Een hypothetische conditionele vraag is een vraag waarin een hypothetische werkelijkheid wordt geschetst. Aan de hand hiervan moet een geïnterviewde een uitspraak doen over zijn/haar gedrag of...Show moreEen hypothetische conditionele vraag is een vraag waarin een hypothetische werkelijkheid wordt geschetst. Aan de hand hiervan moet een geïnterviewde een uitspraak doen over zijn/haar gedrag of gedachten wanneer deze situatie werkelijkheid zou zijn. In deze studie wordt dit type vraag geplaatst binnen bestaande theorieën over interviewstijlen en conditionele constructies. Vervolgens worden de verschillende vormen door middel van een corpusanalyse geanalyseerd en wordt een continuüm gemaakt waarin de vormen die in gesproken interviews voorkomen, zijn gerangschikt op mogelijke effectiviteit. De hypothetische conditionele vraag kan worden gezien als een conditionele taalhandeling waarbij welwillendheid van de geïnterviewde nodig is om deze te beantwoorden. De hypothese is dat hoe dichter de geschetste hypothetische situatie bij de werkelijke wereld ligt, hoe effectiever de vraag. Daarnaast is de hypothese dat een hoge mate van syntactische integratie zorgt voor een effectievere vraag. In de praktijk lijkt ontkenning van een hypothetische vraag sporadisch voor te komen en met name bij vragen die als mogelijk minder effectief zijn geclassificeerd.Show less
Door middel van een collostructionele analyse probeer ik te achterhalen welke semantische verschillen er zijn tussen de Nederlandse toekomstconstructies gaan + infinitief en zullen + infinitief.
Door handel, oorlogen en bedevaarten nemen de interculturele contacten toe in de late middeleeuwen, maar in de medioneerlandistiek blijft het onderzoek naar de westerse beeldvorming van...Show moreDoor handel, oorlogen en bedevaarten nemen de interculturele contacten toe in de late middeleeuwen, maar in de medioneerlandistiek blijft het onderzoek naar de westerse beeldvorming van vertegenwoordigers van andere culturen onderbelicht. Een interessante vertegenwoordiger van een andere cultuur is Saladin. Deze historische tegenstander van de twaalfde-eeuwse kruisvaarders speelt de hoofdrol in verschillende Middelnederlandse teksten. Saladin krijgt in deze teksten tegenstrijdige eigenschappen: hij is een heidense vijand, maar ook een edelmoedige held. In dit onderzoek ga ik dieper in op de representaties van Saladin in de verschillende afschriften van Van den coninc Saladijn ende van Hughen van Tabaryen.Show less
In mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De...Show moreIn mijn masterscriptie analyseer ik het werk van een auteur van Turkse komaf in Nederland en in Duitsland. Hierbij gaat mijn focus vooral uit naar het thema van de (nationale) identiteit. De voornaamste vragen die ik in dit onderzoek wil beantwoorden, zijn: hoe wordt de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in de romans De importbruid en ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit gerepresenteerd? Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen? En hoe moet men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze romans eigenlijk interpreteren? Mijn bevindingen zal ik in het theoretische kader van de postkoloniale theorie plaatsen die ik in het begin van deze scriptie zal bespreken. Tegelijkertijd wil ik echter ook aandacht besteden aan de kenmerken van postkoloniale literatuur in het algemeen, de romans van deze migrantenauteurs en de geschiedenis van Turkse migranten in Nederland en Duitsland. De opbouw van mijn masterscriptie ziet er daarom als volgt uit: ik begin met een theoretisch overzicht van de migrantenliteratuur. Hierbij ga ik in op de problematiek van de termen, het ontstaan en de kenmerken van het genre. Verder schets ik de situatie van de Turkse arbeidsmigratie naar Nederland en Duitsland in de 20e eeuw. Vervolgens analyseer ik Hülya Cigdems debuutroman De importbruid. Wat de schrijfster betreft, focus ik me op haar biografie. Met betrekking tot het verhaal zal ik me bezighouden met de titelverklaring, de inhoud, de vorm/opbouw, de