Since the beginning of Ekman's (1970) research, a lot of research has been done on emotions. According to Ekman there are 6 different emotional facial expressions: happiness, sadness, anger, fear...Show moreSince the beginning of Ekman's (1970) research, a lot of research has been done on emotions. According to Ekman there are 6 different emotional facial expressions: happiness, sadness, anger, fear,surprise, and disgust. Originally these emotions were coded by trained professionals. The current research therefore focuses on the question of whether emotional facial expressions can also be recognized correctly by facial recognition software (such as OpenFace). This is done by showing participants a selection of stimuli (3 second segments) after which they must score this segment on the 6 basic emotions of Ekman (1970). The current results indicate that facial recognition software derives the same kind of emotion as the participants do. This is an indication that facial recognition software could replace trained professionals. However, much research isstill needed about the quality of the software recognition compared to the recognition quality of a trained professional. In addition, research has also been conducted about the influence of moods on recognizing emotions. According to Bower's (1987) mood-congruence theory, people process a stimulus faster 4 and more attentively when it portrays the same mood. In addition, Steephen et al. (2020) argue that the intensity of recognition increases, when the stimulus contains the same emotion as the mood of the individual. This is exactly what has been studied. The results show that this is not the case, except for anxiety. This contradiction may be related to the study design, but also to the number of participants who participated in the study.Show less
Het Facial Action Coding System (FACS) is gebaseerd op onderzoek van psycholoog P. Ekman (1970) dat onderscheid maakt tussen zes basisemoties: angst; boosheid; verdriet; 3 afschuw; blijdschap; en...Show moreHet Facial Action Coding System (FACS) is gebaseerd op onderzoek van psycholoog P. Ekman (1970) dat onderscheid maakt tussen zes basisemoties: angst; boosheid; verdriet; 3 afschuw; blijdschap; en verrassing. FACS wordt veel ingezet in het veld van Facial Expression Recognition (FER), een veld waarin veel innovatie plaatsvindt. Het blijft namelijk een uitdaging om de complexiteit van de menselijke emotie te vangen, een proces waarbij verschillende factoren als houding en belichting een rol spelen. Dit leidt tot dit onderzoek naar de nauwkeurigheid van het vastleggen van emotionele emanaties door prototypische categorieën voor gezichtsuitdrukkingen. Om te onderzoeken of er verschil is tussen de emotionele evaluaties van niet-geacteerde gezichtsuitdrukkingen door FACS-naïeve personen en geautomatiseerde FACS-categorisering, is er een survey ontworpen waarin proefpersonen per videosegment met sliders aangeven in welke mate zij vinden dat een bepaalde emotie getoond wordt. Deze resultaten zijn vergeleken met de emotie-evaluaties van OpenFace, waarbij uit de analyse bleek dat er daadwerkelijk overlap is met de emotionele evaluaties van de proefpersonen. Ook werd aangetoond dat deze overlap significant minder is naarmate de proefpersonen de ambiguïteit van de video hoger beoordeelden. Aan de hand van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat er overlap is in de emotionele evaluaties van niet geacteerde gezichtsuitdrukkingen door FACS-naïeve personen en geautomatiseerde FACS categorisering, waaruit blijkt dat emotionele emanaties in een bepaalde mate nauwkeurig worden vastgelegd door prototypische categorieën voor gezichtsuitdrukkingen. Wel wordt deze mate van nauwkeurigheid negatief beïnvloed door de mate van ambiguïteit van de videoShow less
Daar waar onderzoek naar emotionele gezichtsuitdrukkingen eerder met geacteerd, prototypisch materiaal werd uitgevoerd, is het door de ontwikkeling van verschillende sociale media platformen als...Show moreDaar waar onderzoek naar emotionele gezichtsuitdrukkingen eerder met geacteerd, prototypisch materiaal werd uitgevoerd, is het door de ontwikkeling van verschillende sociale media platformen als YouTube, TikTok en Instagram mogelijk om onderzoek te doen met natuurlijke gezichtsuitdrukkingen. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of er overlap is tussen de emotionele evaluaties van geautomatiseerde detectiesoftware en de evaluaties van menselijke deelnemers. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld; In welke mate worden emotionele gezichtsuitdrukkingen vastgelegd door prototypische categorieën voor gezichtsuitdrukkingen? Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is een experiment uitgevoerd waarvoor online vragenlijsten onder Nederlandse respondenten zijn verspreid. Respondenten nemen online deel aan het onderzoek en krijgen 30 video’s van 3 seconden te zien met daarin emotionele gezichtsuitdrukkingen. Deze moeten zij beoordelen met gebruik van 9 sliders. Zes hiervan zijn voor Ekman’s basisemoties en de andere 3 zijn voor ambiguïteit, intensiteit en authenticiteit. Om de algoritmische evaluaties te onderzoeken zijn dezelfde videosegmenten verwerkt met OpenFace software. De resultaten die hieruit voortkomen zijn ingeladen in het statistische inferentie programma R en er zijn verschillende statistische analyses toegepast om correlaties te berekenen. Uit de resultaten is gebleken dat er een gemiddelde correlatie is tussen de algoritmische evaluatie en de menselijke evaluatie. Echter, deze correlatie is niet perfect en het kan zijn dat de geautomatiseerde detectiesoftware verbeterd kan worden.Show less
Gezichtsuitdrukkingen zijn een van de meest belangrijke en krachtige manieren van mensen om emoties te communiceren. Gezichtsuitdrukkingen ontstaan door activatie van bepaalde gezichtsspieren. Een...Show moreGezichtsuitdrukkingen zijn een van de meest belangrijke en krachtige manieren van mensen om emoties te communiceren. Gezichtsuitdrukkingen ontstaan door activatie van bepaalde gezichtsspieren. Een groep gezichtsspieren die samen een actie uitvoert, zoals het optrekken van de binnenkant van de wenkbrauw wordt een Action Unit (AU) genoemd. OpenFace is een softwareprogramma dat AU’s detecteert die zijn gekoppeld aan zes basis emoties. Bij onderzoek hiernaar wordt voornamelijk gebruik gemaakt van geacteerde emotionele gezichtsuitdrukkingen. Er is nog relatief weinig bekend over ‘niet-geacteerde’, ‘spontane’ emotionele gezichtsuitdrukkingen en de classificatie hiervan door OpenFace. Tevens is weinig bekend over genderverschillen in de evaluatie van emotionele gezichtsuitdrukkingen. In deze studie is de samenhang onderzocht tussen OpenFace evaluaties en participant-evaluaties van (semi-)spontane emotionele gezichtsuitdrukkingen en genderverschillen daarbinnen. De steekproef van deze studie betrof 78 participanten, die videosegmenten van (semi-)spontane emotionele gezichtsuitdrukkingen hebben geëvalueerd op basis van de zes basis emoties. Met correlatietoetsen is samenhang gevonden tussen de evaluaties van de participanten en OpenFace. Ook is een genderverschil gevonden in de evaluaties. Er is geen verschil gevonden in de samenhang die de verschillende gendergroepen hadden met OpenFace. Deze bevindingen zijn een startpunt voor vervolgonderzoek, dat kan beantwoorden welke alternatieve AU-combinaties mogelijk aanwezig zijn bij (semi-)spontane emotionele gezichtsuitdrukkingen en de genderverschillen binnen de herkenning daarvan.Show less
This study explored to what extent OpenFace software evaluations of non-acted emotional face expressions to Ekman (1970)’s six basic emotions based on AUs mappings overlap with population...Show moreThis study explored to what extent OpenFace software evaluations of non-acted emotional face expressions to Ekman (1970)’s six basic emotions based on AUs mappings overlap with population evaluations of the same expressions. The second part of this study analyzed the effects of hormonal contraceptives (HCs) and natural menstrual cycles on the evaluations of non-acted emotional face expressions. 78 participants between the ages of 17 and 44 (M = 22.3) were analyzed in the study, which resulted in the finding of a medium effect sized overlap between the OpenFace evaluations and population evaluations. Diverse outcomes were found for the effects of women who use HCs and women who have natural menstrual cycles on the evaluations of non-acted facial expressions, with HCs having a significant effect on the evaluation of non-acted disgusted face expressions only. More research should be done to find more clear correlations and underlying mechanisms of evaluating non acted emotional face expressions.Show less
Wanneer mensen zich in een sociale context bevinden zijn zij ertoe in staat om emotioneel gekoppeld te raken met anderen (Dezecache et al., 2013). Het congrueren van emoties en gedragingen kan...Show moreWanneer mensen zich in een sociale context bevinden zijn zij ertoe in staat om emotioneel gekoppeld te raken met anderen (Dezecache et al., 2013). Het congrueren van emoties en gedragingen kan ertoe leiden dat individuen zich mede gaan synchroniseren in hun fysiologische activiteit (Golland, Arzouan, & Levit-Binnun, 2015). Er is echter nog weinig bekend over of fysiologische synchronisatie kan leiden tot gedrag synchronisatie wat betreft de emotionele aandachtsbias. Deze scriptie heeft tot doel te onderzoeken of fysiologische synchronisatie kan leiden tot gelijktijdige gedragsovereenkomsten in de emo-aandachtsbias. Voor het vaststellen van de fysiologische synchronisatie maat wordt er data overgenomen vanuit een eerder onderzoek. Voor het toetsen van de aandachtsbias wordt er gebruik gemaakt