This thesis studies Patricia Lockwood's novel No One Is Talking About This and Maxime Garcia Diaz' poetry collection Het Is Warm In De Hivemind in search of an understanding of the forms of affect...Show moreThis thesis studies Patricia Lockwood's novel No One Is Talking About This and Maxime Garcia Diaz' poetry collection Het Is Warm In De Hivemind in search of an understanding of the forms of affect that arise in an online/offline dynamic. It brings this affect in conversation with theories of metamodernism and postdigitality. It puts forth a sensibility called the postdigital, metamodern sensibility in which the poles of postmodern irony and cynicism and modern enthusiasm and naivety exist in a fluid dualism with eachother, as opposed to in the oscillation proposed by the metamodern school.Show less
Dealing with one’s mental health after experiencing physical trauma is brave but sharing one’s own experience with a broader public opens up an important conversation about trauma and mental health...Show moreDealing with one’s mental health after experiencing physical trauma is brave but sharing one’s own experience with a broader public opens up an important conversation about trauma and mental health. Contemporary emerging photographers deal with their trauma through self-portrait photography, which has a therapeutic function that is self-initiated but also opens up a bigger conversation. By showing visible and invisible traces of their traumatic experiences by taking self-portraits, these photographers deal with their personal traumas via self-reflection. This thesis uses visual analysis to analyse two main case studies and their peers to see how self-portrait photography can be used to reflect on mental trauma after experiencing physical trauma. The aim is to see how self-portrait photography specifically can be used to reflect the mental trauma that is left after having suffered from physical trauma that was inflicted onto the body.Show less
In dit onderzoek is getracht een antwoord te geven op de vraag: “in hoeverre worden de (online) nieuwsberichten van RTV Krimpenerwaard beïnvloed door pr-berichten en persberichten?” Hiervoor is een...Show moreIn dit onderzoek is getracht een antwoord te geven op de vraag: “in hoeverre worden de (online) nieuwsberichten van RTV Krimpenerwaard beïnvloed door pr-berichten en persberichten?” Hiervoor is een automatische inhoudsanalyse uitgevoerd om het percentage voorverpakt nieuws te achterhalen. Het is relevant om onderzoek te doen naar de hoeveelheid voorverpakt nieuws aangezien “redacties risico lopen betreffende hun betrouwbaarheid, transparantie, eigen karakter en onafhankelijkheid naarmate zij in hun algemene berichtgeving sterker afhankelijk zijn van persberichten” (Hijmans, Buijs, Schafraad, & d’Haenens, 2011, p. 90). Er is al veel geschreven over voorverpakt nieuws en over de effecten van dit fenomeen. Echter, de meeste onderzoeken zijn gericht op nationaal niveau. Dit onderzoek is een casestudy naar de Nederlandse lokale/regionale journalistiek. Met behulp van het computerprogramma Turnitin zijn de overeenkomstscores van ruim honderd artikelen berekend. De overeenkomstscore gaf aan in welke mate een artikel gebaseerd was op een pr- of persbericht. Hierbij waren de scores verdeeld in vier groepen (0-20%, 20-40%, 40-60% en 60% >). Deze categorieën waren gebaseerd op het artikel “Bronnen in het nieuws” van Scholten en Ruigrok (2009). Een score tussen de 0 en de 20 procent duidde erop dat het artikel een ander onderwerp had dan de bron. Tussen de 20 en 40 procent duidde op (waarschijnlijk) eenzelfde onderwerp. Een score tussen de 40 en 60 procent betekende dat het over hetzelfde (specifieke) onderwerp ging. Een score die hoger dan 60 procent was, betekende dat het artikel voor een merendeel was gekopieerd. Uit de automatische inhoudsanalyse bleek dat 37,1 procent van de artikelen bestond uit knip- en plakwerk. Oftewel, 37,1 procent van de artikelen had een hogere overeenkomstscore dan 60 procent ten opzichte van de geraadpleegde bron. Om een vergelijking te kunnen maken met voorafgaande studies over dit onderwerp, was het nodig om vergelijkbare criteria toe te passen. Bovendien zijn soortgelijke criteria nodig om dezelfde labels te kunnen gebruiken, zoals “gedeeltelijk” en “grotendeels gekopieerd". Wegens deze redenen is de hoeveelheid gedeeltelijk gekopieerde artikelen eveneens genoteerd. We spreken van gedeeltelijk gekopieerd wanneer een deel van de tekst is gebaseerd op voorverpakt nieuws. Artikelen die dus tussen de 20-40 procent en tussen de 40-60 procent overeenkwamen met de geraadpleegde bron, vielen onder de categorie “gedeeltelijk gekopieerd”. Uit het onderzoek kwam voort dat 59,4 procent van de artikelen volledig of gedeeltelijk was geknipt en geplakt bij RTV Krimpenerwaard. Op basis van deze cijfers werd geconcludeerd dat de omroep afhankelijk is van pr-berichten en persberichten, dat ook wel “voorverpakt nieuws” wordt genoemd. Aan deze conclusie moet echter worden toegevoegd dat de artikelen van RTV Krimpenerwaard niet zomaar bestempeld mogen worden als gratis reclame. Dat komt door de aard van de bronnen, het merendeel van de persberichten waren afkomstig van niet-commerciële instanties zoals de gemeente, de politie, cultuur- en sportverenigingen en de GGD.Show less
