Deze studie dient als een wetenschappelijke verkenning van de voedseljournalistiek in Nederland. Daarbij heeft dit onderzoek als doel inzicht te bieden in de professionalisering van...Show moreDeze studie dient als een wetenschappelijke verkenning van de voedseljournalistiek in Nederland. Daarbij heeft dit onderzoek als doel inzicht te bieden in de professionalisering van voedseljournalistiek en de positionering van voedseljournalisten in hun dagelijkse praktijk. Een beter begrip van de professionalisering van de voedseljournalistiek kan het werk van voedseljournalisten ten goede komen. De onderzoeksvraag die in deze studie wordt beantwoord, luidt: ‘Hoe ervaren voedseljournalisten de professionalisering van de voedseljournalistiek in Nederland?’ Deze vraag wordt onderzocht aan de hand van twee concepten: ‘grenswerk’ en ‘rolopvattingen’. Dit onderzoek is kwalitatief van aard. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn twaalf semigestructureerde interviews afgenomen bij Nederlandse voedseljournalisten. Deze zijn geanalyseerd en in verband gebracht met voorgaand onderzoek. Op deze manier is verkend hoe de respondenten hun beroep afbakenen en onderzocht hoe de respondenten hun rollen in de maatschappij percipiëren. Nederlandse voedseljournalisten zeggen het belangrijk te vinden om hun vakgebied af te bakenen voor aangrenzende actoren buiten (zoals foodinfluencers en -bloggers) en binnen (zoals restaurantrecensenten en voedselcolumnisten) het vakgebied. In de antwoorden van de respondenten zijn enkele grenswerktechnieken (zoals het benadrukken van de traditionele waarden van de journalist) en rolopvattingen (zoals het informeren van het publiek) herkend, waarmee zij dit (onbewust) zeggen te doen. Aangrenzende actoren worden echter noch geaccepteerd, noch definitief verstoten uit het vakgebied. De respondenten kijken namelijk naar hen voor inspiratie, werken met ze samen en nemen werkzaamheden van ze over. In die zin bewegen voedseljournalisten zich dicht bij de grenzen van de aangrenzende actoren, in plaats van andersom. De respondenten zeggen dat uitdagingen zoals de komst van nieuwe media het lastig maken om grip op de professionalisering van het vakgebied te houden. Zij beweren daarom constant de grenzen van het vakgebied te herdefiniëren. Voor vervolgonderzoek wordt er voorgesteld een inhoudsanalyse van voedsel journalistieke content uit te voeren, om te achterhalen of de voedseljournalisten de herkende rolopvattingen en grenswerktechnieken ook uitvoeren in de praktijk. Tot slot zal er meer vergelijkend onderzoek verricht moeten worden naar de professionalisering, grenswerktechnieken en rolopvattingen van voedseljournalisten in andere landen. Deze studie dient als pleidooi voor meer onderzoek naar de lifestylejournalistiek en legt de basis voor toekomstige studies naar de professionalisering van de voedseljournalistiek.Show less
Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat beeldredacteuren een verhoogde kans hebben om secundair trauma te ontwikkelen, in vergelijking met de algemene populatie. Deze trauma’s kunnen zij...Show moreUit voorgaande onderzoeken is gebleken dat beeldredacteuren een verhoogde kans hebben om secundair trauma te ontwikkelen, in vergelijking met de algemene populatie. Deze trauma’s kunnen zij ontwikkelen doordat zij op regelmatige basis in aanraking komen met potentieel traumatiserende (oftewel ‘belastende’) beelden. In hoeverre zij daadwerkelijk last hebben van deze beelden is deels afhankelijk van hoe zij ermee omgaan. Om dit in beeld te brengen wordt er in dit onderzoek antwoord gegeven op de volgende vraag: ‘Hoe gaan beeld- en videoredacteuren op redacties van Nederlandse nieuwsmedia om met het werken met potentieel traumatiserend beeldmateriaal?’ Voor dit onderzoek zijn er semigestructureerde interviews afgenomen bij 17 beeld- en videoredacteuren. Uit het onderzoek blijkt dat beeldredacteuren zowel adaptieve als maladaptieve copingmechanismen gebruiken om hun werk te kunnen blijven doen. Alle beeldredacteuren omschrijven een professionele afstand die zij tijdens het werk tot de beelden bewaren. Hierdoor lukt het hen om hun werk goed uit te voeren. Eén adaptief copingmechanisme waar veel redacteuren gebruik van maken, is over (de impact van) de beelden praten met collega’s. Het verschilt echter per redactie hoeveel ruimte hiervoor is. Sommige redacteuren zouden het prettig vinden de impact van de beelden meer bespreekbaar te maken, andere redacteuren zien de belastende beelden als onmiskenbaar onderdeel van het werk en geven aan dat je hier als beeld- of videoredacteur zelfstandig mee om moet kunnen gaan. Bij het interpreteren van de resultaten van dit onderzoek is het belangrijk om in acht te nemen dat generalisatie en statistische conclusies trekken niet mogelijk is bij deze onderzoeksmethode. Om deze reden wordt kwantitatief vervolgonderzoek aangeraden. Bij voorkeur met speciale aandacht voor de manier van voorbereiding op het werken met belastende beelden, gesprek over de impact van de belastende beelden met collega’s en het nemen van pauzes tijdens het werk.Show less