Depressie is een veel voorkomende stoornis, vooral bij vrouwen. Er zijn verschillende cognitieve en neurale risicofactoren die bijdragen aan depressiegevoeligheid. Brooding ruminatie is een...Show moreDepressie is een veel voorkomende stoornis, vooral bij vrouwen. Er zijn verschillende cognitieve en neurale risicofactoren die bijdragen aan depressiegevoeligheid. Brooding ruminatie is een belangrijke cognitieve risicofactor. Een belangrijke neurale risicofactor is abnormale connectiviteit in of tussen een van de netwerken van het triple netwerk model. Het doel van dit bachelorproject is om te onderzoeken wat er in het salience netwerk gebeurt bij vrouwen tijdens acute ruminatie. Hiermee proberen we inzicht te krijgen in eventuele neurale aanwijzingen voor depressiegevoeligheid. Hiervoor zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld; wat is het effect van acute ruminatie op het salience netwerk bij vrouwen? Wordt de grootte van het effect van ruminatie gemodereerd door de gevoeligheid voor depressie? Hebben deelnemers met een hoge score op brooding ruminatie ook een hoge score op de LEIDS? Voor dit onderzoek hebben vrouwelijke participanten verschillende vragenlijsten ingevuld en zijn er MRI-scans van de hersenen gemaakt; één tijdens ruminatie en één tijdens resting-state. Vervolgens is er een region of interest analyse op de scans, een moderatie analyse op het effect en een correlatie analyse op de resultaten van de vragenlijsten uitgevoerd. Hieruit blijkt dat tijdens acute ruminatie verschillende hersengebieden meer connectiviteit met het salience netwerk vertonen. Er zijn geen significante resultaten gevonden voor de moderatie en correlatie analyse. Concluderend, acute ruminatie leidt tot een verhoogde functionele connectiviteit met het salience netwerk, dit leidt niet tot meer depressieve gevoeligheid; hoge connectiviteit met het salience netwerk zou dus geen biologische marker zijn voor depressiegevoeligheid. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden een inclusievere groep te onderzoeken.Show less
This thesis discusses the question as to how Yoshiwara was envisioned as a virtual place of escape in prints of the Edo-period (1603-1867). This is done through visual analysis of woodblock prints...Show moreThis thesis discusses the question as to how Yoshiwara was envisioned as a virtual place of escape in prints of the Edo-period (1603-1867). This is done through visual analysis of woodblock prints as primary sources, and information and arguments of academic literature as secondary sources. Overwhelmed by the strict Tokugawa society and the many calamities ravaging the city, the people of Edo could find a place of escape in the concept of the Yoshiwara pleasure quarters depicted in print. The practice of gayū (travelling whilst laying down) and the concepts of tsū (refinement) and iki (an urban aesthetic), are essential to this understanding.Show less
This paper sheds light on the discrepancy between the presentation of Ikumen, a popularized Japanese buzzword used for fathers who are involved with childrearing, in government-backed media and the...Show moreThis paper sheds light on the discrepancy between the presentation of Ikumen, a popularized Japanese buzzword used for fathers who are involved with childrearing, in government-backed media and the way it is perceived mostly in a negative light by the target audience. An analysis of survey data of an online survey conducted by the Asahi Shinbun revealed five major reasons as to why respondents take issue with the buzzword. An analysis of ‘Family Harmony’, the Ikumen Project’s Official song, revealed that most, however not all, of these gripes are in fact being reflected in pieces of government-backed media.Show less
Vaders met een licht verstandelijke beperking (LVB) worden in onderzoek naar vaders vaak over het hoofd gezien, terwijl de rol van vaders in de opvoeding in de afgelopen decennia veranderd is....Show moreVaders met een licht verstandelijke beperking (LVB) worden in onderzoek naar vaders vaak over het hoofd gezien, terwijl de rol van vaders in de opvoeding in de afgelopen decennia veranderd is. Vaders zijn meer betrokken bij de opvoeding en in het leven van hun kind(eren) (Mesman & Vermeer, 2017). Wanneer vaders een LVB hebben, is het van belang dat professionals passende ondersteuning bieden (Van Nieuwenhuijzen et al., 2022b). Dit onderzoek geeft een overzicht van de ervaringen en knelpunten die professionals ervaren in het werken met vaders met een LVB. De volgende vragen staan in dit onderzoek centraal: ‘Wat is er in de literatuur bekend over de ervaringen van professionals in het werken met vaders met een licht verstandelijke beperking?’ en 'Wat zijn de ervaringen en knelpunten van professionals die werken met vaders met een licht verstandelijke beperking?'. Het onderzoek omvat een literatuuronderzoek en zeven semigestructureerde diepte-interviews met professionals die werken met vaders met een LVB. De bevindingen van de interviews zijn gecodeerd aan de hand van thema’s die in de transcripten naar voren komen. Uit de literatuur komen een aantal risicofactoren naar voren die aanwezig zijn bij vaders met een LVB. Voorbeelden hiervan zijn een slechte mentale en fysieke gezondheid en een lage sociaaleconomische status (SES) (Emerson, 2015). Ook worden kenmerken van vaders met een LVB benoemd die bijdragen aan de ervaringen en knelpunten van professionals die werken met deze vaders. In de literatuur wordt benoemd dat vaders met een LVB minder vaardig zijn in cognitief en adaptief functioneren en een laag IQ hebben (Pratt & Greydanus, 2007). Negatieve ervaringen die professionals hebben in het werken met vaders met een LVB, zijn gerelateerd aan de samenwerking tussen professional en vader met een LVB, maar ook tussen professionals onderling. Daarnaast worden het hebben van een lage mate van begrip en minder goede communicatievaardigheden van vaders met een LVB als lastig ervaren door de