van de Dot-probe taak. De participanten (n = 54) worden opgedeeld in dyades. Binnen elke dyade wordt het gemiddelde verschil van de emo-aandachtsbias bepaald. Deze score wordt, met gebruik van de Pearson’s R, gecorreleerd aan de fysiologische synchronisatie maat van de dyade. Er wordt verwacht dat een hogere fysiologische synchronisatie maat leidt tot gelijkwaardiger gedrag op de Dot-probe taak. Gebaseerd op de Bayes factor zijn er drie mogelijke uitkomst scenario’s opgesteld: het alternatieve, ambigue en nul scenario. Daarmede is de ‘Inclusion of Other in the Self (IOS)’ schaal toegevoegd. Hiermee wordt er onderzocht of de mate van het gevoel van overlap gecorreleerd is aan de fysiologische synchronisatie maat en aan het gedrag op de Dot-probe taak. De resultaten van het alternatieve scenario representeren situaties waarin er sprake is van een sterk effect van de fysiologische synchronisatie maat op de gelijktijdige gedragsovereenkomsten in de emo-aandachtsbias. Dit effect is bekeken voor de emoties woede, walging, angst, verdriet, blijheid, verdriet en verrassing. Hierbij is het effect het sterkst bij de emoties woede en verdriet. De resultaten van het ambigue en nul scenario representeren een situatie waarin er meer anekdotisch bewijs geleverd moet worden of waarin er geen sprake is van een verband. Daarnaast leidt een hoge fysiologische synchronisatie maat tot een hogere maat van gevoel van overlap wat leidt tot gelijkwaardiger gedrag op de Dot-probe taak. Deze scriptie dient als een preregistratie voor vervolgonderzoek, aangezien het oorspronkelijke onderzoek niet fysiek verricht kon worden wegens het Coronavirus (COVID-19).Show less
in a working environment, colleagues are interacting which each other. During the more intense type of social interactions in the office, physiological synchrony takes place. This is the phenomenon...Show morein a working environment, colleagues are interacting which each other. During the more intense type of social interactions in the office, physiological synchrony takes place. This is the phenomenon in social interactions when the physiological activity (heartbeat, respiration and electrodermal activity) of a subject synchronizes with another person during an interaction. The current study investigates the effect of dyadic synchroniza2on on sustained attention. To that extent, 54 participants were divided into pairs (i.e. dyads). During the synchronization the subjects were told to look the other person in the eye for five minutes. Heart rate and Skin Conductance Level (SCL) were measured on each subject. After the synchronization the attentional lapses were measured, by full filling the Sustained-Attention-to-Response Task (SART). The results show that social interactions (i.e. dyadic synchronization sessions) can lead to a reduced sustained attention during the working tasks, shortly after the interaction. These findings show that there is an effect of synchronization following concentrated face-to-face contact, but the price may be a higher error rate in individual tasks immediately after the contact. Owing to the consequences of the COVID-19 pandemic that occurred during this research, this way of data gathering is not possible. The data on synchronisation were taken from a previous study by Behrens and the data for the SART test were generated with a simulated model. The results of this research based on a simulated model of the SART test, can be used to prepare a detailed study with real human subjects.Show less
In this study we aim to investigate if physiological synchronization relates to behavioral synchronization in human beings in terms of emo-attentional biases. Emotions have been studied for decades...Show moreIn this study we aim to investigate if physiological synchronization relates to behavioral synchronization in human beings in terms of emo-attentional biases. Emotions have been studied for decades. Ekman was the first to introduce the six basic emotions of facial expression: sadness, fear, disgust, anger, surprise, and happiness (Ekman, 1999). The interaction between attention and emotion can be tested with the dot-probe task. This task tests for attentional biases (Koster, Crombez, Verschuere & Houwer, 2004). We simulate the participants grouped into dyads. These dyads are simultaneously synchronized, we examine the psychological effect. We expect that dyads who are in sync have similar results on the dot-probe task. We suspect that a high level of synchronization relates to even more similarity on the dotprobe task. With the Inclusion of Other in the Self (IOS) scale we test the overlap between participants and the degree of overlap of the participant in general. This whole thesis will be based on simulations due to Covid-19. Three scenarios are presented one supporting H1, another ambiguous situation and another supporting H0.Show less