De journalistiek ligt de laatste tijd steeds meer onder vuur. Van buitenaf klinken geluiden dat journalisten nepnieuws verspreiden of zich voor het karretje laten spannen als een propagandamachine....Show moreDe journalistiek ligt de laatste tijd steeds meer onder vuur. Van buitenaf klinken geluiden dat journalisten nepnieuws verspreiden of zich voor het karretje laten spannen als een propagandamachine. Hierdoor neemt de druk op de journalistiek steeds meer toe, waardoor deze zich ook moet verdedigen tegen de kritiek van buitenaf. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe Nederlandse journalisten omgaan met kritiek en haatdragende taal van buitenaf. Om hierachter te komen staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Op wat voor manier(en) verweren Nederlandse journalisten van nieuwsmedia zich tegen kritische opmerkingen en hate speech van buitenaf? Om deze vraag te beantwoorden zijn elf journalisten van tien verschillende Nederlandse nieuwsmedia een-op-een geïnterviewd. Alle elf de journalisten zijn gevraagd naar hun visies en ervaringen op zes onderdelen: de journalistieke professie, maatschappelijke taken van de journalist, de relatie tot het publiek, de kritiek en soorten kritiek, het omgaan met de kritiek en ten slotte de effecten van de kritiek. Uit de antwoorden zijn verschillende manieren van omgaan met kritiek naar voren gekomen, waarbij meerdere journalisten aangeven dat zij de kritiek makkelijk van zich laten afglijden. Bovendien zijn meerdere journalisten bereid om te reageren op kritiek, al stopt die welwillendheid vaak wanneer er scheldwoorden aan te pas komen.Show less
Het gebruik van iconische foto’s in de krant gaat gepaard met een aantal moeilijke vraagstukken waar de redactie goed over na moet denken. Ten eerste zijn iconische foto’s vaak gruwelijk om te zien...Show moreHet gebruik van iconische foto’s in de krant gaat gepaard met een aantal moeilijke vraagstukken waar de redactie goed over na moet denken. Ten eerste zijn iconische foto’s vaak gruwelijk om te zien. Ten tweede zijn iconische foto’s vaak niet wat ze lijken en ten derde dienen ze geregeld een activistisch doel. Hoe gaan kranten om met deze moeilijkheden wanneer ze een iconische foto willen plaatsen? Hoe kiest de krant een foto bij een nieuwsartikel over een belangrijke gebeurtenis als er geen beeldrichtlijnen over iconische foto’s zijn en de ombudspersoon pas na het plaatsen van de foto een oordeel velt of het de juiste keus was om de foto te publiceren? Deze scriptie geeft daarom antwoord op de vraag: Hoe functioneren opvattingen en normen omtrent het gebruik van iconische foto’s in de Nederlandse kranten: de Volkskrant, de Limburger, Trouw en NRC, afgaande op ombudspersonen en beeldredacteuren werkzaam bij deze Nederlandse kranten?Show less
De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat wetenschapsnieuws, in het bijzonder nieuws over de coronavaccins, continu relevant is voor de samenleving. Door deze unieke situatie kan er opnieuw...Show moreDe coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat wetenschapsnieuws, in het bijzonder nieuws over de coronavaccins, continu relevant is voor de samenleving. Door deze unieke situatie kan er opnieuw gekeken worden naar concepten zoals nieuwswaarden en uitingen van wetenschappelijke onzekerheid. Deze scriptie kijkt specifiek naar hoe het nieuws over de coronavaccins gepresenteerd wordt op Instagram, een steeds belangrijker nieuwsplatform voor jongeren. Door middel van een kwalitatieve inhoudsanalyse wordt er gekeken naar de nieuwswaarden die aanwezig zijn in het vaccinnieuws op de Instagram van de Nederlandse nieuwssite NU.nl. Ook wordt er gekeken of er sprake is van zogenaamde hedging, te weten taalkundige uitingen van (wetenschappelijke) onzekerheid, iets waar het in de wetenschapsjournalistiek veelal aan ontbreekt. 96 posts over de vaccins uit een tijdsbestek van een half jaar zijn vervolgens geanalyseerd. Hieruit bleek dat de relevante nieuwswaarden vooral bekende nieuwswaarden van socialemedianieuws en wetenschapsnieuws omvatten, zoals positief nieuws en personificatie. Interessant genoeg was sociale relevantie de hoofdmanier waarop het nieuws relevant gemaakt werd, en niet overige zaken zoals economische of politieke relevantie, wat de invloed van de pandemie op de samenleving extra duidelijk maakt. Verrassend genoeg bleek er wel degelijk ruimte te zijn voor uitingen van wetenschappelijke onzekerheid in de Instagram posts, hoewel er wel willekeur was qua wanneer er twijfel aan statements werd toegevoegd en wanneer niet. Hoezeer dit komt door de unieke situatie rondom de pandemie en dus in hoeverre deze bevinding door te trekken is naar wetenschapsjournalistiek in het algemeen is echter onzeker.Show less
