De literatuur over collaborative governance benadrukt dat het succes van samenwerkingsverbanden sterk afhankelijk is van verbindend leiderschap tussen de verschillende organisaties in de...Show moreDe literatuur over collaborative governance benadrukt dat het succes van samenwerkingsverbanden sterk afhankelijk is van verbindend leiderschap tussen de verschillende organisaties in de samenwerking (Bryson, Crosby & Stone, 2006; Malin & Hackman, 2019; O’Leary & Vij, 2012; Morse, 2010). De casussen die worden bestudeerd in de literatuur betreffen een verscheidenheid aan samenwerkingen, zoals op het gebied van infrastructuur (Morse, 2010), onderwijs (Malin & Hackman, 2019; Page, 2010; Morse, 2010), burgerparticipatie (Page, 2010) en natuurbehoud (Morse, 2010). Echter zijn onderzoeken over samenwerkingsverbanden op het gebied van datadeling niet te vinden. Dit is een lacune in de bestaande literatuur, zeker gezien de maatschappelijke relevantie van dit soort samenwerking. Daarom wordt in dit onderzoek de vraag ‘Wat betekent integrative leadership door bestuurders voor de verankering van publieke waarden in samenwerkingsverbanden met betrekking tot gegevensuitwisseling?’ onderzocht.Show less
Veel onderzoekers op het gebied van crisisbeheersing hebben opgemerkt dat de wereld het tijdperk is ingegaan van ‘megacrisis’ of ‘catastrofale crises en rampen’. De kracht en omvang hiervan...Show moreVeel onderzoekers op het gebied van crisisbeheersing hebben opgemerkt dat de wereld het tijdperk is ingegaan van ‘megacrisis’ of ‘catastrofale crises en rampen’. De kracht en omvang hiervan trotseren zelfs de best opgestelde plannen en de meeste robuuste reactiesystemen. Verschillende studies tonen aan dat het een uitdaging is om van crisis te leren om zo beter voorbereid te zijn op toekomstige dreigingen. Crisisevaluatie helpt hierbij om te achterhalen wat er mis is gegaan. Hierop volgend kunnen maatregelen worden genomen om dergelijke situaties te voorkomen. Uit de literatuur blijkt vooralsnog geen empirische onderbouwing voor de daadwerkelijke rol van crisisevaluatie als concept bij het leren en voorkomen van toekomstige crisis door publieke leidinggevenden, terwijl wel geconcludeerd wordt dat leren een belangrijke taak is voor een effectieve crisisbeheersing. Vanuit dit vertrekpunt is er verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de rol die crisisevaluatierapporten spelen voor publieke leidinggevenden bij het leren van crises en rampen. Uit een eerste literatuurstudie is gebleken dat leren van crisis middels crisisevaluatie een integraal onderdeel is van de nasleep van de crisis. Twee perspectieven van crisisevaluatie kunnen worden onderscheiden, namelijk het managementperspectief en het politieke perspectief. Enerzijds kan vanuit het managementperspectief crisisevaluatie worden gezien als een duidelijk stadium dat volgt na de beëindiging van een crisis of ramp. Anderzijds is crisisevaluatie vanuit het politieke perspectief een crisis op zichzelf. Evaluatie van crisis blijkt een onzekere periode voor bestuurders en politici want dan worden namelijk de verantwoordelijkheidsvragen gesteld. Om dit verder te onderzoeken heeft er een triangulatie van onderzoeksmethoden plaatsgevonden. Allereerst is een documentanalyse uitgevoerd om te achterhalen welke taken van publieke leidinggevenden voor een effectieve crisisbeheersing worden meegenomen in crisisevaluatie. Hier opvolgend is er middels de kwalitatieve onderzoeksmethode van semigestructureerde interviews data verzameld die bijdraagt aan de beantwoording van de hoofdvraag. Verschillende publieke leidinggevenden en bestuurders zijn bevraagd over hun perceptie op crisisevaluatie. Dit onderzoeksontwerp biedt het voordeel dat door informatie vanuit verschillende bronnen te betrekken en op meerdere manieren te analyseren het duidelijk wordt hoe betrouwbaar en geldig de verzamelde data zijn. De resultaten tonen aan dat crisisevaluatierapporten vaak het startpunt zijn voor het leerproces. Aangezien het leerproces over een langere periode gaat zou er meer aandacht moeten zijn voor een langetermijnstrategie om de achterhaalde fouten en oorzaken in de toekomst te voorkomen. Verder is gebleken uit de analyse van de onderzoeksresultaten dat het leerelement op de achtergrond kan raken in crisisevaluaties die vanuit de politiek zijn ingegeven. Het blijkt dat de inhoud van crisisevaluatie steeds meer onder druk komt te staan van de politiek. Wanneer er een verantwoordelijkheidsvraagstuk zich voordoet wordt crisisevaluatie meer vanuit het politieke perspectief opgesteld. Zodoende kent een crisisevaluatie die vanuit de politiek is ingegeven verschillen in zowel de aanleiding als het vermogen om van te leren met crisisevaluatie waar de publieke opinie en politiek geen invloed op heeft gehad. Desalniettemin, kan crisisevaluatie bijdragen aan betere weergave van gebeurtenissen en laat het leidinggevenden inzien voor welke elementen zij geen aandacht hebben gehad tijdens een crisis.Show less
With decreasing expenditure and increasingly complex societal demands, Ministries of Foreign Affairs (MFAs) have a unique challenge in public administration cutback management. In an attempt to...Show moreWith decreasing expenditure and increasingly complex societal demands, Ministries of Foreign Affairs (MFAs) have a unique challenge in public administration cutback management. In an attempt to heed this challenge, MFAs can try to use the external shock of a budget cutback to foster innovation within the ministry, in an effort to increase productivity with less resources. This research takes a closer look at the Dutch Ministry of Foreign Affairs, in the period from 2010 to 2020, a full cyclical period from cutbacks to re-investments. Taking an explanatory research approach, in which ten key officials from the ministry have been interviewed, this research provides a model which theorizes the relationship between cutbacks and innovation. I then operationalize this relationship through five organizational factors (perception, flexibility, organizational agility, power dispersion and historical leadership) and five contextual factors (munificence, turbulence, social capital, goal ambiguity, and professionalism). Of these factors, turbulence and goal ambiguity positively affect creativity in innovation while they negatively affect implementation of innovations, while the rest of the factors stay constant between both phases. The factor historical leadership, however, mitigates the negative effect of turbulence and goal ambiguity in the implementation phase. For the Dutch MFA, the cutbacks have had a positive influence on innovation at the ministry, particularly because of perception, flexibility and historical leadership. For similar cases abroad, or for future cutback rounds, it would therefore be advisable to maximize those factors in a chosen cutback management strategy and start already laying the foundations for historical leadership to develop. Further research, by doing a comparative case study between MFAs, could compare the effectiveness of the factors objectively and further complement a ‘handbook’ for cutback strategies vis à vis innovation in foreign policy.Show less
Hoe draagt leiderschap bij aan de samenwerking tussen stakeholders in een context van een wicked problem. Samenwerking heeft betrekking op publiek-privaat of publiek-publiek samenwerking.