OBIC-Ouderbegeleiding (OBIC), Out of the Box Into your Centre, is een relatief nieuwe oudergerichte interventie. OBIC helpt ouders die stress-, spannings- en vermoeidheidsklachten ervaren bij de...Show moreOBIC-Ouderbegeleiding (OBIC), Out of the Box Into your Centre, is een relatief nieuwe oudergerichte interventie. OBIC helpt ouders die stress-, spannings- en vermoeidheidsklachten ervaren bij de opvoeding van hun kind. Waar andere interventies zich primair focussen op het kind, richt OBIC zich juist op de ouders. Het doel van dit onderzoek is om te kijken hoe ouders van kinderen met gedragsproblemen OBIC-Ouderbegeleiding ervaren. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Welke aspecten en elementen van OBIC-Ouderbegeleiding hebben volgens ouders meerwaarde bij het opvoeden van kinderen met gedragsproblemen?” Onder aspecten worden interne processen bij de ouder verstaan zoals zelfinzicht en emotieregulatie. Onder elementen worden de opdrachten van OBIC verstaan. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is allereerst literatuuronderzoek gedaan naar zelfinzicht en emotieregulatie. Vervolgens is empirisch onderzoek uitgevoerd door middel van het afnemen van semigestructureerde interviews bij ouders die OBIC hebben gevolgd. Uit het literatuuronderzoek bleek dat zowel zelfinzicht als emotieregulatie belangrijk is bij de opvoeding van het kind. Een hoge mate van zelfinzicht en emotieregulatie dragen bij aan het algemeen welzijn van ouders. Zowel zelfinzicht als emotieregulatie zijn van grote waarde bij een positieve opvoeding van het kind. Het belang van zelfinzicht in het ouderschap werd ook door de resultaten van het huidige empirische onderzoek bevestigd: ouders gaven aan na het OBIC-traject te beschikken over meer zelfinzicht. Het belang van emotieregulatie bleef in het empirisch onderzoek daarentegen relatief onbesproken. Op basis van deze resultaten wordt aanbevolen om binnen OBIC meer te focussen op het verbeteren van emotieregulatie van ouders. Verder is het ook van belang om extra te focussen op de structuur van het OBIC-traject, aangezien structuur volgens sommige ouders ontbrak. In eventueel vervolgonderzoek zou onderzocht kunnen worden welke bijdrage de cliënt-therapeut relatie levert aan het succes van de interventie. Ouders leken de trainer en OBIC als één geheel te hebben ervaren, waardoor uitspraken doen over alleen OBIC, onafhankelijk van welke trainer, lastig is. Eventueel vervolgonderzoek zou zich ook kunnen richten op het individuele traject van ouders. OBIC is immers erg flexibel, waardoor elke ouder een ander traject heeft gevolgd.Show less
Dit adviesrapport richt zich op het onderzoek naar de werkzame elementen van OBIC-Ouderbegeleiding (OBIC), een interventie die zich nog in de beginfase bevindt. Doel: Het doel is om een advies op...Show moreDit adviesrapport richt zich op het onderzoek naar de werkzame elementen van OBIC-Ouderbegeleiding (OBIC), een interventie die zich nog in de beginfase bevindt. Doel: Het doel is om een advies op te stellen dat bijdraagt aan de verbetering van OBIC, met als uiteindelijk doel gezinnen zo goed en passend mogelijk te ondersteunen bij hun problematiek middels deze interventie. Onderzoeksmethode: De data is verzameld door middel van een literatuurstudie naar emotieregulatie, zelfcompassie en mindful parenting en door middel van twee online focusgroepen. In de literatuurstudie worden de drie belangrijkste onderliggende concepten van OBIC onderzocht. Daarbij is gekeken naar wat bekend is over deze concepten, én hoe de bevindingen van de literatuurstudie kunnen bijdragen aan een wetenschappelijke onderbouwing van OBIC. Daarnaast hebben twee focusgroepen plaatsgevonden waarin trainers van OBIC (n=5) werd gevraagd naar welke elementen van OBIC (oefeningen, opzet etc.) volgens hen toepasbaar en bruikbaar waren in de