Dit onderzoek gaat na of er een verband is tussen BMI en de predispositie voor psychopathologie. Die samenhang zou gemedieerd worden door het waargenomen gevoel van veiligheid. Eén recent...Show moreDit onderzoek gaat na of er een verband is tussen BMI en de predispositie voor psychopathologie. Die samenhang zou gemedieerd worden door het waargenomen gevoel van veiligheid. Eén recent wetenschappelijk artikel stelt dat obesitas een onbewuste stressor is, wat resulteert in een lager gevoel van waargenomen veiligheid: een minder fit lichaam zou de stressrespons aanwakkeren. Daarnaast ondersteunen onderzoeken het verband tussen obesitas en depressie. De huidige onderzoekspopulatie is niet-klinisch en géén extreme gevallen van BMI zijn bekend. Dit huidige onderzoek onderscheidt zich daardoor van andere onderzoeken, omdat er hier wordt gesproken van een predispositie. 86 participanten zijn geanalyseerd. Hierbij zijn de BMI, het waargenomen gevoel van veiligheid (m.b.v. de NPSS) en de zelf-gerapporteerde mate van Depressieve-, Angst- en Stress-symptomen (m.b.v. de DASS-42) in kaart gebracht. Dit onderzoek heeft deel uitgemaakt van een groter geheel. Participanten die hebben deelgenomen dienden één week ademhalingsoefeningen te verrichten en vragenlijsten te voltooien, zodat de invloed op waargenomen stress duidelijk werd. De eerste hypothese stelde dat indien je BMI hoger is, er sprake is van een lager gevoel van waargenomen veiligheid. De tweede hypothese stelde dat een lager gevoel van waargenomen veiligheid correspondeert met een toename van DASS-symptomen. Dat zou fungeren als een predispositie voor psychopathologie. De analyses tonen een sterk verband aan. Wij kunnen concluderen dat de invloed van BMI op de predispositie voor psychopathologie geheel via het waargenomen gevoel van veiligheid verloopt. Vervolgonderzoek zou de lichamelijke mobilisatie kunnen uitvragen, omdat een hogere BMI niet hoeft te betekenen dat een lichaam minder fit is.Show less
In dit onderzoek werd onderzocht of het één week lang uitoefenen van alternate nostril breathing (ANB) kan resulteren in een verlaging van zelf-gerapporteerde psychologische gevoelens van depressie...Show moreIn dit onderzoek werd onderzocht of het één week lang uitoefenen van alternate nostril breathing (ANB) kan resulteren in een verlaging van zelf-gerapporteerde psychologische gevoelens van depressie, angst en stress, aan de hand van de DASS-42. De DASS-42, een vragenlijst om zelf-gerapporteerde symptomen van depressie, angst en stress te onderscheiden, is gebruikt als meetinstrument (DASS-42; Lovibond & Lovibond, 1993). Het belang van het onderzoek is om een grotere maatschappelijke en wetenschappelijke belangstelling te wekken voor de invloed van de ademhaling op de gezondheid en het welzijn van individuen en om de effectiviteit van ANB beter te kunnen beoordelen. De onderzoeksvraag is: “Verminderd alternate nostril breathing zelf-gerapporteerde symptomen van depressie, angst en stress?”. Verwacht werd dat er in de controlegroep geen verschil aanwezig zou zijn tussen de voor- en de nameting en dat de ANB-oefening zou resulteren in een significante verlaging van de zelf-gerapporteerde symptomen van depressie, angst en stress. Aangaande de resultaten is er ten eerste naar voren gekomen dat participanten die de ANB-oefening hadden uitgevoerd, in de subschaal depressie, een lagere score rapporteerde dan participanten die de controle-oefening (placebo) hadden uitgevoerd, in de subschaal depressie, wanneer de voor- en nameting meegenomen werd als interactie-effect. Daarnaast is naar voren gekomen dat er, buiten depressie, geen significante verschillen gevonden zijn tussen de voor- en nameting in de controlegroep. Tot slot is naar voren gekomen dat bij het vergelijken van de ANB-groep en de controlegroep, alleen depressie een significant effect heeft opgeleverd. Deze uitkomst suggereert dat er verschillen aanwezig zijn tussen depressie, angst en stress aan de hand van de interventie. Het onderzoek suggereert daarnaast dat ANB geen effect heeft op de zelf-gerapporteerde symptomen van de DASS-totaalscore, angst en stress. Volgens de resultaten uit het onderzoek zou ANB een verlagend effect hebben op zelf-gerapporteerde symptomen van depressie, aan de hand van de DASS-42.Show less
