Nieuwsmedia maken vandaag de dag gretig gebruik van sociale media om hun nieuwsartikelen te delen en te promoten. In deze studie worden het profiel, de taken en de routines van diegene die deze...Show moreNieuwsmedia maken vandaag de dag gretig gebruik van sociale media om hun nieuwsartikelen te delen en te promoten. In deze studie worden het profiel, de taken en de routines van diegene die deze berichten plaatst bestudeerd, de zogenaamde social media news editor. Dit is uiterst relevant omdat deze editors gezien kunnen worden als de laatste gatekeepers in het nieuwsproces. De resultaten zijn gebaseerd op tien diepte-interviews met social media news editors van Nederlandse nieuwsmedia. Hieruit bleek dat de gemiddelde leeftijd van de social media news editors 32 is en ze allemaal hoogopgeleid zijn (waarvan de meeste met een journalistieke achtergrond). De voornaamste taak is het zo goed mogelijk verspreiden van nieuwsberichten via sociale media. De selectie van nieuwsberichten voor sociale media bestaat uit een ‘goede mix’ tussen ‘leuke’ berichten waarvan ze weten dat die goed gelezen gaan worden, en berichten die journalistiek gezien van belang zijn. Een goede prikkelende kop en boventekst (op Facebook) zijn van essentieel belang om de inhoud van het stuk zo duidelijk en wervend mogelijk neer te zetten. Dit met het doel het merk zichtbaar te maken en mogelijk nieuwe lezers te werven.Show less
In deze scriptie wordt beargumenteerd dat de nieuwsconsument door de komst van nieuwe media steeds meer bepaalt van wie hij of zij het nieuws consumeert, ofwel: steeds meer aan person shifting doet...Show moreIn deze scriptie wordt beargumenteerd dat de nieuwsconsument door de komst van nieuwe media steeds meer bepaalt van wie hij of zij het nieuws consumeert, ofwel: steeds meer aan person shifting doet. Er bestaan al drie vormen van shifting, namelijk place, time, en format shifting. Deze vormen beschrijven hoe de consument steeds meer bepaalt waar, wanneer, en hoe hij of zij het nieuws consumeert. Er blijkt echter een vierde vorm te onderscheiden. De opkomst van social media heeft, door de persoon op de voorgrond te schuiven en ervoor te zorgen dat er meer belang wordt gehecht aan personal branding, het fenomeen person shifting in de hand gewerkt. De onderzoeksvraag is vervolgens: ‘Hoe doen Nederlandse, tekstuele, online nieuwsbedrijven aan person shifting?’ Middels een exploratief onderzoek worden zes manieren (hier: categorieën) onderscheiden waarop person shifting tot uiting komt in de websites van de onderzochte media: sourcing, suggesting, listing, checkmarking, loose branding en profiling. De resultaten zijn wijdverspreid. Dat is niet per se alarmerend: person shifting is immers een relatief nieuw fenomeen waarvan vele kanten onderbelicht zijn. Dit biedt mogelijkheden tot vervolgonderzoek.Show less
Veel nieuwsorganisaties verkeren momenteel in economisch moeilijke tijden, waardoor zij mogelijkheden zoeken om nieuw publiek aan zich te binden. Eén van die mogelijkheden is het gebruik van...Show moreVeel nieuwsorganisaties verkeren momenteel in economisch moeilijke tijden, waardoor zij mogelijkheden zoeken om nieuw publiek aan zich te binden. Eén van die mogelijkheden is het gebruik van Snapchat. Bijna twee miljoen Nederlanders maken gebruik van Snapchat, waarvan 960.000 dagelijks. Vooral jongeren zijn erg actief op Snapchat; het merendeel van de Snapchatgebruikers in Nederland is tussen de 15 en 19 jaar oud (Van der Veer et al., 2017, p.13). Verwacht wordt dat Snapchat steeds meer gaat stijgen en binnen afzienbare tijd zelfs Twitter voorbij zal gaan (Van der Veer, et al., 2017, p.28). Dit medium