praktijk en welke niet. Resultaten: Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat een goede beheersing van emotieregulatie, zelfcompassie en mindful parenting leidt tot een verbetering van de ouder-kind relatie en het welzijn van de ouder. Ook leidt een goede beheersing van deze concepten tot een afname van probleemgedrag van het kind. Tijdens de focusgroepen kwam naar voren dat de trainers een aantal elementen als bruikbaar en toepasbaar ervaren, zoals het Genogram en Poppetje positief & Poppetje negatief, maar ook een aantal niet/minder. De belangrijkste elementen die hierbij genoemd werden, waren de Diagnostische imaginaties en de opbouw van OBIC. Conclusie: Concluderend, volgens de OBIC-trainers en de literatuur bevat de OBIC een aantal werkzame elementen. De Diagnostische imaginatie wordt als bruikbaar gezien door de diepgang die hiermee bereikt wordt bij ouders. In de Diagnostische imaginatie wordt gewerkt aan een hogere zelfcompassie en mindful parenting. Daarnaast wordt het Genogram door trainers als bruikbaar en toepasbaar gezien doordat het op een snelle en duidelijke manier inzicht in het familiesysteem geeft. Ook met het Genogram wordt gewerkt aan zelfcompassie en mindful parenting. Verder werd het Poppetje-positief/Poppetje-negatief ook benoemd als werkzaam element. Dit is ook waardevol volgens de literatuur, want bij dit element wordt gewerkt aan emotieregulatie. Ook is uit het empirisch onderzoek gebleken dat de trainers de elementen Vijfvragen methode en de Video van shark music werkzame elementen vinden. De elementen Brief aan je ouders, de Zon en de Piramide werden daarentegen als niet werkzaam gezien. Dit geldt ook voor de video's in de online omgeving door de lange duur hiervan. Advies: Op basis hiervan is een advies opgesteld betreffende de informatiestroom naar de trainers, een duidelijk stappenplan van OBIC voor de trainers, het inkorten van video’s, een community opbouwen en het inkorten van OBIC en Diagnostische imaginaties. Met bovenstaande aanpassingen wordt verwacht dat het gebruik van OBIC toegankelijker is voor de trainers en het hierdoor vaker gebruikt zal worden.Show less
Dit adviesrapport richt zich op het onderzoek naar de werkzame elementen van OBIC- Ouderbegeleiding (OBIC), een interventie die zich nog in de beginfase bevindt. Doel Het doel is om een advies op...Show moreDit adviesrapport richt zich op het onderzoek naar de werkzame elementen van OBIC- Ouderbegeleiding (OBIC), een interventie die zich nog in de beginfase bevindt. Doel Het doel is om een advies op te stellen dat bijdraagt aan de verbetering van OBIC, met als uiteindelijk doel gezinnen zo goed en passend mogelijk te ondersteunen bij hun problematiek middels deze interventie. Onderzoeksmethode De data is verzameld door middel van een literatuurstudie naar emotieregulatie, zelfcompassie en mindful parenting en door middel van twee online focusgroepen. In de literatuurstudie worden de drie belangrijkste onderliggende concepten van OBIC onderzocht. Daarbij is gekeken naar wat bekend is over deze concepten, én hoe de bevindingen van de literatuurstudie kunnen bijdragen aan een wetenschappelijke onderbouwing van OBIC. Daarnaast hebben twee focusgroepen plaatsgevonden waarin trainers van OBIC (n=5) werd gevraagd naar welke elementen van OBIC (oefeningen, opzet etc.) volgens hen toepasbaar en bruikbaar waren in de praktijk en welke niet. Resultaten Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat een goede beheersing van emotieregulatie, zelfcompassie en mindful parenting leidt tot een verbetering van de ouder-kind relatie en het welzijn van de ouder. Ook leidt een goede beheersing van deze concepten tot een afname van probleemgedrag van het kind. Tijdens de focusgroepen kwam naar voren dat de trainers een aantal elementen als bruikbaar en toepasbaar ervaren, zoals het Genogram