Tussen 1814 en 1825 zijn een aantal voormalige VOC-bezittingen in Bengalen geretourneerd aan het Nederlands Koninkrijk. Deze bezittingen waren tussen 1795 en 1814 in de handen van de Britten...Show moreTussen 1814 en 1825 zijn een aantal voormalige VOC-bezittingen in Bengalen geretourneerd aan het Nederlands Koninkrijk. Deze bezittingen waren tussen 1795 en 1814 in de handen van de Britten gekomen, die de regio maximaal wisten te exploiteren. Als gevolg van de korte periode van Britse bestuur waren de bezittingen vrijwel volledig economisch onhoudbaar geworden voor de Nederlanders. Ondanks meerdere berichten over de situatie vanuit Bengalen besloot de Nederlandse overheid alsnog de bezittingen weer in te nemen. Dit onderzoek analyseert de reden voor de teloorgang van de kolonie aan de hand van primaire bronnen over het koloniaalbestuur. De reden voor de ondergang van de kolonie is dat na de Britse teruggave van de regio de politieke en economische omstandigheden te hinderlijk waren voor de Nederlanders om de kolonie nog rendabel te maken. Gedurende de elf jaren van Nederlands bestuur is de kolonie langzaam afgebrokkeld met alle sociale, politieke en economische gevolgen van dien. Uit brieven, rekeningen en andere primaire bronnen uit Nederlands-Bengalen blijkt dat de situatie bij het Nederlandse bestuur van Bengalen bekend was en dat er tevergeefs pogingen gedaan zijn om Nederlands-Bengalen te redden. In deze tijd werd het bestuur van Nederlands-Bengalen gedwongen een steeds wanhopiger financieel beleid te voeren. Ondanks halfslachtige pogingen, die de situatie alleen maar verslechterden, verviel de stad Chinsura en Nederlands-Bengalen. De Nederlanders wisten de situatie niet meer te redden en er werd besloten de gehele Nederlandse aanwezigheid in India op te heffen.Show less
Dit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is...Show moreDit eindwerkstuk heeft onderzocht in hoeverre er begrip bestond tussen gouverneurs van de VOC en het koninkrijk Kandy, beide gevestigd op Ceylon. Aan de hand van het begrip ´commensurability´ is het beleid van de gouverneurs Stephanus Versluys en Gustaaf Willem Baron van Imhoff onderzocht aan de hand van de jaarlijkse ambassades die zij naar het hof stuurden. Uit het onderzoek is gebleken dat hoewel zij de basis van het hof van Kandy en de verbonden Singalese cultuur begrepen, dit zich echter niet vertoonde in onverwachte situaties of situaties waarin een dieper begrip werd vereist, bijvoorbeeld op politiek gebied.Show less
Deze studie onderzoekt hoe het overleg tussen de Heeren XVII, Batavia en Arakan verliep, toen er een besluit moest worden genomen om wel of niet te vertrekken uit de VOC-factorij in Arakan.
Deze scriptie gaat over de aanwezigheid in en het eventuele permanente vertrek van de VOC uit Cambodja. Aan de hand van secundaire literatuur en diverse VOC archiefstukken wordt deze gereconstrueerd.