kan voor nieuwsorganisaties dan ook interessant zijn om nieuwe doelgroepen aan zich te binden. Behalve het aantrekken van nieuwe doelgroepen, worden journalisten steeds meer gedwongen om rekening te houden met het gebruikersgedrag van nieuwsconsumenten (Wendelin et al., 2015). Nieuwsorganisaties hebben met toenemende concurrentie te maken, waardoor zij zich verplicht voelen om meer aandacht aan de voorkeuren van hun publiek te besteden. Dit zorgt ervoor dat het nieuwsaanbod verandert en steeds meer wordt gevormd door deze voorkeuren (Klinenberg, 2005; McManus, 1994; Mindich, 2005; Underwood, 1993, geciteerd in Boczkowski & Peer, 2011. p.857). Een voorbeeld hiervan is de verschuiving van public affairs naar non public affairs in de media: er wordt steeds meer voorkeur gegeven aan nieuws over non public affairs in vergelijking met public affairs, omdat het publiek dit soort nieuws liever leest (Boczkowski & Peer, 2011). Bij nieuws op sociale media is er tevens sprake van verzachting. Nog meer dan op nieuwssites, als we Maier (2010) moeten geloven. Uit zijn onderzoek blijkt dat zelfs als sociale media en nieuwssites, kranten, tv en radio over hetzelfde onderwerp berichten, het nieuws op sociale media vanuit een andere, zachtere, invalshoek benaderd wordt. Vaak worden populaire verhalen meer verspreid op sociale media omdat redacteuren zo hopen meer lezers naar hun websites te trekken (Lee & Tandoc, 2017, p.439). Is er in Nederland sprake van een evenwichtige nieuwsselectie, of wordt er ook hier meer steeds meer zacht nieuws geplaatst op nieuwssites en sociale media? Om hier antwoord op te kunnen geven, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke nieuwsfactoren en nieuwsonderwerpen bevat het nieuws van NOS op Snapchat, en in welke mate verschilt dit met het nieuws op de website? De inhoud van het nieuws op de website en op Snapchat van de NOS wordt geanalyseerd met behulp van een kwantitatieve inhoudsanalyse van 274 webartikelen en 74 Snapchatberichten van de NOS. Aan de hand hiervan kan er een uitspraak worden gedaan over wat voor soort nieuws het meeste voorkomt op de website en op Snapchat en of hier een verschil in zit. Uit de resultaten blijkt dat op Snapchat de nieuwsfactoren slecht nieuws en verrassing het vaakst voorkomen in de nieuwsberichten, evenals relevantie en nabijheid. Exclusiviteit, beroemdheid, agenda en personificatie komen het minst vaak voor in het Snapchatnieuws van de NOS. In het nieuws op de website van de NOS komen conflict, slecht nieuws, relevantie en nabijheid het meeste voor. Samen met follow-up en power elite. De nieuwsfactoren exclusiviteit, agenda, drama en beroemdheid komen het minst vaak voor in de websiteberichten. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat er op de website van de NOS voor het grootste deel algemeen nieuws wordt geplaatst en in de Snaplines komt zacht nieuws het vaakst aan bod. Opvallend is dat bij beide kanalen hard nieuws het minste voorkomt. Op de website van NOS gaat 27% van de berichten over zacht nieuws, tegenover 20,9% over hard nieuws. Op Snapchat is dit 2 verschil groter: hier gaat 24,4% van de berichten over hard nieuws en 41,9% over zacht nieuws. Verder publiceren beide kanalen het meeste nieuws over non public affairs. Waarbij op Snapchat significant meer non public affairs nieuws wordt geplaatst dan op de website. Er kan dan ook met zekerheid worden gezegd dat er op beide kanalen, maar met name op Snapchat, verzachting van het nieuws plaatsvindt.Show less