thema’s, de motieven, de stijl en de receptie/waardering. Ik sluit af met een conclusie. Aansluitend hieraan zal ik op dezelfde manier ArabQueen oder Der Geschmack der Freiheit, het werk van Güner Yasemin Balci, analyseren en tevens met een conclusie eindigen. Vervolgens zal ik een eindconclusie geven waarin ik nog eens in ga op de zoektocht naar een nieuwe (nationale) identiteit in beide romans en waarin ik de overeenkomsten en verschillen wat de verhalen betreft duidelijk tegenover elkaar zal stellen. Bovendien zal ik de vraag beantwoorden hoe men de Turkse (nationale) identiteit volgens deze werken eigenlijk moet interpreteren.Show less
Deze studie laat zien hoe de laatmiddeleeuwse moraliteit Elckerlyc gedurende de twintigste eeuw door Nederlandse beroepstonelisten steeds weer is ingezet voor het verkondigen van nieuwe...Show moreDeze studie laat zien hoe de laatmiddeleeuwse moraliteit Elckerlyc gedurende de twintigste eeuw door Nederlandse beroepstonelisten steeds weer is ingezet voor het verkondigen van nieuwe theateridealen.Show less
In de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou...Show moreIn de aanloop naar de troonswisseling in 2013 leefde in Nederland de vraag of er met een nieuwe vorst ook een nieuwe tijd zou aanbreken. Zou de troonrede dit jaar eens anders dan anders zijn? Zou deze toespraak hoop en troost kunnen bieden gedurende de nog altijd voortdurende kredietcrisis? Tacitus (vertaling 2003, 95) stelde al dat mensen tijdens turbulente tijden als een crisis, meer behoefte hebben aan ‘grote’ en ‘troostrijke’ woorden. Wanneer men hier ontvankelijk voor is, is het aannemelijk dat men ook vatbaarder is voor eventuele retorische of manipulatieve uitwerkingen van dergelijke ‘troostrijke’ woorden. Middels het gebruik van frames en metaforen kunnen mensen (veelal onbewust) in een bepaalde denkrichting worden gestuurd. In deze scriptie is onderzocht welke frames en metaforen er zijn gebruikt in de troonredes met betrekking tot de crisis: ‘Welke crisisframes en crisismetaforen worden er in de troonredes gebruikt ten tijde van de crisisperioden uit de 20ste en 21ste eeuw, welke functies vervullen zij, en zijn er per periode typerende crisisframes en crisismetaforen aan te wijzen?’ Hierbij is uitgegaan van een kwalitatieve analyse, die gebaseerd is op talige elementen. Zowel de aanwezigheid en de spreiding van de crisisframes (en ondersteunende metaforen bij deze frames) bínnen een crisistijd, als de dominante crisisframes door de verschillende crisistijden heen, zijn in kaart gebracht. Zoals was te verwachten door het officiële, onafhankelijke en ingetogen karakter van het genre van de troonrede, komen er geen tot weinig opvallende en niet-conventionele frames en metaforen voor. De subtielere varianten die zijn aangetroffen in het geanalyseerde metaforische taalgebruik, zijn veelal gebaseerd op algemene concepten. In totaal konden er vijf crisisframes (met bijbehorende ondersteunende metaforen) worden onderscheiden: de crisis als bedreiging (voornamelijk ondersteund door de pressiemetafoor), de crisis als beproeving (de krachtmetafoor), de crisis als exogeen effect (de natuurrampmetafoor), de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen (de krachtmetafoor en de ziektemetafoor) en de crisis als illustratie van positieve aspecten (de bouwmetafoor). Bij een vergelijking van de aangetroffen crisisframes door de crisistijden heen, valt het op dat het bedreigingsframe in vroegere crisistijden (zoals De Grote Depressie en de Tweede oliecrisis) overheerst. Later lijkt dit frame echter steeds meer plaats te maken voor het beproevingsframe en het frame van de crisis als aanleiding voor het treffen van maatregelen. Waar de focus eerst lijkt te liggen op de ontreddering en het (naderend) gevaar, gaat het later steeds meer om het ombuigen van de nare crisisomstandigheden naar herstel.Show less