professional (Joha, 2004). Negatieve ervaringen die benoemd worden door vaders met een LVB zijn dat ze zich weggeduwd en buitengesloten voelen. Vertrouwen, positieve aanmoedigingen en goed georganiseerde hulpverlening kunnen deze negatieve ervaringen verminderen (Theodore et al., 2018). In het empirisch onderzoek hebben professionals een aantal ervaringen en knelpunten benoemd. Positieve ervaringen die professionals hebben in de samenwerking met vaders met een LVB, zijn de eerlijkheid en openheid van vaders met een LVB. Ook de emotionele expressie van deze vaders en de liefde en betrokkenheid die vaders met een LVB tonen naar hun kinderen vormen positieve ervaringen van professionals. Negatieve ervaringen die werden benoemd, zijn moeilijkheden in de communicatie, beperkt reflectievermogen, slechte emotieregulatie, lage intelligentiequotiënt en problemen in de samenwerking binnen het gezin. Ook benoemen professionals risico- en beschermende factoren van vaders met een LVB. SES, mentale gezondheid en omgeving kunnen bevorderend of belemmerend werken voor vaders met een LVB zelf en de samenwerking tussen de professional en de vader met een LVB. Daarnaast geven zij aan dat het bevorderen van betrokkenheid van vaders in het gezinsondersteuningsproces een manier is om het competentiegevoel van vaders met een LVB te versterken, waardoor de samenwerking tussen professional en vader met een LVB verbetert. Op basis van het onderzoek is geadviseerd om te kijken naar de rol van de vader binnen een gezin om knelpunten in de samenwerking tussen vaders met een LVB en professionals te voorkomen. Ook wordt geadviseerd om meer educatie te verzorgen voor professionals op het gebied van vaders met een LVB. Daarnaast is het van belang om knelpunten op organisatorisch vlak te voorkomen. Tenslotte is uit dit onderzoek naar voren gekomen dat het van belang is dat de juiste hulp geboden wordt aan vaders met een LVB.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
closed access
This thesis explores the continuum of East African knowledge production with a particular focus on the dialogue between endogenous East African and Western colonial knowledge production through...Show moreThis thesis explores the continuum of East African knowledge production with a particular focus on the dialogue between endogenous East African and Western colonial knowledge production through colonialism. This dialogue is approached through an investigation of the colonial classifications of tribe and ethnicity, depicting how these classifications were created and enforced, and their interaction with and effect on endogenous East African knowledge production.Show less
In recent years, classical psychedelics have become increasingly popular as a possible treatment method for mental health disorders. Optimizing set and setting during psychedelic use leads to the...Show moreIn recent years, classical psychedelics have become increasingly popular as a possible treatment method for mental health disorders. Optimizing set and setting during psychedelic use leads to the most beneficial outcomes. Trait mindfulness, which is the general tendency to experience mindfulness in daily life, could be seen as part of the set. Earlier research suggested that psychedelic drug intake could lead to increases in practicing mindfulness, trait mindfulness, and cognitive flexibility (CF), all factors associated with positive mental health outcomes. Moreover, these factors seem to be interconnected, as, for instance, trait mindfulness can predict higher CF. Since there has currently been no research yet on the influence of psychedelic drug intake on CF with trait mindfulness as a mediator, as well as on the impact of psychedelic drug intake on trait mindfulness controlling for current meditation practice, this paper aimed at filling this explanatory gap. The findings suggested that psychedelic-experienced individuals are more likely to currently be a meditator than psychedelic naives and that the positive association between psychedelic use and trait mindfulness remains after correcting for current meditation practice. Further, a significant indirect relationship between psychedelic drug intake and CF with trait mindfulness as a mediator has been found, though the direct effect is non-significant. Lastly, psychedelic use-related variables were investigated, showing that the dose could positively predict CF but other variables, including frequency, recency, and likelihood of next intake could not. Implications of these findings for current practice, future research, and psychedelic-based treatment were considered.Show less
Small island territories are one of the first that face the disruptive consequences of climate change, although they have historically contributed least. Therefore they increasingly demand...Show moreSmall island territories are one of the first that face the disruptive consequences of climate change, although they have historically contributed least. Therefore they increasingly demand reparative climate justice through climate litigation. The academic debate focuses on sovereign Small Island Developing States, thereby ignoring the relevant differences between SIDS and non-sovereign island territories such as sub-national island jurisdictions (SNIJs). Therefore this research investigates what is owed to sub-national island jurisdiction Bonaire in terms of reparative justice. In May 2023 GreenPeace together with Bonaire sent a pre-litigation letter to the Dutch government. Through a normative method and a case study I investigate their two central reparative demands. I argue that climate reparations for Bonaire, and thus SNIJs should prioritize equity and inclusion. In addition, the two mechanisms climate litigaiton and truth and reconciliation are compared in their ability to facilitate repair for SNIJs. Lastly, theoretical implications about the meaning of post-colonial relationships in reparative justice are formulated.Show less