Door het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live...Show moreDoor het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live zijn, content verdwijnt weer (Bayer et al, 2015) en er zijn allerlei bewerkingstools aanwezig (Piwerk en Joinson, 2016). Snapchat is erg populair onder jongeren en het is daarom niet gek dat een nieuwsorganisatie als de NOS Snapchat gebruikt om die doelgroep te bereiken. In eerdere onderzoeken naar blogs (Singer, 2005) en Twitter (Lasorsa et al, 2012) werd onderzocht in hoeverre een nieuw medium de journalistieke normen van onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping schaadt. Uit deze onderzoeken bleek dat journalisten grofweg dezelfde journalistieke normen en werkwijze handhaafden op blogs als binnen traditionele journalistiek, maar dat dit op Twitter veranderde. Journalisten gebruikten enerzijds hun traditionele normen binnen Twitter, maar pasten zich ook aan Twitter aan. In dit onderzoek zijn 186 snaps van NOS Snaplines geanalyseerd aan de hand van de drie begrippen: onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping. Uit de resultaten blijkt NOS Snaplines relatief onpartijdig wanneer het gaat om tekst. Wanneer er naar bewerkingstools zoals emoji’s en stickers wordt gekeken, blijkt dat deze bewerkingen de snaps wel partijdig maken. Deze bewerkingstools kunnen namelijk ook emoties of meningen verkondigen. Eerder onderzoek stelt dat journalisten een manier zoeken om emoties uit te besteden. Dit kan een journalist doen door niet zijn eigen emoties op te schrijven, maar de emoties van een ander (Wahl-Jorgensen). Er zou in het geval van NOS Snaplines gesteld kunnen worden dat emoties worden uitbesteed aan eigenschappen van een medium, door bijvoorbeeld emoji’s binnen Snapchat in te zetten. NOS Snaplines blijkt uit de analyse over een lage mate van transparantie te beschikken, terwijl social media normaliter transparanter zijn dan traditionele media (Singer, 2005; Lasorsa et al, 2012). Hyperlinking maakt social media transparant, maar Snapchat heeft deze mogelijkheid niet. Toch zijn er andere manieren om transparant te zijn. Zo is Snapchat een medium waar juist alledaagse content, materiaal van achter de schermen en content vanaf locatie kan worden geplaatst, wat transparant kan worden bevonden maar weinig gebeurt in NOS Snaplines. Uit de analyse naar het derde begrip, gatekeeping, blijkt dat de rol van gatekeeper sterk wordt bewaakt binnen NOS Snaplines. Het podium wordt niet snel gedeeld. De begrippen onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping lijken nog gehandhaafd te worden binnen Snapchat, in die zin kan gesteld worden dat de journalisten Snapchat ‘normalizen’. Ze zorgen dat hun eigen normen en waarden gebruikt kunnen worden in het nieuwe medium. Gesteld kan worden dat NOS Snaplines nog lijkt op een traditioneel achtuurjournaal, uit de analyse is gebleken dat zelfs de opbouw hetzelfde is. Maar aan de andere 3 kant gebruiken de Snaplines-redacteuren emoji’s en stickers die het nieuws partijdig maken. In eerder onderzoek naar Twitter viel op dat er minder waarde werd gehecht aan het concept van onpartijdigheid (Lasorsa et al 2012), wat ook het geval blijkt te zijn in NOS Snaplines. Dit duidt op het idee dat binnen sociale-mediajournalistiek voornamelijk de journalistieke norm van onpartijdigheid aan het veranderen is. Hoewel in de literatuur het dominante paradigma is dat subjectiviteit en emoties in nieuws beperkt moeten worden, zijn er ook tegengeluiden waarbij onderzoekers een positievere houding hebben tegenover emotionele (meer partijdige) journalistiek (Pantti, 2010; Wahl-Jorgensen, 2013; Opgenhaffen en Welbers, 2017). Want opiniërend, persoonlijk en subjectief nieuws kan een voordeel hebben op feitelijk nieuws omdat consumenten, zeker op social