Het anarchisme in Nederland kent een lange traditie van het provoceren van de staat die teruggaat tot in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Tijdens het interbellum werd zowel op straat als...Show moreHet anarchisme in Nederland kent een lange traditie van het provoceren van de staat die teruggaat tot in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Tijdens het interbellum werd zowel op straat als in tijdschriften zoals Alarm en De Moker geageerd tegen kapitalisme, militarisme, parlement en koningshuis. In dit onderzoek is een antwoord gezocht op de vraag hoe door Nederlandse anarchisten in het interbellum humor werd gebruikt bij het provoceren van de staat.Show less
De slag bij de Somme, die werd uitgevochten tussen 1 juli en 18 november 1916, wordt tegenwoordig herinnerd als een zinloze slachting en een gruwelijk mislukking. Dit is niet onlogisch, de...Show moreDe slag bij de Somme, die werd uitgevochten tussen 1 juli en 18 november 1916, wordt tegenwoordig herinnerd als een zinloze slachting en een gruwelijk mislukking. Dit is niet onlogisch, de verliezen die aan beide kanten waren enorm en de strategische resultaten voor de aanvallers, Groot-Brittannië en Frankrijk, waren beperkt. Toch is het opvallend dat er tegenwoordig aan geallieerde zijde een uitgesproken negatief beeld van de Eerste Wereldoorlog bestaat, want uiteindelijk waren de geallieerden toch de overwinnaars. In deze studie wordt er gezocht naar de oorsprong van het uitzonderlijk negatieve en duistere beeld van de slag bij de Somme. Hiervoor wordt deze negatieve beeldvorming vergeleken met persbeschrijvingen van de slag in Nederlandse dagbladen en tijdschriften. Deze studie laat dus ook zien wat het publiek in het neutrale Nederlands van 1916 te weten kon komen over de strijd in de loopgraven die op slechts enkele honderden kilometers van de Nederlandse grens werd uitgevochten.Show less
‘The Great Forgetting’ is about the process of consolidation of French republicanism in the early, formative years of the French Third Republic and the regime’s accordant search for the republic’s...Show more‘The Great Forgetting’ is about the process of consolidation of French republicanism in the early, formative years of the French Third Republic and the regime’s accordant search for the republic’s legitimacy in the aftermath of l’année terrible - the year of 1871, during which France had to deal with the loss of the Franco-Prussian war, the fall of the Second Empire, the creation of the Third Republic, the siege of Paris by the Prussians, the defeat and humiliating peace terms, the Paris Commune, and new ideas about the nation. This process can otherwise be described as the creation of a history and accordant commemorative tradition of a Republic by its government that had to account for its legitimacy in the aftermath of a violent past. The whole will be analysed by considering the Père-Lachaise cemetery in Paris as a locus for national symbolism of the French Third Republic. This thesis argues that the cemetery can be considered as a stage for performing politics used by the governments of the Third Republic and its abovementioned opponents as a place to create their definition of France from 26 March 1871 onward. While describing this mnemonic battle on Père-Lachaise about the place of l’année terrible in the history of the Third Republic, this thesis analyses why it was that a ‘Communard memory’ of this period prevailed over any other constructed collective memory in relation to issues of legitimacy of and in the early Third Republic.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
Eind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan...Show moreEind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan als haar eigen partijprogramma en spiegelde zich bewust aan de succesvolle Duitse partijorganisatie. In de jaren die volgden werden zowel de ideologische basis als het repertoire van de SDV en de SDB (1881) uitgebreid onder invloed van het uit Duitsland afkomstige sociaaldemocratische drukwerk, de door de SAPD-Rijksdagfractie ondernomen propagandatochten en de persoonlijke contacten tussen Duitsers en Nederlanders. Daarbij wonnen de Duitse ideologie en praktijk aan autoriteit door de grote praktische successen die de SAPD behaalde bij de verkiezingen en door de manier waarop zij zich in haar activiteiten wist te onttrekken aan de controle van de reactionaire Bismarckstaat. In 1883 was het Nederlandse socialisme voldoende ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse context. De in het buitenland verworven theoretische en praktische kennis werd binnen de Nederlandse politieke cultuur toe- en aangepast. Het groeiende zelfbewustzijn van de SDB-leden en de noodzaak de buitenlandse voorbeelden aan de eigen politieke cultuur aan te passen, maakten tegelijkertijd dat de SDB een kritischer houding aannam tegenover zijn zusterorganisaties in het buitenland. De Nederlandse socialistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis ontwikkelde zich daarbij tot de grootste criticus van de parlementaire tactiek van de Duitse sociaaldemocraten. Hij ging de SDB voor op weg naar het anarchisme. Voor de partijleden die het parlementarisme en het verkiezingswapen niet geheel wensten op te geven, was er geen plaats meer binnen de partij. Hen restte geen andere mogelijkheid dan zich van de SDB af te keren en een eigen sociaaldemocratische partij op te richten: de SDAP. De SDAP vertoonde zowel in haar structuur als in haar ideologische beginselen grote gelijkenis met de SPD. Deze overeenkomsten waren een gevolg van de zwakke positie die de nieuwe partij innam in het ‘vijandige’ Nederlands-socialistische klimaat: de SDAP had een sterke bondgenoot nodig die haar ideologisch en financieel kon steunen. De Nederlandse sociaal-democraten onderschreven weliswaar het Erfurter Programm, maar in de praktijk bood de Nederlandse versie van dit programma de jonge partij vooral een rechtvaardiging naar de buitenwereld. Door de financiële steun van Bahlmann en de SPD kon deze rechtvaardiging bovendien via de sociaaldemocratische pers worden uitgedragen. Uit deze ontwikkeling van het Nederlandse socialisme blijkt dat de Duitse sociaaldemocratie via zowel positieve als negatieve transferprocessen heeft bijgedragen aan de oprichting van de SDAP en dat zij de Nederlandse partij door de eerste moeilijke periode heen heeft geholpen. De Duitse sociaaldemocratie heeft de oprichting van de SDAP echter niet veroorzaakt. De Nederlandse ontwikkelingen werden begin jaren 1890 te sterk gestuurd door de nationale omstandigheden en door de sterke karaktereigenschappen van in Nederland opererende persoonlijkheden als Domela. De oprichting van de SDAP op 26 augustus 1894 was evenzeer het gevolg van een keuze tegen Domela, als van een keuze voor het parlementarisme.Show less