The occurrence of traumatic experiences in early life is associated with increased vulnerability to psychiatric disorders. The objective of this study is to integrate childhood trauma (CT) and...Show moreThe occurrence of traumatic experiences in early life is associated with increased vulnerability to psychiatric disorders. The objective of this study is to integrate childhood trauma (CT) and emotional eating (EE) with anxiety to show how implementing tailored treatment in standard therapy benefits overall health. This study is the first of its kind to investigate these variables. Three research questions are explored, all using regression analysis: first, is there an association between CT and EE in healthy controls (no diagnosis of anxiety or depression) and with diagnosed anxiety, second, what role does anxiety play in EE and what is the moderating effect of anxiety on CT and EE. The third investigates the five subtypes of childhood trauma (emotional, sexual, physical abuse, emotional and physical neglect) and its association with EE. The population was taken from the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA), a total of 1391 participants were included with either a lifetime diagnosed anxiety disorder or healthy controls. There was a significant positive association between CT and EE when controlled for anxiety. EE was higher in participants with an anxiety disorder relative to controls. Emotional abuse had the strongest association with EE, physical abuse had no significant association. The findings provide evidence that risk groups with childhood trauma and emotional eating would benefit from tailored interventions such as mindfulness, emotional regulation and dialectal behaviour therapy. Future research is recommended to investigate factors such as gender and depression to understand the extent of symptomology and ensure successful treatment.Show less
Students commonly experience stress and associated eating disturbances, which may lead to health problems and lower well-being. This study aims to investigate the mechanisms behind these eating...Show moreStudents commonly experience stress and associated eating disturbances, which may lead to health problems and lower well-being. This study aims to investigate the mechanisms behind these eating disturbances, specifically stress-induced hyperphagia and hypophagia. Knowledge about these mechanisms is important as it may further the development of effective interventions to reduce harmful eating disturbances. In this study, questionnaires forstress-induced hyperphagia and hypophagia (Salzburg Stress Eating Scale), perceived stress (PSS-10), reward sensitivity, and behavioural inhibition (BAI) were administered to a sample of 210 Dutch university students in a cross-sectional research design. A regression analysis was performed on a model with as dependent variable stress-induced hyperphagia and hypophagia (SSES) and as dependent variables perceived stress (PSS2), reward sensitivity (BAS-Reward) and behavioural inhibition (BIS2) with the covariates BMI and gender. PSS2 and BIS2 were tested quadratically as this was speculated to fit the data best. None of the main predictors, PSS2 (B = 0.000, p = 0.503), BAS-Reward (B = -0.163, p = 0.217) and BIS2 (B = 0.019, p = 0.283), were significantly associated with SSES, only the covariate BMI (B = 0.073, p < 0.001). Thus, none of the dependent variables of the regression model seem to predict stress-induced hyperphagia and hypophagia, next to the covariate BMI. This does not correspond to prior research which does find associations between the independent variables and SSES. However, this research is mostly performed in clinical populations and might not hold true for non-clinical populations. This study has several limitations, including a cross-sectional design and biases associated with self-reports, but also several strengths, such as testing variables quadratically and studying a student population with varying levels of stress. A final suggestion is made to focus on the factors that give healthy students high levels of stress, instead of their stress-induced behaviours.Show less
