Een kwalitatieve analyse van 50 online petities om de argumentatieve stijl van deze teksten te analyseren en tevens deze nieuwe benadering binnen de pragma-dialectiek onder de loep te leggen.
Dit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte...Show moreDit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte vrouwelijke atleten verschillend geframed in Nederlandse kranten?. De kranten waarvoor de framing bekeken wordt, zijn de Volkskrant, het Algemeen Dagblad (AD) en De Telegraaf. Er is voor deze kranten gekozen omdat ze van oudsher verschillen op ideologisch gebied; de Volkskrant kan links op het politieke spectrum geplaats worden; het AD midden; en De Telegraaf rechts. In totaal zijn er 10 artikelen van elke krant meegenomen. Het corpus heeft dus in totaal een grootte van 30 artikelen waarvan de artikelen verspreid waren over de jaren van 2013 tot en met 2019. De framing voor de twee atleetgroepen is onderzocht aan de hand van een aangepaste versie van de (kwalitatieve en kwantitatieve) methode van Van Gorp (2007). Voor het analyseren is er een inductieve en deductieve fase doorlopen waarbij de frames gereconstrueerd en gecontroleerd werden. Uit de framingsanalyse bleek dat er in totaal 13 frames gereconstrueerd konden worden. Daarvan werden twee frames voor beide atleetgroepen gebruikt: het metamorfose- en het doorzettersframe. Er konden echter ook frames gereconstrueerd worden die exclusief voor een van de twee atleetgroepen gebruikt werden. Voor de zwarte vrouwelijke atleten waren dit het wonder-, diva- en krachtpasterframe en voor de witte vrouwelijke atleten het underdog-, zwoeger-, en work-in-progressframe. De drie kranten verschilden niet sterk in het gebruik van de verschillende frames. Bij het reconstrueren van de frames zijn ook nog een aantal sport- en atleet-specifieke beschrijvingen naar boven gekomen. Voor atletiek betrof het beschrijvingen met snelheid, voor boksen ging het om stoten; voor turnen het benoemen van de lengte. Simone Biles werd consequent kort genoemd; Kiki Bertens als iemand die niet mentaal sterk is en Shelly-Ann Fraser-Pryce als iemand die in de schaduw van anderen staat.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Deze scriptie beschrijft mijn corpusonderzoek naar de vorm- en betekeniskenmerken van de anders-constructie (Anders ga je lekker een ijsje halen). Uit mijn onderzoek bleek dat de anders-constructie...Show moreDeze scriptie beschrijft mijn corpusonderzoek naar de vorm- en betekeniskenmerken van de anders-constructie (Anders ga je lekker een ijsje halen). Uit mijn onderzoek bleek dat de anders-constructie een aantal unieke vorm- en betekeniskenmerken heeft, waarmee het zich onderscheidt van andere in de literatuur beschreven gebruiksgevallen van anders. Hoewel de anders-constructie in vorm veel overeenkomt met het forische gebruik van anders, onderscheidt het zich hiervan doordat het geen antecedent in de talige context nodig heeft en het gebruik van negatie en verleden tijd niet mogelijk zijn. Een ander uniek vormkenmerk is dat de constructie voornamelijk gecombineerd wordt met de eerste persoon (ik, we) en de tweede persoon enkelvoud (je). Voor een beschrijving van de betekenis heb ik de anders-constructie geanalyseerd als een taalhandelingsconstructie waarmee de taalhandeling advies of voorstel wordt uitgevoerd. Daarbij presenteert de anders-constructie het voorstel of advies expliciet als een alternatief voor iets in de voorafgaande context. Over het algemeen blijft impliciet wat die ‘voorafgaande context’ precies is. Ironisch gebruik van de anders-constructie komt ook voor. De belangrijkste oorzaak voor de ironische interpretatie is dat er niet voldaan is aan één of meer van de geslaagdheidsvoorwaarden voor een advies of voorstel.Show less
In de loop der jaren is er een groot aantal muziekgenres ontstaan, bestaande uit liedjes die vaak gepaard gaan met songteksten. Mensen die naar muziek luisteren, krijgen hierdoor ook veel van deze...Show moreIn de loop der jaren is er een groot aantal muziekgenres ontstaan, bestaande uit liedjes die vaak gepaard gaan met songteksten. Mensen die naar muziek luisteren, krijgen hierdoor ook veel van deze songteksten te horen. Vooral in het popgenre bestaan veel liedjes die dagelijks te horen zijn op de radio, in winkels en op festivals, waardoor een grote hoeveelheid mensen wordt blootgesteld aan de ‘communicatieve’ impact van de songteksten. Er bestaan echter ook andere muziekgenres waar veel naar geluisterd wordt en waar mensen de teksten van te horen krijgen. Dit BA-eindwerkstuk kijkt in hoeverre de invloed van de muziekgenres pop, metal, hip-hop en country gereflecteerd is in de stijl van de songteksten van deze muziekgenres. Om de stijlen van de songteksten te analyseren en met elkaar te vergelijken, wordt er gebruik gemaakt van de registeranalyse van Biber en Conrad (2019). In de registeranalyse wordt er gekeken naar de (kenmerkende) register- en genrekenmerken van de songteksten van de verschillende genres, om te zien of er bij de songteksten van de verschillende muziekgenres ook sprake is van een eigen register. Er wordt gekeken naar de woordenschat door middel van lexicale diversiteit (Type-Token-Ratio, MLTD, en Yule’s K) en een keyword analysis. Ook wordt er gekeken naar andere lexicale kenmerken zoals scheldwoorden en verwijzingen naar de eerste persoon enkelvoud en naar overige aspecten zoals non-lexicale woorden en songtekststructuren (bijvoorbeeld: verse-chorus of verse-chorus-bridge). De analyse wordt uitgevoerd op een corpus van 46.777 woorden bestaande uit songteksten van de volgens Spotify 30 bekendste artiesten en bands van de vier muziekgenres pop, metal, hip-hop en country. De resultaten tonen aan dat er interessante verschillen optreden tussen de songteksten van de verschillende muziekgenres. Alle muziekgenres hebben eigen keywords, die aansluiten op de algemene thema’s van de muziekgenres, de lexicale diversiteit is het hoogst voor het hip-hopgenre en het laagst voor het popgenre. Ook is het aantal scheldwoorden en non-lexicale woorden het meest typerend voor het hip-hopgenre, het popgenre heeft de meeste verwijzingen naar de eerste persoon enkelvoud en het pop-, metal- en hip-hopgenre hebben ook elk een eigen voorkeur voor songtekststructuren. Deze verschillen tonen aan dat er reden is om te geloven dat er voor elk van deze muziekgenres sprake is van een eigen songtekstregister.Show less