uit de pragmatiek te gebruiken. Vervolgonderzoek zou deze inspanning op grotere schaal kunnen uitvoeren, om te kijken of de conclusies ook kwantificeerbaar zijn.Show less
Taal beïnvloedt de manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken en roept oordelen en associaties op. Om deze reden is taal een belangrijk middel voor politici: zij kunnen taal inzetten voor hun...Show moreTaal beïnvloedt de manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken en roept oordelen en associaties op. Om deze reden is taal een belangrijk middel voor politici: zij kunnen taal inzetten voor hun eigen succes. Zeer succesvolle politici van de laatste jaren zijn die met een populistische inslag. In dit onderzoek komen taal en populisme samen, in de vorm van een analyse van de grammaticale kenmerken van speeches van Baudet, een nieuwe politicus in de Tweede Kamer en tevens een zogenaamde populist. Ter introductie van het begrip populisme wordt allereerst getracht dit zeer brede begrip iets meer vorm te geven, waaruit zal blijken dat er twee duidelijke kernwaarden zijn: de populist zegt voor het volk te spreken en stelt dat volk centraal, en de populist presenteert zich als anti-elitair. Een derde kenmerk dat belangrijk is, zeker ook in het geval van Baudet, is dat de populist een specifieke groep van de samenleving probeert uit te sluiten. Na afbakening van dit begrip wordt overgestapt naar de taal van de populist, want bestaat er eigenlijk wel zoiets als populistisch taalgebruik? Uit de onderzoeken die besproken worden zal blijken dat er inderdaad sprake is van terugkerende, talige elementen, maar dat deze wel voornamelijk gebaseerd zijn op de taal van Wilders, en deels de taal van Trump, zeker wanneer het grammatica betreft, want hierover is nog niet veel geschreven. Dit is een nadeel van dit onderzoek, maar maakt dit onderzoek tegelijkertijd des te interessanter, want de resultaten laten zien dat een onderzoek naar grammaticale elementen zeker vruchtbaar kan zijn. De speeches van Baudet werden geanalyseerd op basis van een zelf samengestelde, grammaticale checklist, waarin voornamelijk grammaticale elementen voorkwamen die interessant waren gebleken voor Wilders. Uit de resultaten blijkt dat Baudet graag spreekt in vrij korte zinnen, die vaak een retorische vraag vormen, weinig bijzinnen bevatten, juist veel (lange) parallellismen laten zien en weinig complementatie. Deze grammaticale kenmerken werden ook voor Wilders gevonden in eerdere onderzoeken, en houden verband met verschillende eigenschappen van taal, zoals de begrijpelijkheid ervan, overtuigingskracht en feitelijkheid. Deze eigenschappen van taal laten zien dat Baudet, ondanks zijn elitaire uitstraling, de taal van het volk spreekt, zoals goed past binnen het straatje van de populist: wanneer je inhoudelijk stelt voor het volk te spreken, moet de bijbehorende taal begrijpelijk en helder zijn voor dat volk, en dus niet elitair. Bij eventueel vervolgonderzoek zou gekeken kunnen worden naar de grammatica van andere politici, zowel populistisch als niet populistisch, en zou er een groter corpus voor Baudet bij de studie betrokken kunnen worden.Show less