Wie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel...Show moreWie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel landelijke als regionale media maken gebruik van een liveblog om wedstrijden te verslaan. Van wedstrijdverslagen van nationale ploegen is bekend dat er een bepaalde vorm van chauvinisme in de berichtgeving zit. Dit exploratieve onderzoek richt zich op chauvinisme in regionale liveblogs en hoe deze regionale liveblogs verschillen tot een landelijk liveblog. Met een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn drie liveblogs onderzocht en met elkaar vergeleken: twee regionale liveblogs (RTV Rijnmond en RTV Utrecht) en één landelijk liveblog (NU.nl). De liveblogs zijn onderzocht op subjectief taalgebruik, sociale identiteit, nabijheid en brongebruik. Resultaten van dit exploratieve onderzoek tonen aan dat in regionale liveblogs sprake is van chauvinistische berichtgeving rond de ‘eigen’ ploeg. Dit komt tot uiting in het gebruik van evaluaties, meningen, aansporingen en resultaten/prestaties uit het verleden.Show less
In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers?...Show moreIn dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers? Daarbij zijn drie deelvragen opgesteld die zich richten tot verschillende thema’s, coldcaseslachtoffers en de lengte van krantenartikelen. Aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn 59 krantenartikelen over zes cold cases geanalyseerd. De resultaten hiervan tonen aan dat drie verschillende informatiethema’s kunnen worden onderscheiden: Autoritaire en onderzoeksgerichte informatie, Persoonlijke achtergronden en informatie & Maatschappelijke betrokkenheid. Deze thema’s concurreren niet met elkaar, maar vullen elkaar aan. Aan de hand van deze thema’s is geconcludeerd dat de mate waarin een coldcaseslachtoffer de volledige en legitieme status van slachtoffer krijgt geen beslissende rol hoeft te spelen bij de wijze waarop over een zaak wordt geschreven. Het is niet zozeer het slachtoffer dat bepalend is: het zijn voornamelijk kenmerken van de zaak zoals de modus operandi. In hoeverre een coldcaseslachtoffer een status als ‘ideaal’ slachtoffer toegewezen krijgt, bepaalt dan ook niet zozeer hoe over hen wordt geschreven, maar eerder hoeveel. In termen van hoeveelheden geldt daarnaast: hoe meer woorden een publicatie bevat, hoe meer persoonlijke informatie wordt uitgediept, ongeacht of een coldcaseslachtoffer wel of niet een legitieme slachtofferstatus heeft.Show less
This thesis examines the interface between migration and identity, and more specifically the impact of the migration experience on the subjectivity and identity of migrant women in Lucia Berlin’s...Show moreThis thesis examines the interface between migration and identity, and more specifically the impact of the migration experience on the subjectivity and identity of migrant women in Lucia Berlin’s short story collection A Manual for Cleaning Women (2015). By close reading a selection of stories that addresses both the issues of mobility and relocation and the subjective effects of migration, I study if and how the experience of migrating and living in the borderlands leads to the configuration of a border identity –that is, a decentered and multiple subjectivity– in a multilingual and intercultural context. Essentially, I argue that Berlin’s stories not only depict different individual experiences of migration and life at the borderlands, but also their impact on the protagonists’ sense of self. Furthermore, I contend that the borderlands are not just a physical place; they are also a state of in-betweenness where transformation of identity takes place and a new self emerges. Using postcolonial and feminist theories and drawing primarily on migration studies and identity studies, this thesis is theoretically inspired by Gloria Anzaldúa’s theory of the borderlands and, critically assessing some of its main concepts, seeks for additional meanings of what a borderland may be and what it is like to live there. In doing so, this thesis explores issues of culture shock, cultural and linguistic dislocation, belonging, and identity (trans)formation.Show less