media, worden overspoeld met feitelijk nieuws. Een interpretatie kan dan een extra laag geven aan het objectieve nieuws (Marchi, 2012). Daarnaast blijkt uit de analyse dat de nieuwsonderwerpen die worden besproken vooral bestaan uit non-public affairs, oftewel nieuws dat aantrekkelijk is voor jongeren, maar waarvan journalisten normaliter denken dat het minder nieuwswaarde heeft (Boczkowski & Mitchelstein, 2010). Hoewel NOS Snaplines-redacteuren aan de ene kant hun journalistieke normen gebruiken binnen Snapchat, passen ze ook hun werkwijze aan Snapchat aan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat redacteuren van NOS Snaplines op een andere manier journalistiek bedrijven en dat de journalistiek wel degelijk verandert door een nieuw medium als Snapchat.Show less
Sociale netwerken zijn nog steeds de snelst groeiende en meest populaire internet fenomenen onder jongeren. Het is daarom aannemelijk dat ook de meeste consumptie van nieuws wat betreft jongeren...Show moreSociale netwerken zijn nog steeds de snelst groeiende en meest populaire internet fenomenen onder jongeren. Het is daarom aannemelijk dat ook de meeste consumptie van nieuws wat betreft jongeren tegenwoordig plaatsvindt via sociale media. Volgens het meest recente onderzoek van Pew Internet Research zit 88% van de Amerikaanse jongeren op Facebook, 59% op Instagram en 36% op Twitter (Pew Research Center, 2016). Om aan te geven hoe hard deze ontwikkeling is gegaan de afgelopen jaren: toen Pew in 2005 begon met dit onderzoek was slechts 7% van de Amerikaanse jongeren actief op één van deze platformen. Het is inmiddels duidelijk dat het idee dat platformen als Twitter en Facebook enkel gebruikt worden voor sociale doeleinden, achterhaald is. Natuurlijk is het nog steeds een platform voor zelfontplooiing, maar steeds meer jongeren, en met name studenten, zien al geruime tijd in dat het ook een educatieve functie kan hebben (Robyler et al., 2010). Zodoende is er de afgelopen jaren als het ware een verandering ontstaan in de manier waarop men naar social media kijkt. Waar het begon als een platform voor sociale doeleinden, begint het zich steeds vaker te ontplooien als een medium met een educatieve functie waar men ook steeds meer nieuws kan consumeren. In dit onderzoek wordt onderzocht hoe Nederlandse studenten social media gebruiken voor nieuwsvergaring, en in hoeverre er binnen verschillende groepen studenten verschillen zijn op te merken.Show less
Veel nieuwsorganisaties hebben vanwege de mediapolis, de wereld waarin we niet met media leven, maar in media (Deuze, 2011), een sociaal mediakanaal aangemaakt (Messner et al., 2011). Ook voor...Show moreVeel nieuwsorganisaties hebben vanwege de mediapolis, de wereld waarin we niet met media leven, maar in media (Deuze, 2011), een sociaal mediakanaal aangemaakt (Messner et al., 2011). Ook voor Snapchat. Snapchat is een van de nieuwste en snelst groeiende sociale media; een platform waarbij de content na 24 uur verdwijnt. Een miljoen Nederlanders maken gebruik van Snapchat. Vooral de jongere doelgroep van 15 tot 19 jaar (van der Veer, Sival & van der Meer, 2016). Houden journalisten, wanneer ze nieuwsberichten maken, rekening met deze doelgroep, en met de verdwijnende content? We stuiten hiermee op de grote vraag van dit onderzoek: In hoeverre verschilt de nieuwsselectie op Snapchat met de nieuwsselectie op de website van datzelfde medium van vijf grote sportmedia: SB Nation, CBC Sports, USA Today Sports, TSN en Eurosport? Deze vraag beantwoorden we door middel van een kwantitatieve inhoudsanalyse. De vijf verschillende sportmedia zijn gevolgd op Snapchat. Op basis van de inhoud