Met de opkomst van gratis nieuwsmedia en het internet zijn veel lokale media in het gedrang gekomen. Ondertussen hebben hyperlokale media een nieuwe manier van informeren, verbinden en controleren...Show moreMet de opkomst van gratis nieuwsmedia en het internet zijn veel lokale media in het gedrang gekomen. Ondertussen hebben hyperlokale media een nieuwe manier van informeren, verbinden en controleren ontdekt. Deze media nemen de deels weggevallen functies van lokale media waar en richten zich met name op de verbindende functie. Vaak gaat het om initiatieven die klein en gratis beginnen en opereren in een geografisch afgebakend gebied als een wijk of een dorp. In veel gevallen worden ze gerund door individuen en speelt internet een grote rol in het bereiken van hun publiek. In deze scriptie is met name de verbindende functie van de hyperlocals onderzocht. Op welke manier stimuleren ze de sociale cohesie in hun gemeenschap? Het onderzoek is een casestudy van twee hyperlokale media in Middelburg: Wij zijn de stad en Middelburgers. Een kwantitatieve inhoudsanalyse en twee diepte-interviews met redacteuren van beide media geven antwoord op de onderzoeksvraag: Hoe draagt de berichtgeving van hyperlokale media bij aan de sociale cohesie in Middelburg? Om dit te onderzoeken is gebruik gemaakt van een bestaande theorie, opgesteld door Delhey en Dragolov (2016) en later geconcretiseerd door Leupold et al. (2016). Deze theorie onderscheidt negen dimensies, in feite manieren waarop media sociale cohesie onder hun publiek kunnen bevorderen. Voor het kwantitatieve deel is er een inhoudsanalyse uitgevoerd op het werk van Wij zijn de stad en Middelburgers, beide gevestigd in de Zeeuwse hoofdstad Middelburg. Voor de casestudy zijn 80 artikelen van deze twee hyperlokale media geanalyseerd. Om te zien wat motivatie van de auteurs achter het gebruik van de dimensies is, zijn er ook twee interviews afgenomen met de huidige eindredacteuren van beide media. De resultaten wezen uit dat sociale cohesie inderdaad een belangrijk onderdeel van de berichtgeving van de hyperlokale media is. De redacteuren zijn bewust bezig met het verbinden van het publiek en hebben daar hun eigen visies op. Niet elke dimensie die Leupold et al. (2016) onderscheiden, is even relevant voor de redacteurs. Dat is terug te zien in de inhoudsanalyse. Ook tussen beide media zijn verschillen waarneembaar. Voor Wij zijn de stad is identificatie erg belangrijk, dat wil zeggen het schrijven over onderwerpen die typerend zijn voor de regio en waar het publiek zich dus in kan herkennen. Bij Middelburgers vertrouwen in instellingen een grote rol speelt. Deze dimensie gaat met name over het functioneren van de lokale politiek.Show less
Het doel van dit onderzoek is om de rolopvattingen te achterhalen van internationale factcheckers, aangesloten bij het International Fact-Checking Network (IFCN). Hiervoor is de volgende...Show moreHet doel van dit onderzoek is om de rolopvattingen te achterhalen van internationale factcheckers, aangesloten bij het International Fact-Checking Network (IFCN). Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Welke rolopvattingen hebben internationale factcheckers, aangesloten bij het International Fact-Checking Network?’ Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn er 14 semigestructureerde interviews afgenomen bij internationale factcheckers uit verschillende landen over de hele wereld. Gedurende deze interviews zijn de respondenten bevraagd over hun taakomschrijvingen en rolopvattingen tijdens hun werk voor verschillende soorten factcheckorganisaties, zoals NGO’s, universiteiten en factcheck-afdelingen van gevestigde nieuwsorganisaties. De resultaten tonen aan dat factcheckers wereldwijd een maatschappelijke functie dragen, naast hun primaire taak van informeren en feiten presenteren. Die maatschappelijke functie kan bestaan uit rollen als ‘schadebeperker’ door schadelijke onderwerpen te signaleren, als ‘scheidsrechter’ door het publiek te onderwijzen en het publieke personen verantwoordelijk te houden, als vorm van accountability-journalistiek en als ‘expertjager’, door de juiste experts in een bepaald vakgebied te vinden. De resultaten van dit onderzoek zijn vergeleken met de rolopvattingen van journalist, activist en expert volgens een voorgaande studie van Graves & Cherubini (2016). Uit de antwoorden van de respondenten bleek dat de meeste factcheckers zich identificeren met de rol van journalist, gevolgd door de rol van activist. Factcheckers identificeren zich het minst met de rol van expert. De uitdagingen van factcheckers verschillen per organisatie en per land. Tijdgebrek, geloofsovertuigingen en vakjargon zijn voorbeelden van dergelijke uitdagingen. De respondenten beschouwen transparantie van bronnen en methodologische transparantie als centrale journalistieke normen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn suggesties voor vervolgonderzoek geformuleerd, bijvoorbeeld naar de rolopvattingen van Scandinavische of Aziatische factcheckers en onderzoek naar de rolopvattingen van factcheckers wereldwijd met behulp van kwantitatieve onderzoeksmethoden.Show less
