Dit onderzoek gaat over straffen aan boord bij de marine in de negentiende eeuw binnen de context van Verlichtingsidealen, de transitie van de marine en het debat over (lijf)straffen.
De VOC had in de achttiende eeuw een groeiend tekort aan personeel. De Nederlandse provincies konden zelf uiteindelijk niet meer in de personeelsbehoefte voorzien, waardoor een groot deel uit het...Show moreDe VOC had in de achttiende eeuw een groeiend tekort aan personeel. De Nederlandse provincies konden zelf uiteindelijk niet meer in de personeelsbehoefte voorzien, waardoor een groot deel uit het buitenland afkomstig was. Om de personeelstekorten in de achttiende eeuw op te vangen, werd naast de toestroom van buitenlanders het personeel aangevuld met weeskinderen uit de Republiek. Deze kinderen worden wel genoemd wanneer het ging om de bemanning op de schepen, maar er is nog weinig bekend over de ervaringen van deze kinderen. Dit terwijl het laatste juist inzicht kan geven in het leven bij de VOC van de lagere rangen opvarenden. De weeskinderen hadden namelijk de laagste posities aan boord van de schepen. Dit roept dan ook de vraag op: Waarom werden weeskinderen van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis uit Leiden ingezet bij het VOC-bedrijf en wat waren hun ervaringen? Dit onderzoek draagt bij aan de historiografie over de werving van personeel bij de VOC en de ervaringen van de lagere rangen opvarenden.Show less
Het optreden van de Koninklijke Marine (KM) in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is vaak over het hoofd gezien. In deze scriptie wordt onderzocht of de KM een bewuste en effectieve...Show moreHet optreden van de Koninklijke Marine (KM) in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is vaak over het hoofd gezien. In deze scriptie wordt onderzocht of de KM een bewuste en effectieve zeeblokkade rond het grondgebied van de Republiek Indonesië heeft opgeworpen en wat de gevolgen van het Nederlandse maritieme beleid waren voor de aanvoerlijnen van de Republiek.Show less
Deze scriptie behandelt de naoorlogse (1945-1962) strategie en inzet van de Koninklijke Marine op de Nederlandse Antillen. Deze twee zaken worden bezien in een breed kader, waarbij zij aan het...Show moreDeze scriptie behandelt de naoorlogse (1945-1962) strategie en inzet van de Koninklijke Marine op de Nederlandse Antillen. Deze twee zaken worden bezien in een breed kader, waarbij zij aan het Nederlandse buitenlands-, veiligheidsbeleid en marinebeleid worden gekoppeld. Enkele conclusies luiden dat de strategie en inzet werden vormgegeven door de wens om na de soevereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië in december 1949 wereldwijd actief te blijven en dat Nederland vanuit dit uitgangspunt langdurige en tamelijk succesvolle onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika voerde over Amerikaanse betrokkenheid bij de verdediging van de strategisch belangrijke eilanden Aruba en Curaçao in oorlogstijd. Tot slot wordt betoogd dat de Haagse vrees voor Venezolaanse annexatiepogingen van de Benedenwindse Eilanden en de opkomst van het communisme in de regio een andere reden vormde voor de gekozen strategische koers. De strategie en inzet kunnen daardoor worden gezien als een samenspel tussen enerzijds de intrinsieke motivatie om wereldwijd actief te blijven en anderzijds externe druk om de verdediging in de West te versterken.Show less
An investigation into the official, government-level reactions of neighbouring states to China's naval modernisation and the People's Liberation Army Navy's behaviour that this modernisation entails.
In 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme...Show moreIn 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme inscriptie voor de marine. Voor de maritieme inscriptie kwamen alle zeelui van 25 tot en met 49 jaar oud in aanmerking. Zij werden via een loting ingedeeld bij de Hollandse eskaders van de Franse keizerlijke marine. De vraag is wat de reactie op deze nieuwe vorm van dienstplicht was onder de Zuid-Hollandse zeelui. Gekeken wordt naar de opgeroepen zeelui en hun acties die direct in verband staan met de maritieme inscriptie.Show less
Een kwantitatief onderzoek naar de oorzaken van scheepsrampen met Nederlandse schepen in 1910, vergeleken met contemporaine oorzaken van scheepsrampen.
