Door toenemende economische druk is het gebruik van audience metrics op online redacties het afgelopen decennium sterk toegenomen (Zamith, 2018). Hiermee zijn de clicks van een gekwantificeerd...Show moreDoor toenemende economische druk is het gebruik van audience metrics op online redacties het afgelopen decennium sterk toegenomen (Zamith, 2018). Hiermee zijn de clicks van een gekwantificeerd publiek een steeds grotere rol gaan spelen als poortwachter in het nieuwsselectie- en productieproces (Shoemaker & Vos, 2009). Dit is problematisch omdat metrics alleen het gedrag van de massa kunnen meten. De clicks worden onterecht op één lijn gelegd met de interesse van het publiek en zorgen ervoor dat de wensen van de loyale nieuwsconsument worden ondergesneeuwd (Fürst, 2020). Een traditionele focus op clicks is daarnaast onwenselijk wegens het veranderende verdienmodel van veel redacties. Door tegenvallende advertentie-inkomsten focussen zij zich steeds meer op het verwerven van abonnees of leden (Newman, 2023). Daarom doet deze studie onderzoek naar hoe metrics tegenwoordig worden ingezet door redacties om de loyale nieuwsconsument aan zich te binden. Bij vier Nederlandse kranten, de Telegraaf, het AD, de NRC en de Volkskrant, is onderzocht of en hoe loyaliteit onderdeel vormt van de doelen bij het meten van data en hoe het meten van loyaliteit in de praktijk wordt gebracht. Op de redactievloer zijn op vier lagen semigestructureerde interviews afgenomen om op te onderzoeken hoe tegen loyaliteit wordt aangekeken en wat de daadwerkelijke impact is van metrics (ook veelvuldig ‘data’ genoemd in deze studie) die om loyaliteit draaien. Bij elke krant is een online eindverantwoordelijke, een data-analist, een samensteller van de homepagina en een schrijvende redacteur geïnterviewd. Uit de interviews blijkt dat de rol van loyaliteit zeer groot is in zowel de doelstellingen als de uitvoering. Bij veel redacties ligt een grote focus op het verwerven en actief houden van abonnees. Hierdoor wordt in data-analyse het gedrag van loyale nieuwsconsumenten in bepaalde gevallen geprioriteerd boven eenmalige nieuwsconsumenten. Daarnaast wordt door redacties onderzocht hoe die nieuwsgebruiker loyaal wordt. Zo wordt het pad naar conversie (abonnementsverkoop) geanalyseerd en wordt op artikelniveau geanalyseerd waar en waarom nieuwsconsumenten afhaken. Deze kennis uit data wordt ingezet om beter aan te sluiten op publieksbehoeften. De kanttekening die moet worden geplaatst is dat, ook al verliezen de clicks terrein, beslissingen op real-time basis nog veel op die clicks gebaseerd zijn. Uit het empirische onderzoek worden twee belangrijke lessen getrokken. Ten eerste bepalen metrics allang niet meer slechts de onderwerpkeuzes, maar kunnen metrics tegenwoordig eerder de vorm van een artikel bepalen dan het onderwerp. Ten tweede hoeft de loyale nieuwsconsument niet ondergesneeuwd te raken door metrics, maar vormen metrics juist de mogelijkheid om de behoeften van die loyale nieuwsconsument te vervullen. Het onderzoek sluit af met een discussie waarin de vraag wordt gesteld hoe deze nieuwe vormen van metrics invloed hebben op de democratische functie van media.Show less
Soms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben....Show moreSoms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben. De Nederlandse naam ‘Wit-Rusland’ is bijvoorbeeld een exoniem van ‘Belarus’. Daar kan grondig over gediscussieerd worden binnen redacties. Dit onderzoek richt zich op die discussies en onderzoekt daarom de opvattingen van eindredacteuren en ombudspersonen. De discussie rondom politieke exoniemen wordt in dit onderzoek enerzijds in het kader van machtsstructuren binnen de taal, anderzijds in het kader van hoe redacties objectief proberen om te gaan met taalkwesties. Om het taalbeleid van kranten te onderzoeken, is er ook kennis nodig van het belang van taal in het algemeen. De woordkeus die dominant in de samenleving is, kan namelijk ook ons denken beïnvloeden. Daarom is er discussie over het gebruik van woorden die als politiek opgevat kunnen worden. Exoniemen zijn een voorbeeld van internationale taalkwesties die gevoelig kunnen liggen. Als taal politiek wordt, moeten redacties keuzes maken over hoe ze daarmee omgaan. Intern wordt er gediscussieerd over woorden en terminologie, maar het is lastig om objectief te blijven als woorden niet neutraal zijn. Het kiezen voor de ene of de andere term kan activistisch worden uitgelegd. Anderzijds hebben kranten een groot bereik en hebben hun taalkeuzes invloed op het taalgebruik van de maatschappij. Hoe gaan redacties om met die verantwoordelijkheid? Er is in het theoretisch kader speciale aandacht voor de rol van stijlboeken, eindredacteuren en ombudspersonen. Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen, is er zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek gedaan. Aan de hand van een tiental kwesties die in het verleden hebben gespeeld is een kwantitatieve inhoudsanalyse gemaakt van het gebruik van endoniemen en exoniemen. Hoe vaak de beide termen gebruikt werden in de jaren voor en nadat er taalveranderingen zijn doorgevoerd in het stijlboek of discussie over heeft plaatsgevonden, toont aan dat veranderingen in het stijlboek zeer effectief zijn. Wat voor beleid er wordt gevoerd op geografische namen, maakt uit voor wat er in de krant staat. Ook zijn er diepte-interviews gehouden met verschillende ombudspersonen en eindredacteuren. Ze hebben inzicht gegeven in de redactionele processen en de afwegingen die gelden bij gevoelige keuzes. De kranten proberen over het algemeen de politiek buiten hun taalkundige beslissingen te houden, maar beseffen dat hun woordkeus wel zo opgevat kan worden. Over het algemeen wordt de voorkeur gegeven aan duidelijkheid en leesbaarheid van de krant. De geografische namen die gebruikt worden moeten makkelijk te begrijpen zijn en goed ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Wel zijn er verschillen te constateren in de mate waarin kranten terughoudend zijn om beslissingen door te voeren. Waar bij NRC de ‘taalrealiteit’ voorop staat, kijkt de Limburger meer naar het beleid van andere kranten. Trouw wil graag haar eigen afwegingen maken, zonder politieke factoren en lijkt daarin terughoudend, terwijl de Volkskrant het minst bang lijkt om veranderingen door te voeren.Show less