Het doel van dit onderzoek om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die bijdragen aan het ontstaan van kostenoverschrijdingen bij weginfrastructuurprojecten. Het onderzoek is uitgevoerd middels...Show moreHet doel van dit onderzoek om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die bijdragen aan het ontstaan van kostenoverschrijdingen bij weginfrastructuurprojecten. Het onderzoek is uitgevoerd middels een vergelijkende casestudy op basis van een ‘meest verschillende’ strategie. Voor dit onderzoek is gekeken naar twee grote weginfrastructurele projecten die zich in een vergevorderd stadium van de uitvoering verkeren. De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek zijn: (1) De rigide eigenschappen van een projectbeslissing zijn inherent strijdig met het politieke speelveld waarbinnen infrastructuurprojecten worden gerealiseerd; (2) De huidige wijze waarop het concept kostenoverschrijdingen in de literatuur wordt geoperationaliseerd en gemeten kent belangrijke beperkingen. Het onderzoek heeft de volgende proposities opgeleverd: (1) Kostenoverschrijdingen kunnen ontstaan doordat scopewijzigingen leiden tot vertraging, met hogere projectkosten tot gevolg; (2) Kostenoverschrijdingen kunnen ontstaan doordat tegenstrijdige belangen bij opdrachtgevers leiden tot trage besluitvorming en het nemen van sub-optimale beslissingen; (3) Kostenoverschrijdingen kunnen ontstaan door excessieve sturing en monitoring als gevolg van het verlies van legitimiteit. De toegevoegde waarde van dit onderzoek ligt in het bieden van belangrijke inzichten en aanknopingspunten voor het beheersen en verminderen van kostenoverschrijdingen bij weginfrastructuurprojecten. Deze bevindingen kunnen bijdragen aan een efficiëntere uitvoering van toekomstige Nederlandse infrastructuurprojecten, het verbeteren van de besluitvorming op dit gebied, en mogelijk ook relevant zijn voor andere projecten binnen en buiten de infrastructuursector, zowel in Nederland als op Europees niveau.Show less
In dit onderzoek staan de verschillen voor een gemeentelijke Handhavingsorganisatie in het werken onder een burgemeester of een wethouder centraal. Twee staatsrechtelijk verschillende entiteiten...Show moreIn dit onderzoek staan de verschillen voor een gemeentelijke Handhavingsorganisatie in het werken onder een burgemeester of een wethouder centraal. Twee staatsrechtelijk verschillende entiteiten die hetzelfde ambtelijk apparaat kunnen aansturen.Show less
Kwalitatief onderzoek naar de beslissingsbevoegdheid van docenten en onderwijsondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs bij het registreren van (on)geoorloofd verzuim.
Onderzoek naar transformationeel leiderschap van teamleiders in het VO en de invloed van TML op de regelpercepties (negatief vs. positief) onder docenten.
Onderdeel van zowel het Nederlandse Klimaatakkoord als de Europese klimaatdoelstellingen is het overgaan naar meer productie van duurzame energie. Dit allemaal ten einde in 2050 bijna volledige...Show moreOnderdeel van zowel het Nederlandse Klimaatakkoord als de Europese klimaatdoelstellingen is het overgaan naar meer productie van duurzame energie. Dit allemaal ten einde in 2050 bijna volledige energie duurzaam te zijn. In 2009 stelden de EU-regeringsleiders middels Richtlijn 2009/28/EG, ook wel bekend als de Richtlijn Hernieuwbare Energie, een doelstelling op voor het energieverbruik uit hernieuwbare energie, 20% in 2020. In 2018 werd middels Richtlijn 2018/2001/EU hetzelfde doel voor 2030 verhoogd naar 32%. Uit onderzoek blijkt dat Nederland hierin het slechtste jongetje van de klas is. Het is dus nog maar de vraag of een herziening van de Richtlijn Hernieuwbare Energie ervoor gaat zorgen dat Nederland meer duurzame energie gaat produceren. De doelstelling van dit onderzoek is om beter inzicht te verkrijgen in de rol die Europeanisering speelt bij de totstandkoming van het Nederlandse beleid omtrent duurzame energie voor 2030. De onderzoeksvraag die gesteld wordt luidt: “In hoeverre heeft Europeanisering invloed gehad op de totstandkoming van het Nederlandse beleid omtrent duurzame energie voor 2030?”Show less
In mei 2018 ging de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht in de Europese Unie (EU). De AVG bracht de EU een nieuw juridisch kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Aan...Show moreIn mei 2018 ging de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht in de Europese Unie (EU). De AVG bracht de EU een nieuw juridisch kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Aan publieke en private organisaties was vervolgens de opdracht om de werkprocessen conform de AVG te krijgen. De Dienst Wegverkeer (RDW) heeft hiervoor een privacybeleid opgesteld, welke in 2018 is geïmplementeerd in de werkprocessen. Dit onderzoek betreft een evaluatie van dit privacybeleid. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag van toepassing: In hoeverre is het privacybeleid van de RDW succesvol en in hoeverre valt dit te verklaren? Voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag is gebruikgemaakt van literatuur en veldonderzoek in de vorm van interviews bij RDW medewerkers. Hoogerwerf heeft vier factoren beschreven aan de hand waarvan het succes of falen van beleid verklaard kan worden. Dit zijn: doelgerichtheid, relevante informatie, macht en integratie. De invulling van deze factoren zijn leidend geweest bij interviews met RDW medewerkers ter evaluatie van het privacybeleid van de RDW. Het onderzoek concludeert dat het privacybeleid van de RDW redelijk succesvol valt te noemen, in die zin dat zij haar doelen (bescherming van persoonsgegevens conform AVG) in voldoende mate heeft behaald. Dit resultaat gaat wel gepaard met een groot aantal kanttekeningen en verbeterpunten, verdeeld over alle factoren van Hoogerwerf.Show less
Publieke organisaties hebben met regelmaat te maken met organisatieverandering, bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen in de samenleving of de implementatie van nieuwe wetgeving. In de...Show morePublieke organisaties hebben met regelmaat te maken met organisatieverandering, bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen in de samenleving of de implementatie van nieuwe wetgeving. In de literatuur over organisatieverandering is veel geschreven over succesfactoren voor een organisatieveranderingen. Fernandez & Rainey (2006) hebben allerlei elementen samengevoegd tot acht factoren die bij dragen aan het behalen van de organisatieverandering doelen. In dit onderzoek zijn vijf van de acht factoren getoetst in de praktijk om te beoordelen welke factoren een succesvolle bijdrage kunnen leveren aan de organisatieverandering bij de veiligheidsregio. Daarmee beoogt het onderzoek bij te dragen aan de kennis over de factoren die een positief effect leveren aan succesvolle organisatieverandering binnen de publieke sector.Show less