Studie over de dubbele scheepsramp met de VOC-schepen Hillegom, Meermond en de Loosdrecht die in 1736 vergingen door stranding. Het proces van het onderzoek naar de schuldvraag en de berechting van...Show moreStudie over de dubbele scheepsramp met de VOC-schepen Hillegom, Meermond en de Loosdrecht die in 1736 vergingen door stranding. Het proces van het onderzoek naar de schuldvraag en de berechting van dergelijke scheepsrampen bij de VOC wordt in kaart gebracht aan de hand van deze zaak.Show less
In de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële...Show moreIn de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële wooncultuur (voornamelijk huisraad) van Friese schippers ten opzichte van Friezen die niet in de scheepvaart actief waren.Show less
Middels dit onderzoek heb ik gekeken onder welke omstandigheden de Nederlands-Indische regering ten tijde van de dekolonisatieoorlog de bedevaart in de juiste banen leidde. In deze scriptie zal als...Show moreMiddels dit onderzoek heb ik gekeken onder welke omstandigheden de Nederlands-Indische regering ten tijde van de dekolonisatieoorlog de bedevaart in de juiste banen leidde. In deze scriptie zal als eerste aandacht besteed worden aan de naoorlogse politieke situatie in Nederlands-Indië. Dit hoofdstuk zal ter inleiding dienen om inzicht te krijgen in welke omstandigheden de bedevaart hervat werd. Hoe werd Nederland na de Japanse capitulatie ontvangen? Tevens wordt de reden waarom Nederland in oorlog verzeild raakte met de Republiek Indonesië, belicht. Vervolgens wordt hoofdstuk 2 gewijd aan de hervatting van de bedevaart. Hierin wordt gekeken naar de beweegredenen van de Nederlands-Indische regering om tijdens deze chaotische periode de bedevaart te hervatten. Tenslotte zullen in het laatste hoofdstuk het verblijf en de ontvangst in de heilige gebieden beschreven worden. Hier wordt gekeken naar de wijze waarop de lokale moslims de Indische pelgrims ontvingen en de invloed van de Indonesische kwestie in de heilige gebieden.Show less
De inzet van de Nederlandse marine in de strijd tegen de illegale trans-Atlantische slavenhandel na de ondertekening van het Brits- Nederlands verdrag ter wering van de slavenhandel op 4 mei 1818.
De twee slagen bij de Guararapesbergen in 1648 en 1649 bleken een omslag in de geschiedenis van de WIC-kolonie in Nederlands-Brazilië. Het beleid omtrent die twee slagen van de Hoge Raad ofwel de...Show moreDe twee slagen bij de Guararapesbergen in 1648 en 1649 bleken een omslag in de geschiedenis van de WIC-kolonie in Nederlands-Brazilië. Het beleid omtrent die twee slagen van de Hoge Raad ofwel de Nederlandse regering in Nederlands-Brazilië is nog weinig onderzocht. Wel hield Van Hoboken er een negatieve mening op na met betrekking tot het beleid dat de Raad had gevoerd. L'Honore-Naber stelde al in 1925 dat hoe meer wij weten over het beleid van deze regering, hoe positiever ons oordeel - waarschijnlijk - zou zijn. Den Heijer herhaalde dat in 2005. Naar aanleiding daarvan is het beleid van de Raad in bredere zin bekeken door in de periode van de beide slagen het gehele beleid van de Raad in kaart te brengen aan de hand van de Dagelijkse en de Secrete Notulen. Doordat de hulp uit de Republiek te beperkt was en er een constant tekort was van middelen en troepen, kan er verklaard worden waarom de Hoge Raad er niet in kon slagen de kolonie van haar ondergang te behoeden. Zo beaamt deze scriptie de veronderstelling van L'Honoré-Naber en Den Heijer. Daarnaast blijkt de interpretatie van Van Hoboken over het beleid van de Raad te negatief en niet altijd in overeenstemming met de Notulen. Aangezien Boxer in zijn werk zich ook baseerde op Van Hoboken, voegt deze scriptie een nieuwe kijk op de Raad toe aan de geschiedschrijving over Nederlands-Brazilië.Show less
Onderzoek naar het effect van de zeeroofbestrijding van de Nederlandse Marine op het bestaan van slavernij in de Suluregio. Aan de hand van cijfers over de bevrijding van slaven uit de 'Jaarboeken...Show moreOnderzoek naar het effect van de zeeroofbestrijding van de Nederlandse Marine op het bestaan van slavernij in de Suluregio. Aan de hand van cijfers over de bevrijding van slaven uit de 'Jaarboeken van de Koninklijke Nederlandse Marine'.Show less