In de scriptie Piero di Cosimo en de "primitieve" mens reeks wordt onderzocht of De jacht (ca. 1488-1500), De terugkomst van de jacht (ca. 1488-1500) en De bosbrand (1500-1510) van Piero di Cosimo...Show moreIn de scriptie Piero di Cosimo en de "primitieve" mens reeks wordt onderzocht of De jacht (ca. 1488-1500), De terugkomst van de jacht (ca. 1488-1500) en De bosbrand (1500-1510) van Piero di Cosimo op het vijfde boek van De rerum natura teruggrijpen, zoals beweerd is door Erwin Panofsky en latere kunsthistorici. De receptie van De rerum natura van Lucretius in de schilderijen is namelijk niet aannemelijk, aangezien het gedachtegoed van Lucretius niet strookte met de kerkelijke leer van het 15e en 16e-eeuwse Florence. Uit het onderzoek blijkt dat er vele inconsistenties zijn tussen de tekst van De rerum natura en de schilderijen, die suggereren dat er geen sprake is van een Lucretiaanse receptie.Show less
De scriptie kiest als uitgangspunt uitspraken in een recent artikel over de zichtbaarheid en daarmee de functie van Ghirlandaio's schilderingen die zich achter een koorscheiding bevonden. Dat...Show moreDe scriptie kiest als uitgangspunt uitspraken in een recent artikel over de zichtbaarheid en daarmee de functie van Ghirlandaio's schilderingen die zich achter een koorscheiding bevonden. Dat artikel betrof de Tornabuoni-kapel in de Santa Maria Novella, maar in de scriptie worden ook de schilderingen, eveneens van Ghirlandaio, in de Sassetti-kapel in de S. Trinità betrokken. Het probleem van de tramezzi werd pas in 1974 in de kunsthistorische literatuur geïntroduceerd en de scriptie doet een poging bij te dragen aan de oplossing van dit probleem. De scriptie betoogt dat die schilderingen niet uitsluitend zichtbaar waren voor de broeders, zoals onlangs beweerd is, en dus slechts een religieuze strekking hadden, maar dat zij door meer mensen gezien konden worden en dus een bredere impact hadden.Show less
In deze scriptie wordt de datering van een verloren gegane voorstelling uit de vijftiende eeuw getoetst aan de hand van de allerlei informatie die we vinden op twee overgebleven kopieën uit de...Show moreIn deze scriptie wordt de datering van een verloren gegane voorstelling uit de vijftiende eeuw getoetst aan de hand van de allerlei informatie die we vinden op twee overgebleven kopieën uit de zestiende eeuw. Deze informatie bestaat uit de voorgestelde kostuums, de wapens, de nar, het tafereel en achtergrond. Ook is gekeken naar de geschiedenis van de originele voorstelling. Uitgangspunt voor de datering was de datering van Post, die meent dat de voorstelling tussen 4 oktober 1430 en 10 november 1431 gemaakt moet zijn. Niets wat in deze scriptie is besproken, kan de datering met zekerheid weerleggen. De wapens en de kostuums ondersteunen de datering zelfs. Dit heeft een aantal consequenties. Zo zijn Filips de Goede, Isabella van Portugal en de nar van Filips de Goede afgebeeld. Aangezien het hier gaat om een zeer specifieke periode, 1430-1431, vormen de voorgestelde kostuums bovendien een rijke bron voor kleding uit deze periode. Een andere consequentie is dat we waarschijnlijk kijken naar een specifieke gebeurtenis in 1430-1431 met betrekking tot Filips de Goede. Aanwijzingen in deze scriptie laten zien dat deze gebeurtenis geïdealiseerd is en dat het in ieder geval niet om een huwelijksvoltrekking kan gaanShow less
Het oeuvre van Geertgen tot Sint Jans is van problematische aard. Enkel twee panelen zijn, op basis van Karel van Manders Schilder-boeck, met zekerheid aan Geertgen toe te schrijven. Steunend op...Show moreHet oeuvre van Geertgen tot Sint Jans is van problematische aard. Enkel twee panelen zijn, op basis van Karel van Manders Schilder-boeck, met zekerheid aan Geertgen toe te schrijven. Steunend op stilistisch vergelijkend onderzoek zijn een vijftiental werken toegeschreven aan Geertgen. Deze toeschrijvingen bereiken echter zelden een volledige consensus. Vanaf de jaren '70 zijn natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden zoals infraroodreflectografie en dendrochronologie ingezet om toe- en afschrijvingen te doen. In dit onderzoek wordt geprobeerd te beantwoorden in hoeverre deze methoden in staat zijn om overtuigende toe- en afschrijvingen te bewerkstelligen. Aan de hand van drie case studies zal worden getoond hoe infraroodreflectografie en dendrochronologie worden ingezet om toe- en afschrijvingen te doen. Daarnaast wordt onderzocht wat de limitaties zijn van het doen van toe- en afschrijvingen gebaseerd op natuurwetenschappelijke methoden.Show less
In deze scriptie tracht ik de vergeten schilderingen van Gerard de Lairesse voor de raadkamer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, heden de Lairessezaal op het Binnenhof, te...Show moreIn deze scriptie tracht ik de vergeten schilderingen van Gerard de Lairesse voor de raadkamer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, heden de Lairessezaal op het Binnenhof, te verklaren vanuit een nieuw kunst- en vooral rechtshistorisch perspectief. Deze schilderingen blijken, in weerspraak met de bestaande literatuur, ideeën van de raadsheren van het Hof tot expressie te brengen over rechterlijke deugdelijkheid (en niet de deugden van stadhouder Willem III), alsook de (juridische) macht van het Hof te propageren. De schilderijen zelf zoeken via een complexe iconografie aansluiting bij de soevereine positie van het Hof en bovenal het Romeinse recht, die centraal stond in zijn rechtspleging.Show less