This thesis explored the Afropessimism framework for examining the dynamics of race and racial inequality in the United States and Brazilian contexts and its potential for advancing racial justice...Show moreThis thesis explored the Afropessimism framework for examining the dynamics of race and racial inequality in the United States and Brazilian contexts and its potential for advancing racial justice efforts. It examined and answered the following questions: How does the critical perspective of Afropessimism impact the experiences and identities of individuals of African descent in the Americas, specifically in the U.S. and Brazil? How does Afropessimism critique the effectiveness of the human rights framework in securing racial justice for individuals within the African diaspora? To examine the translatability of Afropessimism to a different cultural context other than that of the U.S., I researched whether this theoretical framework could also accurately explain the historical and contemporary experiences of Black individuals in Brazil. These questions aimed to evaluate the extent to which Afropessimism, departing from other racial theories, such as intersectionality, questions the efficacy of the human rights framework in transforming society and its social institutions, as a means of irrevocably achieving racial justice.Show less
In deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het...Show moreIn deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het medialandschap de afgelopen jaren geregeld aandacht, maar toch slagen veel redacties er niet in om hun berichtgeving en personeelsbestand representatief in te richten in overeenstemming met hun doelgroep. In deze context is het nog niet eerder voorgekomen dat specifiek jonge journalisten, van 35 jaar of jonger, aan het woord komen bij dit onderwerp. Deze groep journalisten van kleur heeft een kwetsbare positie, aangezien ze over het algemeen nog weinig werkervaring hebben opgedaan in het medialandschap. Dat neemt niet weg dat juist deze groep over een unieke vorm van kennis beschikt die een wezenlijke toevoeging kan zijn aan de oplossing om het Nederlandse medialandschap succesvol te diversifiëren en inclusief te maken. Door juist met de mensen in gesprek te gaan die vaker worden uitgesloten en overgeslagen of zich vaker moeten aanpassen, kan in beeld worden gebracht op welke manier redacties terreinwinst kunnen boeken. Door twaalf semigestructureerde diepte-interviews met jonge Nederlandse journalisten van kleur af te leggen, is laten zien hoe deze journalisten kijken naar de diversiteit en inclusiviteit op hun redacties. Deze ervaringen lopen sterk uiteen en zijn in vijf categorieën ondergebracht. Elke categorie wordt besproken aan de hand van verschillende ervaringen. Door te laten zien waar het bij de negatieve ervaringen tekortschiet, kan worden blootgelegd hoe machtsverhoudingen bij deze tekortkomingen een cruciale rol spelen. Dominante redactieculturen kunnen er op deze manier voor zorgen dat een deel van de geïnterviewden zich uitgesloten voelt en zich genoodzaakt ziet om zich continu aan te passen. Dat is op zijn minst zorgwekkend te noemen en daarom is er actie nodig.Show less
This thesis explores the application of corporeally bereft urban landscapes in the medium of photography. In my case study, I examine Mauricio Lima's photographs as he retraces Eugéne Atget's steps...Show moreThis thesis explores the application of corporeally bereft urban landscapes in the medium of photography. In my case study, I examine Mauricio Lima's photographs as he retraces Eugéne Atget's steps in Paris during the height of the COVID pandemic of 2020. I aim to provide insights into the multiple roles and meanings that “empty places” can take on and connote. To elucidate, I engage with concepts such as the decontextualized place, Benjamin's notion of the Optical Unconscious, rephotography, and appropriation. Additionally, I question the use, shifts, and possible expanded meaning gained through the combination of images with text.Show less
Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor...Show moreUit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor langere tijd blootstellen aan gebeurtenissen die gepaard gaan met doodslag en verwonding. Tegelijkertijd heerst er een ‘suffer in silence’-cultuur, waarin de journalisten zich niet tot nauwelijks uiten over hun zwaktes, niet snel hulp zoeken en blijven werken in dit vakgebied. Om erachter te komen hoe dit is ontstaan en waar de oplossing ligt, zal antwoord worden gegeven op de volgende vraag: “Hoe construeren (oorlogs)correspondenten hun rol in de omgang met potentieel traumatiserende beelden en gebeurtenissen?” Voor dit onderzoek zijn semigestructureerde diepte-interviews afgenomen bij twaalf Nederlandse (oorlogs)correspondenten die nog steeds werkzaam zijn in het veld. Uit het huidige onderzoek blijkt dat in de rolconstructie van journalisten veel discrepantie heerst wat duidt op dissonantie. Zo vindt de journalist dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de mentale gezondheid, terwijl zij hier wel degelijk problemen in ervaren. Toch zijn er nog steeds veel sporen van de machocultuur terug te zien in de manier hoe de journalisten zich al dan niet onbewust uiten. Dit heeft mede te maken met de verschillende rollen waar zij constant aan proberen te voldoen. De desbetreffende beroepsgroep is verstrikt geraakt in een vicieuze cirkel van roloriëntatie en rolvervulling. Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen geen generaliserende en kwantitatieve conclusies getrokken worden, vanwege de verkennende onderzoeksmethode. Het vergt meer kwalitatief vervolgonderzoek om beter inzicht te krijgen in de dilemma’s waar journalisten tegenaan lopen, zodat hier op lange termijn verandering in kan worden gebracht door middel van passende hulpverlening – preventief of achteraf - die (oorlogs)correspondenten in de toekomst beter wapent tegen mentale gezondheidsproblemen.Show less
Klimaatverandering is een groeiend probleem en komt daarom steeds vaker in het nieuws. Bij deze verslaggeving wordt er ook in grotere mate gebruik gemaakt van foto’s en video’s die...Show moreKlimaatverandering is een groeiend probleem en komt daarom steeds vaker in het nieuws. Bij deze verslaggeving wordt er ook in grotere mate gebruik gemaakt van foto’s en video’s die klimaatverandering moet afbeelden. De fotografen en filmmakers die deze beelden maken worden in hun werk blootgesteld aan traumatische gebeurtenissen en hebben contact met slachtoffers hiervan. Echter, er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van dit werk op de fotografen en filmmakers die dit werk doen. Deze scriptie richt zich op de visualisering van klimaatverandering en of dit werk als traumatiserend wordt ervaren. Om dit te onderzoeken is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: In hoeverre kan het visualiseren van klimaatverandering traumatische effecten hebben op de fotografen en filmmakers die deze beelden vastleggen en welke copingstrategieën gebruiken zij om hiermee om te gaan? Hiervoor zijn interviews gehouden met fotografen en filmmakers die klimaatverandering visualiseren. Zij zijn gevraagd naar de manier van visualisatie, de impact die dat op hun heeft, het oplopen van trauma en hoe zij hiermee omgaan. Ook zijn er ook foto-elicitatie interviews gehouden om de context van een drietal beelden dieper te onderzoeken. De kwalitatieve data is geanalyseerd aan de hand van concepten die in de literatuurstudie geformuleerd zijn. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten klimaatverandering visualiseren door het afbeelden van een concrete impact, mensen en dieren. Om dit op beeld vast te leggen gaan respondenten naar gebieden die geteisterd worden door natuurrampen, spreken zij slachtoffers en fotografen en filmen zij deze mensen. In dit werk lopen zij primair trauma op door de situaties waarin zij terechtkomen en de gebeurtenissen die zij ervaren. Ook ervaren zij secundair trauma door de gesprekken die zij hebben met slachtoffers. De respondenten vertonen copingstrategieën in de interviews om het werk een plek te geven. Ook vertonen respondenten ontwijkend gedrag en een distantiëring van emoties. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt geconcludeerd dat het visualiseren van klimaatverandering traumatiserend kan zijn voor de mensen die dit op beeld vastleggen. Zij lopen in hun werk primair en secundair trauma op vanwege de gebeurtenissen die zij ervaren en de slachtoffers die zij spreken. Dit is een oriënterend onderzoek en biedt daarmee veel ruimte voor vervolgonderzoek, zowel kwalitatief onderzoek dat dieper ingaat op het oplopen van en copen met trauma bij het visualiseren van klimaatverandering als kwantitatief onderzoek onder een bredere groep fotografen en filmmakers die dit in beeld brengen.Show less
Post-photography, similar to the post-archival, can be considered a consequence of the change in how we relate to memory and history. As a result of the abundance of information, accelerated by...Show morePost-photography, similar to the post-archival, can be considered a consequence of the change in how we relate to memory and history. As a result of the abundance of information, accelerated by social media and the Internet, representations of the past have changed drastically. As a result, the way we memorize the past is under severe duress. This thesis focuses on these representations of the past, specifically on contemporary representations of archival material. It first discusses the conjunction of documentary photography and artworks concerning the archive. After this, it turns to two case studies to adequately analyse contemporary changes in the content and aesthetics of photographic as well as archival practices. In the analysis of Walid Raad’s The Atlas Group and Max Pinckers’ and MMWVA’s (Mau Mau War Veterans Associations) Unhistories, special attention is paid to important photographic concepts such as time and space. Essentially, it will offer insights into how representation and association of archival events can be reframed and remediated using photography. This research will also offer insights into the political value of aesthetic and formal reactions on the photographic archive as an institution and as a means of representation.Show less
