In deze scriptie zal er onderzocht worden of er zichtbare tekenen zijn van een relatie tussen de grootte van een bedrijf en de gendersalarisongelijkheid in Nederland. Om te onderzoeken of er een...Show moreIn deze scriptie zal er onderzocht worden of er zichtbare tekenen zijn van een relatie tussen de grootte van een bedrijf en de gendersalarisongelijkheid in Nederland. Om te onderzoeken of er een verband is tussen twee onderwerpen, zijn er een Ordinary Least Squares (OLS)-regressie en een Blinder-Oaxaca-ontleding uitgevoerd. Hieruit kwamen geen overeenstemmende resultaten. Zo kwam uit de OLS-regressie significante resultaten dat er een positieve relatie zit tussen bedrijfsgrootte en genderdiscriminatie. De Blinder-Oaxaca decomposition tonen daarentegen significante resultaten dat kleinere bedrijven een grotere loonkloof hebben. Om dus antwoord te geven op de hoofdvraag: Wat is de invloed van bedrijfsgrootte op loondiscriminatie in Nederland? Is het antwoord, dat er geconcludeerd kan worden dat de genderloonkloof groter is bij kleine bedrijven dan bij grotere bedrijven.Show less
Sinds de invoering van het leenstelsel is er continue een debat geweest over de mogelijke negatieve gevolgen die dit kon hebben op de mentale gezondheid van studenten, meerdere organisaties geven...Show moreSinds de invoering van het leenstelsel is er continue een debat geweest over de mogelijke negatieve gevolgen die dit kon hebben op de mentale gezondheid van studenten, meerdere organisaties geven aan dit gegeven te ondersteunen, echter zijn de cijfers hier niet eenduidig over. Aan de hand van de difference-in-difference methode is er onderzoek gedaan naar de gevolgen en is er geen significant effect gevonden van de invloed van het leenstelsel op de mentale gezondheid van studenten.Show less
Dit onderzoek richt zich op de vraag: “Wat is het effect van COVID-19 en de maatregelen op de mentale gezondheid van jongvolwassenen van 15 tot 30 jaar in Nederland?’’ Het onderzoek gebruikt...Show moreDit onderzoek richt zich op de vraag: “Wat is het effect van COVID-19 en de maatregelen op de mentale gezondheid van jongvolwassenen van 15 tot 30 jaar in Nederland?’’ Het onderzoek gebruikt hiervoor LISS-Panel data van 2010 tot en met 2020. Met behulp van Stata wordt een Difference-in-Differences analyse uitgevoerd tussen de treatmentgroep (15 tot 30 jaar) en de controlegroep (30 tot 45 jaar) in twee tijdsperiodes (voor en na COVID-19). Het concept mentale gezondheid wordt gemeten door uiteenlopende factoren die gezamenlijk iets kunnen zeggen over de mentale gezondheid: de ervaring van eigen gezondheid, vijf vragen over de stemming, sociale factoren, medicatiegebruik of psychische hulp. De resultaten laten zien dat COVID-19 de mentale gezondheid van de treatmentgroep op sommige onderdelen significant (p=<0,05) beïnvloedt. Er is een significant effect van COVID-19 op de mate waarin jongvolwassenen zich vaker in de put en neerslachtig en somber voelden wanneer er gecontroleerd wordt voor de volgende controlevariabelen: samenwonen met een partner, het zijn van een vrouw, het zijn van een student of scholier en ten slotte de afwezigheid van langdurige ziekten of aandoeningen. Zowel voor als na controle met controlevariabelen zijn jongvolwassenen minder gelukkig door COVID-19. De significante variabelen zijn in staat om de variatie binnen de uitkomsten te verklaren voor 5,2% voor beide variabelen in de put, somber en neerslachtig voelen, 0,36% voor geluk in het model zonder controlevariabelen en 4,8% voor geluk in het model met controlevariabelen. Op basis van bovenstaande resultaten kan de nulhypothese verworpen worden en de alternatieve hypothese worden aangenomen: COVID-19 leidt in enkele gevallen tot een significant lager welbevinden van de jongeren en jongvolwassen. Het zijn van vrouw, student, de aanwezigheid van ziekte en aandoeningen en de afwezigheid van een partner zijn hierbij significante risicofactoren. Enkel bij het ervaren van geluk is het geslacht geen significante bijdrage. Aanbevelingen zijn om sportmogelijkheden te openen, open te houden tijdens een eventuele toekomstige lockdown en sportmogelijkheden uit te breiden tot een oudere leeftijdsgroep. Daarnaast is het advies om scholen, MBO’s, hogescholen en universiteiten te openen en ook tijdens een eventuele toekomstige lockdown open te houden. Ten slotte is de aanbeveling om op te schalen binnen de geestelijke gezondheidszorg om aan de groeiende vraag te voldoen. Vervolgonderzoek moet meer data verzamelen over de COVID19 periode en vaker vergelijkingen maken over tijd, zoals met Difference-in-Differences onderzoeken. Ten slotte is het vereist om de jongeren en jongvolwassenen beter te betrekken bij verder onderzoek en beleid.Show less