en Poppetje positief & Poppetje negatief, maar ook een aantal niet/minder. De belangrijkste elementen die hierbij genoemd werden, waren de Diagnostische imaginaties en de opbouw van OBIC. Conclusie Concluderend, volgens de OBIC-trainers en de literatuur bevat de OBIC een aantal werkzame elementen. De Diagnostische imaginatie wordt als bruikbaar gezien door de diepgang die hiermee bereikt wordt bij ouders. In de Diagnostische imaginatie wordt gewerkt aan een hogere zelfcompassie en mindful parenting. Daarnaast wordt het Genogram door trainers als bruikbaar en toepasbaar gezien doordat het op een snelle en duidelijke manier inzicht in het familiesysteem geeft. Ook met het Genogram wordt gewerkt aan zelfcompassie en mindful parenting. Verder werd het Poppetje-positief/Poppetje-negatief ook benoemd als werkzaam element. Dit is ook waardevol volgens de literatuur, want bij dit element wordt gewerkt aan emotieregulatie. Ook is uit het empirisch onderzoek gebleken dat de trainers de elementen Vijf- vragen methode en de Video van shark music werkzame elementen vinden. De elementen Brief aan je ouders, de Zon en de Piramide werden daarentegen als niet werkzaam gezien. Dit geldt ook voor de video's in de online omgeving door de lange duur hiervan. Advies Op basis hiervan is een advies opgesteld betreffende de informatiestroom naar de trainers, een duidelijk stappenplan van OBIC voor de trainers, het inkorten van video’s, een community opbouwen en het inkorten van OBIC en Diagnostische imaginaties. Met bovenstaande aanpassingen wordt verwacht dat het gebruik van OBIC toegankelijker is voor de trainers en het hierdoor vaker gebruikt zal worden.Show less
Het coronavirus heeft invloed gehad op het dagelijks leven van vrijwel heel Nederland. De maatregelen omtrent de lockdowns hebben geleid tot veel veranderingen in het dagelijks leven van jongeren....Show moreHet coronavirus heeft invloed gehad op het dagelijks leven van vrijwel heel Nederland. De maatregelen omtrent de lockdowns hebben geleid tot veel veranderingen in het dagelijks leven van jongeren. Naast negatieve ervaringen, bestaan ook positieve ervaringen onder jongeren over deze lockdowns. Tijdens overleg met de Gemeente Leiden en het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Leiden, ontstond de vraag: “Welke positieve ervaringen hadden Leidse leerlingen van het voortgezet onderwijs tijdens de lockdowns naar aanleiding van de Corona-pandemie? Hoe zijn deze ervaringen bruikbaar in het aanbod en de aanpak van basisinstellingen als het CJG en het onderwijs?”. Gekozen werd voor de uitvoering van een exploratieve, kwalitatieve onderzoeksvorm; een semi- gestructureerd interview. Naar aanleiding van literatuuronderzoek werden de onderwerpen thuisonderwijs, gezinsklimaat, sociaal-emotionele relaties en persoonlijke ontwikkeling geselecteerd. Na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel begon de wervingsprocedure en aansluitend de dataverzameling. Zeven vrouwelijke respondenten werden geïnterviewd over hun positieve ervaringen omtrent de geselecteerde onderwerpen. Ook was ruimte voor eventuele andere positieve ervaringen. Uit de data-analyse bleken verschillende positieve ervaringen onder de jongeren. Omtrent het thuisonderwijs, werden de toename van vrije tijd en zelfstandigheid en de mogelijkheid tot online les bij bijvoorbeeld ziekte als positief ervaren. Omtrent het gezinsklimaat werd als positief ervaren dat de respondenten het fijn vonden meer contact met hun ouders en de rest van het gezin te hebben. Wanneer werd gekeken naar sociaal-emotionele relaties, werd de toename in contact met familie en vrienden als positief ervaren. Ook ervaarden respondenten dat mensen elkaar meer steunden en leerden waarderen als positief. Omtrent persoonlijke reflectie werd gezien dat de respondenten meer rust ervaarden en dat zij kleine