This thesis questions how discursive practices in different adaptations of the same fairy tale: Little Red Riding Hood, reflect social and ideological values of their time and place, with regard to...Show moreThis thesis questions how discursive practices in different adaptations of the same fairy tale: Little Red Riding Hood, reflect social and ideological values of their time and place, with regard to gender ideologies and gender representation. This analysis is guided by poststructural theories of feminism that consider gender as a socially produced category, predominantly through language. This allows for the reading of “girlhood”, as a contested category involving various and often competing discourses of femininity. Additionally, this research relies on critical discourse analysis, which allows for a close reading of the authors’ linguistic choices that are potentially significant, as they encode and promulgate particular ideologies.Show less
Literacy skills are declining in The Netherlands. In preparatory vocational education (vmbo) this trend is more visible than elsewhere. Educational professionals are looking for alternative ways to...Show moreLiteracy skills are declining in The Netherlands. In preparatory vocational education (vmbo) this trend is more visible than elsewhere. Educational professionals are looking for alternative ways to stimulate reading activity, particularly the sustained reading activity that is carried out when reading long-form fiction. Reading long-form fiction has considerable cognitive and emotional effects, but many vmbo-students struggle with this type of sustained reading activity. It is currently being discussed if literacy can perhaps be improved through audiobooks. However, it is not clear if ‘reading’ through other modalities has similar intended and unintended effects on literacy as the reading of alphabetic text has. In this thesis, the properties of visual and auditory reading technologies are compared to see how different methods of reading influence the reading process, both cognitively and in terms of reading motivation. The question is explored along the attentional, cognitive, emotional, phenomenological and ergonomic dimensions. The thesis considers embodied reading, modality-specific affordances, impact of (environmental) factors and the way these affect mental interaction with the text. This demonstrates that audiobooks can be used to improve skills related to literacy, but they do not invoke every skill used when reading alphabetic text. The most significant shortcoming of audiobooks is that decoding skills and attention retention are not strengthened as they are with print reading. However, audiobooks can increase vocabulary knowledge, comprehension and reading motivation, particularly for struggling readers. For them, the underexplored option of dual channel reading can also be a worthwhile reading alternative. Existing research suggests that dual channel reading diminishes the cognitive load and working memory effort which typically interfere with the development of high order reading skills. Ultimately, the question which reading method suits best is dependent on the abilities of students and the intended effects and purposed with which is being read in school.Show less
Soms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben....Show moreSoms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben. De Nederlandse naam ‘Wit-Rusland’ is bijvoorbeeld een exoniem van ‘Belarus’. Daar kan grondig over gediscussieerd worden binnen redacties. Dit onderzoek richt zich op die discussies en onderzoekt daarom de opvattingen van eindredacteuren en ombudspersonen. De discussie rondom politieke exoniemen wordt in dit onderzoek enerzijds in het kader van machtsstructuren binnen de taal, anderzijds in het kader van hoe redacties objectief proberen om te gaan met taalkwesties. Om het taalbeleid van kranten te onderzoeken, is er ook kennis nodig van het belang van taal in het algemeen. De woordkeus die dominant in de samenleving is, kan namelijk ook ons denken beïnvloeden. Daarom is er discussie over het gebruik van woorden die als politiek opgevat kunnen worden. Exoniemen zijn een voorbeeld van internationale taalkwesties die gevoelig kunnen liggen. Als taal politiek wordt, moeten redacties keuzes maken over hoe ze daarmee omgaan. Intern wordt er gediscussieerd over woorden en terminologie, maar het is lastig om objectief te blijven als woorden niet neutraal zijn. Het kiezen voor de ene of de andere term kan activistisch worden uitgelegd. Anderzijds hebben kranten een groot bereik en hebben hun taalkeuzes invloed op het taalgebruik van de maatschappij. Hoe gaan redacties om met die verantwoordelijkheid? Er is in het theoretisch kader speciale aandacht voor de rol van stijlboeken, eindredacteuren en ombudspersonen. Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen, is er zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek gedaan. Aan de hand van een tiental kwesties die in het verleden hebben gespeeld is een kwantitatieve inhoudsanalyse gemaakt van het gebruik van endoniemen en exoniemen. Hoe vaak de beide termen gebruikt werden in de jaren voor en nadat er taalveranderingen zijn doorgevoerd in het stijlboek of discussie over heeft plaatsgevonden, toont aan dat veranderingen in het stijlboek zeer effectief zijn. Wat voor beleid er wordt gevoerd op geografische namen, maakt uit voor wat er in de krant staat. Ook zijn er diepte-interviews gehouden met verschillende ombudspersonen en eindredacteuren. Ze hebben inzicht gegeven in de redactionele processen en de afwegingen die gelden bij gevoelige keuzes. De kranten proberen over het algemeen de politiek buiten hun taalkundige beslissingen te houden, maar beseffen dat hun woordkeus wel zo opgevat kan worden. Over het algemeen wordt de voorkeur gegeven aan duidelijkheid en leesbaarheid van de krant. De geografische namen die gebruikt worden moeten makkelijk te begrijpen zijn en goed ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Wel zijn er verschillen te constateren in de mate waarin kranten terughoudend zijn om beslissingen door te voeren. Waar bij NRC de ‘taalrealiteit’ voorop staat, kijkt de Limburger meer naar het beleid van andere kranten. Trouw wil graag haar eigen afwegingen maken, zonder politieke factoren en lijkt daarin terughoudend, terwijl de Volkskrant het minst bang lijkt om veranderingen door te voeren.Show less
The idea of displacing humans from our position of established viewpoints is provocative but necessary in order to better face our impending extinction. If we do not expand our visualities we will...Show moreThe idea of displacing humans from our position of established viewpoints is provocative but necessary in order to better face our impending extinction. If we do not expand our visualities we will not get this chance again. My research explores how nonhuman vision encourages us to confront anthropocentrism - to reconceptualise the way we see ourselves in our domination of all worldly inhabitants. I examine how we can develop ethical ways of living and interacting with others by creating a video work that imagines what it is like to see as a dog. Dogs are one of our closest companions and we have taken away their agency in almost every aspect of their lives. By looking with dogs through a makeshift camera apparatus, I have cultivated an empathetic understanding on how they perceive the human-constructed world. Dogs know how to live well, so we should start believing them.Show less
De rol van impact heeft bij journalistiek werk nu veel aandacht, ook op wetenschappelijk gebied. Betrokken partijen, zoals investeerders, stellen belang in de impact van journalistieke producten en...Show moreDe rol van impact heeft bij journalistiek werk nu veel aandacht, ook op wetenschappelijk gebied. Betrokken partijen, zoals investeerders, stellen belang in de impact van journalistieke producten en ondervragen redacties daarover. Maar is impact van nieuws meetbaar en is daar een bruikbaar, wetenschappelijk verantwoord instrument voor? En valt het meten van impact wel binnen de professie van de journalist? Voor het vinden van duidelijke antwoorden op deze vragen, is het nuttig om een grondig instrument te hebben voor het meten van impact voor een afgebakend nieuwsonderwerp. Op al deze impactgerelateerde vragen proberen onderzoekers antwoord te geven. Zo heeft Green- Barber (2014) onderzoek gedaan naar impact op het journalistieke vlak. Uit haar onderzoek bleek dat impact gemeten kan worden op drie niveaus: macro-, meso- en microniveau en in verschillende categorieën: sociaal, cultureel en politiek gebied. In deze studie wordt impact gezien als het optreden van verandering in individuen, groepen mensen, organisaties, systemen en sociale of fysieke condities. Dat betreft dan bijvoorbeeld bewustzijn, kennis, gedrag, normen of beleid (Green en Patel in Powers & Curry, 2019, p. 2240). De scriptie onderzoekt de werkbaarheid van het model van Green-Barber door middel van een case study. Een case study is uitgevoerd naar Andrew Morgans documentaire The True Cost van 2015. ‘The True Cost’ behandelt de problemen in de wereldwijde kledingindustrie en laat daarbij alle mensen en plaatsen zien in