Door zich te verplaatsen van de ene naar de andere plek zijn mensen over de gehele aarde verspreid geraakt. Zoals bekend migreren mensen om verschillende redenen (oorlog, beroep, vervolging,...Show moreDoor zich te verplaatsen van de ene naar de andere plek zijn mensen over de gehele aarde verspreid geraakt. Zoals bekend migreren mensen om verschillende redenen (oorlog, beroep, vervolging, familiehereniging, enz.). Allerhande problemen die hiermee gepaard gaan, zoals bijvoorbeeld aanpassingsconflicten, integratiemoeilijkheden, (nationale) identiteitskwesties - maar eveneens de zoektocht naar een eigen identiteit -, worden door diverse migrantenauteurs behandeld in hun oeuvre. Deze vraagstukken worden soms in een fictief kader gegoten. Voor mijn onderzoek heb ik drie romans gekozen waarin het magisch realisme zich in de Nederlandse migrantenliteratuur manifesteert: "Paravion" door Hafid Bouazza, "Portretten en een oude droom" door Kader Abdolah en "De langverwachte" door Abdelkader Benali. Er bestaat immers binnen de wereld van het magisch realisme een oneindig aantal verklaringen. Achter deze waaier van mogelijkheden schuilen ook de problemen die migrantenauteurs behandelen, wat tot de hoofdvragen van mijn onderzoek leidt: welke migrantenproblemen worden in de teksten behandeld, op welke manier verwijzen auteurs daarnaar en waarom maken ze gebruik van het magisch realisme? Vijf primaire kenmerken van het magisch realisme, genoemd door Wendy B. Faris, worden in elk boek onderzocht. Vanuit de analyse dient zich de conclusie aan dat het magisch realisme zich inderdaad op verschillende manieren in de migrantenliteratuur manifesteert en diverse (migranten-)problemen behandelt. Magisch realisme kan de innerlijke processen tijdens en na het migreren adequaat weergeven. Uit het onderzoek blijkt ook dat de begrippen (post-)kolonialisme, magisch realisme en (post-)modernisme met elkaar verweven zijn. Dat wil zeggen dat door middel van magisch realisme andere facetten van de migrantenliteratuur belicht kunnen worden. Deze bestudering van de magisch realistische elementen vanuit verschillende perspectieven, vormt het basisonderzoek van dit verschijnsel in de migrantenliteratuur, met de bedoeling dat het ook bijdraagt tot een verdere verkenning van vergelijkbare thema's.Show less
Willem-Jan Otten refereert aan een samenleving die de secularisering (absolute scheiding van Kerk en Staat) nabij is en hij bemerkt een zekere heropleving van religieus bewustzijn. Ik zal...Show moreWillem-Jan Otten refereert aan een samenleving die de secularisering (absolute scheiding van Kerk en Staat) nabij is en hij bemerkt een zekere heropleving van religieus bewustzijn. Ik zal onderzoeken hoe het boek van Peter de Vries zich verhoudt tot deze hernieuwde interesse; in feite poog ik tastbaar te maken wat Otten te berde brengt en ik zoek uit welke originele boodschap er spreekt uit de roman, in een tijdperk dat ik postseculier noem. Vult de roman een leegte op in de ogenschijnlijk ijskoude consumptiemaatschappij of laat de Amerikaanse auteur zijn lezers net zo gedesillusioneerd achter als een gemiddelde postmodernistische vertelling? Zou de ‘revival’ vergezeld kunnen gaan van Oer-Hollandsch calvinisme? Dat het antwoord hierop ‘nee’ luidt, laat zich raden. Maar hoe komt deze ontkenning tot uiting? Is The Blood of the Lamb wel een typische seculariseringsroman?Show less
Deze scriptie bevat een onderzoek naar de relatie tussen de gebruikte redevormen van conversatie- en gedachterepresentatie en de mate van complexiteit van kinderliteratuur. Van drie recente...Show moreDeze scriptie bevat een onderzoek naar de relatie tussen de gebruikte redevormen van conversatie- en gedachterepresentatie en de mate van complexiteit van kinderliteratuur. Van drie recente kinderboeken zijn de indirecte rede, vrije indirecte rede, directe rede en vrije directe rede aangewezen en is vastgesteld bij welk personage de redevorm hoort. Naar aanleiding van de ontstane personagestructuren van de kinderboeken is gekeken of het belangrijk is voor de analyse van kinderliteratuur of er een onderscheid gemaakt moet worden tussen de redevormen van conversatierepresentatie en de redevormen van gedachterepresentatie.Show less