dingen leerden waarderen. Tot slot werd als positief ervaren dat de respondenten meer tijd hadden voor hobby’s en het veranderen van hun kamer en dat zij minder geld uitgaven. Ook werden tijdens de interviews negatieve ervaringen gedeeld, waarin vooral werd benoemd dat de lockdowns te lang duurden en dat aspecten van het ´normale´ leven werden gemist. Geconcludeerd werd dat de respondenten, ondanks hun voorkeur voor fysiek onderwijs, graag de mogelijkheid tot thuisonderwijs wilden behouden. Omtrent het gezinsklimaat werd geconcludeerd dat jongeren meer contact met hun ouders en gezin waarderen. Eén vorm van meer tijdsbesteding met het gezin, was dat de jongeren meer samen met hun gezin aten, wat werd benoemd als een verandering die zij graag mee wilden nemen naar de toekomst. Verder resulteerde de lockdowns, omtrent de sociaal-emotionele relaties van de respondenten, in hechtere banden met vrienden en familie. Ook ontdekten de jongeren, door meer moeite te moeten doen om contact met vrienden en familie te behouden, aan wie zij echt wat hadden. Omtrent de persoonlijke reflectie werd geconcludeerd dat het thuisonderwijs en het wegvallen van verplichtingen zorgt voor meer rust bij jongeren. Verder lieten de uitkomsten zien dat grote veranderingen waarbij veel dingen in het dagelijks leven niet meer mogelijk zijn, zorgen voor meer waardering voor de kleine dingen bij de jongeren. Tot slot kon uit de overige ervaringen worden geconcludeerd dat een toename in vrije tijd ervoor kan zorgen dat jongeren zelfstandig hun tijd besteden aan bijvoorbeeld hobby's, wat kan worden gekoppeld aan de behoefte om autonoom te zijn. Eén van de zwakke punten van het onderzoek is de kleine en niet diverse steekproef, die een mogelijk vertekend beeld geeft in de uitkomsten. Verder zijn jongeren van het speciaal onderwijs niet in het onderwijs niet in het onderzoek betrokken, ondanks dat zij volgens eerder onderzoek juist baat lijken te hebben bij een aantal veranderingen naar aanleiding van de lockdowns. Tot slot is in de huidige onderzoeksuitkomsten geen onderscheid gemaakt tussen de eerste en tweede lockdowns, terwijl het verschil tussen deze twee wel naar voren kwam in de interviews. Hierdoor kunnen de uitkomsten mogelijk ook vertekend zijn. In vervolgonderzoek kan mogelijk wel onderscheid worden gemaakt tussen de lockdowns. Tot slot zijn drie adviezen geformuleerd en zijn suggesties gedaan voor vervolgonderzoek. Het eerste advies is gericht op Blended Learning. Zo wordt naar aanleiding van de positieve ervaringen van de respondenten geadviseerd een combinatie van fysiek en online onderwijs aan te bieden om aan de verschillende behoeften van de leerlingen te kunnen voldoen. Ten tweede werd geadviseerd om flexibelere lestijden in te zetten in het onderwijs. Op deze manier hebben de leerlingen meer vrije tijd die zij zelf in kunnen delen, wat aansluit op de positieve ervaringen van de jongeren om deze mogelijkheid te hebben. In het derde advies werd, naar aanleiding van onderzoeken naar Frequency of Family Dinners, een campagne geadviseerd die gezinnen stimuleert meer samen te eten. Dit sluit aan op de wens om het vaker samen eten met het gezin mee te nemen naar de toekomst. Tot slot werd voor vervolgonderzoek geadviseerd een grotere en meer diverse steekproef te betrekken om meer informatie te kunnen verzamelen. Verder werden een aantal suggesties gedaan voor onderwerpen die mogelijk verder kunnen worden onderzocht in vervolgonderzoek. Zo kan binnen het onderwerp thuisonderwijs meer onderzoek worden gedaan naar individuele behoeftes van leerlingen en het vergroten van hun autonomie en actieve leerstijl. Verder werd de suggestie gedaan een steekproef te onderzoeken waarin jongeren met dyslexie, ADHD of hoogbegaafdheid worden onderzocht. Tot slot kan, wanneer wordt gekeken naar de persoonlijke reflectie, meer onderzoek worden gedaan naar hoe het wegvallen van verantwoordelijkheden kan zorgen voor meer rust bij jongeren.Show less