Background: Research indicates that probiotics, specific strains of beneficial bacteria, are beneficial against anxiety and depression. There are indications that a potential mechanism behind this...Show moreBackground: Research indicates that probiotics, specific strains of beneficial bacteria, are beneficial against anxiety and depression. There are indications that a potential mechanism behind this might be that probiotics alter interoception and the way we respond to our body needs, which is reflected in interoception. Both critically influence anxiety and depression. Objective: The present study aimed to test whether administering probiotics over a period of four weeks increases the degree of interoception and adaptive responding to body needs in healthy individuals. Also, anxiety and depression were measured. Confirming an increase in the degree of interoception and adaptive responding would show that probiotics trigger a mechanism that reduces anxiety and depression. Design: The study was set up as a randomized, tripleblinded, placebo-controlled within/between subject (placebo versus probiotics), pre- and postintervention assessment design. 89 healthy participants without diagnosed mood or anxiety disorders, aged 18-35 years, received multispecies (diverse strains) probiotics or placebo supplementation over four weeks. In the pre- and post-intervention, degree of interoceptive awareness, adaptive responses, depression, and anxiety. Results: There were no significant changes on any measure, but one unexpected decrease in adaptive responding for the probiotics group. Conclusion: It cannot be concluded that probiotics increase the degree of interoceptive awareness and adaptive responding. Moreover, the results suggest that anxiety and depression are not influenced by probiotics in a healthy sample. However, insights from other research suggests that the effect might be stronger in a depressed and anxious sample. Further research is needed to see whether probiotics might affect interoception and adaptive responding differently in depressed and anxious individuals.Show less
According to the WHO, depression is one of the major causes of disability worldwide. However, the understanding of the disorder remains incomplete. Recently, antibiotic use has been associated with...Show moreAccording to the WHO, depression is one of the major causes of disability worldwide. However, the understanding of the disorder remains incomplete. Recently, antibiotic use has been associated with the onset of mood disorders. It is assumed that microbiota-gut-brain interactions are partly managed by the immune system. Accordingly, this study aimed to clarify the correlations between antibiotic-induced microbial dysbiosis, cognitive reactivity to sad mood (CRSM), and concentration of the antibody secretory immunoglobulin A (sIgA). Participants, which finished an antibiotic treatment within the past three months (n = 47), were compared to control participants (n = 60). Participants’ CRSM was measured using the Leiden Index of Depression Sensitivity (LEIDS-R). Antibody levels of salivary sIgA were investigated by obtaining saliva samples from the participants. Results indicated that antibiotic use was not associated with remarkable differences in sIgA concentration or depression sensitivity, i.e. CRSM. However, based on exploratory observations the preliminary idea of antibiotic use resulting in sex-specific responses was developed and is proposed valuable to be investigated in future research. Moreover, it was examined if antibiotic use can be considered a moderator in the relation between sIgA concentration and CRSM. Antibiotic use did not display a moderating role and CRSM was not predicted by sIgA concentration. The findings within this study were limited by a reduced dataset of sIgA concentrations. Ultimately, in contrast to the hypothesized outcome antibiotic-induced microbial dysbiosis was not associated with a decreased sIgA concentration or increased depression sensitivity of healthy individuals within this study. To clarify the correlation between the microbiota-immune-brain axis, antibiotic use, and mental health future research is needed.Show less