De taalachterstanden in het Nederlandse onderwijs worden steeds groter. Voornamelijk in de groep van leerlingen met een migratieachtergrond zijn er meer en grotere leerachterstanden. Het is aan...Show moreDe taalachterstanden in het Nederlandse onderwijs worden steeds groter. Voornamelijk in de groep van leerlingen met een migratieachtergrond zijn er meer en grotere leerachterstanden. Het is aan school om deze achterstanden in te lopen, maar door het leerkrachtentekort zijn er weinig extra handen beschikbaar die hulp kunnen bieden. Het is daarom belangrijk om binnen de klas extra ondersteuning te bieden op het gebied van taal en dan specifiek woordenschat. In de literatuurstudie zijn negen methoden naar voren gekomen: herhalen van woordenschat, gebruikmaken van plaatjes, gebruikmaken van gebaren, voorlezen of vertellen van een verhaal, activiteiten doen naar aanleiding van verhalen, gebruik van rijke taal in de klas, aanpassen van teksten, gebruikmaken van ondertiteling onder video’s en Duolingo. Vervolgens is er een vragenlijst uitgezet bij drie basisscholen om te inventariseren welke methoden de leerkrachten kennen en in hoeverre zij deze methode gebruiken. In de reacties van de vragenlijst waren verschillen te zien tussen de methoden op zowel bekendheid als op gebruik. Na een Bonferroni correctie waren deze verschillen niet significant.Show less
Rekenen is een vak waarvoor de motivatie tijdens de basisschoolperiode het meest lijkt te dalen. Leerlingen vinden het vaak een moeilijk of vervelend vak. Het is belangrijk de motivatie voor...Show moreRekenen is een vak waarvoor de motivatie tijdens de basisschoolperiode het meest lijkt te dalen. Leerlingen vinden het vaak een moeilijk of vervelend vak. Het is belangrijk de motivatie voor rekenen bij leerlingen te stimuleren. De afname in motivatie lijkt samen te gaan met het ouder worden van de leerlingen en de komst van de puberteit. Daarnaast spelen de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie een rol in de intrinsieke motivatie. In dit onderzoek is gekeken naar de samenhang tussen ervaren autonomie, leeftijd en sekse met de intrinsieke motivatie van leerlingen uit de bovenbouw van het basisonderwijs op twee Leidse basisscholen (N = 41). De leerlingen hebben een digitale vragenlijst ingevuld die bestond uit 22 stellingen over de rekenles. De vragenlijst was een aangepaste versie van de Intrinsic Motivation Inventory (IMI). De resultaten van het onderzoek lieten zien dat leerlingen die meer autonomie ervaren, meer intrinsieke motivatie hebben voor het vak rekenen. Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren dat er geen significante samenhang is tussen leeftijd en intrinsieke motivatie. Ook voor sekse en intrinsieke motivatie is er geen samenhang gevonden. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten is onderzocht wat de twee Leidse basisscholen konden doen om de intrinsieke motivatie van bovenbouwleerlingen te verhogen. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat er op de twee Leidse basisscholen winst te behalen valt wanneer er ingezet wordt op het bevorderen van de autonomie van de leerlingen.Show less