Doelstellingen: Onderzoeken wat de impact van de COVID-19 pandemie was op het mentaal welzijn van mensen zonder betaald werk en onderzoeken of psychologische flexibiliteit in die situatie als...Show moreDoelstellingen: Onderzoeken wat de impact van de COVID-19 pandemie was op het mentaal welzijn van mensen zonder betaald werk en onderzoeken of psychologische flexibiliteit in die situatie als buffer op kan treden. Inleiding: De gevolgen van de pandemie op het mentaal welzijn van mensen wat groot. Werkloosheid kan ook veel negatieve gevolgen voor het mentaal welzijn hebben. Het zou kunnen dat deze twee factoren elkaar versterken en zorgen voor een groot verlies van mentaal welzijn voor mensen zonder werk tijdens de pandemie. Psychologische flexibiliteit is een theoretisch concept wat mensen helpt zich aan te passen aan nieuwe situaties en zo als buffer op kan treden. Wellicht dat dit ook optrad bij mensen zonder betaald werk tijdens de pandemie. Methoden: Er zijn in de jaren 2018, 2020, 2021 en 2022 online vragenlijsten afgenomen bij participanten (n = 6050). Deze vragenlijst bestond uit een aantal demografische vragen, de SF-36 om mentaal welzijn te meten en de FIT-18 om psychologische flexibiliteit te meten. Resultaten: Mentaal welzijn verschilde niet tussen de prepandemie en de peripandemie (β = 0.02, p = 0.448), maar wel tussen de peripandemie en de postpandemie (β = 0.11, p < 0.001). In beide regressieanalyses was de interactievariabele tussen psychologische flexibiliteit en peri/postpandemie niet significant. De interactievariabele tussen werk en psychologische flexibiliteit was in beide regressieanalyses wel significant. Conclusie: Mensen zonder betaald werk hadden consequent een lager mentaal welzijn als mensen met betaald werk. Er was echter geen duidelijk verlies van mentaal welzijn te zien bij mensen zonder betaald werk tijdens de pandemie ten opzichte van daarvoor. Psychologische flexibiliteit kon wel als buffer optreden tegen de gevolgen van werkloosheid, maar werkte niet als buffer tegen de gevolgen van de pandemie.Show less
Nederland ging op 13 maart 2020 in een lockdown in vanwege de intrede van COVID-19. Mensen met een cardiovasculaire ziekte ervaren stress rondom het krijgen van een besmetting met het virus, wegens...Show moreNederland ging op 13 maart 2020 in een lockdown in vanwege de intrede van COVID-19. Mensen met een cardiovasculaire ziekte ervaren stress rondom het krijgen van een besmetting met het virus, wegens de consequenties van besmetting voor deze groep en de uitgestelde zorg. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar het mentaal welzijn van deze groep ten tijde van en na de pandemie. Zo lijkt psychologische flexibiliteit een rol te spelen bij mensen met een chronische ziekte ten tijde van de pandemie. In dit onderzoek is er onderzocht of er een verschil in mentaal welzijn is tijdens en na de pandemie voor mensen met en zonder cardiovasculaire ziekte, en of psychologische flexibiliteit hierbij een beschermende rol speelt. Dit is gemeten door middel van zelfrapportage vragenlijsten bij 6050 respondenten tussen de 16 en 99 jaar. Uit de regressieanalyse is gebleken dat met name mensen zonder cardiovasculaire ziekten zich na de pandemie mentaal beter voelen, in vergelijking met mensen met een cardiovasculaire ziekte. Echter is er geen significantie aangetoond voor psychologische flexibiliteit, wat erop duidt dat dit geen beschermende factor is. Vervolgonderzoek zou moeten aantonen welke chronische condities daadwerkelijk voordelen ervaren een hoge psychologische flexibiliteit en welke overlap psychologische flexibiliteit met mentaal welzijn heeft. The Netherlands entered a lockdown on March 13, 2020, due to COVID-19. People with a cardiovascular disease experienced stress around getting an infection, due to the consequences of the virus, and the delayed care for their illness. However, little research has been done for this group during and after the pandemic. For example, psychological flexibility seems to play a role in people with a chronic illness during the pandemic. This study investigated whether there is a difference in mental well-being during and after the pandemic, for people with and without cardiovascular disease, and whether psychological flexibility plays a protective role. This was measured by means of self-report questionnaires among 6050 respondents between the ages of 16 and 99. The regression analysis showed that especially people without a cardiovascular disease have a higher mental wellbeing after the pandemic, compared to people with cardiovascular disease. However, no significance has been shown for psychological flexibility, suggesting that this is not a protective factor. Follow-up research should show which chronic conditions benefit from a higher psychological flexibility.Show less