van deze snaps is gezocht naar de corresponderende websiteberichten, op de website van het betreffende sportmedium. Van de 385 matchende snaps en websiteberichten is een vergelijking gemaakt op basis van onderwerp, genre, nieuwswaarden, emotionaliteit en originaliteit. Resumerend kan gesteld worden dat de twee verschillende platforms van compleet andere aard zijn. De overeenkomsten qua genre, onderwerp en nieuwswaarden zijn ver te zoeken. Wat opviel was dat er op de website meer emotionaliteit wordt gebruikt in de nieuwsberichten dan op Snapchat. Het enige waarin Snapchat en de website niet verschillen is de originaliteit. Op beide platforms worden de berichten speciaal voor het platform zelf gemaakt, wat betekent dat journalisten voor de website en voor Snapchat aparte berichten creëren.Show less
Sociale media hebben inmiddels een belangrijke rol verworven in de online nieuwsmarkt. Zij hebben zelfs het moderne nieuwsmedialandschap deels gevormd; ze brengen alle vormen van online nieuws...Show moreSociale media hebben inmiddels een belangrijke rol verworven in de online nieuwsmarkt. Zij hebben zelfs het moderne nieuwsmedialandschap deels gevormd; ze brengen alle vormen van online nieuws samen op één locatie op het World Wide Web én ze hebben een deel van het nieuwsselectieproces verplaatst van nieuwsproducent naar nieuwsconsument. Omdat bijna alle nieuwssites gebruik maken van sociale netwerksites als Facebook en Twitter, zou men verwachten dat de diversiteit van zowel het nieuwsaanbod als de nieuwsconsumptie op deze sociale netwerksites hoog is. Eerdere onderzoeken naar de diversiteit van online nieuwsconsumptie van klassieke nieuwsmedia schetsen een pessimistisch beeld van het hedendaagse online nieuwslandschap (Scott, 2005; Fenton, 2010). Aan de andere kant bevinden alternatieve nieuwsmedia zich wel degelijk online (Redden & Witschge, 2010). Facebook en Twitter vormen een verzameling van al deze soorten nieuwssites en de vraag is dan vervolgens of de nieuwsconsument ook daadwerkelijk de weg naar dit diverse online nieuwsaanbod weet te vinden. Binnen deze masterscriptie is onderzocht hoe het zit met de diversiteit van het nieuws like- en volggedrag op Facebook en Twitter aan de hand van vier verschillende categorieën online nieuwssites: klassiek, online-only, sociale media-only en individuele journalisten. Op Twitter wordt er significant meer nieuws geconsumeerd dan op Facebook. Ook is de verdeling van de gevolgde accounts op Twitter diverser dan op Facebook. Daarnaast blijkt dat, hoewel de respondenten met het internet zijn opgegroeid, zij nog steeds voor een groot deel terugvallen op klassieke nieuwsmedia. Tot slot blijken factoren als leeftijd en geslacht op Facebook wel een significante invloed te hebben op de intensiteit van de nieuwsconsumptie. Daarentegen is deze invloed op Twitter minimaal. Dit onderzoek schetst dan ook de staat van de diversiteit van het nieuws like- en volggedrag op Facebook en Twitter en maakt een begin aan het overbruggen van de lacune in onderzoek naar online nieuwsconsumptie.Show less
Zowel binnen de journalistieke praktijk als in het wetenschappelijk discours heerst het idee dat tijdschriften crossmediaal te werk moeten gaan om te kunnen overleven in het huidige digitaliserende...Show moreZowel binnen de journalistieke praktijk als in het wetenschappelijk discours heerst het idee dat tijdschriften crossmediaal te werk moeten gaan om te kunnen overleven in het huidige digitaliserende medialandschap. Aanwezigheid op sociale media is hierbij van cruciaal belang. Met een casestudy van meidenblad Tina biedt dit onderzoek inzicht in factoren en overwegingen die