Stress is enorm prevalent en van grote invloed op de fysieke en mentale gezondheid van studenten. Zo wordt examenstress vaak geassocieerd met een verminderde slaapkwaliteit en verstoord eetgedrag –...Show moreStress is enorm prevalent en van grote invloed op de fysieke en mentale gezondheid van studenten. Zo wordt examenstress vaak geassocieerd met een verminderde slaapkwaliteit en verstoord eetgedrag – zoals meer suikerconsumptie – tijdens examenperiodes. Te veel suikerinname draagt bij aan gewichtstoename en verklaart deels de stijgende cijfers in overgewicht en obesitas onder studenten. Mogelijk is er sprake van meer suikerinname door examenstress, omdat examenstress leidt tot een verminderde slaapkwaliteit en dit weer leidt tot meer suikerinname. Deze studie onderzocht de relatie tussen examenstress en de verandering in suikerinname tijdens examenperiodes en in hoeverre slaapkwaliteit tijdens examenperiodes deze relatie medieert. Beter begrip van het mechanisme waarmee examenstress kan leiden tot meer suikerinname tijdens examenperiodes, kan bijdragen aan de ontwikkeling van interventies om overgewicht en obesitas te verminderen onder studenten. Met behulp van flyers en persoonlijke netwerken zijn 200 universitaire studenten geworven tussen 18 en 25 jaar oud (M = 20.5; SD = 1.6). De studenten vulden eenmalig een online vragenlijst in over hun examenstress, slaapkwaliteit en verandering in suikerinname tijdens examenperiodes. Examenstress is gemeten met de Examination Stress Scale (ExamSS), slaapkwaliteit met de Regensburg Insomnia Scale (RIS) en verandering in suikerinname met een zelfgemaakte vragenlijst. De onderzoeksvraag is beantwoord aan de hand van een mediatieanalyse. Meer examenstress was niet geassocieerd met meer suikerinname tijdens examenperiodes (β = .041, p = .561), maar wel met een verminderde slaapkwaliteit (β = .438, p < .001). Een verminderde slaapkwaliteit was niet geassocieerd met meer suikerinname (β = .013, p = .871). Ten slotte was er geen significant verband tussen examenstress en meer suikerinname, na controle voor slaapkwaliteit (β = .036, p = .652). Het indirecte effect van examenstress op de verandering in suikerinname via slaapkwaliteit is dus niet significant (z = 0.078). Deze studie toont aan dat er geen mediërend effect is van slaapkwaliteit op de relatie tussen examenstress en veranderingen in suikerinname tijdens examenperiodes. Toekomstig onderzoek moet zich richten op het verbeteren van de methodologie om nauwkeurigere conclusies te kunnen trekken. Aangezien examenstress wel geassocieerd is met een verminderde slaapkwaliteit, kunnen interventies op universiteiten zich richten op het reduceren van examenstress en verbeteren van slaapkwaliteit onder studenten.Show less
Overgewicht is een steeds groter probleem in Nederland. Emotioneel eten als gevolg van examenstress speelt mogelijk een grote rol in gewichtstoename bij studenten. Bekend is dat eigenwaarde in...Show moreOvergewicht is een steeds groter probleem in Nederland. Emotioneel eten als gevolg van examenstress speelt mogelijk een grote rol in gewichtstoename bij studenten. Bekend is dat eigenwaarde in verband kan staan met zowel stress als emotioneel eten, maar het is niet bekend of eigenwaarde de relatie tussen examenstress en emotioneel eten medieert. Het doel van deze studie was om te onderzoeken wat de relatie tussen examenstress en emotioneel eten bij universitaire studenten is en of deze relatie wordt gemedieerd door eigenwaarde. De Examination Stress Scale (ExamSS), de Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag (DEBQ) en de Rosenberg Self-Esteem Scale (RSES) werden gebruikt om de data te verzamelen. Er is gebruikgemaakt van een cross-sectioneel ontwerp en het onderzoekssample bestond uit 191 Nederlandse universitaire studenten tussen de 18 en 25 jaar (M = 20,5; SD = 1,6). De data is geanalyseerd aan de hand van drie losse regressieanalyses. Hiernaast zijn er exploratief gestratificeerde analyses uitgevoerd onder de mannen (N = 37) en vrouwen (N = 152). De resultaten van het onderzoek suggeren dat er sprake is van een positieve associatie tussen examenstress en emotioneel eetgedrag (β = 0.201, p = .005) en een negatieve associatie tussen examenstress en eigenwaarde (β = -0.384, p < .001). Er werd echter geen significante associatie gevonden tussen eigenwaarde en emotioneel eten (β = -0.095, p = .219). De resultaten van de gestratificeerde analyses kwamen voor de vrouwelijke studenten overeen met die van de gehele steekproef. Bij de mannelijke studenten bleek er echter geen enkele significante associatie tussen examenstress, eigenwaarde en emotioneel eten te zijn. Op basis van het huidige onderzoek kan er daarom niet worden geconcludeerd dat eigenwaarde een mediërend effect heeft op de relatie tussen examenstress en emotioneel eten onder Nederlandse universitaire studenten. Er is meer onderzoek nodig om het bestaan van de mediërende rol van eigenwaarde in de associatie tussen examenstress en emotioneel eten definitief uit te kunnen sluiten. In de tussentijd is het van belang dat universiteiten interveniëren bij examenstress en emotioneel eten onder studenten om gewichtstoename te voorkomen. Kernwoorden: examenstress, emotioneel eten, eigenwaarde, mediatie-analyse.Show less