de hele productieketen van kleding. De schaduwkant wordt daarbij vooral belicht door het tevoorschijn brengen van de werkelijke kosten van fast fashion’voor mens en milieu. Doordat deze case study de kledingindustrie behandelt, is aan het model van Green-Barber de categorie ‘economisch’ toegevoegd voor het meten van impact. In de opzet van deze case study is gekozen om het impactmodel van Green-Barber te gebruiken. Zij concludeerde over impact op journalistiek vlak, dat die gemeten kan worden op drie niveaus: macro-, meso- en microniveau, dat vormt de basis van het model. Dit onderzoek geeft nu antwoord op de vraag: Wat is de impact van de documentaire The True Cost volgens het model van Green-Barber en in hoeverre is dit model geschikt voor het meten van impact?Show less
During the 17th century, the book industry of the Dutch Republic was blooming. This business did not focus purely on the province of Holland however. In this thesis, the printing work of the...Show moreDuring the 17th century, the book industry of the Dutch Republic was blooming. This business did not focus purely on the province of Holland however. In this thesis, the printing work of the Frisian printer Samuel van Haringhouck is discussed. Van Haringhouck was active in the city of Bolsward for almost 30 years. This thesis focuses on the way Van Haringhouck combined both local, national and international influences in his work and how he tried to sell his work to an audience outside of Friesland.Show less
Tijdens de crisis rondom COVID-19 stond berichtgeving in de media in het teken van het communiceren van de mogelijke risico’s van het virus: gezondheidsrisico’s, het aantal overleden personen en...Show moreTijdens de crisis rondom COVID-19 stond berichtgeving in de media in het teken van het communiceren van de mogelijke risico’s van het virus: gezondheidsrisico’s, het aantal overleden personen en het wegvallen van ieders sociale leven. Bij het weergeven van rampen of crisissituaties in de media kan sprake zijn van de constructie van een zogenaamde risk society. Hierbij kunnen burgers het gevoel krijgen deel uit te maken van een maatschappij waarin geen controle bestaat over alles wat er gebeurt. Een dergelijke risicomaatschappij is dus een sociaal construct en kan gestuurd worden door media en overheden. De media kunnen het gevoel van leven in risico versterken, bijvoorbeeld door framing. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag ‘Hoe wordt COVID-19 geframed als risk society op Instagramaccounts van nieuwsprogramma’s voor kinderen?’ In het onderzoek worden Instagramberichten van de programma’s NOS Jeugdjournaal, Karrewiet en Logo! onderworpen aan een visuele framinganalyse. Aan de hand van theorie over frames in een risk society, kenmerken van een risk society en productiewaarden van het maken van nieuws voor kinderen, toont het onderzoek hoe de berichten bijdragen aan de sociale constructie van risico’s rondom COVID-19. Ook wordt geanalyseerd hoe dit samengaat de nieuwswaardes die bestaan in de weergave van nieuws voor kinderen. De resultaten van onderzoek verklaren dat risico enerzijds geframed wordt als iets wat ruimte biedt voor innovatie en waar een oplossing voor bestaat. Anderzijds draagt framing juist bij aan het idee dat de crisis veel risico’s met zich meebrengt: de berichtgeving wordt gekenmerkt door dramatisering en angst. Er is sprake van victimisering en anonimisering waarbij werkende burgers, mensen uit het buitenland en kinderen worden geframed alsof ze onzichtbaar zijn. Daarbij worden ze ook als slachtoffer van de crisis geframed. Dit in tegenstelling tot politici, media, wetenschappers en beroemdheden. Bij politici en media suggereert framing dat er sprake is van institutionalisering, waarbij ze de macht hebben om met risico’s om te gaan. Bij wetenschappers en beroemdheden is er sprake van heroïsering, waarbij ze de helden van de crisis zijn.Show less
Journalistieke brontransparantie, d.w.z. de mate waarin nieuwsorganisaties open zijn over de bronnen voor uitspraken in hun berichtgeving, is een veel geopperde manier om een dalend vertrouwen in...Show moreJournalistieke brontransparantie, d.w.z. de mate waarin nieuwsorganisaties open zijn over de bronnen voor uitspraken in hun berichtgeving, is een veel geopperde manier om een dalend vertrouwen in de journalistiek tegen te gaan. In deze scriptie is aan de hand van een bron-georiënteerde benadering onderzocht in hoeverre klimaatartikelen van Nederlandse mainstream online nieuwsmedia NOS.nl en NU.nl van brontransparantie getuigen. Hiervoor zijn veldbronnen in kop en verhaaltekst onderzocht. Het onderzoek toont aan dat de nieuwsmedia al in grote mate transparant zijn, maar dat vooral op het gebied van bronidentificatie nog grote stappen zijn te maken.Show less