een rol spelen bij de inzet van sociale media door een specifiek tijdschrift. Dit gebeurt door middel van een overzicht van relevante literatuur in combinatie met participerende observatie en een kwantitatieve inhoudsanalyse. In de resultaten wordt de sociale media strategie van Tina beschreven, worden inhoudelijke en vormelijke eigenschappen van content op bijbehorende sociale platformen geïdentificeerd en wordt de invloed van klik-, like-, share- en commentgedrag onderzocht. Hieruit blijkt onder andere dat Tina sociale media voornamelijk inzet ter promotie van de eigen producten en diensten en als middel om met de doelgroep te communiceren. Daartoe geeft de redactie aan elk sociaal kanaal een vooropgezette invulling, waarin een zo groot mogelijke populariteit van berichten in de vorm van reacties, likes, favorieten en retweets een belangrijk onderdeel vormt.Show less
In dit onderzoek naar nieuws op Facebook wordt een case study uitgevoerd op de AD Facebookpagina. Door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse is de conclusie dat er nieuwe...Show moreIn dit onderzoek naar nieuws op Facebook wordt een case study uitgevoerd op de AD Facebookpagina. Door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse is de conclusie dat er nieuwe selectiecriteria zijn in het gatekeepingproces, waaronder ´like-ability´en ´share-ability´. Ook blijkt dat Facebook geen op zich staand nieuwsmedium is en dat het medium door AD gebruikt wordt als etalage van de website. Hiermee krijgt het social medium een traditionele medialogica toegekend en wordt de werkelijke medialogica genegeerd. De social media strategie van het AD blijft daarmee ontoereikend. Deze studie pleit voor meer onderzoek naar nieuwswaarden op social media en naar Facebook als nieuwsmedia an sich.Show less
Sociale media krijgen een steeds belangrijkere rol in de wereldwijde nieuwsconsumptie. Nieuwsorganisaties spelen hier op in door een selectie van hun content op sociale media te delen. Het publiek...Show moreSociale media krijgen een steeds belangrijkere rol in de wereldwijde nieuwsconsumptie. Nieuwsorganisaties spelen hier op in door een selectie van hun content op sociale media te delen. Het publiek kan aan de slag met de content: sharen, liken en commenten zijn ingeburgerde termen. Maar hoewel er veel onderzoek is gedaan naar nieuwsselectiecriteria voor traditionele nieuwsmedia, ontbreekt onderzoek naar de eigenschappen die nieuwsberichten op sociale media ‘sociaal’ maken: berichten die veel likes, comments en shares ontvangen. Binnen deze masterscriptie is onderzocht in hoeverre de nieuwsselectiecriteria van Harcup en O’Neill (2001) invloed hebben op de mate waarin mensen interageren met nieuwsberichten op de Facebookpagina van de NOS. Berichten die voldoen aan de nieuwsselectiecriteria bekende mensen, entertainment, verrassing en goed nieuws leveren significant meer likes op. Het criterium verrassing levert ook significant meer comments en shares op. Voor de criteria slecht nieuws en magnitude geldt het omgekeerde: zij genereren significant minder likes. Berichten die voldoen aan het criterium entertainment leveren significant minder comments op. Foto’s, fotoalbums en hypertekst leveren significant meer likes op. Bovendien leveren foto’s en hypertekst ook meer comments en shares op. Slechts een aantal nieuwselectiecriteria kan verklaren dat een bericht als ‘sociaal’ wordt beschouwd, en zodoende interactie in de vorm van likes, comments en shares genereert. De nieuwsselectiecriterialijst moet dan ook herzien worden voor sociale media, indien interactie van het publiek met de content een van de na streven doelen is.Show less