In dit onderzoek worden belemmerende en stimulerende factoren in het dagelijkse leven van jongeren van zestien tot en met achttien jaar onderzocht. Dit wordt gemeten aan de hand van de twee...Show moreIn dit onderzoek worden belemmerende en stimulerende factoren in het dagelijkse leven van jongeren van zestien tot en met achttien jaar onderzocht. Dit wordt gemeten aan de hand van de twee constructen draaglast en draagkracht.Show less
Samenvatting: Naar aanleiding van het SER-rapport, waarin de taak van de buitenschoolse opvang (BSO) met betrekking tot de 21e-eeuwse vaardigheden werd besproken, heeft de BSO Vlietkinderen...Show moreSamenvatting: Naar aanleiding van het SER-rapport, waarin de taak van de buitenschoolse opvang (BSO) met betrekking tot de 21e-eeuwse vaardigheden werd besproken, heeft de BSO Vlietkinderen opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de manier waarop zij kunnen inspelen op de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden van kinderen (Sociaal-Economische Raad, 2021). De wens van Vlietkinderen was informatie te krijgen over passende activiteiten die ook aansluiten bij hun kernwaarden ‘samen’, ‘echt’ en ‘avontuur’. Hieruit volgde een selectie van de vaardigheden ‘samenwerken’, ‘communiceren’, ‘creatief denken’ en ‘probleemoplossend vermogen’. De onderzoeksvraag luidde dan ook: “In hoeverre kan de BSO volgens pedagogisch medewerkers een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de vaardigheden ‘samenwerken’, ‘communiceren’, ‘creatief denken’ en ‘probleemoplossend vermogen van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar?”. Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag zijn, naast een literatuuronderzoek, tien interviews afgenomen met pedagogisch medewerkers van de BSO Vlietkinderen. Hierin zijn de meningen van de PM’ers uitgevraagd over de mogelijke bijdrage die de BSO kan hebben in het stimuleren van de gekozen 21e-eeuwse vaardigheden. Hierbij is gevraagd naar de huidige situatie, verbeterpunten en de verschillen tussen leeftijdsgroepen met betrekking tot de activiteiten op de BSO. De resultaten van de interviews zijn getranscribeerd en vervolgens geanalyseerd met behulp van Atlas.ti (versie 22.1.0) en gekoppeld aan de gevonden literatuur. Volgens het literatuuronderzoek is het van belang dat de 21e-eeuwse vaardigheden gestimuleerd worden bij kinderen. Uit de interviews is gebleken dat de PM’ers zich over het algemeen niet bewust bezighouden met het stimuleren van de 21e-eeuwse vaardigheden, maar vooral activiteiten bedenken die leuk zijn voor de kinderen. Vrijheid binnen activiteiten, maar ook in het algemeen, vinden de pedagogisch medewerkers belangrijk. Daarnaast kwam naar voren dat 21e-eeuwse vaardigheden bewust en onbewust worden gestimuleerd. Al met al kan geconcludeerd worden dat de BSO een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de 21e-eeuwse vaardigheden en dat dit in zekere mate ook al gebeurt. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn een aantal adviezen opgesteld voor de BSO Vlietkinderen. Ten eerste wordt geadviseerd om de activiteiten toneelspellen en bewegingsspellen op te nemen in het standaard activiteitenaanbod, aangezien deze activiteiten volgens het onderzoek een grote bijdrage kunnen leveren aan het aanleren van vaardigheden. Ten tweede wordt geadviseerd om werkgroepen op te richten waarin pedagogisch medewerkers van verschillende locaties kunnen samenwerken aan thema's en doelgerichte activiteiten. Tenslotte wordt geadviseerd om een studiedag te organiseren naar aanleiding van het nieuwe beleid. Op de studiedag kan de ontwikkeling van de 21e-eeuwse vaardigheden en het belang ervan verder toegelicht worden aan de pedagogisch medewerkers.Show less