This thesis focuses on Vasari's criticism on Pontormo's passion cycle in Certosa del Galluzzo and investigates the background of same. It addresses the questions whether Vasari had ulterior motives...Show moreThis thesis focuses on Vasari's criticism on Pontormo's passion cycle in Certosa del Galluzzo and investigates the background of same. It addresses the questions whether Vasari had ulterior motives for his criticism and whether this was consistent with his opinions on the works of other Italian and North European artists and his own work. It will be concluded that such consistency indeed exists and that scholarly writers have thusfar been too harsh on Vasari for accusing him of deliberate biass and framing Pontormo negatively.Show less
The BA-thesis is about the relation between the paintress Lavinia Fontana and cardinal Gabriele Paleotti and his family in the 16th century in Bologna. How may we review Fontana's paintings with...Show moreThe BA-thesis is about the relation between the paintress Lavinia Fontana and cardinal Gabriele Paleotti and his family in the 16th century in Bologna. How may we review Fontana's paintings with regard of Paleotti's Discorso. Fontana was the first woman who made altarpieces. One of them was intended for the family chapel of the cardinal. Suggestions for further investigations have been made.Show less
Tom Nichols heeft vanaf 1993 betoogd dat het werk van Tintoretto sterk beïnvloed is door diens armoedige jeugd en zijn moeizame start in het beroepsleven. In deze scriptie wordt de visie van...Show moreTom Nichols heeft vanaf 1993 betoogd dat het werk van Tintoretto sterk beïnvloed is door diens armoedige jeugd en zijn moeizame start in het beroepsleven. In deze scriptie wordt de visie van Nichols kritisch geanalyseerd en uiteindelijk verworpen.Show less
Cornelis van Haarlem en Roelant Savery hebben samen twee schilderijen gemaakt. Onderzocht worden diverse aspecten van hun samenwerking aan de hand van de samenwerking tussen zelfstandige schilders...Show moreCornelis van Haarlem en Roelant Savery hebben samen twee schilderijen gemaakt. Onderzocht worden diverse aspecten van hun samenwerking aan de hand van de samenwerking tussen zelfstandige schilders in die tijd in de Nederlanden waarover meer bekend is.Show less
In deze scriptie worden twee frescoportretten vergeleken van dezelfde jonge vrouw, Giovanna degli Albizzi; daarbij vormt het verschil in haar kleding het onderwerp van onderzoek. De opdrachten tot...Show moreIn deze scriptie worden twee frescoportretten vergeleken van dezelfde jonge vrouw, Giovanna degli Albizzi; daarbij vormt het verschil in haar kleding het onderwerp van onderzoek. De opdrachten tot deze twee fresco’s werden gegeven door Giovanni Tornabuoni. Het ene fresco is geschilderd door Ghirlandaio en bevindt zich in de Tornabuoni kapel. Het andere werk is toegeschreven aan Botticelli en werd in de negentiende eeuw ontdekt in de Villa tornabuoni. Het onderscheid in kleding heeft wellicht te maken met de functie van deze twee fresco’s en de locaties ervan: de één bevindt zich in een kapel, de ander in een villa. Het zou logisch zijn dat de kleding hiermee in overeenstemming is. De vraag is echter juist waarom de kleding in de kapel er veel uitbundiger uit ziet. Door de kleding te analyseren wordt duidelijk dat deze een signaalfunctie heeft. In de villa is Giovanna uitgebeeld als een jong getrouwde vrouw, herkenbaar aan de witte cintura. Deze scène is te interpreteren als een voorstelling van een jonge vrouw die geïntroduceerd wordt als net gehuwd en daarmee herinnerd wordt aan haar huwelijkse deugden. Het thema van het werk is passend voor een privévertrek in een villa, bestemd voor het jonge huwelijkspaar. In het geval van het portret in de kapel is naar een verklaring gezocht voor de rijkversierde kleding van Giovanna. In dit portret draagt zij een giornea met een rijk dessin, bestaande uit zonnen en arenden. Zoals gesteld, kan dit dessin geïnterpreteerd worden als een verbintenis tussen twee families, de zon voor de Albizzi, de arend voor de Tornabuoni. Desondanks blijft de vraag waarom Giovanna juist in de kapel overdadig gekleed is, omdat het onduidelijk is voor wie dit bedoeld was. In dit onderzoek wordt verondersteld dat de weelderige kleding van Giovanna mogelijk bedoeld was om de aanschouwer te imponeren. De kleding kan gezien worden als een bevestiging dat meerdere mensen toegang hebben gehad tot deze kapel en wie dit precies zijn geweest, of dit voor iedereen toegankelijk was, zal wellicht blijken als er meer onderzoek wordt uitgevoerd naar dit onderwerp.Show less