Dit onderzoek richt zich op het schrijven van lokale media over de grote, semi-publieke instellingen in de stad. Bestaand onderzoek richt zich op grote commerciële bedrijven die lokaal worden...Show moreDit onderzoek richt zich op het schrijven van lokale media over de grote, semi-publieke instellingen in de stad. Bestaand onderzoek richt zich op grote commerciële bedrijven die lokaal worden geframed, met een afweging tussen werkgelegenheid en winstvergaring. Bij semi-publieke instellingen is er echter niet sprake van een winstoogmerk. In het onderzoek wordt duidelijk dat het Leidsch Dagblad de Universiteit Leiden vaak afbeeldt als een grote, machtige speler. Tegenstellingen tussen de belangen van de Universiteit en die van de Leidenaren worden vaak uitvergroot, waarbij het toepassen van framingstechnieken en het toebedelen van dramarollen door de krant niet wordt geschuwd.Show less
Een recensie werd vroeger geschreven door vooraanstaande recensenten in de krant. Tegenwoordig kan iedereen op het internet zijn of haar ongezouten mening ventileren over een boek, film of...Show moreEen recensie werd vroeger geschreven door vooraanstaande recensenten in de krant. Tegenwoordig kan iedereen op het internet zijn of haar ongezouten mening ventileren over een boek, film of theatervoorstelling. Voor literatuur blijkt dat gepassioneerde lezers steeds meer aandacht krijgen bij de bespreking van boeken (Reddan, 2022, p. 4). Al jaren is er discussie over wat de rol van recensent inhoudt, maar door ontwikkelingen zoals digitalisering en commercialisering afgelopen decennia staat deze rol nog meer onder druk (Janssen, 2005, p. 307). Deze autoriteitscrisis loopt parallel aan de ontwikkelingen in de reguliere journalistiek (Deuze, 2007, p. 141). Online fora, waar onbeperkte ruimte is voor recensies leveren concurrentie op, die niet altijd even serieus wordt genomen (Dijksterhuis, 2016, p. 9). Onderzoek naar het perspectief van deze bloggende recensenten was er tot op heden nauwelijks, terwijl juist zij iets meer kunnen zeggen over het perspectief op die concurrentie. Deze masterscriptie is een vergelijkend onderzoek naar de rolopvattingen van literaire dagbladrecensenten van de geïnstitutionaliseerde kritiek en die van literaire platformrecensenten van de lekenkritiek in Nederland. De hoofd- en deelvragen richten zich op hoe recensenten zelf hun rol zien. Voor het onderzoek hebben er twaalf semigestructureerde diepte-interviews plaatsgevonden met verschillende recensenten, van zowel bekende nationale kranten als van vrij bekende recensiefora. Middels de grounded theory zijn er vier thema’s geanalyseerd. Wanneer het gaat over de rol van recensent spreken de twee groepen over de functie van een recensie, hun positionering op het literaire veld, de eigenschappen die een recensent moet hebben en over de omgang met uitdagingen in het vak. Het blijkt dat de twee verschillende groepen nader tot elkaar staan dan uit eerder onderzoek is gebleken. De recensenten van online fora werden nog altijd bestempeld als “lekenkritiek”. Wanneer de rolopvattingen worden onderzocht blijkt dat zij veel overeenkomsten hebben met de traditionele recensenten uit de journalistiek. Zijn nemen hun taak serieus en hebben vaak de nodige kennis; er is eerder sprake van “hobbykritiek”. Daartegenover relativeren dagbladrecensenten hun rol, ondanks dat zij nog een vrij grote macht hebben in termen van canonvorming (Op de Beek, 2014, p. 14). Verschillen waren er echter ook. Dagbladrecensenten zijn meer bezig met een literair debat op gang brengen, iets wat kenmerkend is voor de journalistiek in het algemeen, terwijl recensenten van online fora een meer divers aanbod aan literatuur willen bespreken. Daarnaast bleken dagbladrecensenten dicht op de schrijver te staan, omdat zij zelf schrijver zijn of vanwege de kleine Nederlandse literaire wereld. De rol die een recensent aanneemt binnen de interactie met de lezer verschilt per medium, maar traditionele media blijken vooral te zenden. De taak om met uitdagingen als ontlezing om te gaan bleek meer uitbesteed aan de recensenten van de online fora. Het recensentenlandschap verandert en vindt steeds meer online plaats. Hoewel de meeste recensenten het genre niet zien verdwijnen, verwachten zij wel dat de vorm zal veranderen. Wat hun rol dan nog is, voor zowel de recensenten op online fora als voor dagbladrecensenten, blijft een heet hangijzer. Dit onderzoek is een eerste schets van de rolopvattingen van deze twee groepen recensenten en is een wetenschappelijke basis voor vervolgonderzoek.Show less